“Verdiensten maken mensen gelijk”, column DS 4 maart 2021

Hoe kun je tegemoetkomen aan de eisen van minder­heden zonder in identiteitspolitiek te belanden?Achter de discussie wie Amanda Gorman moet vertalen, gaan twee schrikbeelden schuil. Voor minderheden illustreert het voorval hoe ze zelden aan de bak komen. En blanke mensen ontwaren in het voorval een nieuw soort racisme: je wordt ‘wit’ genoemd (‘oude, witte man’ is het allerergste) en dus moet je zwijgen.

In deze complexe discussie helpt het om privilege, verdienste en voordeel van elkaar te onderscheiden. Westerse rechtsstaten hebben privileges zo goed als afgeschaft. Sinds de verlichting klinkt het dat alle mensen gelijk zijn voor de wet. De inherente hiërarchie ­ zoals ze tijdens het ancien régime ­bestond, werd neergehaald.

Maar tussen principe en realiteit gaapt soms een kloof. Sommige burgers behouden privileges omdat ze dankzij familiebanden, financiële middelen of hogere sociale status exclusieve rechten genieten. Zo ontsnappen ze aan geldende regels en soms aan de rechtsgang. Welke verdiensten deze mensen hebben, speelt nauwelijks een rol voor de positie die ze hebben ­bereikt. Denk maar aan de matig intelligente zoon van de president die ook president kan worden dankzij de financiële en politieke connecties van de ­vader. Of aan de frauderende fils à papa die faillissementen opstapelt, maar toch een imago van briljante zakenman kan neerzetten in een realityshow. En op zijn beurt ­president wordt. Deze voorbeelden zijn pijnlijk actueel. Naarmate dergelijke praktijken couranter zijn, is een samenleving ongelijker.

Privileges bestaan, maar niet alleen blanke mensen hebben ze. In geglobaliseerde, diverse grootsteden wonen ­geprivilegieerde inwoners van uiteen­lopende afkomst.

Je hebt ook heel wat mensen die geen privileges genieten, in de zin dat ze zich niet boven de wet kunnen stellen, en dat ze de regels in de samen­leving niet naar hun hand kunnen zetten. Die mensen hebben soms wel voordelen: ze hebben juist dat stapje voor op een groep echt achtergestelden. Ze krijgen dus meer kansen, bijvoorbeeld omdat hun ouders hoger opgeleid zijn. Een vrije samenleving doet er goed aan ook deze voordelige posities te proberen corrigeren: meer mensen moeten alle kansen krijgen, ongeacht afkomst of inkomsten. Niet alle blanke mensen ­genieten deze voordelige positie. Heel wat kinderen uit de arbeidersklasse worstelen met ongelijke behandelingen in het onderwijs, bijvoorbeeld. Hardnekkige vooroor­delen spelen daarbij een rol.

Het belangrijkste criterium voor een positie moet idealiter verdienste zijn: wat je doet of kunt, wat je geleerd hebt of waarin je ervaring hebt. Verdienste is niet gebonden aan kleur, gender, religie of andere kenmerken. De beste vertaler krijgt de opdracht, bijvoorbeeld. In een wereld waar de geprivilegieerden de plak zwaaien, weegt merite amper door. Maar aanhangers van identiteitspolitiek dreigen verdienste ook als secundair te beschouwen. Niet ­zozeer ­iemands argument telt, wel wie spreekt. Niet wat ­iemand doet, maar wie handelt, bepaalt iemands geloofwaardigheid. Identitaire hardliners spiegelen de logica van het privilege dat ze proberen te bestrijden.

Het lijkt me duidelijk dat de keuze voor Marieke Lucas Rijneveld als vertaler gewoon fout was. De selectie gebeurde niet op basis van verdienste. De eerste Nederlandse winnaar van de International Booker Prize zei in een vroeger interview ‘steenkolen-Engels’ te spreken. De aanstelling was bovendien een vorm van identiteitspolitiek: als non­binair persoon streeft de vertaler, zoals de auteur, naar een inclusieve samen­leving. Dat is gewoon een fout criterium. Ironisch genoeg deed het Rijneveld de das om, omdat ze niet in de juiste hokjes paste.

Een uitgeverij kan ook proberen om de voordelen tussen kandidaten te corrigeren. Ze kan op zoek gaan naar getalenteerde jongeren en hen desnoods mee opleiden, vooral als ze de ervaring ontberen die mensen met meer kansen nu eenmaal makkelijker hebben. Deze corrigerende houding vereist geen ideologische stellingname over groepen, maar wel een kritische kijk naar de eigen commerciële motieven. De uitgeverij wilde op korte termijn een hit scoren door de bekende naam van de vertaler te koppelen aan de bekende naam van de auteur. Dat een uitgever boeken wil verkopen, kan niemand kwalijk vinden. Dat de bekommernissen om literaire kwaliteit niet primeerden, is pijnlijk. En de gemakzucht is ontgoochelend: als het besef speelt dat meer mensen kansen moeten krijgen, zijn langetermijnvisies nodig.

Deze column verscheen in De Standaard op 4 maart 2021.

Over verdiensten en privilege schrijf ik uitgebreid in mijn laatste boek ‘Machiavelli’s Lef. Levensfilosofie voor de vrije mens‘.

1 Comment

  1. Wim Magerman

    Ik denk dat militanten van minderheden met Afrikaanse voorouders zich weinig aangesproken zullen voelen door het principe van geliijkheid door verdienste. Hun reacties zijn daarentegen te begrijpen in een logica van compensatie voor leed en schade uit het verleden. Men zou dat uitbuiting van slachtofferschap kunnen noemen. Maar is dat zo verwonderlijk ? Aan ons die geboren zijn vlak na WOII is voorgehouden dat het in stand houden van de herinnering aan de misdaden van de nazi’s ons zou behoeden voor nieuwe misdaden. Het tegendeel blijkt waar: die herinnering wordt zonder enige scrupule politiek uitgebuit door zowel de Israëlische autoriteiten als de landen die hen steunen. Wie durft daar nog op te reageren buiten enkele militante groeperingen ? Wordt daarmee niet gedemonstreerd dat uitbuiting van historisch slachtofferschap deel uitmaakt van de gewone politieke drukkingsmiddelen ?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s