De leider als gevangene, over Mandela – DS Avond, 13 dec.

images-1Dit weekend wordt Mandela begraven. Deze week kwamen wereldleiders al samen om Mandela’s leven te herdenken. Het werd een drukke week, met opmerkelijke retorische momenten en visies op leiderschap. Sommige leiders spraken alsof zij geschikt zijn om waardigheid, nederigheid en verzet te eren, hoewel hun eigen politiek daarmee in strijd is. Wat te denken, bijvoorbeeld van een president wiens speech wereldwijd de harten ontroert, maar die vlakbij zijn eigen land gevangenen opsluit zonder vooruitzicht op een eerlijk proces? Maar zo werkt het politieke theater blijkbaar. Over inspirerend leiderschap en gepaste retoriek vond ik interessantere voorbeelden in Bob Hepple’s ‘Young man with a red tie: a memoir of Mandela and the failed revolution 1960-1963’.
Begin jaren ’60 werd Bob Hepple Mandela’s nauwe medestander. Als kind van een joodse moeder aanschouwde hij het afschuwelijke lot van de Afrikaanse bevolking in opkomende Shantytowns na de oorlog. Hij besloot advocaat en ANC-activist te worden. Zo werd  hij Mandela’s juridische adviseur. Tijdens zijn rechtszaak pleitte Mandela wel zelf: hij benadrukte systematisch de illegitimiteit van een rechtbank die gelijkwaardigheid van burgers niet erkent.  Net als Gandhi, legde hij de contradicties en de onmenselijkheid van de onderdrukker bloot. Zo werd zijn rechtszaak een aanleiding voor kritiek op de rechtspraak.
Mandela’s ethos had een buitengewoon effect, zelfs op overtuigde aanhangers van de apartheid. Terwijl Mandela en Hepple in de cel zatten te overleggen , klopte de aanklager Bosch op de deur. Hij wilde even met Mandela alleen spreken. Hepple  vond dat ongehoord: dit is een strafrechtzaak! Maar Mandela wilde hem te woord staan. En dus moest Hepple even op de gang. Tien minuten later kwam Bosch buiten met tranen over zijn wangen. Mandela vertelde dat de aanklager vergiffenis was komen vragen: hij vond het afschuwelijk dat hij de beklaagde naar de gevangenis moest sturen. Je hebt hem toch onmiddellijk buitengezet? vroeg Hepple stomverbaasd. Maar Mandela had de aanklager getroost, hem gezegd dat hij begreep dat hij  gewoon zijn job deed.  En dat hij de vriendelijkheid van het bezoek niet zou vergeten. Nooit vatte Mandela zijn strijd op als een persoonlijke strijd. Zelfs niet tegenover de mensen die hem geen andere mogelijkheid lieten dan gewapende strijd te voeren, omdat ze elk gesprek weigerden. Hij wilde geen martelaar worden, maar wel de persoon die kon overwinnen door te durven, door de confrontatie aan te gaan.

Hepple’s verhaal vertelt me meer over Mandela en inspirerende politieke wijsheid dan wat ik de voorbije week hoorde. De geloofwaardigheid van een leider berust niet alleen op de speech die hij als president in een vol stadion uitroept. Geloofwaardigheid schuilt in de stille woorden die hij als gevangene in zijn cel fluistert tegen zijn aanklager.

1 Comments

  1. Bart Haers

    “Nooit vatte Mandela zijn strijd op als een persoonlijke strijd. Zelfs niet tegenover de mensen die hem geen andere mogelijkheid lieten dan gewapende strijd te voeren, omdat ze elk gesprek weigerden. Hij wilde geen martelaar worden, maar wel de persoon die kon overwinnen door te durven, door de confrontatie aan”

    Hier speelt de interpretatie van het woord “persoonlijk”, denk ik en de vraag of we dat anders kunnen zien dan dat Nelson Mandela zich er rekenschap van gaf dat hij alles diende in te zetten wat in zijn mogelijkheden lag of erboven uitsteeg. In die zin is het wel een persoonlijke strijd. Maar hij liet zich op een merkwaardige wijze niet meeslepen door zijn emoties. Zou er sprake zijn van empathie? SOms denk ik dat de term niet afdoende kan weergeven waar het omgaat.

    En ja, Obama sprak groots en meeslepend, waarbij we niet moeten nalaten te denken aan wat er fout gaat in de VSA. Ook Mandela kon niet alle problemen in Zuid-Afrika oplossen dat is wellicht de grootste misvatting over politiek, dat een toppoliticus met een toverstokje alles kan oplossen. Maar dat misverstand zorgt wel voor soms onnodige ontgoocheling over wat “zij” klaar weten te maken. Want zij kunnen, zeker in deze tijd, maar doen wat wij burgers hen toelaten te doen. Maar u wees er vroeger al op dat we niet nodeloos eenvoudig moeten voorstellen wat behoorlijk complex blijkt.

Geef een reactie