‘Ontspoord’, column 29 juni 2015
“Hebben we de morele plicht om de Europese Unie te redden, zoals de Duitse filosoof Jürgen Habermas meent? Habermas, die voor een federaal Europa pleit, schreef een vlammende tekst waarin hij Merkel verantwoordelijk houdt voor de crisis. Maar zelfs al zeggen we volmondig ‘ja’ op de redding, dan is de vraag of we deze Unie wel kunnen redden.
‘A house divided against itself cannot stand’, merkte Lincoln op vlak voor de Amerikaanse burgeroorlog uitbrak. Nicholas Kaldor herhaalde die zin in een tekst uit 1971, waarin de Hongaarse econoom (Cambridge) uitlegde dat een Europese monetaire unie zonder politieke unie geen kans op slagen heeft.
Die kans op een democratische Unie is verkeken. Eurocommissaris Jean-Claude Juncker wil de huidige crisis aanpakken door nog meer soevereiniteit van staten naar Europa over te dragen. Dan hebben nationaal verkozen politici steeds minder te zeggen. Om dat voorstel te beoordelen, volstaat het om naar Junckers eigen woorden luisteren. Hij gaf namelijk al eens grif toe dat de Europese bevolking daar geen enkel belang bij heeft, toen hij over het Verdrag van Lissabon in 2007 tegen Gordon Brown zei: ‘Natuurlijk zal er overdracht zijn van soevereiniteit. Maar zou ik slim zijn om de aandacht van de bevolking hierop te vestigen?’ Dat werpt een ander licht op de huidige crisis: in naam van een muntunie, maakt een groepje niet-verkozen technocraten steeds meer de dienst uit. Niet alleen Griekenland, maar de hele eurozone draagt daar de gevolgen van.
Griekse schuld
Op het eerste gezicht spelen de Grieken de rol van de slechterik. Jarenlang heeft het land te veel geld uitgegeven, zijn boekhoudingen vervalst en de corruptie in eigen land niet aangepakt. Dus moet Europa nu straffen. Als je mensen niet verantwoordelijk stelt voor hun keuzes, zeggen strenge beoordelaars van de Griekse politiek, dan creëer je een moral hazard: dan beloon je wie vals speelt, en straf je de deugdzame, harde werkers. Dat klinkt aanvaardbaar. Juristen vinden dat een straf proportioneel moet zijn en relevant. Maar levert bestraffing ook iets op? Daar stelt zich al een probleem: economen wijzen erop dat de strenge besparingen niemand vooruithelpen: de Grieken niet en hun schuldeisers evenmin.
Maar los daarvan: zouden we die redenering niet moeten toepassen op al wie fouten heeft gemaakt? Anders gaan onbekwamen vrijuit, terwijl de integere mensen boeten. Is er dan geen moral hazard bij iemand als Juncker, die de eurogroep leidde in 2005? Bij die Europese instellingen die faalden in hun controle op Griekenland? Tenslotte wisten Europese politici al jaren dat Griekenland een niet te dempen put maakte. Maar blijkbaar hebben eurocraten zoals Juncker een vrijgeleide – niemand wijst op de fouten die zij maakten in de constructie van de eurozone. Juncker stelt zelfs met een uitgestreken gezicht voor om nog meer macht toe te kennen aan allerlei Europese raden en commissies.
Ondertussen bloedt de Griekse bevolking, zonder vooruitzicht op beterschap. Ook dat zou een waarschuwing moeten zijn voor de andere Europese landen: op veel redelijkheid of mededogen van schuldeisers hoeven ze niet te rekenen, en de toekomst is onvoorspelbaar.
Zelfs wie Europa wil redden, kan alleen vaststellen dat het Europese project totaal is ontspoord. De crisis drijft de Unie uit elkaar. En dat was niet de bedoeling: Mitterrand en Kohl wilden Europese landen dichter bij elkaar brengen, maar ze hadden niet de politieke macht om een federaal Europa te maken. Dus brachten ze Europese landen monetair samen. Ze rekenden erop dat een crisis hun opvolgers zou aanzetten om nauwer samen te werken. Nu vergroot elke crisis de breuklijnen tussen de Europese landen, ook de migratiecrisis, het buitenlands beleid of het sociaal beleid. De Griekse crisis is, kortom, slechts een symptoom van een veel dieper probleem.”
Geachte mevrouw Beeckman,
Wie ontspoorde? Wat? Hoe? Het zijn maar enkele vragen die ik me stel, maar het stof wil maar niet gaan liggen en sommige details komen bovendrijven, andere verdringend. De Unie als idee was geënt op de kunstgreep van 1950 en volgende jaren: via economie de vrede bewaren en de samenwerking verbeteren tussen landen die elkaar drie keer binnen de tijdspanne van een eeuw hadden aangevallen en zware schade toegebracht.
