“Af en toe staat het in de krant, maar dan als een curiosum: steeds meer mensen geloven in complottheorieën. Wetenschappelijke onderzoekers bestuderen het fenomeen, maar wie de krant leest, merkt het amper. De media bespreken bij uitstek zowel de redelijke theorieën als de zichtbare macht: het regeringsbeleid, de oppositieleiders, de resultaten van nieuwe peilingen. Voor steeds meer mensen weerspiegelt deze politiek een schijnvertoning: ze denken dat echte macht onzichtbaar is, dat politici, wetenschappers, buitenlandse regeringsleiders achter de schermen de belangrijke beslissingen nemen. Dat leidt ertoe dat samenzweringstheorieën veelvuldiger en sneller ontstaan. Instant revisionism heet dat: meteen na een ongeval of aanslag regent het suggestieve facebookposts over duistere krachten en circuleren internetfilmpjes over de ‘ware’ toedracht.
Na de aanslagen op de Charlie Hebdo-redactie, bijvoorbeeld, geloofden heel wat jongeren dat de Mossad of de CIA de moorden hadden beraamd. Extreemrechtse politici, zoals Jean-Marie Le Pen, meenden er de hand van de geheime diensten in te herkennen. Daarmee leggen ze de macht én de morele kwaadaardigheid volstrekt bij een andere groep. Tegelijkertijd tonen ze hun onvermogen om kritisch naar de eigen groep te kijken. Dat zo’n complot een onwaarschijnlijke ontplooiing van macht veronderstelt om het te doen slagen, met heel veel zwijgende medeplichtigen, is een bezwaar dat complotdenkers niet willen horen. Want eigenlijk is het schier onmogelijk dat één groep zo’n greep op de werkelijkheid kan hebben. En toch winnen die theorieën veld: De Franse president Hollande moest vaststellen dat de Franse overheid duizenden burgers zelfs niet meer bereikte, en hij kondigde eind januari 2015 plannen aan om complottheorieën internationaal te bestrijden.
Samenzweringstheorieën zijn doorgaans een vette kluif voor cognitieve psychologen, die de opmerkelijke drogredeneringen onderzoeken: hoe mensen uit enkele beelden verregaande conclusies trekken, hoe ze selectieve informatie geloven, hoe ze bepaalde bronnen als vergiftigd beschouwen. Maar zo’n complotdenken vormt ook een belangrijk politiek probleem.
Langzaamaan ontstaan gescheiden werelden: burgers die de traditionele media en de officiële berichtgeving volgen. En de anderen die zelf op zoek gaan via het internet. Soms zijn ze vlotjes bereid om een alternatief verhaal te geloven. Niet alleen over moordaanslagen, ook over klimaatopwarming, fraude met geneesmiddelen of wetenschappelijke prestaties (zoals de maanlanding).
Wat speelt er in mee? Niet alleen cognitieve dwalingen, maar een toenemende machteloosheid. Die machteloosheid combineert enkele uitgangspunten: ‘ik heb geen greep op de werkelijkheid, maar anderen des te meer. En al heb ik geen macht, ik ben wel nog vrij in mijn denken: ik laat niet met me sollen. Ik geloof niet zomaar wat er verteld wordt.’ Wat aantrekt, is juist dat de samenzweringstheorie buiten de mainstream-media valt, alsof wie erin gelooft tegen de stroom in durft te roeien, en zich niet onderwerpt aan de machinaties van anderen. Hoewel hij dus een foute methode gebruikt, laat zo’n denker zich voorstaan op een buitengewoon kritische houding. Niet zelden is hij hoger opgeleid. Continue Reading ›