In ‘De Afspraak’ op Canvas, op 21 april 2022
In De Afspraak op Canvas met Phara de Aguirre, en met Koen Schoors over de sancties tegen Rusland, met David Dendoncker over het proces voor Sanda Dia, en met Gerolf Annemans over de Franse verkiezingen.

In De Afspraak op Canvas met Phara de Aguirre, en met Koen Schoors over de sancties tegen Rusland, met David Dendoncker over het proces voor Sanda Dia, en met Gerolf Annemans over de Franse verkiezingen.
Op vrijdag 18 september zat ik in De Afspraak op Vrijdag met Ivan De Vadder. Andere gasten waren Sammy Mahdi (CD&V) en oud-journalist Walter Zinzen.
We spraken over de nakende Vivaldi-regering, de rol van CD&V, de mislukte vertrouwensstemming in de Kamer en migratie.
“Waarom is het problematisch dat heel wat Belgen met een dubbele nationaliteit hier links stemmen, terwijl ze in het buitenland rechtse politici prefereren? Neem de dubbelzinnige houding tegenover Erdogan en zijn AKP. Over hem noteert de Turkse schrijfster Elif Shafak (DS/)dat hij ‘zich (…) populistisch, islamistisch en volslagen autoritair (ging) opstellen. De AKP liet de EU-criteria voor lidmaatschap los, negeerde democratische hervormingen, blies het pluralisme op en plooide terug op zichzelf. Vergeet niet dat deze regering een coalitie is van de AKP met de MHP, de extreemrechtse Partij van de Nationalistische Beweging.’
In haar tekst stelt Shafak – die ook heel wat scherpe kritiek heeft op het Europese beleid – Erdogans standpunt recht tegenover een linkse, progressieve, pro-Europese, liberale en democratische visie. Erdogan krijgt echter heel wat steun onder Europese Turken, die in Europa voor linkse partijen kiezen. Denk maar de razend populaire Turks-Belgische Emir Kir, burgemeester van Sint-Joost-ten-Node. Hij werd in januari uit de PS gezet, uitgerekend omdat hij twee Turkse MHP-burgemeesters had ontvangen.
Deze spreidstand is problematisch voor linkse partijen op langere termijn, en wel om drie redenen. Vooreerst hebben partijen weinig aan al te opportunistische kiezers. Natuurlijk denken kiezers altijd in een bepaalde mate aan hun eigenbelang: ze stemmen voor partijen omdat ze geloven dat ze er zelf beter van worden. Daarin hebben ze geen ongelijk. Maar wanneer ze ideologisch weinig affiniteit voelen met hun stemkeuze, dan wordt hun steun erg voorwaardelijk en eenzijdig. Een progressief project heeft een basissteun nodig om een sociale strijd te kunnen voeren (met petities, betogingen, stakingen, acties). Ideologische affiniteit zorgt er juist voor dat burgers niet alleen iets willen ontvangen, maar zich voor een project willen inzetten. Dat is erg belangrijk, zeker wanneer partijen moeilijke tijden doormaken.
Daarnaast ontstaan er inhoudelijke spanningen: heel wat kiezers van dit electoraat zijn ethisch en religieus veel conservatiever dan de partij die initieel klassieke linkse standpunten bepleit. Denk maar aan thema’s als euthanasie en abortus, of aan seksuele vrijheid (LGTB-rechten) of gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen en dierenrechten. In het ergste geval begint een partij compromissen te sluiten met die conservatievere kiezers. Daardoor wordt ze minder aantrekkelijk voor wie echt progressieve standpunten verdedigt. En dit is Shafaks beschrijving van Erdogans beleid: ‘Vandaag wordt Turkije dus bestuurd door de slechtst mogelijke ideologische combinatie: ultranationalisme gemengd met islamisme, populisme en autoritarisme. En dat met een patriarchaat dat zich ingegraven heeft.’ Verder vraagt Shafak wat Europa als inspiratie nog betekent ‘voor een land (Turkije) waar moorden op vrouwen tussen 2002 en 2009 met 1.400 procent zijn gestegen, waar wetgevers de straf proberen te reduceren voor verkrachters van minderjarigen als ze erin toestemmen te trouwen met hun slachtoffer?’ Shafak onderstreept hoezeer Erdogans beleid zich heeft afgekeerd van Europese waarden. En de regressieve omkering van vrouwenrechten die in Turkije plaatsvindt, zou een oprecht progressieve kiezer met afkeer moeten vervullen. Hetzelfde geldt voor Erdogans droom van een Ottomaans Rijk. Hoe valt dat te verzoenen met het klassiek linkse antimilitarisme, antikolonialisme en anti-imperialisme? Continue Reading ›
Vrijdag 31 januari was ik te gast bij ‘De Afspraak op Vrijdag‘ met Ivan De Vadder.