Alleen al omdat Frankrijk nog altijd wweigert haar verantwoordelijkheid voor de oorlog van 1914 te aanvaarden, alleen al omdat men oude nationalistisce credo’s blijft herhalen, zonder zin voor kritek, kan men, zoals Alexis Tsipras beroep doen op de moed en trots van de Grieken? Niet van de Hellenen, maar van de Grieken die in 1823 tegen de Ottomaanse heersters in opstand kwamen. De staatsvorming in Griekenland verliep in een land, met een bevolking die niet zoals in Noordelijker streken in Europa via stedelijke autonomie en centraliserende politiek van vorsten tot stand was gekomen.
We zouden nu inderdaad kunnen jeremiëren dat de zaak hopeloos ontspoord is, terwijl we, politici en burgers, ondernemers, leraren, ambtenaren ook onze rol te vervullen hebben. Wat Europa betreft is de vraag van Leo Tindemans nooit helemaal goed beantwoord: waar staan de burgers in het Europese gebeuren? Burgers zijn geen consumenten van diensten geleverd door de staat. De staat is een politieke ordening, die de macht in een samenleving moet stroomlijnen. Het beleid ontwikkelen is dan een zaak van de politiek, de uitvoering ervan ligt in handen van het apparaat, de ambtenarij en het naleven van de wetten is iedereen gegeven, ook politici, ambtenaren en burgers.
Omdat we nu kunnen starten met het uitdelen van gele, rode en andere kaarten, maar mensen en instellingen daarom niet verdwijnen, is het nodig dat we burgers van Europa – ik weet dat dit pathetisch moet klinken maar het is wel een werkelijkheid want we kiezen een Europees parlement maar zeggen daarmee niets over wie nu de meerderheid heeft en wie dus verantwoordelijk gesteld kan worden voor de politieke keuzes.
Er is wel heel wat kritiek ten aanzien van de Raad van regeringsleiders en staatshoofden, ten aanzien van Juncker en de Commissie en ten aanzien van individuele staatshoofden. Het parlement krijgt daarbij vooral een aanzien als een bijna ambtelijk kader waar resoluties en wetgeving wordt gemaakt, maar vooral veel gerapporteerd.
Er is evenwel weinig grondig kritische analyse van punctueel beleid. De empleur van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn, twee instrumenten om de open ruimte en ecosystemen te beschermen, reikt ver en heeft invloed op de ontwikkeling van havens, van woongebieden en landbouw. Sinds die instrumenten er waren werden bij discussies over allerlei kwesties van ruimtelijke odening deze richtlijnen aangehaald – we mogen de Sevesorichtlijn niet vergeten – zonder dat de betekenis en het belang, maar ook het gebrek aan legitimiteit bij de bevolking en zelfs lokale bestuurders ter sprake gebracht.
Europa worstelt nog met vele demonen, waarvan het als legitiem beleden Franse Nationalisme een van de hinderpalen vormt. Griekenland kon lid worden van de Eurozone op dringend advies van DSK, de toenmalige Franse minister van Financiën. En neen, zelfs als de economische en monetaire parameters al onvoldoende waren, had men, bijvoorbeeld Guy Verhofstadt, de bestuurspraktijk in Griekenland beter onder de loep moeten nemen. Corporatisme van beroepsgroepen? We kennen het ook elders, maar in Griekenland leidde dat vooral tot inertie. Een nieuwe partij aan de macht: nieuwe ambtenaren uit eigen stal en vervolgens mochten de oude blijven, wat een topzwaar overheidsapparaat in het leven riep.
Misschien, zou ik durven besluiten is de Griekse tragedie voor Europa wel te vinden op het terrein van de politieke emoties: noch (hoge) ambtenaren, noch politici en al helemaal de burgers niet voelen zich in enige mate verantwoordelijk voor het algemeen belang, de res publica. In eigen land blijkt de politieke besluiteloosheid rond het verkeersinfarct dat Antwerpen is, ook het product te zijn van mensen die het enthousiasme van derden weten te raken, zonder dat die derden op de hoogte zijn van de persoonlijke agenda van de actievoerders-leidsmannen.
