“Elke geslaagde solidaire beweging vertrekt vanuit positief gemeenschapsgevoel” De Morgen, 26 juni

Unknown-1“De sociaaldemocratie deed het niet goed bij de vorige verkiezingen. Ook in andere landen niet: in Frankrijk moest de PS van president Hollande het Front National van Marine Le Pen en het UMP laten voorgaan. Natuurlijk zijn vele verklaringen mogelijk. Maar ik zie één factor die linkse partijen onderschatten: het belang van collectieve identiteiten. Globalisering maakt van identiteit voor een groot deel van de bevolking juist wel een politiek thema. De welvarende, gelukkige ‘kosmopolieten’ zijn een minderheid. De sociaaldemocratie heeft dan ook een probleem, omdat ze het belang van identiteit nauwelijks erkent. Ze bekijkt elke identiteitsbeleving vanuit socio-economisch perspectief en heeft als remedie een aangepast sociaal beleid. Alleen voor minderheden is een openlijk identiteitsbeleving toegelaten, zo hekelt Marcel Gauchet de benepen sociaaldemocratische politiek. Maar dat is natuurlijk absurd: identiteit speelt voor iedereen op één of andere manier een rol.

Voor de linkse beleidsvoerder is een bepaalde jongere een kwetsbaar persoon: als hij laaggeschoold is, uit een kansarm milieu komt en gediscrimineerd wordt op de arbeidsmarkt. Sociaal-democraten willen dan een beleid voeren om die negatieve statistieken om te buigen. Terecht. Want wie sociaal-economisch in een betere groep zit, leidt een ander, beter leven. Maar deze stelling is onvolledig. Er is ook een andere vraag: hoe ziet die jongen zichzelf? Op de vraag ‘wie ben ik’, antwoordt hij niet ‘achtergestelde, sociaal zwakkere laaggeschoolde’. Ook die jongen heeft zijn trots. Ook hij wil tot een gemeenschap behoren, en zoekt een positieve beeld van zichzelf. Cultuur, gemeenschap, identiteit zijn cruciaal voor elk politiek project.

Linkse partijen slagen er niet meer in om mensen te verenigen, omdat ze de noodzaak van collectieve identiteiten ontkennen. De politieke filosofe Chantal Mouffe wees hierop: mensen hebben complexe identiteiten, die ook nog kunnen veranderen doorheen een leven. Maar mensen wijzen bepaalde identificaties ook resoluut af. Dat is niet alleen een rationeel, maar ook emotioneel proces. Politiek is passioneel.

Helaas dringt dit besef amper door. Zo blijft Paul Goossens herhalen dat sociaal-democraten de ‘identitaire waan’ vooral met achterdocht moeten benaderen. Tegelijkertijd betreurt hij – terecht – dat Europa niet prominenter aanwezig is in het linkse project, als tegengif voor het nationalisme. Maar om burgers bij een Europees project te betrekken, heeft men een concept van Europese identiteit nodig… ‘Links’ blijft dus zijn eigen probleem, zolang het stelt dat de enige politiek toelaatbare identiteit de multiculturele non-identiteit is. In de politieke realiteit blijkt zo’n vage bepaling alleen houdbaar voor bevoorrechte kosmopolitische burgers, die gewend zijn om zonder sociale strijd keuzemogelijkheden te hebben: ze dineren exotisch, hebben een buitenverblijf in Toscane en volgen opleidingen in Oxford of Cambridge. Maar die groep burgers wordt kleiner: de middenklasse voelt zich steeds meer precair.

UnknownPast het eigenlijk wel bij links om de identiteitsvraag te negeren? In 1974 komt Mikis Theodorakis terug uit ballingschap, na de helse kolonelsdictatuur. Hij dirigeert zijn eerste concert. Voor een uitzinnig stadium speelt hij het lied ‘eisai ellinas’: ‘je bent Grieks’. Het begint met ‘wat je ooit was, moet je opnieuw worden’… Dan zingt hij welke ambivalente gevoelens dat Grieks-zijn wel oproept, zoals verraad en verdriet. Maar Theodorakis herhaalt tot slot de openingszin. Wat Grieks-zijn dan juist betekent, kan elke inwoner van Griekenland zelf uitmaken.

Elk links project heeft internationale ambities, wat niet belet dat elke geslaagde solidaire beweging vertrekt vanuit een positief, constructief gemeenschapsgevoel. Zonder de expressie van gedeelde idealen, waarden of verhalen in vele variaties, kan er geen gezamenlijke strijd zijn, ook niet voor socio-economische eisen. Het drama van Europa is dat de angst voor enggeestig nationalisme ook elke positieve invulling van de noodzakelijke Europese identiteit onmogelijk maakt. De bekommernis voor haatdragende boodschappen en oorlogen is natuurlijk terecht. Maar zonder antwoord op de toegenomen vraag naar politiek geformuleerde collectieve identiteiten, zeker in tijden van globalisering, zetten linkse partijen zichzelf buitenspel.”

 

 

1 Comment

  1. Bart Haers

    Martha Nussbaum beschrijft in “politieke emoties” dat men emoties niet moet wantrouwen en bovendien dat men ze kan sturen en leren hanteren zoals men andere facetten… van het handelen onder de knie kan krijgen. Maar het is natuurlijk zo dat dit boek voor sommigen domweg naïef genoemd kan worden, maar toch een monument mag heten.

    Uw voorbeeld van de jongere die als laaggeschoolde marginaal toch zichzelf enigszins anders presenteert, kan tellen. Paul Goossens, maar ook Jan Goossens, de ene over het gebrek aan Europese… identiteit en dan ander over racisme, gaan ervan uit dat men op rationele gronden kan bereiken. Europa zal politiek niet slagen als men niet onderkennen wil dat we met elkaar niet enkel economische belangen delen, maar ook iets anders en dat kunnen we misschien nog het best als broederschap vertalen. En racisme kan men niet counteren door het als zonde te presenteren, nog minder door het strafbaar te maken.

    Het punt blijft dus, zoals u suggereert, dat we rationaliteit vaak ook wensen te vinden waar iets anders aan de orde is: de liefde kan men niet rationeel programmeren, maar men kan op de vleugels van de liefde de dingen wel nog altijd rationeel argumenteren, behalve die toewijding zelf. Maar links, doch ook rechts heeft denk ik nog een ander probleem: zij reïficeren wat geen zaak is die men kan vatten, niet kan aantonen in de natuur, maar niet minder aantoonbaar is in het maatschappelijke leven.

    Solidariteit is belangrijk, maar het is ook niet iets dat in de vrije natuur voorkomt, dat men ook niet kan omschrijven. Maar ik stel vast dat sommige wel tot solidariteit in staat zouden en anderen totaal niet. Passen we hier de gelijkverdeling toe en toetsen we af hoe mensen iets voor anderen over hebben of er zich voor willen inzetten, dan wordt duidelijk dat de meeste onder ons wel bereid zijn tot solidariteit, zelfs ongeacht hun politieke discours. Meer nog, de bereidheid kan strijdig zijn met het populistische discours dat men verkondigt, Maar dat zal men allicht sociologie van de koude steen vinden. Jongeren en andere mensen op grond van kenmerken tot de groep van kwetsbaren rekenen, blijkt evenwel de toets van de kritiek wel te doorstaan. Misschien moeten we nog wel eens denken over de methodes van de sociologie, toch? En vooral de bruikbaarheid van die inzichten op de werkvloer van politici en journalisten. Nationalisme? Ach, Stalin vond het belangrijk genoeg.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s