“De zaak DSK – aanzet tot corruptie”, Column DS 16 februari 2015

Unknown 08.33.05“Voormalig PS-presidentskandidaat Dominique Strauss-Kahn staat terecht. Hij wordt beschuldigd van pooierschap van prostituees op seksfeestjes. Of de rechtbank hem straks schuldig verklaart of niet, raakt niet aan het echte politieke probleem: het proces toont hoe DSK, die verslaafd is aan seks, als politicus vatbaar was voor corruptie. Maar daar gaat het politieke debat in Frankrijk aan voorbij.
DSK staat terecht voor vermeend pooierschap: het is volgens de Franse wet verboden om voordelen te halen uit de prostitutie door anderen. En daar wordt DSK van beschuldigd. DSK beweert dat hij helemaal niet wist dat de vrouwen prostituees waren, en kon hen dus niet aanzetten tot prostitutie. Verder waren deze in zijn formulering ‘libertijnse feestjes’ een privézaak: DSK verdedigt zich door de scheiding tussen privé en publiek in te roepen, die fundamenteel is in een rechtsstaat. Zonder die scheiding, leven Fransen in een puriteins land, waar zondaars behandeld worden als misdadigers. Het kan best dat mensen mijn gedrag walgelijk vinden, stelt DSK, maar dat maakt het nog niet juridisch strafbaar. Einde verhaal.
Maar zo eenvoudig is het niet. DSK snapt het politieke probleem niet, omdat hij niet toegeeft dat hij verslaafd is. Integendeel, al jaren herhaalt hij dat hij geen probleem heeft met vrouwen. Hij heeft maar één probleem, verklaart hij in 2011 op CNN, vlak na het Amerikaanse proces rond de (niet bewezen) verkrachting van een kamermeisje in New York: dat hij zijn libertijnse levensstijl niet discreet genoeg kan beleven. Nu blijkt dat de seksfeestjes in de Carlton-affaire voor DSK die moeilijkheid oplosten. In plaats van seks op het werk, zoals met een medewerkster van het IMF in 2008, of met een kamermeid, kiest hij voor geheime afspraken op discrete privéfeestjes. Zo dacht hij opspraak en vervolging te vermijden.

De redenering van DSK houdt geen steek, nog los van zijn vermeende pooierschap.

Natuurlijk moeten mensen vrij hun privéleven kunnen beleven, op voorwaarde dat ze anderen niet schaden. Die vereiste ligt al moeilijk voor DSK. Na jarenlange affaires lijkt het wel of DSK het onderscheid tussen een aanranding en een vrijpartij tussen vrije mensen niet altijd begrijpt. Maar er is een andere kwestie: het strikte onderscheid dat DSK invoert tussen privé en publiek is onhoudbaar, wanneer een politicus verslaafd is.

Elke verslaafde heeft momenten waarop de behoefte aan de drug primeert boven andere belangen. Of de verslaving nu drank, drugs, gokken, vrouwen of iets anders betreft, maakt weinig verschil. Die zwakte maakt een politicus gevaarlijk, voor zichzelf en voor de samenleving. Zo’n politicus dreigt de middelen die hem als vertegenwoordiger van de ‘res publica’ ter beschikking staan, voor eigen belang te gebruiken.

DSK betaalde die prostituees niet, maar anderen deden dat wel. ‘Die organisatoren van de feestjes wilden me alleen maar plezier doen’, stelt DSK. Tja, voor niets gaat de zon op. Die organisatoren hoopten natuurlijk op een compensatie zodra DSK president werd – wat bijna het geval was. Tijdens het Carlton-proces, bijvoorbeeld staat ook een politieman terecht, die ervan droomde veiligheidsadviseur aan het Elysée te worden.

DSK heeft zich dus niet schuldig gemaakt aan corruptie, maar zijn houding, zijn betrokkenheid impliceert een belofte tot corruptie. Die belofte moet hij nu niet nakomen omdat hij zijn eigen politieke carrière verprutst heeft. De hele affaire bewijst dat verslavingen van politici wel degelijk het algemene belang bedreigen. Daarom is een code van degelijk gedrag noodzakelijk. Dat heeft niets met puritanisme te maken. Niet elke politieke beslissing moet openbaar zijn en geen privéleven moet helemaal transparant zijn. Maar een minimum aan duidelijkheid is wel belangrijk. Niet om moreel te oordelen, maar om het algemeen belang te vrijwaren.”

