Johan Van Overtveldt, en de critici van het ‘neo’-liberalisme

Johan Van Overtveldt begint een politieke carrière bij de N-VA. Een goed moment om een thema aan te snijden dat me al langer boeit: “linkse” en “rechtse” visies vandaag. Gewoon een denkoefening, om de bestaande visies open te breken, en eventueel tot een betere definitie van de echte tegenstellingen te komen.

Van Overtveldt staat bekend als econoom en als liberale debater tegenover critici van het neo-liberalisme, zoals psychoanalist Paul Verhaeghe, of Peter Mertens (PVDA). Dit is de bekende ideologische kloof tussen “meer vrije markt” (‘rechts’) en “meer overheid (‘links’)”. Maar vat deze klassieke ideologische tegenstelling een reeks recente fenomenen wel?

Zou het niet kunnen dat beide stemmen in het publieke debat – “neoliberalen” en “anti-neoliberalen” – gedeeltelijk dezelfde bezwaren hebben tegen gelijkaardige symptomen: nieuwe vormen van corporatisme? Beide hebben kritiek op een managementlogica die op korte termijn denkt en controlerend werkt. Ze verafschuwen onverantwoordelijke praktijken in de financiële sector. En ze houden vast aan een democratisch liberalisme –  individuele rechten en vrijheden – dat door controlerende overheden zou moeten worden beschermd. Maar dat gebeurt vandaag vaak niet: de privacy van burgers wordt te grabbel gegooid (NSA, verkoop gegevens facebook, google+, edm).

Vrije markt – “neoliberale kwalen”


Paul Verhaeghe
beschrijft de ‘neoliberale kwalen’ kordaat: de inzet van mensen wordt meetbaar, winst en productie primeren op menselijke waarden, wie het moeilijk heeft is een ‘loser’ die niet meekan, mensen zijn verantwoordelijk voor hun ellende, elk individu kan slagen en heeft niemand nodig. Ongetwijfeld strookt dit met ervaringen, bijvoorbeeld in de academische wereld: met zogezegd meetbare instrumenten moet de academicus zich rechtvaardigen tegenover een anonieme, abstracte administratie, die hem alleen als producent ziet van een economische meerwaarde, niet als mens met kwaliteiten (vooral de publicatiedruk is kop van jut: die meet niet alles waartoe mensen in staat zijn). Het creëert nieuwe ziektebeelden in de praktijk van de psy, aldus Verhaeghe. Teveel vrije markt is nefast voor de mens.

Van Overveldt daarentegen hamert al een hele tijd op het feit dat het overheidsbeslag toeneemt. Er is in België niet steeds meer, maar steeds minder vrije markt:  economen tonen elke maand onrustwekkende  beschrijvingen van het economische bedrijf; belastingen voor ondernemers zijn hoger dan elders. De vrije ondernemer heeft het moeilijk in België (administratieve kosten, ondermaatse infrastructuur). De liberalen (Open-VLD) betalen dan ook een zware electorale prijs voor hun deelname aan de federale regering, precies omdat die géén liberaal beleid voert.

Is er dan te veel, of te weinig vrije markt? Misschien blijft een factor buiten beschouwing. De vraag is wie die nieuwe cultuur (alias de neoliberale logica) heeft ingevoerd bij overheidsbedrijven, ziekenhuizen of in de academische wereld? Tenslotte hebben overheidsinstanties zelf nieuwe visies op management opgenomen in hun beleid. Gaat het niet eerder over een bepaalde visie op management die nefast is, wantrouwen wekt, inefficiënt is en mensen ontmoedigt? Helpt het dan om voor méér overheidsinterventie te pleiten als remedie tegen de huidige gang van zaken? En als dat niet helpt, verandert dat de politieke keuzes dan niet?

Financiële sector

Over de gevaren van de financiële sector zijn beide groepen – (neo)liberaal en antineoliberaal –  het sinds de bankencrisis ongeveer eens: de economische  schade die de financiële sector aanricht, wordt door vrije markt-adepten even scherp bekritiseerd, als door linkse partijen zoals Groen en PVDA. De huidige bankensector functioneert trouwens juist niet zoals een vrije markt, aldus Joris Luyendijk: er is geen vrije concurrentie (de markt is niet open voor nieuwe banken) en falende banken gaan niet failliet, maar worden gered met belastinggeld. Juist daarom kunnen banken waanzinnige risico’s nemen, waarvan de schade betaald wordt door derden. Vooral kortetermijn prestaties worden beloond, wat een bedrijf op lange termijn niet ten goede komt.

