‘Blaise Pascals les over Leiderschap’ – Column DS

images-1Leiders – zoals koningen, bankiers en politici – houden zich volgens de filosoof Blaise Pascal (1623-1662) best aan twee gedachten: dat het sociale aanzien dat ze genieten vrucht is van toeval. En dat ze ondertussen maar best in het geheim beseffen dat ze zijn zoals alle andere mensen.

Stel, schrijft Pascal, dat een schipbreukeling aanspoelt op een eiland. De eilandbewoners denken dat hij hun natuurlijke vorst is. De gelukkige “Robinson Crusoë” wordt meteen gekroond en bejubeld.
Hoe moet die man daarmee omgaan? Hij moet de val vermijden om in de eigen uitverkorenheid te geloven. Een ware koning doet openlijk alsof hij het beeld dat anderen van hem hebben deelt, maar moet innerlijk zijn kritische blik bewaren. Die zelfrelativering is nodig omdat mensen, aldus Pascal, fundamenteel gelijk zijn en “leiders” dus slechts legitiem zijn wanneer ze ten dienste staan van anderen, niet van hun eigen glorie.

Pascals ideeën blijven actueel. Een koningin die haar aanzien wil verhogen door nieuwe protocollaire eisen te stellen, heeft niet begrepen dat haar positie niet van haar verdienste afhangt, maar door het toeval werd bepaald. Wat het vandaag pijnlijk maakt, is dat er geen eilandbewoners meer zijn, die denken dat de koninklijke familie een geschenk is uit de hemel. Pascals raad is duidelijk: koningen moeten helder nadenken over wat anderen hen echt verschuldigd zijn. Aangezien dat doorgaans veel minder is dan ze zelf denken, eisen ze beter niets dat hen niet toekomt.

In de bankwereld en in de politieke wereld lijken er ook nogal wat mensen rond te lopen met een beperkt vermogen tot zelfrelativering. ‘Veel mannen kunnen tegenslag aan, maar slechts weinigen succes’, zei een bankier van Goldman Sachs. Het lijkt een variatie op Pascals gedachte. Een roekeloze bankier die toch successen boekt, miskent het belang van toeval. Indien hij in zijn eigen uitverkorenheid begint te geloven, vergeet hij gauw zijn eigen intellectuele beperkingen,  zijn morele en sociale verplichtingen. Die bankier gaat dan voorbij aan zijn echte functie. De  inzet voor anderen heeft plaats gemaakt voor de obsessie met de eigen glorie. Alsof die bankier niets aan anderen is verschuldigd, anderen alles aan hem.

In de politiek lijkt een gelijkaardige verschuiving plaats te vinden. Het is een paradox: aangezien iedereen gelijk is, kan iedereen premier worden. Bescheidenheid en een kritisch zelfbeeld lijken verzekerd. Daarbij lijkt de politiek bij uitstek te gaan over het algemene belang. Maar ook de politiek heeft baat bij Pascals advies. Maanden voor de volgende verkiezingen formuleren media politieke vragen als de ego-obsessies van  politici: Wie wordt premier? Hoe evolueert de carrière van die politicus? Wie zijn rivalen of tegenstanders? Zo springt politieke berichtgeving van de ene hype naar de andere, zonder vragen over een breder politiek project. Dit is geen Vlaams of Belgisch probleem. In de buurlanden gebeurt hetzelfde: media berichten vooral over de persoonlijke ambities van politici.  Maar de echte politieke vragen gaan niet over de glorie van een persoon. Ze gaan over projecten en ideeën voor de samenleving.  Belangrijk is wie de politicus vertegenwoordigt. In wiens naam spreekt hij of zij? En welke visie op het algemeen belang heeft hij of zij? Natuurlijk beleven niet alle politici hun beroep als een egotrip. Sommige politici blijven zelfkritische geesten, die handelen vanuit een breder perspectief. Maar wie in het huidige media-spel niet meekan, dreigt op de achtergrond te raken.

Pascal schreef in de zeventiende eeuw, toen de bevolking nog op eilandbewoners leek die hiërarchisch denken. Maar de eilandbewoners vandaag kennen de rol van toeval. Ze geloven niet in de bijzondere kwaliteiten van hun machthebbers. Ze doorprikken het beeld dat van de politiek verschijnt. En ze wachten des te meer op leiders die zich inzetten voor het algemeen belang.

Deze column verscheen in De Standaard van 23 september 2014.

Referenties

Pascal, B. ‘Trois discours sur la condition des Grands’, 1670.

De bankier van Goldman Sachs: Cohan, W. ‘Money and Power. How Goldman Sachs came to rule the world’, New York: Anchor Books (2011).

7 Comments

  1. Bart Haers

    Nadenken over wat het is macht uit te oefenen, wat de relatie is tussen verkozen democratische verantwoordelijken en burgers, daar kan men inderdaad best even bij stilstaan. Zelfgenoegzaamheid is een vaak gehoord verwijt, maar soms om de verkeerde redenen. Deze stembusgang in Duitsland volgen in de Vlaamse pers is echt heerlijk desoriënterend. Alleen, men verneemt dingen die bij nader toezien in Duitsland zelf niet geheel herkend worden. En Merkel? Men krijgt er geen hoogte van of ze zich als een keizerin gedraagt of een ijzeren kanselierin?

