“Lijden mag je niet verheerlijken: het is geen bron van creativiteit of geluk”, DM 23 aug. 2019

Deze column verscheen in De Morgen op 23 augustus 2019.

“De moderne mens leeft in welvaart, maar toch is hij niet perfect gelukkig. Om die paradox te verklaren, wijzen psychiaters soms naar manier waarop de moderne mens lijdt: die weet niet meer hoe hij met verveling, last en ongemak moet omgaan. Dat kan best kloppen. Maar het is belangrijk om het lijden zelf niet te verheerlijken. Want lijden is geen bron van creativiteit of geluk.

Westerse samenlevingen doen heel wat inspanningen om leed op allerlei manieren te bestrijden, en dat is een goede zaak. Romantische bespiegelingen over lijden zijn echter achterhaalde dwalingen. Zo is er het fabeltje dat psychisch lijden iemand creatiever zou maken. Katrin Swartenbroux heeft dit terecht ontleed: je kan niet stellen dat Van Gogh dankzij zijn ziekte een geweldige schilder werd. Leonard Cohen zou Swartenbroux gelijk hebben gegeven: in een markant interview onthult hij dat depressie altijd een rol speelde in zijn leven. Hij probeerde allerlei middeltjes om de mist in zijn hoofd te doen optrekken. Zijn redding kwam toen hij monnik werd in een zen-boeddhistisch klooster. De interviewster vraagt of hij vreesde dat het einde van zijn depressie niet het einde van zijn creativiteit betekende. Want depressie inspireert toch? Neen, antwoordt Cohen, inzichtrijk werk vloeit niet voort uit lijden. Creëren is zelfs een overwinning over lijden. Want je kan niet meer bewegen als je klinisch depressief bent. Je probeert de dag door te komen, dat is alles. Daar is niets aantrekkelijk aan. Lijden is een hindernis, dat was Cohens boodschap.

Het klopt misschien wel dat mensen niet meer weten hoe ze op lijden, pijn of ongeluk moeten reageren. Of dat ze menen recht hebben op een leven zonder kwellingen. Maar het antwoord hierop luidt niet dat de moderne mens méér lijden moet ervaren. Een beter antwoord zou zijn om filosofischer over zichzelf en de wereld na te denken. Eigenlijk hoort lijden bij het leven. Zelf ben je vergankelijk, en tijdens je leven verlies je heel wat dierbaren. Dat is onvermijdelijk pijnlijk. Daarom erken je best dat je niet kan vasthouden aan wat je hebt. Je kan het bestaan niet controleren. Als je die wijsheid ontbeert, dan creëer je voor jezelf problemen. Want dan overkomt je niet alleen ongeluk; je ervaart dat ook als een mislukking. Dan lijdt je ook door je eigen overmoed. Maar verlies of ongeluk zijn geen persoonlijke nederlagen. Integendeel, ze verbinden je juist met wat alle mensen op gelijkaardige wijze meemaken. Dat is precies wat kunst en wijsheid doorgeven. Verhalen en ideeën worden dus nooit overbodig, hoe goed de Westerse mens het materieel ook heeft. Maar laten we niet vervallen in de nostalgische visie dat lijden zelf een voorwaarde voor een soort beloning zou zijn.”

 

1 Comment

  1. bart Haers

    Lijden sluit creativiteit niet uit, kokketeren met lijden mijns inziens wel. In zijn brieven kloeg Vincent van Gogh wel wat af, maar tegelijk wilde hij meester blijven over zijn leven en lot. Betreft het lijden van anderen, zoals sinds de jaren zestig de geëngageerde kunst voorhield dat een echte artiest zou moeten doen, dan schuilt daar niet enkel paternalisme in, maar dreigt ook sentimentaliteit het beeld te verkleuren.

    Mensen lijden inderdaad, soms onverwacht, door ziekte van een naaste, of plotsklaps, als men zelf met een diagnose te maken krijgt, die niemand zijn of haar ergste vijand toewenst, zoals Alzheimer of ALS. Dan komen we dicht bij het beeld dat Käte Kolwitz voor haar zoon maakte, nadat hij gesneuveld was.

    Blijft dan de vraag of de motieven van de kunstenaar, bvb Franz Schubert wel zo belangrijk zijn, tenzij als men een kunstwerk wil doorgronden. De waardering van een werk van Gustave van de Woestijne berust op vele vormen van ervaring, zelden, heb ik de indruk, op zijn biografie. Bij Pollock blijkt het moeilijker de kunst los te zien van een verhaal, maar goed, de creativiteit zit bij de avant-garde van toen en nu net in de verhalen achter de kunstwerken. Mondriaan heb ik altijd wel kunnen waarderen, maar ik kreeg er geen bijzondere sensaties bij. Maar die mensen waren toch niet lijdend, op Franz na. Dat is het net, bij Schubert of Schumann die in de Rijn zou springen en uiteindelijk opgenomen diende te worden in een psychiatrische kliniek, ziet men het lijden en dat hoeft ook niet. Als men het eenmaal weet, dan blijft het pianotrio in F van Schubert nog altijd wat he is, een sublieme compositie en bij Schumann zou men niet weten wat eerst te noemen , maar de Kinderszenen vormen een mooi voorbeeld van kunst, waar de maker wel bekend is, maar verdwijnt in zijn werk.

    Men moet niet prat gaan op lijden, zoals Hans Castorp vernam van Settembrini, maar Naphta, diens antagonist, de jezuïet, bedacht net dat de mens alleen maar te lijden heeft en daar kracht uit moet putten. Ach, mens zijn blijft altijd een dingetje, ook voor kunstenaars.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s