“Factcheck” nav mijn interview in Humo, DS 6 juni 2019

Het interview met Humo over de overwinning van het Vlaams Belang, leverde me een factcheck op bij De Standaard, door Wim Winckelmans. Hij publiceerde op 6 juni dit artikel:

“‘De arena waarin politici opereren, wordt steeds kleiner. Het Europese niveau bepaalt 60 tot 70 procent van het beleid.’ Politiek filosofe Tinneke Beeckman wijst er in het weekblad ­Humo op dat politici wel de indruk geven dat ze alle instrumenten in handen hebben om het beleid te veranderen, maar dat die handen in de realiteit vaak gebonden zijn.

Er zijn ooit zelfs hogere percentages geopperd. Voormalig Europees Commissievoorzitter Jacques Delors voorspelde in de jaren tachtig dat 80 procent van de eengemaakte markt een wetgeving met Europese oorsprong zou krijgen. Het cijfer is daarna overgenomen door eurosceptici om te waarschuwen voor de bemoeizucht van superstaat Europa.

Hoe groot de Europese invloed echt is, valt nochtans moeilijk precies te bepalen.

Onderzoek in Nederland, Denemarken en Oostenrijk wees uit dat Europese richtlijnen, de belangrijkste regelgeving op Europees niveau die minimumnormen oplegt aan lidstaten, aan de grondslag liggen van minder dan 13 procent van de regelgeving. Maar evengoed is er Frans onderzoek dat aan tot 85 procent komt.

Het blijkt te hoog gegrepen om een definitief cijfer vast te leggen. De nationale regelgeving die teruggaat naar een Europese richtlijn kan nog wel becijferd worden, Europese verordeningen die rechtstreeks ingrijpen in lidstaten eveneens, maar dat zegt nog niets over het belang of de draagwijdte ervan.

Wat bijvoorbeeld met een richtlijn die geen invloed heeft op ons land omdat we al aan de minimumnormen voldoen, of met een richtlijn die niet formeel is omgezet, maar waar de nationale wetgeving wel rekening mee houdt? De manier van tellen leidt tot zeer uiteenlopende resultaten. En wat met de invloed van het Europees Hof van Justitie, dat een grote invloed heeft op de interpretatie van onze wetten? Die invloed in een percentage omzetten ligt veel moeilijker.

‘De meeste onderzoekers hebben het opgegeven om hier een exact cijfer op te plakken’, zegt politicoloog Hendrik Vos (UGent). ‘Ik heb geen weet van een onderzoek dat ook nog maar een nieuwe poging doet om dit te berekenen.’

De Europese regelgeving heeft hoe dan ook een grote invloed. Van de Vlaamse regering die een Oosterweelverbinding wil financieren tot een gemeentebestuur dat een grote bestelling kopieerpapier wil plaatsen, wordt ermee geconfronteerd. Maar de invloed is niet op alle vlakken even groot. De landbouwsector en het economisch beleid springen erbovenuit, de Europese impact op het vlak van Defensie of Cultuur is dan weer erg beperkt. De finale, totale impact valt niet in een cijfer uit te drukken.

Conclusie: Beeckman deed haar uitspraak om aan te tonen dat politici verwachtingen wekken die ze niet kunnen waarmaken omdat ze aan Europese regels zijn gebonden, en daardoor gedoemd zijn om hun kiezers te ontgoochelen. Hoewel Europese regelgeving wel een evidente impact heeft op het nationale beleid, is er geen onomstotelijk wetenschappelijk bewijs om het geciteerde percentage te ondersteunen. We beoordelen de stelling daarom als ‘niet te checken’.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s