“Hoe links verkiezingen kan winnen”, column DS, 13 juni 2019
“Wie naar de verkiezingsuitslag kijkt, moet besluiten dat linkse partijen een toekomst hebben: partijen die sociale zekerheid, zorg en welzijn voorop plaatsten, wonnen sterk (PVDA en Vlaams Belang). Toch hebben de socialistische partijen in Europa het, door de bank genomen, moeilijk. Hoe komt dat?
In het verleden zijn linkse partijen te veel meegegaan in het individualistische verhaal, terwijl ze de democratie, het soevereine volk, te veel hebben opgegeven. Opkomen voor ieders individuele rechten lijkt een getrouwe interpretatie van de mensenrechten, maar er moet een kanttekening bij. Dit is heel bondig de analyse die Marcel Gauchet ontwikkelt in zijn recent boek over Robespierre. Deze Franse revolutionair redde volgens sommigen de Revolutie na 1789, anderen beschouwen hem als het symbool voor een niemand ontziende Terreur.
Sinds de Franse Revolutie zijn mensenrechten niet meer weg te denken uit het politieke discours. De ‘Déclaration du droit de l’homme et du citoyen’, de ‘Verklaring voor de Rechten van de Mens en de Burger’, zijn het fundament om recht en politieke legitimiteit te begrijpen. De Verklaring onderscheidt de rechten van de mens, en die van de burger. Beide rechten moeten elkaar in evenwicht houden, en dat is een lastige oefening.
Wie alleen de rechten van individuen aanvaardt, ondermijnt de democratische werking; wie alleen de deugden van het burgerschap oplegt, geeft aan niemand individuele vrijheid. Robespierre verdedigde tijdens zijn leven eerst de rechten van het individu; de persvrijheid, de afschaffing van de doodstraf en van de slavernij. Toen streed hij tegen de despotische monarchie. Maar na 1791 verdedigde hij principieel de macht van het volk, de Revolutie, de Staat, tegen de individuele vrijheid. Dit eindigde in de Terreur, en werd zijn ondergang.
In haar terechte afkeer voor totalitarisme, heeft links er dan ook voor gekozen om individuele rechten te verdedigen, eerder dan de idealen van het burgerschap. Op economisch vlak betekende dit de omslag naar een neoliberaal model: individuele initiatieven hebben onbeperkte mogelijkheden in een vrije markt. Maar in zo’n model heerst al snel het recht van de sterkste, en is sociale rechtvaardigheid zoek. In naam van wie of wat kan je tenslotte nog beperkingen opleggen? Om grenzen te stellen heb je een politiek gemeenschapsverhaal nodig. Alleen hebben begrippen als natie, gemeenschap of volk geen politieke betekenis meer. ‘Volk’ slaat hoogstens op wie sociaal wordt benadeeld. En die benadeelden zijn slechts individuen, geen leden van éénzelfde politieke gemeenschap. Individuen willen hun verlangens realiseren, los van een gemeenschap, en eventueel ten koste van die gemeenschap.
Daarom vermeldt de Verklaring ook ‘de rechten van de burger’. Door burgerschap besef je dat je deel uitmaakt van een groep en verkrijg je politieke macht. Wat het politieke zo moeilijk maakt, is dat er altijd een spanning bestaat tussen de individuele rechten en de rol als burger. De politieke gemeenschap geeft democratische rechten, maar kan ook iets eisen: dat je als burger afwijst, wat je als individu verlangt. Dat is wat deugd, ‘vertu civique’, in de klassieke, republikeinse zin wil zeggen. Die deugd, dat besef vormen de basis voor solidariteit: een burger denkt niet meer uitsluitend aan zijn eigenbelang, maar kan het algemene belang voorop stellen.
Gauchets visie spoort aan om migratie en ecologie ook vanuit de rechten van de burger te bekijken. Migratie is een belangrijk verkiezingsthema. Vanuit links worden vooral de individuele rechten van nieuwkomers benadrukt. Maar hun integratie past in een verhaal van burgerschap. Linkse partijen die duidelijk voor integratie pleiten, kunnen wel verkiezingen winnen. Natuurlijk valt er over specifieke maatregelen te discussiëren. Maar wat telt, is de dynamiek tussen de individuele rechten en de noden van het collectieve: een liberale democratie vermijdt zowel het libertaire (extreme vrijheid van individuen en minderheden, wat uitmondt in versplintering) als het totalitaire (geen vrijheid).
Een haalbare ecologische politiek houdt even goed een evenwicht tussen individuele rechten en maatschappelijke noodzaak. Wat het nog ingewikkelder maakt, is dat zo’n balans niet alleen op nationaal, maar ook op Europees niveau noodzakelijk is. Eigenlijk is dat de grote uitdaging waar de Europese Unie momenteel voor staat.”
Van het begin der tijden waar gemeenschappen gevormd worden, werden er regels en wetten ingevoerd voor een stabiel en harmonieuze samenleving. Nu met het EVRM en het UVRM staat de rechten van de persoon boven die van de samenleving. Hiermede wordt de basis waar een rechtstelsel oorspronkelijk voor bedoelt is ondergraven.
Dit was ook het groot verwijt die de Chinese overheid had tegenover de UVRM.
De Chinese overheid heeft betoogd dat ‘harmonie’ de voorkeur heeft boven het vastleggen van individuele rechten. Dit heeft zijn oorsprong in het Confucianisme.
Maar het ene zou niet mogen primeren boven het andere. Beide waarden zijn van fundamenteel belang. Als de gemeenschap uit elkaar valt is er ook geen spraken meer van individuele rechten, dan vervalt men op natuurrecht, de recht van de sterkste. Om die reden is dte bevraging wat kan een samenleving aan met betrekking tot die mensenrechten en hoever mag men daarin gaan perfect legitiem en rationeel .
Toch een bedenking bij het interessant artikel, met verwijzing naar een ander : https://doorbraak.be/nooit-meer-angst-voor-de-macht/ en bovenal de vermelding : “De Hongaarse filosofe Agnes Heller (1929-2019) verzette zich tegen de ‘perfect rechtvaardige samenleving’ als iets totalitairs”, met de bedenking dan ‘het Volk’ met ‘een (ideologisch éénzijdig) politiek gemeenschapsverhaal’ dat uitsluitend steeds (beweerdelijk) het ‘algemeen belang’ wil vooropstellen (ter inperking van individuele rechten, zoals bv. op heden gaande is met het juridisch concept/begrip ‘eigendom’ : verkrijg/verwerf maar ‘ns een 2e woning dan komt pas het besef …) eveneens totalitair en despotisch kan optreden en wat evenmin verheven is. Mag individuele vrijheid (en zeggenschap over bezit) ook nog enigszins zijn plaats hebben ? Of moeten (oude) despoten worden vervangen door nieuwe ? (Onder het mom van de (zo) (perfect) rechtvaardige/sociale (mogelijke) samenleving. Perfectie en rechtvaardigheid als verstikkende doelstellingen. Een doordenkertje … ! Enjoy !