Deze tekst verscheen als column in De Standaard op 16 februari, onder de titel ‘Waarover het moet gaan bij DSK’.

Toen DSK in New York gearresteerd werd op verdenking van verkrachting in mei 2011, schreef ik al een tekst over hem voor deredactie: “Libertinage, inégalité et infidélité. Dit is de tekst:

“De Franse voorzitter van het Internationaal Muntfonds wordt ervan verdacht een Afrikaanse immigrante te hebben verkracht toen ze zijn New Yorkse hotelsuite wilde schoonmaken.” Wie de wereldverhoudingen zou willen uitleggen aan een buitenaards wezen komt met deze ene zin al een eind ver.

Voorlopig is onduidelijk wat er in die suite juist is gebeurd. Maar de reacties tijdens de voorbije week verduidelijken veel over de Franse relaties tussen politiek en de media.

DSK blijkt daarbij een alarmerende reputatie te hebben …

Man met reputatie, maar dewelke?

Eerst leek het over een ‘liefde’ voor vrouwen te gaan. “Erotiseert macht?”, wilden journalisten dan ook weten. Eigenlijk was dat geen relevante vraag. Als macht erotiseerde, was er geen aanklacht. Een poging tot verkrachting valt niet onder de noemer ‘verleiding’. Een aanrander is geen ‘schuinsmarcheerder’. Erotiek is niet misdadig.

Het is toch duidelijk – en hopelijk niet alleen vanuit een vrouwelijk perspectief – dat toestemming geven of niet een wereld van verschil maakt. Wat Monica Lewinsky deed en wat de kamermeid beweert geweigerd te hebben, zijn twee verschillende dingen.

President François Mitterrands befaamde antwoord ‘et alors?‘ op een vraag over een buitenechtelijk kind – aangehaald als illustratie van Franse libertijnse traditie – doet evenmin terzake.

Roland Dumas, Mitterrands voormalige minister van Buitenlandse Zaken, deed een pittige onthulling in zijn boek ‘Coups et Blessures‘. Mitterrand was grootmoedig genoeg om zijn vrouw niet te ontzeggen wat hij zichzelf permitteerde: Daniëlle had eveneens een buitenechtelijke relatie. Haar minnaar woonde zelfs een tijdje bij hen… Kijk, dat is vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid!

Spoedig verschenen lijstjes met journalisten en politici die eigenlijk op de hoogte waren van DSK’s agressieve gedrag, van het feit dat hij niet gewoon graag vrouwen verleidt, maar zich gedraagt als ‘prédateur’, als roofdier. En toen werd het een heel andere zaak.

Franse ‘omerta’

Ten eerste stellen meerdere advocaten en rechters, waaronder Eva Joly, eensgezind dat een dergelijke aanklacht in Frankrijk zowat onmogelijk zou zijn: media en politici zouden de rangen sluiten, het parket zou van partijdigheid en samenzwering worden beschuldigd.

‘Chapeau’ voor de Amerikaanse justitie die een hooggeplaatste beschuldigde gewoon van het vliegtuig plukt, denk ik dan.

Ten tweede blijken ook journalisten niet vrijuit te gaan. Uit een lange en pijnlijke lijst van stilzwijgende goedkeuring en afspraken, geef ik slechts één voorbeeld.

PS-vertegenwoordiger Manuel Valls verdedigde zich tijdens een hoogoplaaiend debat bij David Pujadas (France 2, 19/05/2011) tegen de beschuldiging dat linkse politici eveneens een verantwoordelijkheid dragen. Ze zijn namelijk allang op de hoogte van het feit “dat DSK niet gewoon een verleider was, maar dat hij eventueel een gewelddadig iemand was.”

In zijn poging om deze mindere aanklacht te weerleggen, maakte Valls een pijnlijke onthulling. Woedend riep hij tegen de aanwezige journalisten: “En u? Wist u dat dan niet?” Een beklijvende stilte volgde.