Over de regeringsformatie, het euthanasieproces rond Tine Nys en de toekomst van Europa (ook na de Brexit op 1 februari 2020).
Aan het begin van de uitzending, verliet koninklijke opdrachthouder Koen Geens juist het koninklijk paleis.
Andere gasten waren Karel Verhoeven (hoofdredacteur De Standaard) en Gerolf Annemans (Vlaams Belang, europarlementslid).
Over de toekomst van Europa, en de conferentie die daarbij hoort, schreef ik een column voor De Standaard, de dag voordien ,’een Europese uitlaatklep voor ontevreden burgers‘.
Spannende tijden in Europa: vanaf 1 februari is de Brexit een feit (onderhandelingen duren nog wel één à twee jaar). En voor burgers komt er een Europese Conferentie…
“Er komt een ‘Conferentie voor de Toekomst van Europa’ vanaf 9 mei 2020, om burgers meer inspraak te geven bij de Europese besluitvorming. Het project leidde tot kritische opmerkingen (Steven Van hecke, DS), ook omdat niemand weet wat er met de resultaten zal gebeuren in 2022.
Toch is zo’n conferentie een hoopvol signaal. De commissie, het Europese parlement, de Europese instellingen en de lidstaten erkennen dat burgers mee moeten beslissen over de EU. Dat gebeurde tot nog toe weinig. Zo was commissievoorzitster Von der Leyen geen Spitzenkandidaat bij de Europese parlementsverkiezingen, maar werd ze toch voorzitster.
Daarnaast speelt de impact van het Brexitreferendum in 2016. Niet alleen gaat de EU van 28 naar 27 lidstaten. De brexit is in strijd met een funderend principe: dat alle landen naar een ‘ever closer union’ zouden bewegen, zoals in het verdrag van Rome uit 1953 staat. Die ‘ever closer union’ was de horizon voor beleid; directe inspraak van de bevolking stond niet op de agenda. Want Europa was ook een morele belofte: nooit meer oorlog. De strijd tussen naties was voorbij, dankzij een vrije markt en nauwe economische samenwerking. Wie aan deze doelstellingen twijfelde, verloor morele legitimiteit.
In de opzet van de Conferentie wordt de mogelijkheid van kritiek wel meegenomen. Dat is een hele verbetering. Want de moraliserende retoriek om twijfelaars te doen zwijgen – vaak gebruikt door voorstanders van Europees federalisme – heeft het tegenovergestelde effect gehad: afkeer en weerstand. Tenslotte is kritiek op deze Unie onvermijdelijk: ze promoot vier vrijheden (personenverkeer, werknemersverkeer, goederenverkeer en kapitaal) en impliceert beleidskeuzes. Die keuzes hebben gevolgen. Er zijn winnaars en verliezers. Je kan die verliezers niet altijd wegzetten als egoïstisch, gesloten, dom, of erger nog, gevaarlijk nationalist, xenofoob, racistisch etc.
De euro-kritische stemmen klonken het luidst tijdens de referenda. Die referenda zijn wellicht een verkeerd middel om belangrijke, politieke kwesties te beslechten. Maar dan moet de EU-constructie meer rekening houden met oppositie. Omdat klassiek oppositievoeren binnen de EU zo moeilijk is, ontstaat principiële oppositie, zoals de Ierse politicoloog Peter Mair al in 2006 voorspelde. Klassieke oppositie betekent dat politieke partijen een alternatief kunnen zijn voor de heersende regering en haar beleid. Zo hebben ontevreden burgers een uitweg binnen het politieke systeem zelf. Anders verplaatst het ongenoegen zich naar de politieke structuur op zich. Peter Mair kwam tot die conclusie na de referenda in Nederland en Frankrijk in 2005, waarbij de bevolking zich telkens uitsprak tégen het grondwetsverdrag. Hij voorzag nog een andere ontwikkeling: Europese besluiten bepalen de nationale politiek steeds meer, ook indirect (regels voor begrotingen, bijvoorbeeld). Die invloed beperkt de ruimte voor de klassieke links-rechts discussies in nationale parlementen. En die evolutie vergroot de kans op een nieuwe breuklijn: tussen partijen die binnen of buiten de EU willen staan.
