‘Hedendaags lompenproletariaat’, Column DS, 8 febr 2016
“Sinds hij het plan-Samsom verdedigde, ligt John Crombez onder vuur. Maar hij heeft alvast op één punt gelijk: Europese politici hebben nieuwe denkpistes nodig bij de vluchtelingencrisis. Helaas werd zijn visie herleid tot een intern SP-a probleem, een communicatiefout en een morele dwaling. Nochtans probeert Crombez moedig te zoeken naar een oplossing voor het vluchtelingenprobleem, waarop politici geen greep lijken te hebben.
Crombez werd afgebrand en terechtgewezen. Het mag best. Maar interessanter zijn journalisten die, in navolging van George Orwell, de realiteit beschrijven zonder ze te beoordelen.
Zo publiceerde de jonge journalist Ben Judah recent het boek ‘This is London. Life and Death in the World City’. Zonder nostalgie naar het oude Londen, beschrijft Judah het onherkenbare nieuwe London, met een overwegend niet-blanke bevolking. Hij luistert naar de meest uiteenlopende mensen: Egyptische rijken, Roma-zigeuners, Roemeense hoertjes, Poolse metsers, Afrikaanse vrouwen die voor het ochtendgloren kantoren poetsen. Zijn boek schetst een onthutsend beeld. De kloof tussen rijk en arm is schokkend, en loopt dwars doorheen de migrantengemeenschappen. Een moedeloze Nigeriaanse politieagent klaagt over de teloorgang van de stad, over de gangsterbendes, het geweld, de angst in sommige wijken. Dakloze Roma-zigeuners vrezen de koude en het politiegeweld. Judah spreekt ook met enkele van de honderdduizenden illegalen, die als slaven moeten werken om hun schulden aan mensenhandelaars af te betalen. Het zijn hartverscheurende passages, zeker voor wie bedenkt dat aan de overkant van het kanaal duizenden kampbewoners hun leven riskeren om in dat Engeland te wonen. Mensensmokkelaars schotelen hen een paradijselijk droombeeld voor: een rijkeluisleventje, met vrije, gewillige vrouwen en gratis voorzieningen. In werkelijkheid zitten ze in de val.
Linkse critici kunnen bij Marx lezen wat er hier gaande is: het lompenproletariaat bepaalt het leven van heel wat mensen, die geen deel uitmaken van een politieke strijd. Dat betekent dat het project voor een solidaire, faire samenleving ver weg is.
Marx onderscheidt drie sociologische groepen: de kapitalisten, die de productiemiddelen in handen hebben, zoals fabrieken, en die arbeiders uitbuitten. Dan zijn er de arbeiders, die zich uit de naad werken voor een schamel loon, terwijl ze de economische meerwaarde van hun arbeid niet mogen behouden – die gaan naar de eigenaar. Bij hen ligt volgens Marx de hoop op een solidaire, gelijke samenleving, zodra ze zich verenigen. En dan beschrijft Marx het lompenproletariaat, een bonte mengeling van individuen die niet tot het establishment behoren, maar evenmin een positieve rol spelen in de strijd tegen onrecht. Marx vermeldt ‘ontslagen soldaten, ontslagen tuchthuisboeven, oplichters, zakkenrollers, charlatans, spelers, bordeelhouders’. (1) Wie droomt van een meer gelijke toekomst, heeft van deze groep niets te verwachten, integendeel. De mensenhandelaars, drugsmokkelaars en pooiers zijn de bondgenoten van een uitbuitend kapitalisme, dat lageloon-slaven wil. In een geglobaliseerde wereld ondermijnen ze daarmee ook het recht op sociale verworvenheden voor elke werknemer.
Dat de term lompenproletariaat vandaag relevant is, viel ook de Franse veiligheidsexpert Alain Bauer op. Bauer heeft het over ‘lompenterrorisme’, om het verband te leggen tussen allerlei vormen van geglobaliseerde criminaliteit en terrorisme. Bauer legt uit dat veiligheidsdiensten en politici die gangsters-terroristen jarenlang niet ernstig namen, omdat ze de link tussen criminaliteit en moslimfundamentalisme onderschatten. Vandaag de dag bepaalt het moslimterrorisme de politieke agenda, bijvoorbeeld wat het veiligheidsbeleid betreft.
Het plan-Samsom is verre van perfect. Maar wat Crombez doet, zouden politici veel meer moeten doen: het debat op gang te trekken. Het is daarbij niet meer dan logisch dat linkse politici zouden proberen om het proletariaat te beschermen tegen allerlei misbruiken en wantoestanden van mensen die geen enkele bijdrage leveren aan een betere samenleving.
Daartoe is openheid in het debat nodig, in het volle besef dat een realistische, principiële en menselijke aanpak heel wat nieuwe denkpistes zal vereisen.”
(1) in Marx, K.(1852) ‘De achttiende Brumaire van Bonaparte’.
Eerlijk gezegd denk ik niet dat er nog veel Marx gelezen wordt in progressieve kringen 🙂
De hoogste ambitie van socialisten zoals Bruno Tobback is correcties aanbrengen bij de vrije markt. Op die manier heeft links geen eigen theorie meer over productie en verdeling van welvaart. Impliciet wordt het streven naar winst en een materialistische levensstijl als maatschappelijke finaliteit erkend. Daarom ervaren de nieuwe generaties de socialisten met hun correcties als zure zeurpieten en pretbedervers in het walhalla van consumptie met gadgets en citytrips als compensatie voor waardeloze arbeid en stress. Ondertussen is de materiële ongelijkheid groter dan ooit.Men kan trouwens een parallel trekken met het levensbeschouwelijke. Ook daar zijn Vlaamse socialisten enkel nog voorstander van een minimale seculiere staat met een ‘level playing field’ voor de levensbeschouwelijke spelers (aktief pluralisme). Zullen ook daar de grootste en meest agressieve ‘spelers’, lees de monotheïstische godsdiensten, het halen en de verworvenheden van de massa niet georganiseerde andersdenkenden doen verschrompelen ?
Ik heb ook de docu gezien van Ben Judah over zijn boek. IK was inderdaad vooral onthutst over de grote aantallen van dit lompenproletariaat (600.000 als ik me niet vergis). Een stad onder een stad, en voorlopig geen vooruitzicht op vermindering van die aantallen.Moedig van de auteur om zelf die levensvoorwaarden te beleven!
“Maar wat Crombez doet, zouden politici veel meer moeten doen: het debat op gang te trekken.”
Klopt.
Maar het verbaast mij dat telkens wanneer iemand van de NV-A dat doet de sluizen opengaan en het debat onmiddellijk wordt ondergebraakt.
Referenties naar uitspraken van beroemde voorgangers zijn interessant maar al te vaak gatenvullers voor het gebrek aan een eigen mens- en wereldbeeld.
Ik erger mij elke morgen blauw aan het dagelijkse persoverzicht op de VRT.