Over televisieseries
Wel, ik kijk niet vaak tv.
Eigenlijk vooral (of zelfs alleen) als een serie of een programma mijn perspectief op de wereld openbreekt. Eigenlijk als een serie mij een beetje openbreekt.
Als ze iets toont waardoor je je veranderd voelt. Tenzij het programma heel grappig of spannend is.
En zo’n series zijn er toch niet zo vaak. In een vorige blog spreek ik over The West Wing.
Onlangs zag ik de eerste serie van ‘The Tudors’, over Hendrik VIII, met Jonathan Rhys Meyers. Eerlijk gezegd, ondanks het thema sprak het me niet aan. Nochtans komt Thomas More er in voor. Het speelt zich ook af tijdens politiek turbulente tijden, en dat boeit me meestal wel.
Waarom vond ik het dan niet goed? Wel, er waren veel mooie beelden, met dialogen die heel directe historische debatten schetsten – spreekt iemand zo? En heel directe gevoelens vertelden. Opnieuw: spreken mensen zo? Ik dacht altijd dat een deel van conversaties juist tot doel had gevoelens te verbergen. Zo spreken mensen. Het was dus eerder informatief geschetst, en geen verfilmd, verbeeld verhaal van personnages. En dat beviel me niet. Aangezien enige actie toch nodig bleek, waren er veel seksscènes en wat gewelddadige vechtscènes. Tja.
Ik denk dat ik van subjectieve cinema hou – die waarin je meeleeft met de karakters, zelfs al zijn ze niet zo aangenaam. Akkoord, soms voel je je dan wat betrapt.
Maar zonder dat een serie of een film echt een verbeelding is van een verhaal, kan je toch evengoed een boek lezen? Nee?