“We willen langer leven, maar we krijgen langer sterven”, column DS, 7 juni 2018

“We leven steeds langer, vaak dankzij complexe medische verzorging. Die behandelingen worden steeds duurder, vooral naar het levenseinde toe. Er woedt dan ook een hevige discussie over de financiering van de farmaceutische industrie en de toekomst van de sociale zekerheid (DS, interview Cassiman en Willems, 5/06). Wat echter buiten beschouwing blijft, is de verhouding tot de dood. Niemand heeft het er over, terwijl de discussie daarover gaat: veel mensen leven niet alleen langer, ze zijn ook langere periode stervende. Deze merkwaardige paradox tast de levenskwaliteit aan.

Natuurlijk hebben wetenschap en technologie de gezondheid fel verbeterd. De kindersterfte is spectaculair gedaald, de verzorging wordt comfortabeler, de levensduur wordt langer. Maar die nieuwe medische behandelingen voor ziekten waar mensen vroeger snel van stierven, creëren een moeilijkheid: de gedachte dat je elke behandeling moet opstarten, die voorhanden is. Als je kan, dan moet je.

Het gevolg is de illusie van tijdswinst: doodzieke mensen willen langer leven, maar ze krijgen langer sterven. Wie al getuige was van terminale kankergevallen, begrijpt wat dit pijnlijke proces inhoudt: uitzichtloze, afmattende en zelfs mensonterende aftakeling. ‘Mijn schoonbroer leed aan maagkanker, hij stierf als een hond’, vertrouwde een radioloog me toe. Tweeënhalf jaar duurde zijn lijdensweg, van de ene therapie naar de andere.

Een groot deel van die tijd was die patiënt eigenlijk stervende, al wilde niemand dat toegeven. Integendeel. De omstaanders houden vol dat iedereen hoopvol moet blijven, positief moet denken. Alsof de dood een tegenstander is die te verslaan valt. Alsof sterven een nederlaag is. Alsof de dood geen natuurlijke bestemming is. Zo reageert een cultuur die zich afkeert van wat ze niet controleert.

De dood is een taboe, die zelfs tegenover de stervende wordt verzwegen. Tijdens de lange behandelingsperiodes gaan de gesprekken over wat omstaanders wél beheersen: afspraken bij de dokter, alternatieve medicatie, veranderde leefgewoonten. Doen alsof het leven gewoon verder gaat, wordt als een teken van geestelijke gezondheid opgevat. Alsof iemands nakende dood – je eigen, of die van een geliefde – niet het bestaan zelf omver zou mogen gooien. Alsof iemand verliezen niet juist alles wél veranderd. Met dat optimisme lukt het niet altijd, dus volgt de psychologiserende benadering van het levenseinde; de stervende lijdt schijnbaar aan een depressie of een trauma. Te behandelen met pillen.

Zelfs op begrafenissen valt op hoe weinig woorden de aanwezigen vinden om dood, verdriet, verlies te vatten. Daar wordt het riedeltje van de eeuwige optimist evengoed opgevoerd. Gelovig of ongelovig maakt weinig verschil. Na de begrafenis volgt de koffietafel, waar evenmin de dood als de overledene veel aan bod komen. De meeste aanwezigen bespreken de orde van de dag: de baan, de hobby’s, de kinderen. We willen dat de dood zo min mogelijk rimpels maakt; onze eigen dood niet, en de dood van een ander evenmin.

Dat we de dood ontkennen, is geen recent verschijnsel. In zijn nieuw boek ‘Het kostuum van mijn vader’, beschrijft Luckas Van der Taelen treffend hoe de dood als thema wordt vermeden. De overblijvers zitten met diepe letsels – Luckas Van der Taelens vader overleed enkele maanden voordat zijn zoon werd geboren. Niet de dood is traumatiserend, maar het onvermogen om die een plaats te geven in een opvatting over het leven. Eigenlijk is dat probleem niet opgelost, al werd rouw meer bespreekbaar.

De extra tijd die zieke mensen kopen met zware behandelingen, dient dus paradoxaal genoeg vaak om een langere periode stervend door te brengen. Precies dat fenomeen zou onderwerp van gesprek moeten zijn. Want dat is exact wat veel mensen willen vermijden: een gekweld levenseinde. Zelfs pijnstillende middelen kunnen het besef dat het leven eindigt, niet afwenden. Hoe fel we de dood ook mogen ontkennen, er is geen ontkomen aan. In heel wat debatten worden dood, leven en genezing vanuit financieel standpunt benaderd; hoeveel mag een behandeling kosten? en wie heeft er recht op? De discussie verhult onze filosofische, spirituele armoede om over de dood te spreken. Pas wanneer we daar als cultuur een betere, nieuwe taal voor vinden, kunnen gepaste antwoorden op die andere vragen volgen.”

Deze column verscheen in De Standaard op 7 juni 2018.

