“God horen”

Een filosofiestudente, Nora, beroerde een voorbijgangster op straat. Wat er nodig om tot geweldige prestaties te komen waarmee we anderen raken? Talent, discipline, training, inspiratie… ?

Spontaan ‘vibrato’ kunnen zingen zonder het te beseffen – secondelang heel snel klinkers aan elkaar rijgen die dan als één lange, intense noot klinken… Normaal vergt zo’n klank maandenlange oefening. Maar operazang is een natuurlijke gave voor sommigen. Zoals anderen uitblinken in jazz of folk. Nora Khallouf, één van mijn vroegere studentes aan de Vrije Universiteit Brussel, is zo iemand.

De studente

Op straat gaf een Japanse voorbijgangster Nora honderd euro toen ze haar Mozart hoorde zingen – ze had ‘God gehoord’… Wat ze bedoelde, vermoed ik, is dat een authentieke artistieke expressie de onderlinge verschillen tussen de toehoorders opheft. “In the song you dissolve”, zei Leonard Cohen. Even wordt elke iemand niemand. Alleen de gedeelde beleving van de muziek blijft over.

Nora leerde opera niet van huis uit kennen. Naar eigen zeggen is ze ‘erin gerold’ door een auditie voor een jongerenstage van Transparant. Daarna begon ze zangles te volgen en deed ze mee aan de Dexiawedstrijd waar ze eerste laureate werd.

De mentor

In Nora’s verhaal lijkt aanleg het allerbelangrijkste. Vanuit mijn standpunt, als weinig muzikaal getalenteerde, springt haar gave in het oog. Maar Nora benadert het helemaal anders. Talent is weliswaar een voorwaarde voor succes, maar je hebt ook een inspirerende leraar nodig die je de juiste technieken aanleert. In haar geval is dat Bart De Kegel, een gepassioneerde leraar die al jarenlang lesgeeft volgens de oud-Italiaanse zangtechniek.

“Zonder leraar kan je nog zo getalenteerd zijn”, aldus Nora, “je zal geen carrière hebben. Laat staan dat je ooit het gemak en het comfort ervaart dat zingen zou kunnen zijn, zelfs zou moéten zijn. Maar dat het voor velen helaas niet is… Soms leggen mensen met een goede stem maar zonder de juiste begeleiding zich neer bij de gedachte dat hun dromen toch geen werkelijkheid kunnen worden. In vele gevallen een spijtige vergissing.” Wie de juiste leraar vindt, mag spreken van een buitengewoon geluk. Nora kan de aria’s van haar stemvak op het podium brengen zonder last te hebben van stemvermoeidheid (ondanks dat krachtige geluid!), wat in het begin wel anders was.

Elke kunstenaar, zelfs elke mens heeft een mentor nodig. Iemand die je een vorm van expressie bijbrengt en die je toelaat te zijn wie je bent – wat dat ook betekent. Zo kan je je individuele horizon overstijgen. Hiertoe is vertrouwen nodig, de bereidheid tot overgave aan wie je de weg toont, het loslaten van je bekende wereld, en van een zekere bekendheid met jezelf. Om voluit te kunnen zingen, bijvoorbeeld, moet je op één lijn zitten met de muziek, maar evengoed met jezelf. Een hele uitdaging.

Generositeit

Zo’n mentor heeft gevoel voor generositeit, als een goedheid die geen wederdienst verwacht. Hoe cruciaal is dat niet in het leven? Mensen ontmoeten die geïnspireerd zijn, die werkelijk passie hebben en zichzelf kunnen zijn in wat ze doen. De passionele ziel kan anderen ontmoeten die dat herkennen en voeden. Nora beschrijft het zingen als een expressie van iets wezenlijks, van haar manier van zijn. Hoewel geld verdienen een normale bekommernis is, staat een dergelijke levenskunst mijlenver van een job hebben als socio-economische noodzaak.

Ik vermoed dat elke kunstenaar een gelijkaardig verhaal heeft. Generositeit komt op andere manieren voor, zoals blijkt uit het verhaal van de Franse chansonnier George Brassens. Op jonge leeftijd was hij op het slechte pad: als lid van een jeugdbende werd hij opgepakt voor diefstal. De generositeit van twee mensen redde zijn leven als kunstenaar. Ten eerste had hij het geluk een leraar poëzie te hebben die zijn talent erkende en hem de discipline bijbracht om zijn kunst te vervolmaken. En dan was er de generositeit van zijn vader die de jonge Brassens kwam ophalen, in plaats van hem de nacht in de gevangenis te laten doorbrengen, zoals de vaders van sommige vrienden deden. Zonder één verwijt aanvaardde deze – op zich strikt principiële – man zijn zoon opnieuw in de familie. Een les in genade die Brassens zijn leven niet vergat. Is er een meer beklijvende ode aan de generositeit dan zijn ‘Chanson pour l’Auvergnat’?

Goed, dit klinkt misschien ouderwets… De hedendaagse terminologie is gans anders – investering in onderwijs, slaagkansen, kwantiteit en kwaliteit, diploma’s… en wie ben ik om het nut hiervan in twijfel te trekken? Voor mij begint ontdekken waartoe je in staat bent wel met het kunnen bewonderen, het genieten van iemand die je vertrouwt als een bekende met wat je zelf wil kunnen en die zich bereid toont dit te delen. Zijn zulke ontmoetingen niet bij de meest fantastische geschenken in het leven?

Nora nu

Tegenwoordig zingt Nora af en toe voor publiek… Ze zoekt haar weg en geeft soms concerten als soliste. Qua oeuvre houdt ze vooral van het theatrale operawerk, zoals Verdi en Puccini, omdat het meeslepend en ontroerend is. Zoals Bianca Castafiore – haar vergelijking! – draagt ze hoge hakken als ze zingt en heeft ze een gezonde dosis tevredenheid over haar stemgeluid. Zingen is een lichamelijke ervaring. Een goeie hoge noot is best opwindend, geeft ze toe. Maar toch is het een kwestie van concentratie. En als die lukt, geeft zingen een gevoel van vrijheid omdat je weet dat je ontroerende schoonheid voortbrengt. Nora wil gewoon op het podium staan en zich zo min mogelijk van de werkelijkheid aantrekken. Weg van het individu dat je elke dag speelt in het banale leven om even iemand te worden die het particuliere kan overstijgen en zo ook even het publiek kan optillen.

Tinneke Beeckman

Dit stukje verscheen op de website van de vrt-redactie http://opinie.deredactie.be/2011/03/02/god-horen/

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s