Liberale rechten en vrijheden – privacy

Tot slot hechten allen aan verworven rechten en vrijheden, die de overheid in principes zou moeten beschermen. De kranten staan dagelijks vol van afluisterschandalen, verkoop van privégegevens en andere schendingen van privacy.

Vinden ook liberalen dat, in hun bekommernis om individuele rechten en vrijheden, niet even onaanvaardbaar, en zelfs verontrustend als wie zich ter linkerzijde zorgen maakt om de democratie?

Kortom, de nieuwe ideologische tegenstelling verschilt grondig van de klassieke links-rechts logica. De snel veranderende wereld is veel complexer.

8 Comments

  1. Bart Haers

    Is het niet van belang aan te geven dat Paul Verhaeghe inderdaad de maat heeft genomen van het Neo-liberalisme maar daarnaast ook in een beweging de meritocratische samenleving onder handen nam, waar, zoals u zegt publieke en particuliere bestuurders elkaar niet zo heel veel ontliepen of ontlopen? Men heeft de term “neoliberalisme” ook vaak te gemakkelijk aangewend om een systeem af te wijzen waarvan de verschillende aspecten zonder meer negatief waardeerde. Ook is het niet zo, denk ik dat alle kwesties die zich dezer dagen allemaal met het economische verbinden. Ik denk aan de keuze van minister van onderwijs Pascal Smet om grote scholen als norm te kiezen, terwijl men misschien net moet zoeken naar schaalverkleining. Het vaak rechtlijnige en ongenuanceerde denken van politici en hun ambtenaren, dragen ertoe bij dat mensen zich van werkplek en opdracht vervreemd voelen. Dat kan, zoals men in Nederland kon zien, geleid tot aperte msibruiken van publieke middelen door bestuurders van zowel woningbouwcorporaties, onderwijs- als zorginstellingen.
    Op dat moment wordt het ideologische debat, waar u zich vragen bij stelt en dus terecht, wel zinledig, want men valt iets aan dat zich niet echt voordoet. Nu, volgens Tobback jr. zou de N-VA echt niet sociaal worden. Maar ligt sociaal beleid in de beleden doelen of in de bereikte resultaten?
    Overigens, vandaag kon men lezen dat David Cameron, alumnus van Eton, zich repte om de vraag van John Major – een product van de publieke Grammar School – de sociale mobiliteit in het UK te versterken. Net omdat de sociale mobiliteit door het beleid van zowel links als rechts de vrucht is, kan men maar beter niet enkel de beleden ideologische waarheden onderzoeken. Dank dus voor uw reflectie.

  2. thomas dekkers

    Ik heb me vandaag enorm geërgerd aan Kleine Back’s poging Van Overtveldt als asociale rijkenvriendje weg te zetten. Je kan het met Van Overtveldt’s analyses wel of niet eens zijn (en ik geloof er vaak niet in), maar je kan moeilijk zijn maatschappelijk engagement en sociale bewogenheid ontkennen. Daarnaast blijft het natuurlijk een “vrije markt” fundamentalist 😉

  3. thomas dekkers

    De managementlogica die Verhaeghe hekelt is niet nieuw, en ook niet specifiek eigen aan “de vrije markt” of het kapitalisme. Ook in “linkse” kringen waren (en zijn?) er heel wat voorstanders van dit soort doorgedreven controletechnieken, economisme en meetbaarheidsreductionisme. Zo ongeveer elke socialistische of communistische staat was er wild van. De breuklijn ligt niet tussen klassiek links en klassiek rechts, maar tussen wie de controle uitoefent en wie ze moet ondergaan. En dan vraag ik me af wat er zou gebeuren als voor_ en tegenstanders van dat managementdenken in de andere situatie terecht zouden komen.

  4. Tinneke Beeckman

    Andere kritische reacties van lezers (via facebook):

    – liberaal en neoliberaal zijn niet hetzelfde: in het eerste geval wordt de markt nog gereguleerd, terwijl de andere strekking geen enkele regulering wil.

    – vergelijk ik niet ‘appelen met peren’?
    Ja misschien wel. Maar ik zat ooit op een debat, en iemand merkte tegen een virulent anti-vrijemarkt filosoof op dat de vrije markt in België heel beperkt is. En de filosoof antwoordde dat hij in ‘theoretische kaders’ dacht, en daar dus geen rekening mee kon houden. Tja, voor mij volstaat dat niet: er zijn tegenstrijdigheden die makkelijke indelingen in de weg staan. En dit is een denkoefening om tot een betere indeling van tegenstellingen te komen.