‘Helder rollenpatroon’, Column DS, 16 nov 2015

Unknown 08.33.05“Opnieuw vinden in Parijs monsterlijke terreuraanslagen door moslimfundamentalisten plaats. Opnieuw lezen we emotionele getuigenissen in de krant, zien we gruwelijke beelden op televisie, horen we onvoorstelbaar wrede verhalen op internet. Hopelijk volgt er na de hype een grondige analyse. Dat was na de aanslag op Charlie Hebdo-redactie in januari niet het geval.

Volgens de Franse filosoof Marcel Gauchet komt dit omdat we niet meer begrijpen dat mensen uit religieuze motieven hun leven willen opofferen. Commentatoren herleiden zulke daden tot vermeende sociaal-economische oorzaken, omdat we in het Westen zelf een beter leven willen organiseren, zonder idee over een hiernamaals. Daarom houden heel wat mensen vol dat de aanslagen niets met de islam of met godsdienst te maken hebben, maar met kansarme jongeren, slachtoffers van uitsluiting. Deze sociaaleconomische verklaring slaat het debat echter dood. Bovenal klopt ze niet: veel armen radicaliseren niet, en veel geradicaliseerde jongeren hadden wel degelijk een job of een opleiding. Continue Reading ›

‘Gelijkheid als richtsnoer’, column DS 15 juni 2015

Unknown 08.33.05“Nu John Crombez voorzitter is, heeft de sp-a een wervend verhaal nodig, klinkt het eensgezind in de kranten. Eerst inhoud leveren, dan een strategie uitstippelen. Maar welk verhaal? De sp-a kan inspiratie vinden in haar basisprincipe: gelijkheid. Alleen is de wereld te complex geworden om die gelijkheid vooral als een herverdeling van rijk naar arm te zien, als de strijd van arbeiders tegen kapitalisten. Mensen hechten aan levenskwaliteit. En de samenleving is divers. Maar zelfs dan blijft gelijkheid een richtsnoer.

UnknownVolgens de Franse filosoof Marcel Gauchet is de belangrijkste verwezenlijking van de democratisering de hedendaagse metafysische gelijkheid, die volgt op een ‘sortie de la religion’. Vanaf de zeventiende eeuw begint een proces dat een einde maakt aan de allesoverheersende hiërarchie die godsdienst oplegt aan de hele samenleving. Er blijft nog wel ruimte voor geloof. Voordien werd de samenleving samengehouden door verschillende relaties tussen partijen die van nature niet gelijk zijn: tussen God en mens, tussen politieke machthebbers en burgers, tussen man en vrouw, tussen ouders en kinderen. Een bovennatuurlijke macht structureert de traditie en hiërarchie. Elk individu heeft als lid van de gemeenschap een plaats in die structuur, en moet die aanvaarden.

Maar de gelijkheidsgedachte breekt met dat idee van ongelijkheid: ze vervangt traditie en haar onderwerping aan het verleden, en richt zich op de toekomst. Ze vertrouwt daarbij niet meer op bovennatuurlijke krachten, maar op de kracht van mensen. Ze leert dat mensen hun lot in eigen handen kunnen nemen, eerder dan de tragiek van het leven te ondergaan.

Die levensvisie had een enorme impact op de levensstijl. Zo veronderstelt de ontwikkeling van therapie een metafysische gelijkheid. Elke moderne therapie, van welke strekking ook, veronderstelt de mogelijkheid om de klassieke, conservatieve hiërarchie te bevragen in open, eerlijke gesprekken. Over je ouders, bijvoorbeeld, kan en mag je toegeven dat je je als kind in de steek gelaten voelde. Dat is geen verraad, geen gebrek aan respect, maar een noodzakelijk inzicht om je verlangens en behoeften te begrijpen. Maar als je vastzit in conservatieve, patriarchale structuren, moet je respect tonen voor je ouders, ongeacht hoe ze zich gedragen. Ook al vernedert je vader zijn vrouw en zijn kinderen. Ook al is je moeder depressief en weinig betrokken. Een jongere heeft dan geen eigen stem, tenzij om instemming te betuigen. Maar het is dankzij de afstand tot traditie en hiërarchie, – al dan niet in het kader van een therapie – dat je voor jezelf een weg kan uitstippelen.
Neem nu de ontroerende getuigenis van Riadh Bahri over leven met depressie. Bahri legt eerlijk uit hoe moeilijk het is om toe te geven dat je hulp nodig hebt. Maar moedig zocht hij een therapeut. En er kwam verbetering. Een therapeut oordeelt niet. Hij bekijkt je niet vanuit de verwachtingen van je opvoeding, je cultuur, je omgeving.

Wat is het verband met een socialistisch project? Links strijdt voor mensen die kampen met armoede en werkloosheid. Die situaties gaan vaak gepaard met andere problemen: lichamelijke en psychische ziekten, verslaving, schulden, mishandeling, opvoedings- en gedragsproblemen. Een laag zelfbeeld en permanente angst werken verlammend. Een modern links project bevrijdt mensen niet alleen uit hun economische en sociale ketenen. Maar het helpt mensen ook om hun levenskwaliteit te verbeteren, door denkbeelden die allerlei vormen van ongelijkheid en hiërarchie in stand houden, te bestrijden. Tenslotte kan een progressief project alleen tot doel hebben dat mensen onafhankelijk worden. Dat is actueler en dringender dan ooit. Uiteraard verkiezen sommige mensen nog altijd traditie en hiërarchie of stemmen ze voor autoritaire leiders. Maar met die voorkeuren tonen ze gewoon dat ze conservatief zijn.”