  2. Philip Van Hoof

    Desalniettemin vind ik dat, van zodra de leider deze kenmerken bezit en hij/zij handelt vanuit een breder perspectief, hij/zij veel en meer macht moet krijgen dan wat nu het geval is (bv. in Europa hebben we gebrek aan sterke leiders). M.a.w. de Benevolent Dictator mag van mij bestaan en valt te verkiezen boven een systeem dat zichzelf vastloopt (het huidige Europa). Een samenleving, vertegenwoordigd door haar leiders, moet een bepaalde keuze maken. Eens gemaakt moet ze ervoor durven gaan en zaken uitvoeren. Ervoor zorgen dat de deelnemers van een samenleving voor de keuze durven gaan is ook de verantwoordelijkheid van haar leiders. Wanneer we om de minste pruts onze leiders wantrouwen, dan kan dit niet of gebeurt het niet.

    • Bart Haers

      The Benevolent Dictator? Grote leiders gaan over grote zaken en het probleem van ons bestel bestaat erin, valt te vrezen dat wie aan de knoppen mag zitten zal merken dat hij of zij precies met de minste pruts te maken krijgt. Maar het wantrouwen komt misschien niet voort uit dat vermeende gepruts, wel uit de vrees dat we zelf bij een gekozen koers in problemen kunnen komen. Of dat onze eigenwaan zal gekwetst worden. Sterke leiders? Of een samenleving waarin we het probleem van de anonimiteit als hinderpaal voor grotere welwillendheid kunnen oplossen. Maar dat laat onverlet wat Pascal wist te melden, namelijk dat een leider nu net iets minder eigenwaan hoort te koesteren. Met de huidige politieke dynastieën wordt wellicht nog moeilijker, omdat men zich gerechtigd acht op een mandaat van het volk.

      • Philip Van Hoof

        Ikzelf ben voorstander van meer bevoegdheden lokaler te brengen opdat de minder grote zaken door meer lokale leiders kunnen geregeld worden. M.a.w. het confederaal model zoals we het kennen in Zwitserland. Met de opmerking dat dit model op veel vlakken ook faalt (bv. onderwijs in Zwitserland zou beter net niet confederaal maar wel federaal zijn, aldus enkele Zwitsers die ik ken). Voor de grote zaken, en dan denk ik bv. aan hoe een land omgaat met een economische crisis en hoe het grote infrastructuurwerken aanpakt, denk ik dat sterk leiderschap nodig is. Daarin verschillen we mogelijk van mening.

      • Bart Haers

        Wat het oderwijsbeleid betreft in Zwitserland, denk ik ook enkele scherpe critici te kennen. Het hangt er dus vanaf wat we grote zaken noemen? Wat betreft zaken als infrastructuurwerken, denk ik dat er drie dingen zeker meespelen: 1) financiële draagkracht voor het project; 2) consensus tussen de betrokkenen, dus ook de burgers en 3° een rechterlijke macht die niet elk protest tegen zo een project beschouwd als rechtmatige kritiek – als die goed geformuleerd is.
        Neen, misschien bestaat het verschil van mening hierin dat ik meer van een debat over burgerschap – ook van de “Leiders” verwacht dan van een debat over leiderschap.

      • pvanhoof

        @Bart Hears’ laatste reactie: het debat tussen burger en politici of leiders bevorderen lijkt me een taak van de media die bv. organisaties zoals Het Denkgelag maar ook anderen, zoals denktanken, aan het woord zou kunnen laten in de berichtgeving. Het probleem van de door de overheid gesubsidieerde overheidsmedia is, vind ik, dat ze nogal gekleurd omgaan met de invullen van deze taak: ze laten erg vaak enkel de versies aan het woord die passen in de ideologie van de hoofdredacteur die bij de door de overheid gesubsidieerde media den baas is (en de overheid speelt een enorm grote rol in de keuze hierin). En bij de private media sector draait alles dan weer teveel over het verkopen van boekskens (of kijkcijfers) wat dan weer voor banale zwets en rommel waar vooral niet teveel bij moet nagedacht worden zorgt. Bv. als het over een brug in Antwerpen gaat, dan zie je redelijk dwaze reacties die er vooral niet toe doen van mensen op de straat, waarbij vooral van de meest felle NIMBY die ze kunnen vinden veel TV tijd krijgt, i.p.v. een serieus debat (dat zeker ook gevoerd wordt in de samenleving). Zelden krijgen we nuance en als we ze krijgen dan komt het niet aan het woord in de berichtgeving die wel door de meeste mensen bekeken wordt. Ik hekel hiervoor onze hoofdredacteuren (waaroveren ik denk dat er gerust enkele ontslagen mogen vallen opdat de situatie zou beteren).

  3. Philip Van Hoof

    Akkoord

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s