Neem Boris Johnsons laatste, overweldigende verkiezingsoverwinning in december 2019. Met zijn slogan ‘Get Brexit done’ verleidde hij veel voormalige Labour-kiezers. Zijn tegenstander, Jeremy Corbyn, bleef neutraal over de Brexit – hij stelde een nieuw referendum voor. Corbyns verpletterende nederlaag heeft ongetwijfeld vele oorzaken. Maar hij begreep alvast niet dat ‘binnen’ of ‘buiten’ de inzet was van de verkiezing.
Wat is er nodig om de stemmen van de bevolking succesvol te integreren? Continue Reading ›
Op dinsdag 7 januari was ik te gast in De Afspraak op Canvas bij Bart Schols. Samen met Kamagurka, Nilufar Ashtari (over Iran) en Otto-Jan Ham (over zijn nieuwe programma).
We hadden het over de aanslag op Charlie Hebdo, vijf jaar geleden: journalisten, cartoonisten werden vermoord door twee radicale moslims.
Heeft dat de vrijheid van mening veranderd?
Dit thema bespreek ik al uitvoerig in mijn boek ‘Macht en Onmacht. Een verkenning van de hedendaagse aanslag op de Verlichting’ (2015). Het boek begint met de aanslag op Charlie Hebdo.
Dit artikel verscheen in ‘Het Nieuwsblad’ op zaterdag 19 oktober 2019. Door Nathalie Dirix, foto’s: Ivan Put.
“De band tussen vriendinnen Assita Kanko en Tinneke Beeckman”
“Na onze gesprekken voel ik me altijd een beetje slimmer”
“Het was intellectuele liefde op het eerste gezicht.” Zo omschrijft N-VA-politica Assita Kanko (39) de vonk tussen haar en filosofe Tinneke Beeckman (43) tijdens hun allereerste gesprek. Een vonk die meteen het begin was van een mooie vriendschap tussen twee vrouwen.
Het is vrijdagavond. In een café niet ver van het Europees Parlement klinken Assita Kanko en Tinneke Beeckman op het weekend. En op de vele jaren dat ze elkaar nog mogen inspireren.
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Tinneke: “Het was zeven jaar geleden tijdens een lezing in Gent. Assita kwam er praten over vrouwenrechten. Wat me opviel, was dat ze een fotografe, Liliane Nabora, meegebracht had en die aan de aanwezigen voorstelde. Dat maakte meteen duidelijk dat Assita generositeit naar vrouwen toe niet alleen predikt, maar ook in de praktijk toepast door vrouwen daadwerkelijk te steunen. Het gaf een gevoel van vertrouwen.”
Assita: “Toen ik diezelfde avond Tinnekes uiteenzetting over de filosoof Spinoza hoorde, viel me op hoe zij gedachten op een heel rustige manier kan overbrengen. Ik zag een intelligente vrouw die heel veel weet en haar kennis niet gebruikt om te imponeren, maar om je aan het denken te zetten. Ik voel me dan ook altijd een beetje slimmer na een gesprek met haar. Eigenlijk was ik meteen verkocht door haar intelligentie en haar bescheidenheid. Noem het maar: intellectuele liefde op het eerste gezicht.” (lacht)
Wat hebben jullie al van elkaar geleerd?
Assita: “Verleden jaar zijn we met een aantal vriendinnen voor een paar dagen naar het zuiden van Frankrijk getrokken. Tinneke toonde er zonder enige gêne haar moederlijke kant aan ons. Hoe vaak heeft ze geen foto’s van haar babydochtertje, Alma, getoond? Ze miste haar en liet dat duidelijk blijken. Mooi vond ik dat. Het zette me aan het denken. Je hoeft inderdaad je kwetsbaarheid als moeder niet te verbergen. Ik denk dat ik dat vroeger als kersverse moeder te veel gedaan heb.”