Spijtig genoeg blijven ook vele vrouwelijke topjournalisten te weinig kritisch. Zo sprak Raphaelle Bacqué (van ‘Le Monde’) van een groot politiek probleem waar de PS over moest nadenken. Daarbij verwees ze naar het mogelijk gewelddadige karakter van DSK met de wel erg vriendelijke uitdrukking ‘ses fragilités’ (TV5, C dans l’air, 19/05/2011).

Tja, zuchtte ze, hadden we ons, gezien die gekende ‘fragilités’, niet moeten afvragen of die man wel geschikt was voor hoge functies? Dat was de centrale politieke vraag. Ze repte met geen woord over de kwetsbare positie van vrouwen rond zo’n man, die steeds meer iemand blijkt te zijn waaraan men best géén machtige functie geeft. Neen, het probleem is dat de PS nu zelf in de moeilijkheden zit.

Ten derde tast het schandaal de PS zelf behoorlijk aan. Zo was François Hollande – ex van Ségolène Royal en ditmaal zelf presidentskandidaat – blijkbaar op de hoogte van DSK’s poging tot verkrachting in 2002 van Tristane Banon, een Franse schrijfster (toch volgens de journalisten Christophe Deloire en Christophe Dubois in hun boek Sexus politicus, alsook volgens de moeder van T. Banon).

In 2007 deed Banon haar verhaal op de televisie bij Ardisson. Echter zonder enig gevolg: geen enkele journalist startte een onderzoek naar de affaire.

Terwijl de buitenlandse media de omerta aanklagen, verdedigen de Franse media voorlopig vooral de bescherming van het privéleven van politici. Of beter, ze verdedigen een strikte scheiding tussen openbaar en privéleven. En bovendien plaatsen ze buitenechtelijke relaties, seksuele aberraties en (mogelijk) crimineel seksueel gedrag systematisch en uitsluitend in het privéleven van die politici.

Elk mogelijk onderzoek naar machtsmisbruik en schending van de persoonlijke integriteit wordt op die manier systematisch en bewust in de kiem gesmoord. In realiteit komt die praktijk wie macht heeft ten goede.

De stilte houdt ook een cultuur in stand waarin vrouwen met zelfrespect worden gestraft, terwijl bereidwillige vrouwen makkelijk carrière kunnen maken. Ten nadele van bekwame, talentvolle vrouwen die weigeren voor hoer te spelen.

Complot?

En vele Fransen geloven voorlopig nog in een complottheorie. Een vreemd verschijnsel, vind ik. Op die manier blijft DSK (opnieuw) buiten schot. Daarbij veronderstelt een complot buitengewoon machtige samenzweerders. Die zijn er mogelijk wel.

Maar hoe risicovol en moeilijk zou het niet zijn om in het buitenland zo’n operatie op touw te zetten? Zovele factoren zijn onberekenbaar en er is een groot risico op lekken. Weten doe ik het natuurlijk niet, maar een geslaagd complot – ook op lange termijn – lijkt me een onwaarschijnlijk scenario. De populariteit van de complottheorie getuigt in elk geval van een ontstellend wantrouwen in de rechtstaat.

Los hiervan verliest een complottheorie vanzelf haar geloofwaardigheid, tenzij de betrokken figuur een onberispelijke levenswandel heeft.

Misschien betreft het wél een complot, maar dan kan dat ook alleen maar omdat DSK’s levenswandel dit bijzondere complotscenario plausibel maakt. De vraag is dan, of een politicus die sowieso potentieel in aanmerking lijkt te komen voor een dergelijk complot überhaupt nog gemachtigd mag worden om een topfunctie te bekleden.

Blijkbaar is die laatste vraag de Franse media volkomen vreemd. Nochtans betreft het in DSK’s geval internationale functies. Jawel, ook het Franse presidentschap heeft uiteraard en onvermijdelijk een internationale kant. En buiten Frankrijk is het nu eenmaal zo dat die strikte scheiding tussen openbaar- en privéleven van politici vaak niet op die manier wordt gehanteerd.

Anders gezegd, het franco-français-standpunt vanwaaruit de Franse media de eigen politici behandelt, bevordert onvermijdelijk situaties waarin chantage en complotten buiten Frankrijk plausibeler worden. En bovendien heeft dat franco-français-standpunt hen blind gemaakt voor de manier waarop het buitenland naar diezelfde politici kijkt.