Willen we dat een democratie goed functioneert, dan zal men met Martha Nussbaum dienen na te gaan welke emoties daarbij positief kunnen werken. Net Abe Lincoln was zich daarvan bewust, net als FDR, Fraknlin Delano Roosevelt. Maar men mag dan ook niet blind zijn voor wat Susan Neiman in het geding bracht: dat we morele helderheid aan de dag moeten leggen: mensen zijn wie we zijn, met eigen aspiarties en ambities, met eigen morele waarden en die zijn soms nadelig voor het algemeen belang. Dat de Griekse tragedie zo kon ontsporen, dat het drama wellicht nog een tragedie worden kan – maar wie de protagonisten zijn zullen is me nog niet duidelijk – hangt samen met het feit dat de retoriek van elk van de partijen – in Griekenland trad een nieuwe bestuursploeg aan – waardoor de waarheid, of beter, waardoor de vele facetten van de waarheid tot een paar dooddoeners werden herleid. In die zin is er zeker sprake van ontsporing.
Maar de grootste ontsporing is wel deze dat Tsipras en zijn partij vergeten dat ze met anekdotische werkelijkheid, dat Griekenland door iedereen is als een lieve melkkoe is gezien, maar niemand wilde ze nog weiden, niet aanvaarden. Trots opbrengen zelf de moeilijkheden op te lossen:betere rechtsvinding, goedkoper en kleiner overheidsapparaat, Alleen pensioenen voor wie er recht op heeft, ook de kerk en reders moeten belastingen betalen, zou niet alles oplossen, maar toch al een nieuwe dynamiek demonstreren die wellicht enthousiasmerend werken kan.
Men kan de Grieken noch de Europeanen geloven op hun blanke zieltjes, maar verder is het vooral zaak aan de weg te timmeren.
vale
Bart Haers
D’r is een groot verschil tussen de EU en de Eurozone. Beiden zullen ( moeten) blijven bestaan. Maar de vorm en aantal zal nog drastisch evolueren. En dat in de richting van een gelaagde of ontdubbelde Eu en Eurozone. Negatief gesteld: een Europa met twee snelheden en soepelere besllissingsmogelijkheden.
Dit kan de practiche uitkomst dan wel wezen, maar ik denk dat we de EU niet moeten redden als we er niet overtuigd zijn dat het voor ons, Burgers van de lidstaten, een eigen betekenis kan hebben. U zal begrijpen dat ik hiermee veel suggereer dat ik vervolgens met argumenten omkleden en dat zou wel eens zeer veel om het lijf kunnen hebben.
Twee puntjes toch: waarom betekent Europa zo weinig in de visie en benadering van burgers over de buitenwereld. Dat is niet per se een boze buitenwereld, waar we ons vooral tegen verdedigen moeten, zoals de vluchtelingen uit het zuiden of de gebeurtenissen in Oekraïne, maar ook TIPP, het handelsakkoord met de VSA – dat zelf met Canada en Mexico een sterke structuur voor een eengemaakte markt vormt. De relatie met de buitenwereld kan herderiaans verlopen, waarbij we onze eigenheid ontwikkelen en er bewust mee omgaan, zonder daarom in een agressieve, offensieve krampte schieten. Maar samen staan we met 500 miljoen burgers toch redelijk sterk – en niet enkel als consumenten.
Het tweede punt betreft de verschillen die we graag zien tussen ons eigen satrapie en de andere, lees, de lidstaten en klusters van lidstaten, waardoor we de gemeenschappelijke eigenheid niet meer zien.
Daarom denk ik dat we eerst over de ideeën die aan een meer verenigd Europa ten grondslag kunnen liggen en dus voorbij het economisme naar die constructie kijken. Het helpt dan niet dat poltici de lastige beslissingen naar Europa schuiven en zelf de weldaden willen uitdelen.
“…..Is er dan geen moral hazard bij iemand als Juncker, die de eurogroep leidde in 2005? Bij die Europese instellingen die faalden in hun controle op Griekenland? Tenslotte wisten Europese politici al jaren dat Griekenland een niet te dempen put maakte. Maar blijkbaar hebben eurocraten zoals Juncker een vrijgeleide – niemand wijst op de fouten die zij maakten in de constructie van de eurozone. Juncker stelt zelfs met een uitgestreken gezicht voor om nog meer macht toe te kennen aan allerlei Europese raden en commissies…..”
Tinneke, vervang de vraagtekens door uit-roep-tekens.
Ik ben nog een paar dagen op het eiland Gavdos waar een stoel op een rots het meest Zuidelijke punt van Europa aangeeft.
Ik zal het citaat vertalen voor de vrienden hier.
Voor hen zal ik een trits namen van andere Junckersen / Reyndersen … toevoegen.
Applaus zal er niet komen.
Wanhoop zit in de weg.
Filosoferen over wat “we” kunnen doen is totaal vruchten-loos.
Ik wens overigens niet bij die “we” gerekend te worden.
“De Griekse crisis is, kortom, slechts een symptoom van een veel dieper probleem.”
Ευχαριστώ πολύ
Marcel Van Lysebetten