Wie regeert Frankrijk? Column DS 6 mei
“François Hollande werd één jaar geleden door het Franse volk tot president verkozen. Maar de liefde is al voorbij. Volgens de peilingen is Hollande de minst populaire president van de Vijfde Republiek, dus sinds 1958. Hij zakte in tien maanden dieper dan Chirac – vorige recordhouder – in tien jaar tijd.
Hollande beloofde nochtans verandering. Hij maakte een vuist tegen Duitsland, wees de Europese besparingspolitiek af en verklaarde de financiële wereld tot vijand. Hij stelde een nieuwe stijl voor: de ‘normale’ president. Gedaan met de hyperactieve ‘bling bling’- stijl van voorganger Nicolas Sarkozy.
Maar de ontgoocheling is erg groot. Hollandes stijl valt tegen – een Franse president verdraagt geen normaliteit. Charles De Gaulle, die de grondwet herschreef om de president meer macht te geven, zei dat hij mysterie nodig had om te regeren.
Maar het probleem is veel fundamenteler. Franse politici hebben geen antwoord op de keerzijde van globalisering die de meerderheid van de bevolking treft. Meer nog, wie vandaag aan de top staat, heeft vaak zelf baat bij die globalisering. Dat geldt evengoed voor linkse als voor rechtse politici. Hoe kunnen ze de kloof met de bevolking dan dichten?
Twee schandalen rond Hollandes nauwe medewerkers illustreren het conflict.
Ten eerste is er het geval Jérôme Cahuzac, de minister van begroting en grote voorstander van strenge besparingen. Een competente man tot uitlekt dat hij een geheime rekening heeft in Zwitserland. Na maanden ontkennen – de nieuwssite Mediapart bracht het nieuws, maar zonder bewijs te tonen – neemt hij in maart toch ontslag. Hollande blijft perplex achter.
Ten tweede is er Jean-Jacques Augier, de penningmeester van Hollandes campagne.
Hij is een briljante fiscalist en goede vriend van de president. In maart onthult Le Monde dat Augier een ‘offshore’-bedrijf heeft op de Kaaimaneilanden. Niets illegaals, waarschijnlijk. Maar wel pijnlijk voor een president die verkozen raakt met de belofte de financiële wereld te doen betalen voor de crisis.
Welke voorstellen lanceert Hollande dan? Hij wil het politieke leven ‘moraliseren’. Voortaan moeten verkozenen hun bezittingen publiek maken. Lijstjes met het patrimonium van armere en rijkere ministers verschijnen in de krant. Maar lost dat iets op? Of wakkert het vooral voyeurisme aan? De zuiveringscampagne onthult echter de banden tussen politiek en belangengroepen niet. Zo onderneemt Hollande niets tegen de connecties tussen hoge ambtenaren van financiën (‘Bercy’) en de bankwereld. Nochtans ligt daar de kern van het probleem volgens critici. Terwijl Hollande moraliseert, verandert er dus niets aan de invloed van geld op politieke macht.
Is dit een nieuw of een oud verhaal? In ‘Le Président’ – film van 1961! van Henri Verneuil met briljante dialogen van Michel Audiard – speelt Jean Gabin een ontmoedigde Franse president. Hij wil in het parlement een ontwerp voor een Verenigd Europa laten stemmen, maar de meerderheid wijst zijn plan af. Tegelijkertijd weet hij dat er in stilte al een nieuw plan klaar ligt voor Europa, op maat van de financiële wereld. Als laatste protestdaad voor zijn ontslag klaagt hij in de Assemblée de invloed van belangengroepen op de politiek aan. Een woedend parlementslid protesteert dat er ook ‘linkse zakenmensen’ zijn. ‘Ja’, antwoordt de president, ‘en er zijn ook vliegende vissen, maar ze maken niet de meerderheid van de soort uit.’ Die lucide president lijkt op Georges Clémenceau en op Charles de Gaulle. Die laatste liet optekenen dat Frankrijks vijand ‘het Geld’ was. Hollande verklaarde iets gelijkaardigs: de echte vijand ‘heeft geen aangezicht, komt niet op bij verkiezingen en regeert toch’. Daarmee leek Hollande meer op de Gaulle dan op tegenstander Sarkozy.
Alleen heeft globalisering de kloof tussen groepen nog vergroot: wie de middelen heeft, kan aan nationale regels voor financiën ontsnappen. Meer dan ooit lijkt de president machteloos te staan tegenover de wereld die hem omringt. Het enige lichtpunt voor Hollande is dat de Fransen volgens de peilingen wel in zijn eerlijkheid geloven. De malaise betreft dus niet de persoon, wel de invulling van de functie. Maar kan er nog een president komen die niet tekortschiet in ogen van de bevolking? Of heeft Frankrijk, zoals de rest van Europa, nood aan nieuwe politieke machtsverhoudingen?”
En passant: Philippe Lamberts (in Europarlement voor Ecolo), die strijd tegen de uitwassen van de financiële wereld, zei ‘je vomis la clique de Bercy’, precies omwille van de verstrengeling. Ondertussen ziet Najat Vallaud-Belkacem (PS), woordvoerster van de regering, geen enkel probleem in de hedendaagse gang van zaken – het is logisch dat mensen met kennis meerdere functies kunnen beoefenen.
De president is niet machteloos maar lijkt machteloos omdat hij veldslagen kiest waarvan hij had moeten weten dat ze niet te winnen waren. Vergeleken met Merkel slaat hij een zeer zwak figuur.