Verkrachting als politiek wapen, maar voor de eigen ondergang

imagesHet Tahrirplein is opnieuw het centrum van verzet tegen de president, ditmaal tegen Morsi. Burgers pikken niet langer dat het beleid van de president geen soelaas biedt  voor dagelijkse problemen: armoede, werkloosheid, toenemend geweld, uitzichtloosheid.

Helaas vernemen we steeds meer berichten (ook internationaal) over betogende vrouwen die worden meegesleurd en verkracht. Continue Reading ›

Als burgemeesters de wereld regeerden…

Unknown

Benjamin Barber

Interessante lezing Benjamin Barber in Antwerpen, vanavond (Bourlaschouwburg)! Hij schreef recent ‘If Mayors ruled the World‘.

Burgemeesters lossen problemen op waar regeringsleiders weerloos naar kijken, aldus Barber.  We moeten dus grondig nadenken over onze politieke structuren.

Wat is er aan de hand? ‘Globalisering’ betekent dat problemen niet meer lokaal oplosbaar zijn: milieuvervuiling, veiligheid en terrorisme, mobiliteit, armoede… ze kennen geen grenzen. Onze politieke structuren, die nog steeds rond de natiestaat draaien, vragen internationale samenwerking tussen regeringsleiders. Maar dat betekent vaak dat er in werkelijkheid weinig of niets gebeurt, aldus Barber.  Nieuwe politieke structuren zijn dus nodig.  Continue Reading ›

Reactie over armoede in “De Morgen”

imagesDe Morgen plaatst het groeiende probleem van armoede in ons land een week lang op de agenda. Ze vroegen me hoe ik armoede zag.

“Armoede is niet alleen een financieel tekort, het is ook een kwestie van zich afgesloten voelen. Niet alleen van de ander maar ook van waartoe je zelf in staat bent. Een financiële herverdeling volstaat niet, je moet mensen het gevoel geven dat ze bijdragen. Respect en zelfrespect zijn essentiële elementen om uit armoede te geraken.” Continue Reading ›

Is de federale regering marxistisch?

Is de regering marxistisch?

Volgens ondernemers is de federale regering onder Elio di Rupo ‘marxistisch’. Een pittig  debat barstte los. Jan Hautekiet (Radio 1) vroeg me even die vraag te beantwoorden. Dat deed ik. Dan volgde een korte discussie met Johan Van Overtveldt.

Karl Marx

Ik schreef vervolgens een tekstje voor opiniepagina van deredactie, voor een ruimer publiek:

Wat is marxisme? Continue Reading ›

“De schuld van de samenleving”

Nog steeds wordt het gezegd wanneer sommige burgers (kleine of grote) misdaden plegen: “het is de schuld van de samenleving”. Meer nog: het lijkt een soort verplicht ‘links’ nummer te zijn om een aantal feiten te trivialiseren, en te verwijzen naar socio-economische oorzaken.

Precies omdat dat links me nauw aan het hart ligt, reageer ik hier even op. Want juist die benadering staat een stevig links project in de weg, me dunkt. Continue Reading ›

Europa via Griekenland naar de afgrond?

Onrust

Hoe meer je verneemt over Europa, hoe meer reden je hebt tot ongerustheid. Europese landen zakken steeds dieper weg in een recessie. De strenge besparingsmaatregelen van Merkozy verergeren de toestand. Het is onmogelijk – aldus economen als Stiglitz, Krugman – dat de zulke besparingen effectief tot de schuldaflossing van een land leidt. Integendeel, zo’n land moet steeds meer besparen, dan terug lenen, vervolgens meer besparen… tot failliet dreigt. Ik ben geen econome. Als filosofe interesseer ik me meer voor de politieke zijde van het verhaal. Stilaan hebben politici macht overgedragen aan het Europese niveau, bijvoorbeeld wat hun begroting betreft. Europese burgers, in noord en zuid, hebben steeds minder te zeggen over hun toekomst. Wat te doen? Continue Reading ›

Beschouwingen bij P. Janssens’ “Voor wat, hoort wat”

Het boek

De Antwerpse burgemeester heeft onlangs zijn visie op sociaal beleid neergeschreven. ’t Stàd besteedt namelijk veel middelen aan leefbaarheid, maar krijgt fenomenen als kansarmoede, onderwijsuitval en soms weinig leefbare sociale huisvesting moeilijk onder controle.

Pleiten voor méér middelen is niet voldoende, aldus Janssens. We hebben een nieuw contract nodig: een heldere visie op wederzijdse rechten en plichten tussen burgers en overheid. ‘Antwerpen toont de weg’ is Janssens’ boodschap. En dat klinkt goed: Antwerpenaren verwachten niets minder van hun burgemeester. Continue Reading ›