Tinneke: “Het klopt dat ik zonder enige schaamte de moeder in mij naar boven laat komen. Maar als het over van elkaar leren gaat, dan sta ik graag even stil bij het boek dat Assita schreef. Daarin leerde ik niet alleen een vrouw kennen die het slachtoffer van genitale verminking geworden was. Ook een vrouw die ervoor gekozen heeft om zichzelf te emanciperen. Ik heb haar via mail laten weten hoe belangrijk haar verhaal was om andere mensen die verdrukt en niet gehoord worden een stem te geven.”
Wat waarderen jullie in elkaar?
Assita: “Ik zou eindeloos naar Tinneke kunnen luisteren. Ze kan me tot rust brengen. Maar vergis je niet: achter haar rede gaat heel wat passie schuil. Die combinatie van passie en intelligentie vind ik heel bijzonder. Voor Tinneke is denken een proces dat nooit stopt. Zelf vind ik een open mindset ook heel belangrijk. Want als het denken stopt, stopt ook de dialoog. Daarom vind ik het boek The righteous mind – Why good people are divided by politics and religion van Jonathan Haidt zo boeiend. Hij maakt duidelijk waarom we ons in de loopgraven van ons eigen gelijk graven, als we stoppen met nadenken.”
Tinneke: “Jij hebt dat boek dus ook gelezen. Is inderdaad een bijzonder interessant boek dat aantoont hoe belangrijk het is om empathie te hebben, ook voor de mensen met wie je het niet eens bent. Maar al te vaak zijn we gefocust op ons eigen grote gelijk, waardoor we vergeten echt te luisteren naar wat de andere zegt. Belangrijk is niet dat je het eens bent met de andere, wel dat je van elkaar leert. Dat andere mensen anders in het leven staan dan jijzelf, is echt oké.”
Assita: “Tinneke schrikt er niet voor terug om voor haar mening uit te komen. Ze zegt wat ze denkt. Toch houdt ze er geen rigide denkbeelden op na. Ze staat met een grote openheid in de wereld. Dat waardeer ik. Ook hou ik ervan dat ze haar vrouwelijkheid toont. Is het je al opgevallen dat ze altijd lipstick draagt?” (lacht)
Tinneke: “Zonder lipstick voel ik me naakt en kom ik niet buiten. (lacht) Waarom zouden zorg voor het lichamelijke en het geestelijke niet samengaan? Assita bewijst trouwens ook dat die combinatie perfect kan. Haar gedrevenheid en sensualiteit, ik vind het een knap duo. En haar enorme geloof in de vrouwelijke kracht en haar talent om die kracht aan te wakkeren. Assita richtte Polin op om vrouwen in de politiek te empoweren. Knap is dat ze erin slaagt om vrouwen, over de partijgrenzen heen, samen te brengen en ze te doen geloven in zichzelf. Haar inzet bestaat erin het beste in zo veel mogelijk vrouwen naar boven te brengen. Zelf ben ik een paar keer naar zo’n Polin-bijeenkomst gegaan. De positieve energie die ik er voelde, werkt aanstekelijk.”
Het is de laatste tijd stil rond Polin.
Assita: “Mijn agenda is op dit moment drukbezet door mijn werk in het Europees Parlement, maar ik ben met een aantal mensen aan het brainstormen over hoe we Polin nieuw leven kunnen inblazen. Zodat het opnieuw als platform ingezet kan worden waar vrouwen samen dingen in beweging zetten. Want daar is het mij echt om te doen: tastbare resultaten op het vlak van vrouwenrechten neerzet
Vullen jullie elkaar goed aan als doener en denker?
Tinneke: “Assita is zeer actiegericht. Ze heeft ook een zeer druk sociaal leven. Dat past bij haar rol als politica. Zelf ben ik meer introvert. Ik hou ervan om zaken meer vanop afstand en vanuit een beschouwend perspectief te bekijken. Dat wil echter niet zeggen dat ik filosofie als puur abstracte theorie zie. Voor mij moet filosofie over iets wezenlijks gaan. Het moet je aanzetten tot denken. Je helpen om je denken te verruimen, zodat je meerdere denkpistes krijgt waaruit je kunt kiezen. Daarom is het contact met Assita ook zo interessant. Haar wereld verruimt ook mijn denken.”
Assita: “Weet je wat ons ook verbindt? Dat we allebei van lekker eten en literatuur houden.”
Over welke onderwerpen praten jullie graag met elkaar?
