“Wat zoeken we eigenlijk op vakantie?” Interview voor ‘Filosofisch Elftal’, Trouw, 9 juli 2020
“Waarom gaan we eigenlijk op vakantie? Wat zoeken we? Op vakantie vieren we onze existentie, zegt Tinneke Beeckman. Nee hoor, zegt Bas Haring, vakantie laat vaak juist zien dat we niet weten wat we met ons leven moeten.
De schoolvakanties zijn deels weer begonnen, en ook voor de overige scholen in Nederland breken de vrije weken binnenkort aan. Vanwege het coronavirus gaan dit jaar meer mensen op vakantie in eigen land; ze zijn huiverig om nu naar het buitenland te gaan en sommige vakantielanden zitten ‘op slot’. Wat zoeken we eigenlijk op vakantie? En waar is dat te vinden? Wat is de diepere laag onder de rust en het plezier dat we opzoeken, en moet je daarvoor naar het buitenland?
Op vakantie kunnen we in contact komen met onze sensualiteit, zegt filosoof en columnist Tinneke Beeckman. “Dat bedoel ik in brede zin: we genieten van onze zintuigen. We voelen de zon op onze huid, doen ons te goed aan lekker eten, kijken naar de wolken. Filosoof Jean-Jacques Rousseau beschrijft in ‘Overpeinzingen van een eenzame wandelaar’ (1782) hoe we daardoor in contact komen met de natuur, aanwezig zijn in het moment en het plezier van het bestaan zelf voelen. Dit idee van Rousseau doet me denken aan het liedje ‘Méditerranée’ van Toon Hermans, waarin hij de Middellandse Zee bezingt: ‘Méditerranée, zo blauw zo blauw / Met je mesdemoiselles/ Belles belles belles’. Dat is precies dat vakantiegevoel. We laten de sociale codes en beslommeringen van alledag even achter ons, en vieren onze existentie en de schoonheid van de dingen. De tijd wordt dan vanzelf een leeg, vrij moment; het woord ‘vakantie’ komt van het Latijnse ‘vacant’, leegte. Je kunt dat gevoel ervaren in het park om de hoek, maar het is makkelijker als de prikkels mooier en intenser zijn dan thuis.”
“Die vrije leegte neemt wel wonderlijke vormen aan”, reageert Bas Haring, bijzonder hoogleraar publiek begrip van de wetenschap aan de Universiteit Leiden. “Als mensen op vakantie gaan en de zon schijnt niet, hebben ze vaak geen idee wat ze moeten doen. Van pure ellende gaan ze soms dan maar midgetgolfen. Dat is voor mij eerder een teken dat je niet weet wat je met je leven aan moet, dan het vieren van onze existentie. Vrije weken zijn wel erg geschikt om een zekere diepgang op te zoeken. Je breekt met de alledaagse rituelen, drukt even op de pauzeknop. Deze disruptie maakt vakantie een goed moment om te reflecteren op hoe je je leven leidt. Waarom doe je de dingen die je doet? Wat zou je graag anders zien? Het is jammer dat we in het dagelijks leven daar vaak geen tijd voor maken, en er vakantie – of een lockdown – voor nodig hebben. Je kunt ook elke dag een uurtje eerder opstaan om over dit soort zaken na te denken. De tijd voor reflectie die sommigen in hun vakantie zoeken, is net zo goed in het dagelijks leven te vinden. Al denk ik dat de meeste mensen daar geen behoefte aan hebben, en vooral willen niksen en een beetje barbecueën. Dat is ook prima.”
Beeckman: “Toch bevatte vakantie vroeger wel een verheffingsideaal. De renaissance-mens, zoals Michel de Montaigne, reisde om andere culturen te leren kennen.
En toen de betaalde vakantie in Frankrijk werd ingevoerd, in 1936, vreesden werkgevers dat nietsdoen arbeiders lui zou maken. Daarom wezen linkse politici zoals Léon Blum, die vakantie wel steunde, op de gelegenheid tot educatie: mensen moeten musea en bezienswaardigheden kunnen bezoeken en boeken lezen. Rechtse politici vonden dan weer dat vakantie tijd gaf om je lichamelijk te ontwikkelen, dus om te sporten, en om je land te leren kennen. Net zoals in andere landen was er hierbij sprake van een humanistisch ideaal: door te reizen ontplooi je jezelf, scherp je je geest; in de vakantie werk je op een andere manier aan jezelf, worden mensen als het ware meer mens. Maar het is erop uitgedraaid dat massa’s mensen een all inclusive in Turkije boeken. Dat is wel jammer.”
Haring: “Toch heb je dan alsnog een breuk met de alledaagse rituelen en tijd voor reflectie. Op die manier kan zo’n vakantie alsnog functioneel zijn: om structuren te heroverwegen is het noodzakelijk om af en toe andere structuren te kennen.”
Beeckman: “Ik vraag me af hoe vaak vakantie nog betekent dat je voor jezelf iets wil veranderen. Montaigne wees erop dat reizen niet simpelweg een verplaatsing behoort te zijn. Het gaat er niet om hetzelfde te doen op een andere plek, of wat je thuis zou willen doen als het weer beter was en de zee blauwer. De bedoeling is dat de reis jou verandert, dat je door andere prikkels ook een beetje een ander mens wordt. Maar tegenwoordig steken mensen vaak geld, tijd en energie in een reis naar de andere kant van de wereld om daar exact hetzelfde gesprek te hebben als in hun eigen tuin. Het lijkt mij geen gemis dat dit soort trips vanwege corona niet mogelijk is. Als je enkel een nieuw ritme wil proberen, kan dat thuis ook.”
Haring: “Dat is zo. Ik vind sowieso dat het belang van reizen schromelijk wordt overdreven. Op een andere plek zijn is relevant, mits je merkt dat wat wij normaal vinden, ze ergens anders niet normaal vinden, en vice versa. Maar op een Franse camping of tijdens een gemiddelde backpack-reis ervaar je dat nauwelijks. Je merkt daar niet hoe ánders mensen zijn, maar hoe hetzelfde mensen zijn, want je komt terecht in een subcultuur. Als je vanuit de Amsterdamse grachtengordel werkelijk in contact wil komen met nieuwe prikkels en andere manieren van denken, hoef je daarvoor echt niet met een rugzak naar Australië. Je kunt dan beter een tijdje in Almere gaan wonen.”
Dit interview verscheen in Trouw, op 9 juli 2020. Bas Haring en ik maken deel uit van het ‘Filosofisch Elftal’, samen met Marli Huijer, Bastiaan Rijpkema, Ingrid Robeyns, Gert-Jan van der Heiden, Fleur Jongepier, Ivana Ivkovic, Paul Teule, Paul Van Tongeren, Désanne van Brederode en Frank Ankersmit.