Mannen om te bewonderen
‘Dit waren mannen om te bewonderen, om aan te denken als het tegenzat, om je tegen af te zetten, stralende lichtbakens in de geschiedenis van het intellect, waarin vooral de theologie het voor het zeggen had gehad.’
Een passage uit Philip Bloms ‘Het verdorven genootschap’ (Bezige Bij, 2010). Hij doelt op denkers uit de achttiende eeuw, zoals Diderot, Holbach, Hume. Op hun beurt waren ze bewonderaars van Spinoza en de Romein Lucretius.
Waarom deze referentie nu?
Een eerste, praktische reden: de auteur komt vanavond spreken aan de Universiteit Antwerpen. In het Nederlands. Geen lezing voor een select clubje intellectuelen, maar over een breder thema: “de uitdaging van een radicale verlichting voor de hedendaagse maatschappij’.
Blom heeft als journalist de nodige ervaring om een breder publiek aan te spreken. Zijn bestseller (Het verdorven genootschap) verscheen in vele talen.
Een tweede reden is het specifieke thema dat Blom aansnijdt: wat kunnen we leren uit het verleden voor het heden?
We beleven moeilijke, donkere tijden. Angst voor verarming, voor onzekerheid, voor verlies aan identiteit. Niet geheel onterecht: Europa beleeft een economische crisis, waarvoor politici nog een oplossing lijken te moeten bedenken. Weinig geruststellend nieuws.
Arm of rijk?
Angst voor verarming betekent in eerste instantie angst voor verlies aan materieel comfort. Terecht. Rijkdom heeft betrekking om materiële dingen. Een minimum aan comfort is nodig vooraleer mensen tijd en energie hebben om zich met andere dingen bezig te houden. Maar rijkdom heeft ook te maken met toegang tot ideeën, tot andere manieren om over het leven na te denken. En precies de radicale denkers van die periode zijn inspirerend.
Verzet
Ze schreven over de greep van machtige instellingen op de hoop en verlangens van machteloze individuen. Een gevaarlijke onderneming in die tijd. Diderot en Holbach publiceerden hun werk vaak anoniem: ze kozen de naam van een pas overleden medestander. Indirect om die man als vrijdenker te eren, maar ook voor de eigen veiligheid te garanderen. Wie overleden is, kan niet meer worden opgesloten, gefolterd of vermoord. Dat klinkt sinister. Maar het was de enige manier om tegen de ondemocratische gang van zaken te protesteren. Filosofen als Diderot leefden en werkten jarenlang in grote armoede en belandden soms in de gevangenis, vooraleer ze eer en roem verwierven.
Menu
Blom vertelt beeldrijk: hij laat je aanschuiven bij de diners in de salons van de rijke Baron d’Holbach in de ‘rue Royale’ in Parijs. Daar werden radicale discussies gevoerd.
Blom geeft zelfs een menu mee: gegrild schaapsvlees, duiventaart, eend uit de oven, bloedworst van konijn, ‘poulets de la reine’ in pikante saus, en veel meer.
Na het eten discussieerden de radicale denkers over wetenschap, geloof, sensualiteit, maatschappelijke vraagstukken, literatuur. Die radicale Verlichting was niet zuiver rationalistisch. Diderot, bijvoorbeeld, beschreef hartstocht als een levensbevestigende sensualiteit.
Encyclopedie
Onderhevig aan censuur gebeurde veel ondergronds. Je kan dan ook alleen bewondering krijgen voor Diderots geheime inspanningen om een encyclopedie samen te stellen: artikels die alle bestaande kennis samenbrachten. Diderot werkte met d’Alembert en andere grote geesten van zijn tijd. Ze wilden een nieuwe wereld openen voor mensen, door hun onwetendheid tegen te gaan. Toeval dat Franse koningen en kerkelijke instituten tégen de verspreiding van die encyclopedie waren? Toch verscheen die aan het einde van de 18e eeuw.
Wat kunnen we daar vandaag nog mee? Philip Blom houdt ongetwijfeld een vurig betoog.
Praktisch: 29 oktober, Rodestraat 14, 2000 Antwerpen, Stadscampus, aula R.002. Vanaf 20.00 u.
Frank Hellemans schreef een recensie van het boek voor Knack. En de ‘encyclopédie’ van Diderot en d’Alembert staat online.