Assita: “Dat kunnen de meest uiteenlopende onderwerpen zijn. Mooie mannen is er een van. (lacht) Een ernstiger thema dat regelmatig in onze gesprekken opduikt, is: durf te denken. Het valt ons op hoe moeilijk het voor heel wat mensen is om hun denkpatronen in vraag te stellen.”
Tinneke: “Er is vandaag een sterke ideologische verdeeldheid in het debat. Je wordt snel in een kamp geplaatst. We vinden het allebei jammer dat het zo moeilijk is om het hokjesdenken te overstijgen. Nochtans, tijden veranderen. De wereld ziet er vandaag helemaal anders uit dan dertig jaar geleden. Het is dan toch ook logisch dat je concepten en recepten die dertig jaar geleden werkten, durft uit te dagen.”
Assita: “Op dat vlak vinden we elkaar helemaal. Het gebeurt regelmatig dat ik iets lees waarvan mijn wenkbrauwen fronsen. Dan stuur ik die tekst met een smiley naar Tinneke en weet ik dat ze het begrepen heeft.”
Tinneke: “Kwetsbaarheid en authenticiteit liggen ons allebei na aan het hart. In onze gesprekken hebben we het er soms over. Over hoe je in die jungle van opinies oprecht jezelf kunt blijven zonder opzijgeschoven of verkeerd begrepen te worden.”
Assita: “Ik heb daarin geleerd dat ik de andere niet kan veranderen. Wel kan ik nadenken hoe ik mijn boodschap beter kan overbrengen zonder dat ik hoef in te binden.”
Tinneke: “Assita wordt soms nogal hard aangepakt op sociale media. Ik begrijp dat niet, want niemand wordt mooi door haar lelijk te maken. Hoewel ze weet hoe met die aanvallen om te gaan, helpt het om er af en toe over te praten en zo zaken in perspectief te plaatsen.”
Waarin verschillen jullie van elkaar?
Tinneke: “We hebben een heel ander temperament. Ook over sociaal-economische zaken kunnen we van mening verschillen. Ik vind dat totaal geen probleem. Ik heb helemaal geen behoefte om met mensen af te spreken die net hetzelfde als ik denken. In de politiek gaan zou ook niets voor mij zijn. Daarvoor koester ik te veel mijn onafhankelijkheid als filosoof. Die onafhankelijkheid is volgens mij niet compatibel met partijpolitiek.”
Assita: “Ik ben weliswaar geen filosoof en toch filosofeer ik graag. En ook al ben ik dan politica, toch blijf ik voor mezelf denken en mijn mening zeggen.”
Maar als filosoof zal je vrijheid van denken toch minder snel ingeperkt worden dan als politica.
Assita: “Toch vind ik dat je ook als politica moet kunnen blijven zeggen wat je denkt. Ik besef dat dit een grote uitdaging is. Maar ik ben wie ik ben en wil graag zo blijven. Wel vind ik het belangrijk dat je de bal en niet de man of de vrouw speelt. Dat is trouwens niet mijn manier van aan politiek doen.”
Tinneke: “Je kunt inderdaad als politica voor jezelf blijven denken. Maar voor mij is dat toch iets anders dan als filosoof vrij denken. Ik heb geen kiezers die bepaalde zaken van me verwachten. Wat ik wel weet, is dat Assita en ik allebei een grondige hekel hebben om bepaalde denkpatronen opgelegd te worden. Daarvoor staan we veel te veel op onze vrijheid.”
Rechtuit zeggen wat je denkt. Het schrikt geen van jullie beide af. Voelt dat soms niet eenzaam?
Tinneke: “Soms gebeurt het inderdaad dat wat je zegt niet leuk gevonden wordt. Maar als je vrij wilt zijn, moet je eenzaam durven zijn. En als je kijkt welke weg Assita heeft afgelegd, dan kan ik me moeilijk voorstellen dat zij het erg vindt om in een debat met haar mening alleen te staan. Ze komt van Burkina Faso en zit in het Europees Parlement. Dat toont dat ze door iets gedreven wordt dat veel fundamenteler is dan de kritiek die ze krijgt.” Continue Reading ›
Deze column verscheen in De Morgen op dinsdag 20 augustus 2019.