  5. michael

    Een indeling in slechts links en rechts is inderdaad te simplistisch. Extra bemoeilijkend is het feit dat het niet in elk land hetzelfde is. Sommige linkse buitenlandse partijen kunnen standpunten hebben die men hier eerder bij rechts zou terugvinden (bv over onafhankelijkheid). Het voornaamste verschil dat altijd terugkomt is dat links voor herverdeling is van rijk naar arm en rechts tegen. Zie ook deze informatieve site over indelingen van politieke spectra: http://www.politicalcompass.org/ Zij hanteren naast links-rechts ook nog een as autoritair – libertair. Dat managerialisme en controledrang kan je dus bij autoritair onderbrengen. En dat kan inderdaad samengaan met socialistische of communistische systemen, autoritair links ttz. Neoliberalen zitten eerder bij autoritair rechts. Ik denk dat Van Overtveldt eerder een klassieke liberaal is en bij libertair rechts zit (zoals Friedman). Hij zou dus eigenlijk beter bij LDD passen. Maar ja, daar valt niks te rapen:)

  6. Stephan Renkens

    Ik vraag me af of neo-liberalen werkelijk zo liberaal zijn, en of de door hen zo geprezen deregulering ervoor zorgt dat we een echt vrije markt hebben. Een resultaat van de toegenomen deregulering van de laatste dertig/veertig jaar is bv. de toename van het aantal superrijken (en de daarmee gepaard gaande ongelijkheid). Die hebben hun rijkdom vaak niet “verdiend” op de vrije markt, maar vanwege marktfalen (binnenharken van subsidies, cliëntelisme, teren op overdreven patentrechten, protectionistische maatregelen, afwentelen van mileuschade op de gemeenschap, enzovoort). Een echt vrije markt, waar de concurrentie vrij kan spelen, en verloning echt evenredig zou zijn met de toegevoegde waarde, waarbij alle kosten zouden worden meegerekend, zou zulke superrijkdom veel minder voorkomen. Neo-liberalen hekelen de overheid alleen als ze geremd worden door bv. milieuwetten en andere reglementeringen, of belastingen. Als het gaat over bescherming van hun eigendom, kan er geen overheid genoeg zijn.

    Wie verdedigt de vrije markt dan eigenlijk? Voor mijn part evenmin de neo-liberale strekking als wat als “links” wordt bestempeld. Als het op welvaart aankomt, delen zij een conservatieve visie en een grimmig mensbeeld. De één toont zich pessimistisch over het individu, de ander over de gemeenschap. De zuurtegraad en de polarisatie in hun debat zijn onheilspellend. De links/rechts tegenstelling, toch zeker als het gaat over het debat veel/weinig overheid, is voor mijn part tot op de draad versleten.

    Een echt vrije markt zou een uitweg kunnen bieden, en daarin heeft de overheid rol te spelen, al was het maar om de markt echt vrij te houden, en het belang van de gemeenschap te laten gelden, bv. als het gaat over milieu, en dat alles vanuit een positief mensbeeld, gestoeld op vrijheid, verantwoordelijkheid, ondernemersschap en groei. Ik denk dat de echte liberalen “back to basics” moeten, willen ze niet verzuipen in het zure links/rechts debat.

    • Bart Haers

      Neoliberalen krijgen ook wel eens een plaats in het spectrum van anarchisme naar democratie naar… Dit klopt ook in de mate dat neoliberalen zelfs politiezorg aan de markt zouden kunnen toevertrouwen. Maar een andere aanwijzing om Van Overtveldt in die zin geen neoliberaal kan zijn omdat de neoliberalen even utopische denkbeelden koesteren over mens en samenleivng als de volgelingen van Robbespierre, maar de Algemene Volkswil gaat dan niet uit van de idee dat de overheid alle burgers in hetzelfde patroon kan persen, maar precies dat de staat nog nauwelijks een bestaansreden heeft.
      Nu ja, sommige filosofen menen graag dat men kan denken over mens en samenleving zonder oog te hebben voor wat wie we zijn en niet hoe zouden moeten zijn. Net dat is wat Johan Van Overtveldt altijd onderscheidde van andere commentatoren, hij vond dat men pragmatisch naar mens en samenleving moet kijken. Niet zonder een ideaalbeeld, maar wel zonder utopisch perspectief op een of andere vorm van heilsstaat.

      • Bart Haers

        Een andere reden waarom JVO in die zin geen neo-liberaal kan zijn omdat … excuses

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s