Politiek en beeldvorming, over F. Moerman – DS Avond 11 dec.
“Het leven van politici valt volgens Fientje Moerman niet mee. Angst, gebrek aan appreciatie, onzekerheid en machteloosheid. Wellicht oordeelt Moerman zo streng vanuit haar plaats op de oppositiebanken in het Vlaams parlement. Maar toch belicht ze indirect een negatieve zijde van de huidige politieke cultuur waar elke politicus mee te maken krijgt: de beeldvorming. Die is niet alleen in Vlaanderen geëvolueerd.
Over hedendaagse politiek verscheen in september ‘Miroirs des princes. Narcissisme et politique’ van Michel Schneider. In dat essay geeft Schneider een update van de klassieke vorstenspiegel. Traditioneel was dat een werk waarin de auteur morele aanbevelingen opstelt voor de jonge kroonprins. Tijdens de middeleeuwen en de Renaissance volgden die geschriften de christelijke waarden, tot Machiavelli met zijn ‘Il Principe’ de werking van de macht ontblootte. Schneider geeft de hedendaagse vorstenspiegel een nieuwe betekenis: niet meer auteurs, maar journalisten bieden politici een spiegel aan. En niet in een specifiek werk, maar in de krant, elke dag opnieuw. En die journalisten lijsten geen pedagogische principes op, maar becommentariëren metingen van populariteit die een inhoudelijk politiek project eerder belemmeren dan bevorderen.
De spiegel is dan het beeld dat de media de politicus voorhouden, in spelprogramma’s, talkshows of interviews. Het beeld weerspiegelt niet hoe hij in werkelijkheid is, of wat zijn politieke idealen precies zijn. Politici verliezen dan ook hun kompas: het wordt moeilijk om de waarde van een stelling of een beleid in te schatten.
Politiek wordt daarbij steeds meer als een persoonlijk project belicht. Wie trekt de lijst? Vlak na verkiezingen begint de lijstvorming voor de volgende verkiezingen. In Frankrijk was François Hollande (PS) amper president of de media schreven over Manuel Valls (ook PS) als mogelijke presidentskandidaat voor 2017.
Die nadruk op de individuele carrière versterkt de obsessie met beeldvorming. En wanneer de vereiste kwaliteiten onduidelijk zijn, groeit het aantal kandidaten voor hoge posities. Zo ontstaat ook de indruk dat succes geheel aan eigen communicatieve talenten te danken is. Een oorspronkelijke, eerlijke visie op het algemene belang lijkt er steeds minder toe te doen.
Fientje Moerman waarschuwt dan ook terecht voor het gevaar dat de politiek geen ernstige mensen meer kan aantrekken. In Schneiders woorden: politiek krijgt een buitengewoon narcistische dimensie. Dit is het effect van de spiegel. Wil een politicus lang overleven in de media, moet hij of zij kunnen communiceren zonder heldere politieke keuzes over te brengen. Anders dreigt zijn of haar houdbaarheidsdatum erg kort te worden. Dan komt vooral wie gezien wil worden, zelfs zonder een visie, in aanmerking voor het beroep.”
Een politica die is moeten opstappen wegens belangenvermenging is slecht geplaatst over om over journalistieke aandacht te klagen. Er is best veel slechte journalistiek, vooral dan bij onze zelfverklaarde “kwaliteitskranten” en bij de Staatszender, maar toch ben ik blij dat we niet meer in de jaren stillekes leven, toen iedereen zweeg over de strapatsen die de boven-ons-geplaatsten in de wandelgangen tentoonspreidden. Ja, in die tijd was Fientje gewoon minister gebleven.
Vooral schrijnend in het verhaal van mevrouw Moerman vind ik de duidelijke tekenen van een depressie in volle ontplooiing. Het danig afkraken van haar kreet om hulp zal haar dus zeker geen goed doen.
Wat mij, alle politieke conclusies daarbuiten gelaten, vooral treft is de terecht analyse van een verruwing van de zeden. Als ik een toevallige keer op een late avond op het PowNews landt op Ned3, kan ik mevrouw Moerman best wel begrijpen. Er is een trend voor “afzijktelevisie” (zoals PowNed zichzelf graag omschrijft). Akkoord, Rutger Castricum en de zijnen zijn nog ver van de Vlaamse velden (een éénmalige poging in Brussel ter uitzondering). Toch zou ik in de media zeer graag wat meer fact checking willen zien. Het kaf van het koren scheiden kan men vooral door te eisen dat alle beweringen worden gestaafd en dat men zijn programma’s moet laten doorrekenen door het Rekenhof, zoals in Nederland gebeurd. Zo krijgt de bevolking weer een objectieve kijk op de zaak en wordt politiek bedrijven weer een serieuze bezigheid.