“Weglopen van je verantwoordelijkheid, niet als eenmalige daad, maar als levensstijl, bijna als missie: zo wordt de Engelse elite op privéscholen opgevoed. Een handjevol rijke jongeren slaagt er dankzij die opleiding, met bijhorende netwerken, om de machtigste posities van het land te bezetten. Dat verklaart deels de uitzichtloze ellende van de Brexit: Boris Johnson zelf bezocht het befaamde ‘Eton’, en heel wat kabinetsleden liepen op gelijkaardige instellingen school. Johnson blijft achter een ‘no deal’-brexit staan. Nochtans voorspelt een recent rapport van de Britse overheid maandenlange chaos, stijgende zorgkosten, een harde grens met Ierland en allerlei tekorten. Daarbij wil de Britse regering het vrij verkeer voor EU-burgers afschaffen vanaf 1 november. Kortom, de regering Johnson handelt volstrekt onverantwoord.
Als je de mateloze, haast zelfdestructieve arrogantie van deze lieden wil begrijpen, dan kan je Elizabeth Day’s recente bestseller ‘The Party’ lezen, vertaald als ‘Het Feest’. Het verhaal leest als een thriller – wat is er gebeurd op het chique, extravagante verjaardagsfeestje van Ben Fitzmaurice, een superrijke aristocraat, die de hoogste politieke kringen ambieert? Naast die plot vertelt het boek een veel complexer verhaal, over de onoverbrugbare kloof tussen sociale klassen, privilege en macht. De levensregel voor die elite is eenvoudig: doe wat je wilt, maar verkoop altijd een charmant verhaal, en zorg er voor dat je nooit wordt betrapt. Gebeurt dat toch, wentel dan de nare gevolgen af op anderen.
In Day’s verhaal is vooral Martin aan het woord. Hij groeit op in armoede, met een alleenstaande, kille moeder. Maar hij is bijzonder intelligent, en krijgt een studiebeurs voor zo’n eliteschool. Daar is hij het buitenbeentje. Maar hij slaagt er bevriend te worden met de charismatische Ben. Langzaamaan leert Martin wat dat betekent: de rotzooi van Bens wangedrag voor de buitenwereld toedekken. Ook vrouwen zijn hierbij instrumenteel. Uiteindelijk blijven ze altijd buitenstaanders. Continue Reading ›
Assita Kanko, kandidaat europarlementslid voor N-VA, nodigde me uit om met haar in gesprek te gaan over haar nieuwe boek: ‘Omdat je een meisje bent. Verhaal van een besneden leven‘.
“Omdat je een meisje bent is Assita Kanko’s getuigenis. In een directe, ontroerende en inspirerende stijl vertelt ze het drama dat miljoenen vrouwen ondergingen; een lot dat nog steeds miljoenen kleine meisjes over de héle wereld ondergaan. Omdat de stilte doorbreken de eerste stap is naar het uitbannen van vrouwelijke genitale verminking en het realiseren van zelfbeschikkingsrecht.”
Die boekvoorstelling vond plaats op dinsdag 23 april 2019 in Sint-Pieters-Leeuw voor een bomvolle zaal.
Burgemeester van Sint-Pieters-Leeuw Luc Deconinck leidde in.
Daarna sprak ik met een ontroerende en strijdvaardige Assita; over haar ervaringen, haar engagement, haar liefde voor het leven en de strijd voor vrijheid.
Uitgever Karl Drabbe (Doorbraak Boeken) sloot af.
Dit interview verscheen op de VRT Nieuwssite op maandag 22 april 2019, in een reeks politieke denkers over de democratie vandaag.
Tinneke Beeckman is een Vlaamse filosofe en columniste. Ze behandelt thema’s op het raakvlak van filosofie, maatschappij en politiek. Ze is een graag geziene gaste in de Vlaamse kranten, radio en televisie.
Door Rony Van Gastel, VRT niewssite.
“Mevrouw Beeckman, klassieke centrumpartijen verliezen overal aanhang. Hoe komt dat?
De klassieke centrumpartijen bestaan al heel lang. Ze zijn groot geworden met beslissingen en standpunten over de maatschappelijke breuklijnen van de twintigste, en zelfs het einde van de negentiende eeuw eeuw. Katholiek versus vrijzinnig, om er maar eentje te noemen. Nieuwe partijen en bewegingen hebben het gemakkelijker. Ze gaan vaak voor één heldere boodschap die inspeelt op de vragen en breuklijnen van vandaag. De nieuwe partijen zeulen natuurlijk ook geen hele geschiedenis mee, en kampen minder met onderlinge meningsverschillen. Neem bij ons bijvoorbeeld N-VA of Groen!
