Is de federale regering marxistisch?

Is de regering marxistisch?

Volgens ondernemers is de federale regering onder Elio di Rupo ‘marxistisch’. Een pittig  debat barstte los. Jan Hautekiet (Radio 1) vroeg me even die vraag te beantwoorden. Dat deed ik. Dan volgde een korte discussie met Johan Van Overtveldt.

Karl Marx

Ik schreef vervolgens een tekstje voor opiniepagina van deredactie, voor een ruimer publiek:

Wat is marxisme?Marx was een econoom die in de negentiende eeuw een scherpe analyse maakte van de maatschappelijk verhoudingen. Toen leefden vele mensen in grote armoede. Oorspronkelijke landarbeiders begonnen te werken in fabrieken, vele uren per dag in ongezonde werkomstandigheden en zonder vangnet.

Volgens Marx ‘vervreemdt’ die nieuwe vorm van arbeid de mens, van anderen, en van zichzelf. Wie bijvoorbeeld urenlang wol verft, heeft geen contact meer met de natuur (het schaap), of met het afgewerkte product. De arbeider is slechts een kleine schakel in een lang proces. Het werk stompt af.

Daarbij ontvangt de arbeider een te beperkt loon. De economische meerwaarde die zijn werk opbrengt, gaat naar de eigenaar van de fabriek. Marx zegt het zo: wie de productiemiddelen in handen heeft, kan het werk van anderen uitbuiten om zelf meer te verdienen. Arbeiders hadden geen hefboom, geen manier om menswaardiger te leven.

Kapitalisme heeft ook de maximalisatie van winst tot doel. Wie eigenaar is, organiseert zijn bedrijven zo dat winst de belangrijkste drijfveer wordt. Wat betekent een tapijt, bijvoorbeeld? Wel, iets anders dan in de voorgaande historische perioden (kunstwerk, gebruiksvoorwerp). In het kapitalisme betekenen goederen vooral een middel om steeds meer winst te maken. Dat geldt bij uitbreiding voor alles wat binnen die productielogica valt.

Marx meende dat arbeiders zich zouden moeten verenigen, over alle landen heen. Om samen te strijden tegen de erbarmelijke werkomstandigheden. Sociale strijd was voor hem een revolutionaire strijd: het proletariaat (de bezitloze arbeiders), kunnen hun lot verbeteren door zelf eigenaar te worden van de productiemiddelen. In een communistische samenleving draagt elk bij  wat hij of zij kan, en krijgt terug wat hij of zij nodig heeft.

Een laatste element betreft de economische verhoudingen (de onderbouw), die volgens Marx de andere maatschappelijke verhoudingen bepalen, zoals de politieke en de culturele (de bovenbouw). Marx geloofde niet dat de parlementaire democratie verandering zou mogelijk maken. In dat parlement was het gewone volk immers niet vertegenwoordigd (stemrecht pas vanaf 1893), Marx overleed vroeger). Neen, Marx meende dat door de economische verhoudingen te wijzigen, ook politieke gelijkheid en vrijheid mogelijk werd.

Marx bleek blind voor het gevaar dat met de revolutie een nieuwe elite zou ontstaan, die ondemocratisch zou beslissen over de economie. De anarchist Bakoenin, bijvoorbeeld, schatte dat gevaar beter in. De geschiedenis heeft hem gelijk gegeven.

Wat hebben we aan Marx te danken?

Een analyse van economische ongelijkheid als een machtsstrijd, die alleen door verzet en alternatieven zouden veranderen. Door te staken, te betogen en door coöperatieven op te richten.

Spoedig ontstonden wel ‘revisionisten’ binnen de socialistische beweging. Zij wilden door de parlementaire democratie verandering teweegbrengen, niet door de revolutie (onder meer E. Bernstein in Duitsland). Ook de Belgische werkliedenpartij (eerste opkomst in 1893), verkoos deze weg.

Verwezenlijkingen?

Veel van wat we nu vanzelfsprekend vinden: sociale zekerheid, kinderbijslag, onderwijsplicht, vakantiedagen, pensioenen… zijn allemaal aspecten van de sociale strijd. Ook progressieve liberalen en christendemocraten hebben een belangrijke rol gespeeld in dit proces.

Is de regering Di Rupo marxistisch?

Voor ieder die marxisme begrijpt, helemaal niet. De sociaaldemocratie als zodanig heeft enkele fundamentele ideeën van het marxisme laten varen.

De ‘arbeidsklasse’ is – onder meer door fabriekssluitingen – geen politieke referentie meer.   De middenklasse daarentegen des te meer. Sociale strijd wordt niet meer als machtsstrijd gezien, als een conflict tussen onderdrukkende machtsverhoudingen.

Sinds de Derde Weg (na het verdwijnen van de Sovjet-Unie) overheerst een compromismodel: door overleg kan de vrije markt worden getemperd. De overheid vergemakkelijkt de werking van de vrije markt. De nadruk ligt op werkgelegenheid, en gelijke kansen (geen gelijke uitkomst van kansen meer).

Wat opvalt in deze regering als bijzonder on-marxistisch, is de zeer lage vennootschapsbelasting voor grote, internationale bedrijven. Trends publiceerde hierover een studie in 2011. ExxonMobil, AB Inbev, GDFSuez en andere multinationals betalen amper belastingen, al maken ze astronomische winsten. Ook stellen ze relatief weinig mensen tewerk. Kleinere bedrijven dragen veel meer bij, zowel in belastingen als door werkgelegenheid. Opmerkelijk voor een federale regering, waarin de Franstalige Parti Socialiste al ettelijke jaren aan de macht is. Dat leidt tot frustratie: bij lokale bedrijfsleiders, maar ook bij werknemers.

Vanwaar de opmerking door werkgevers?

Enkele kritieken op de huidige regering lijken begrijpelijk. Zo is de wetgeving bijzonder complex: wie een bedrijf start, moet aardig wat investeren om door het fiscale en administratieve kluwen te geraken. Dergelijke inefficiëntie werkt economisch contraproductief.

En in de federale overheid is slechts een minderheid van Vlaamse parlementsleden vertegenwoordigd. De huidige Belgische structuur speelt mee in deze kwestie. Maar dat is een ander verhaal.

Ik stippel hier maar enkele punten aan, uiteraard is de situatie veel complexer. Maar in elk geval heeft de huidige Belgische situatie weinig of niets te maken met marxisme.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s