De zelfkritiek bij de PS beperkt zich echter tot de vraag of ze niet had kunnen voorzien wat er gebeurd is. De belangrijkste bekommernis blijft dus de peilingen, de desastreuze effecten voor hun eigen partij. Ondertussen heeft de PS een man voorgedragen als presidentskandidaat waarvan geweten was dat hij mogelijk vrouwen aanrandde en zelfs verkrachtte. Hoe valt zoiets te begrijpen?

DSK en de PS
Vanwaar de populariteit van DSK die in 2007 nog het onderspit delfde tegen Ségolène Royal? Na president Mitterrand (president van 1981 tot 1995) heeft de PS nooit een waardige opvolger gevonden.

Mitterrand had het zelf aangekondigd: hij zou de laatste grote president zijn. Vandaag domineert ‘scarface’ nog de literatuurlijst, meer dan Jacques Chirac of zelfs de huidige president Nicolas Sarkozy.

De PS beleeft al jaren moeilijke tijden. In 2002 geraakte Jospin nog niet tot de tweede ronde – Chirac stond tegenover Le Pen, een nachtmerriescenario dat sommigen opnieuw vrezen met zijn dochter Marine Le Pen in 2012.

In 2007 verloor Ségolène Royal van Sarkozy. En dan duikt DSK op. Hij verloor de PS-nominatie in 2007 van Royal, maar was tot voor kort de meest populaire kandidaat om president te worden.

De briljante DSK, redder in tijden van financiële crisis, incarneert vooral internationaal succes. Dat is erg belangrijk in een nationalistisch en chauvinistisch land dat nog volop afrekent met zijn tanende internationale invloed.

Over binnenlandse aangelegenheden heeft DSK zich al vier jaar niet meer uitgesproken. Het is onduidelijk welke standpunten hij verdedigt, wat een merkwaardig voordeel kan zijn.

Maar in welke mate was DSK een ‘linkse’ kandidaat? Voorzitter van het Internationaal Muntfonds (IMF). Een beetje zoals een socialist die hoofd werd van de NATO na een decennium vredesbewegingen tijdens de jaren tachtig. Niet meteen geslaagd. Vertegenwoordigt DSK niet vooral een elitaire, bijna monarchistische cultuur?

In 1789 onthoofdde Frankrijk letterlijk zijn monarchie, maar stelde meteen andere ongenaakbare elites in de plaats. Ook vandaag reageren elites furieus wanneer een prins wordt beschuldigd …

Elites aan de linkerzijde, ditmaal. Normaal staan PS-boegbeelden Jack Lang, Robert Badinter en Bernard Herni-Lévy (‘BHL’) bekend als voorvechters van mensenrechten, van de gelijkheid tussen man en vrouw en van de bescherming van minderheden.

Zelfs internationaal heeft het Westen de opdracht zich te mengen wanneer mensenrechten worden geschonden, aldus BHL. Hoe reageren ze nu? Wel, ze aarzelen niet om hun verontwaardiging uit te roepen … over het Amerikaanse systeem. Volgens een razende Bernard Henri-Lévy weet de Amerikaanse justitie toch dat DSK geen ‘justiciable’ is als een andere! Zowaar een jammerklacht over het gebrek aan klassenjustitie.

Het gebrek aan empathie voor het slachtoffer is des te schokkender vanwege een linkse partij: haar politici hebben wel erg lang nodig gehad om enkele woorden te vinden voor het vermeende slachtoffer, een vrouw, Afrikaanse migrante, alleenstaande moeder … dus voor iemand die aan alle categorieën beantwoordt van de doelgroep die een linkse partij beweert te verdedigen.

“Liberté, égalité et infidélité”, vatte The Times de Franse zeden samen. Eigenlijk past “libertinage, inégalité et infidélité” beter.

Het lijkt me een goed moment voor linkse kiezers om helder na te denken of het werkelijk in hun belang is, om zich door deze politieke klasse te laten vertegenwoordigen.

De grootste linkse partij heeft een veel groter probleem dan het verdwijnen van een presidentskandidaat. Mogelijk kondigt zich zelfs een nieuwe rechtse overwinning aan, ondanks de Franse afkeer voor Sarkozy. Nog maar eens.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s