Maar ook de ‘populisten’ halen in veel landen stemmen weg bij de klassieke partijen?
Voor populisten geldt het bovenstaande natuurlijk helemaal. Ze brengen een heldere boodschap. En daar zit voor mij meteen ook een gevaar. Dictaturen zijn al wel vaker op democratische manier tot stand gekomen. Maar eens ze aan de macht zijn kunnen ze de structuren van binnenuit veranderen en aanpassen aan hun autoritaire beleid. Dat zie je bijvoorbeeld in Oost-Europa, de rechtsstaat is in sommige van die landen wel heel broos. Neem Hongarije als type-voorbeeld.
In het Oosten van Europa hebben ze lang onder een dicatuur geleefd, je zou verwachten dat net zij beseffen hoe belangrijk democratische instellingen zijn, dat zij goed beseffen hoe belangrijk democratische instellingen zijn? Scheiding van de machten, onafhankelijke rechters, persvrijheid?
Machiavelli heeft daar een niet zo’n fraaie beeldspraak voor, maar ze klopt wel denk ik. Hij vergelijkt onvrije volkeren met een dier dat lang in een kooi heeft gezeten. Wanneer het vrijkomt, valt het makkelijk ten prooi aan de eerste de beste die het wil vangen. Misschien heb je een langere traditie van vrijheid nodig om burgers te hebben die daar ook voor willen vechten.
Bovendien hebben we lang gedacht dat er maar één soort vrijheid is, dat economische, sociale en politieke vrijheid altijd samengaan. Intussen weten we dat dat niet zo is. In China bijvoorbeeld gaat economische vrijheid gepaard met politieke dictatuur. Michael Ignatieff schreef zelfs dat de vrijheid hier in het Westen de onvrijheid in sommige andere landen helpt in stand te houden. Want wie het niet eens is of geen werk vindt kan “vluchten” naar het vrije Westen. Het protest ter plekke, in die autoritaire regimes, zal er alleen maar minder door worden.
Zijn we in West-Europa stilaan een reservaat van democratie aan het worden? En moeten wij dan ook schrik krijgen voor de toekomst van onze democratie?
We moeten in elk geval goed opletten. Enerzijds is er nogal wat inmenging van die dictaturen, ook economisch. Denk aan de verlokkingen van het geld van Rusland of China. Maar niet vergeten dat we ook een intern probleem hebben, namelijk het geloof in de democratie – of het gebrek daaraan – van onze eigen burgers. Uit onderzoek blijkt dat de steun bij de jeugd voor de democratie afkalft. Een deel van de jongeren ziet een autoritaire leider blijkbaar wel zitten. Die jongeren hebben natuurlijk niet ondervonden hoe noodzakelijk die rechtsstaat wel is. Er is al zolang vrede dat we niet meer beseffen hoeveel we te danken hebben aan een vrije pers bijvoorbeeld. Misschien worden we wat slordig, nonchalant met onze verworvenheden.
De jongeren zijn dus geen garantie voor de toekomstige democratie? Klimaat of Brexit, allerlei engagement, er komt toch veel van de jongeren?
Ja, er is wel degelijk een kloof tussen de generaties, en daar kunnen we soms blij om zijn. Maar het is niet omdat je voor het klimaat betoogt dat je ook voor democratie bent, die twee impliceren elkaar niet noodzakelijk. Net zoals het helemaal niet klopt dat de afkeer van democratie alleen bij rechts zou zitten. Ook aan de linkerzijde leeft de verlokking van ‘de verlichte despoot’.
Maar in China zouden ze een moeilijke kwestie als de Brexit waarschijnlijk wel sneller en slimmer oplossen dan de Britten nu doen…
Klopt dat een parlementair regime niet altijd perfect werkt natuurlijk. Maar neem nu die Brexit. Waarom gaat het daar zo moeizaam? Omdat Engeland een tweepartijensysteem heeft. Een polariserend systeem, twee blokken die tegenover elkaar staan zonder enig overleg. Dat is toch heel iets anders dan in Duitsland bijvoorbeeld, of in ons eigen politiek systeem. Wij hebben meer proportionele vertegenwoordiging in het parlement, er is dus vanzelf meer overleg nodig. Leiders als Angela Merkel zijn gedwongen om constant te overleggen met het middenveld, met andere partijen. Compromissen sluiten zit daar ingebakken. Dat de Britten dat zo moeilijk kunnen is een gevolg van hun politiek systeem, niet van de democratie op zich.
