Over een televisieserie en politiek leiderschap

The West Wing

Wie Aaron Sorkins TV-serie ‘The West Wing’ niet kent, staat nog vele uren genieten te wachten. Ik ben er bijna jaloers op. Wat was ik er van in de ban! Nachtenlang keek ik er naar. De serie speelt zich af in de ‘West Wing’, de vleugel in het Amerikaanse Witte Huis waar de president zijn ‘Oval Office’ heeft. Welke aspiratie daar in beeld komt! Idealistisch streven in een realistische context geplaatst. Volgens Leonard Cohen is de Verenigde Staten de wieg van het beste en het slechtste in de wereld. Wel, Sorkins ‘The West Wing’ toont het beste. Met het beste bedoel ik topkwaliteit als geslaagde tv-reeks én het beste in de morele en politieke kwaliteiten van de personages. Sorkin biedt een vorm van kritisch denken die me erg bevalt: juist door bewonderenswaardige figuren te creëren, valt meteen op wie in het echte leven onbekwaam of onwelwillend is. Zoveel aantrekkelijker en inspirerender dan cynisme.

Amerikaanse verkiezingen

Zeker nu de Amerikaanse verkiezingen dichterbij komen, wordt de serie (1999-2006) opnieuw actueel. De reeks volgt het politieke leven van president Josiah Bartlet – gespeeld door een fantastische Martin Sheen – een complexe, gevatte, briljante econoom, en zijn stafmedewerkers. De verhaallijnen belichten de politieke limieten van de presidentiële macht, de mogelijke conflicten met de senaat en spelletjes tussen tegenstanders. Sorkin, de geniale verteller, combineert het empathisch met subtiele en complexe personages. Alle belangrijke thema’s passeren de revue: de verhouding tot de pers, binnenlandse- en buitenlandse politiek, de relatie tussen privé en publiek. Reeds voor Barack Obama’s presidentschap, dingt de fictieve Latino-kandidaat Matt Santos naar het hoogste ambt.

Sorkin heeft een linkse politieke signatuur. In ‘The West Wing’ zijn erg toegewijde ‘Democrats’ aan de macht. Sociale rechtvaardigheid, burgerrechten, vrouwenrechten zijn voor hen belangrijke kwesties. Toch heeft president Bartlet kwaliteiten waarmee hij meer klassieke republikeinse Amerikanen (en TV-kijkers) kan bekoren, zoals een buitengewoon respect voor de grondwet en voor familiewaarden. Voor alle duidelijkheid: het Amerikaanse ‘links’ heeft weinig met een Europees ‘links’ te maken: de rol van de overheid is er bijvoorbeeld veel beperkter. Partijpolitieke vergelijkingen tussen Europa en de VS lopen dan ook makkelijk spaak.

Ondanks die vooral liberale insteek, spelen ook memorabele Republikeinse politici mee. Figuren waarvan Amerikanen vandaag alleen kunnen dromen, zoals republikeins presidentskandidaat Arnold Vinick (serie 7), overtuigend neergezet door Andy Alda.

God en politiek

In de aflevering ‘In God we trust’, spreken Vinick en Bartlet over het gebruik van godsdienst in de politiek. Grondwettelijk kent de VS wel een scheiding tussen Kerk en staat, maar geen scheiding tussen politiek en geloof. Eigenlijk, betogen beide politici, is dat vooral nadelig voor de burgers. Als religieus twijfelaar – zoals Lincoln, was die nu atheïst of niet? – legt Vinick bondig uit waarom een volk dat geloof eist van zijn leider, vooral vraagt om bedrogen te worden. Ben je een ernstige politicus omdat je zondag je gezicht laat zien in de Kerk? Natuurlijk niet. Gelovig-zijn is de makkelijkste leugen die politici kunnen vertellen, om zonder bewijs moreel krediet te verwerven. Dus doen kiezers er verstandig aan hun verkozenen vrij te laten in hun religieuze voorkeur. Helaas is het belang van religieuze groeperingen in de VS alleen toegenomen.

Tips voor thuisfront?

‘The West Wing’ is rijk aan confrontaties, pittige debatten en speeches. Teveel om op te sommen. Toch nog één voorbeeld, een dialoog in volle verkiezingscampagne. Tussen een succesvolle campagneleider en een verliezende presidentskandidaat in de peilingen.

“Vertel het tegen niemand, maar ik respecteer de kiezers”, zegt de campagneleider. “Daarom win ik. Ik tracht uit te zoeken wat kiezers belangrijk vinden, ik vertel hen niet wat ze belangrijk moeten vinden.”
“Niet meteen mijn idee van leiderschap”, antwoordt de kandidaat.
“Neen”, reageert de campagneleider, “maar het is wel mijn idee van democratie.”

Misschien een tip voor de politiek dichter bij huis? De recente peilingen (De Standaard, 10 februari 2012 door RTBF/La Libre) beloven weinig goeds voor de Vlaamse regeringspartijen op federaal vlak. Die partijen (CD&V, SP.a en Open VLD) hebben momenteel, na de verkiezingsuitslag in juni 2010, geen Vlaamse meerderheid in de federale regering. En nu verliezen ze dus opnieuw terrein. Kortom, het deel van de Belgische bevolking dat voor hen kan kiezen, lijkt niet enthousiast. Grondwettelijk vormt een Vlaamse minderheid geen obstakel voor federale machtsdeelname, aangezien er geen taalmeerderheid vereist is in elke taalgroep. Maar wat betekent dit politiek gezien?

‘The West Wing’ is in zeven delen verkrijgbaar op DVD. Gewoon, in de winkel. Ik zou niet aarzelen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s