Interview samen met Hind Fraihi over ‘De canon van Vlaanderen’, De Tijd, 13 mei 2023

Dit interview verscheen in De Tijd op 13 mei 2023.

“Na bijna drie jaar voorbereiding werd deze week de langverwachte Vlaamse canon voorgesteld. Buitenbeentjes in de commissie die onze cultuur en geschiedenis samenvatte, zijn de filosofe Tinneke Beeckman en de publiciste Hind Fraihi.

Van neanderthalers in de Maasvallei tot de reuzenstoet in Borgerhout: in zestig thematische vensters vat de Vlaamse canon onze geschiedenis en cultuur samen. De eerste druk van het boek was in een dag uitverkocht. Dat, en de over-wegend positieve reacties, sterken Hind Fraihi en Tinneke Beeckman in hun overtuiging dat hun werk ‘op zijn merites’ is beoordeeld. Het project, gelanceerd op initiatief van de N-VA om de Vlaamse identiteit te versterken, was van in het begin controversieel. Historici vreesden dat de canon de ‘exponent van een assertieve identiteits-politiek’ ging worden.

Een groep academici beschuldigde jullie in het begin van het project van ‘enggeestigheid’.

Tinneke Beeckman: ‘Op een bepaald moment ging het zelfs over de ‘collaboratiecommissie.’ Op dat moment wordt je professionele legitimiteit onder de bus gegooid. Maar die verwijten gaven een enorme kracht om door te zetten. Wij hadden de kritiek niet nodig om te beseffen dat we het ook over de lastige dingen uit onze geschiedenis moesten hebben.’

Waarom zijn jullie in de commissie beland?

Hind Fraihi: ‘Ik vond de canon noodzakelijk vanuit mijn journalistieke focus op het moslimextremisme en extreemrechts. Want op dat terrein zie ik een identiteits-vacuüm. Mensen weten eigenlijk niet waarvan ze komen, wat hen verbindt en wat hen verdeelt.’

‘Bij moslimextremisme zie je veel historische vervormingen van werkelijkheden, zodat ze passen in een ideologisch kraam. De Koran verbiedt mensen te verbranden, terwijl IS dat herzag. Bij extreemrechts zie je een gebrek aan historische referenties. Het nazisme speelt niet echt een rol in het extreemrechtse gedachtegoed van de hui-dige generatie. Ik vond het noodzakelijk om met een canon jongeren wel op die referentie te wijzen.’

Beeckman: ‘Het gevaar vandaag ligt veel meer in het niet weten, dan dat iedereen zoals in de jaren 30 een sterke ideologie zou aanhangen. Het is het ontbreken van kennis over ideeën die mensen vatbaar maakt voor de Dries Van Langenhoves van deze wereld. Zij kunnen zeggen wat ze willen, omdat jongeren, maar ook anderen, geen kader hebben.’

Fraihi: ‘In het Arabisch hebben we daar een mooie uitdrukking voor: een lege emmer kan je met eender wat vullen. Dat is het probleem: de emmer wordt met eender wat gevuld, en vooral met wantrouwen. Wantrouwen tegen de media, tegen de academische wereld, tegen de politiek.’

De canon is voor u een manier om die emmer anders te vullen?

Fraihi: ‘Al is het maar met een druppel, ja.’

Zijn er politici over de schouder komen meekijken?

Beeckman: ‘Nee, absoluut niet.’

Wat waren de moeilijkste discussie-punten in de commissie?

Fraihi: ‘Het was vooral moeilijk te schrappen in de onderwerpen.’

Beeckman: ‘Het hielp dat we zestig vensters van de canon nog konden aanvullen. Bij het thema onderwijs voor meisjes konden we daardoor zowel de schrijfsters Marie Belpaire als Virginie Loveling opnemen.’

Fraihi: ‘Voor mij zat de uitdaging in het vinden van herkenningspunten met vandaag. Waarin zouden jongeren zich kunnen vinden? Zo kregen we een goede mix van ankerpunten en namen van wie je misschien nog niet gehoord hebt, maar die vandaag relevant zijn. Door de Congolese mensenrechtenactivist Paul Panda Farnana op te nemen, konden we het over de kolonisatie en de dekolonisatie hebben.’

Bij de Nederlandse canon luidde de kritiek daar dat hij te mannelijk was. Is dat iets waarop jullie gelet hebben?

Fraihi: ‘We hebben een goede mix gemaakt, zonder dat het een geforceerde zoektocht werd.’

Beeckman: ‘In de commissie zat hoogleraar kunstgeschiedenis Katlijne Van der Stighelen, die goed op de hoogte is van onderbelichte vrouwelijke schilders. Omdat zij niet met levende modellen mochten werken, beperkten ze zich tot stillevens. We hebben het over Clara Peeters, een tijdgenote van Peter Paul Rubens die als eerste vrouwelijke kunstenaar een tentoonstelling kreeg in het Prado in Madrid.’