Je hoort wel eens dat we complexe problemen best niet alleen aan politici overlaten, maar ook aan experten, technocraten?
Experten zijn belangrijk en die moeten zeker gehoord worden, dat spreekt vanzelf. Maar waarom is er zoveel anti-Europees sentiment, zoveel onbegrip van de burgers? Precies omdat de Europese Unie zo technocratisch is! Dan wordt de EU een soort regelfabriek hé. Luuk van Middelaar, de voormalige woordvoerder van Europees president Van Rompuy heeft dat onderscheid tussen gebeurtenissenpolitiek en regelpolitiek mooi gesteld. Regels werken prima voor stofzuigers. Maar als er echt iets onverwachts gebeurt, dan volstaan de regels niet. Neem de crisis van de Euro een paar jaar geleden, het klimaat of de vluchtelingencrisis. Voor zoiets heb je een maatschappelijk debat nodig, waar mensen zich betrokken bij voelen. Bij de migranten heeft Europa geprobeerd dat te beslissen alsof het om visquota ging.
En dus is het makkelijk scoren voor populisten?
Precies, net omdat het beleid gedepolitiseerd is, ontstaat verzet tegen de Unie en de Europese Commissie zelf. Ook de volgende Europese verkiezingen gaan niet veel oplossen. We zouden moeten discussiëren over de besluitvorming, de Europese grondwet, de centrale bank enzovoorts. Maar dat ligt allemaal vast. En precies daardoor is het helaas een discussie geworden van “voor of tegen de Europese Unie”. Burgers voelen zich niet betrokken, en laat ons wel wezen, eigenlijk zijn ze dat ook niet.
Het politieke boek van het jaar ‘17 in Frankrijk was ‘Plus Rien à Foutre’ van Brice Teinturier – allemaal niks mee te maken. De afkeer van het politieke bedrijf is enorm, zeker in Frankrijk. Peilers zeggen “we kunnen zelfs niet meer vragen wat de mensen ervan denken, ze doen zelfs de deur niet meer open als het over politiek gaat”. Populisten lopen achter de bevolking aan, het is niet omgekeerd. Veel mensen verwachten die redding in Frankrijk ook niet noodzakelijk van Marine Le Pen hoor.
Maar hoe kan je dan de bevolking beter betrekken? Door referenda of inspraakgroepen? Is het model van verkiezingen versleten?
Tja ik denk lokale inspraak zeker een goede zaak is, dat geeft een nieuwe dynamiek. Kijk naar de Oosterweel in Antwerpen, dat is een geslaagd voorbeeld. Maar op het grotere vlak? Politieke partijen en verkiezingen blijven uiteraard belangrijk. Dat ga je niet vervangen door burgerinspraak. Bovendien : je hebt voor de rol als politicus echt wel bepaalde kwaliteiten nodig. Ik heb net in De Standaard geschreven waarom filosofen geen goede politici zouden zijn (lacht). Politicus zijn is een kunst. Dus verkiezingen, partijen, ja dat blijft een onmisbaar ijkpunt.
Er wordt veel over populisme en gezegd. Maar wat is dat een populist, hoe definieer je dat?
Bijna alle partijen doen in een zekere mate aan populisme. Beloften maken die je niet kan houden… Maar de echte populist, dat is iemand die zegt “ik spreek in de naam van het volk, en wie het niet met mij eens is is een tegenstander van het volk”. Erdogan in Turkije is daar een goed voorbeeld van. Of de Hongaar Orban, ook een autoritaire leider die de rechtsstaat aanvalt.
Maar ik wil daar meteen een belangrijke kanttekening bij maken. Het etiket ‘populist’ mag niet worden gebruikt voor iedereen die een onvrede capteert en daar een punt van wil maken. Natuurlijk moet Orban kunnen zeggen “ik vind dat er te veel migratie is en Europa moet op dat vlak een ander beleid gaan voeren”. De contestatie van het beleid moet mogelijk blijven. Continue Reading ›