Recensie van ‘Macht en Onmacht’ door Carel Peeters in ‘Vrij Nederland’

Unknown-1Deze literaire kroniek verscheen in Vrij Nederland, op 18 december 2015. Door Carel Peeters.

“De laatste honderd jaar heeft menig filosoof geprobeerd om de menselijke autonomie te ondergraven door bijvoorbeeld te zeggen dat niet het individu (het ‘subject’) maar de ‘structuren’ of het ‘onderbewuste’ het voor het zeggen hebben. De Vlaamse filosofe Tinneke Beeckman beschouwt dit als een aanslag op de verworvenheden van de Verlichting.

Het Franse modehuis Hermès, vooral bekend van de zijden sjaals, daagt soms jonge ontwerpers uit door ze te vragen een sjaal te ontwerpen in het kader van hun jaarlijkse thema. Dit jaar was dat La flânerie. Dat is de ‘délicieux’ genoemde Franse kunst van het rondhangen en flaneren. Het winnende ontwerp van dit jaar, ‘Les Confessions’ van Flavia Zorilla Drago, is een kleurige zijden sjaal met al dan niet flanerende figuren en veel woorden ontleend aan passages uit de Bekentenissen van Jean-Jacques Rousseau. Daarin zegt hij dat hij niets liever doet dan nietsdoen.

Bij flaneren in Parijs kan ik me heel goed iets voorstellen, maar de aanblik van een nietsdoende Jean-Jacques Rousseau, de filosoof die ooit schreef dat we terug moesten naar de natuur en dat cultuur en wetenschap niets aan de beschaving hebben bijgedragen, dat lijkt mij des duivels oorkussen en niet goed voor de beschaving. Voor de Vlaamse filosofe Tinneke Beeckman is de Rousseau-sjaal in haar boek Macht en onmacht, een verkenning van de hedendaagse aanslag op de Verlichting het bewijs dat in een neoliberale kapitalistische samenleving alles te gelde wordt gemaakt, zelfs de gedachten van een filosoof. Bovendien is ‘lezen, uitzoeken en nadenken’ dan niet meer nodig. Je doet een sjaal van vierhonderd euro om en de wijsheden van Rousseau omhelzen je.

H002959S-08_preview-1280x1280De Rousseau-sjaal is een typisch hedendaags artikel waarin luxe commercie en filosofie samensmelten omdat het door ironisch schouderophalen kan worden vergoelijkt. Beeckman tilt daar iets zwaarder aan. Voor haar is het een niet helemaal onschuldig onderdeel van het verval van het denken in het algemeen. Voor het neoliberalisme is niets meer heilig, als er maar geld mee te verdienen valt. Het is daarmee verwant aan het postmodernisme, dat ook nergens meer grenzen ziet: alle criteria zijn vloeiend geworden. Harde noten worden niet meer gekraakt aangezien de waarheid niet meer zou bestaan. Vroeger, citeert Beeckman de wetenschapsfilosoof Bruno Latour in een interview in Trouw, keek de intellectueel neer op de gewone bevolking, nu schudt de bevolking het hoofd bij wat de intellectueel zegt. Van hem komen geen vlijmscherpe inzichten meer. ‘Vandaag geldt de macht van de retoriek. Wie de scherpste tong heeft, al komt hij met een ongeloofwaardig verhaal, heeft de macht.’ Continue Reading ›