De keuzes liggen niet altijd voor de hand. De canon wijdt een venster aan Cathelyne Van den Bulcke, die in 1590 op de brandstapel belandde omdat ze verdacht werd van hekserij.

Fraihi: ‘Je kan zoiets wel ophangen aan vandaag, nu mensen vaak virtueel afgebrand worden. Er zijn nu heksenjachten op de sociale media, er is massahysterie, je hebt fake news. Vaak zijn vrouwen daarvan het slachtoffer.’

Volgens het Vlaams Belang staat de canon vol culturele zaken die niets met Vlaanderen te maken hebben.

Beeckman: ‘Misschien niet met het Vlaanderen zoals zij het zich verbeelden.’

Fraihi: ‘Ze redeneren vanuit een imagi-naire identiteit, terwijl Vlaanderen de etnische grenzen altijd al kon overstijgen. Kijk naar de soldaten uit de kolonies tijdens de Eerste Wereldoorlog.’

Is het multiculturele karakter van de reuzenoptocht in Borgerhout echt onmisbaar om Vlaanderen te begrijpen?

Beeckman: ‘Het toont hoe de wereld in Vlaanderen gekomen is.’

Fraihi: ‘Dat was ook mijn bedoeling: om wat verwarring zaaien, de vraag te stellen wie we nu eigenlijk zijn, en om sommige dingen net niet te begrijpen.’

Elisabeth Meuleman van Groen noemt het een bijna woke canon.

Beeckman: ‘Dat vind ik gek en vooringenomen. Is het zo revolutionair dat we het homohuwelijk in de canon opgenomen hebben? De adoptie van kinderen door homokoppels is zelfs door de N-VA goedgekeurd.’

Fraihi: ‘Woke is een modewoord dat is overgewaaid uit andere contreien. Alsof je plots wakker wordt en er voorheen geen strijd is geweest. Het doet heel wat af van voorafgaande gevechten voor gelijkheid, tegen racisme en tegen discriminatie. De canon illustreert net hoelang die strijd al bezig is.’

Van welke thema’s vindt u het jammer dat ze de canon niet gehaald hebben?

Beeckman: ‘De kritiek dat de podium-kunsten uit de jaren 80 er niet in staan, vind ik misschien wel terecht.’

Hetzelfde wordt gezegd van de afwezigheid van schrijvers als Willem Elsschot, Guido Gezelle of Paul van Ostaijen.

Beeckman : ‘Je moet nu eenmaal keuzes maken.’

Tijdens de voorstelling van de canon in het parlement zei minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) dat de canon ‘just niks moet’. Maar hoe willen jullie dat hij gebruikt wordt?

Beeckman: ‘Als leerkracht kan je hem gebruiken als bron van informatie en om kennis te ordenen en te structureren. Docenten voor nieuwkomers zijn enthousiast, omdat ze via de canon bepaalde waarden en normen kunnen illustreren, zoals het gegeven dat ook meisjes naar school gaan en de gelijkheid tussen man en vrouw.’

Fraihi: ‘Ik heb het eerste exemplaar aan mijn moeder gegeven. Het eerste wat ze zei, was: ‘Dit komt bijna zestig jaar te laat.’ Ze is hier in 1966 aangekomen uit Marokko. Er was geen onthaalbeleid, ze kreeg geen taallessen, er was geen inburgeringstraject. Ze liep hier verloren. Kennis verwerven is ook een privilege. De critici van de canon gaan daar makkelijk aan voorbij.’

Kan je de canon gebruiken om er de Vlaamse identiteit mee te bepalen, zoals de N-VA wilde?

Fraihi: ‘Om een meerlagige identiteit mee te vormen, ja. Vandaag lijkt het alsof je het moet verdienen Vlaming te zijn. Je kan het niet zomaar worden. Maar wat is een Vlaming? Wie is Vlaming? Dat is het beginpunt van de canon: nagaan wie we zijn. En dan nadenken wie we willen worden.’

‘Ik sta op verschillende kruispunten wat betreft identiteiten. Ik ben een Klein-Brabander met Marokkaanse roots die Iberisch georiënteerd opgevoed is, met wat Joodse afkomst. Vlaanderen is gemengd. Laat al die identiteiten maar komen.’

Beeckman: ‘Net omdat er ook zoveel kritische en moeilijke thema’s uit onze geschiedenis in staan, omarm je niet alleen de jubelmomenten, maar word je ook geconfronteerd met de mislukkingen en de drama’s. Ik denk dat die realistische kijk verhindert dat je helemaal wordt meegesleept in dat verhaal van identiteit.’

door Henk Dheedene