‘Stop met zeuren en omarm je tegenslag’, interview De Standaard, 14 nov 2020

Interview door Karel Verhoeven, in DS Letteren op 14 november 2020, over mijn nieuw boek, ‘Machiavelli’s Lef‘. Foto’s: Jimmy Kets.

Een boek over het lef van Machiavelli publiceren een week nadat Trump verslagen is, lijkt een flagrant geval van slechte timing. Maar Tinneke Beeckman ontdekte achter de cynische manipulator een kritische denker.

Is Niccolò Machiavelli niet de gids voor cynische manipulators voor wie geen leugen te gortig is omdat het doel de middelen heiligt? Wat een verfrissing brengt Tinneke Beeckman over Machiavelli, en belangrijker, over hoe te begrijpen waar Joe Biden voor staat. En samen met Biden alle democraten die het willen opnemen tegen de populistische revolte. De Machiavelli die Beeckman optrekt, is een verrassende en confronterende leermeester. Democraten die de deugd aan hun zijde voelen en zich er graag op beroepen, hebben een kwaaie klant aan hem. Hij zou striemend zijn over hun arrogantie. En over hun weekhartigheid over macht. Alleen wie het beest zonder taboes in de ogen kijkt, kan hopen het in toom te houden. Kan hopen om vrij te blijven.

‘Hem lezen en over hem schrijven was een vreemde ervaring’, zegt Beeckman. ‘Ik zat in een vrouwelijke wereld van zwangerschap en zorg voor mijn dochter. Machiavelli is een Italiaanse macho. Er is niets vrouwelijks aan hem, aan waarover hij schrijft, noch aan hoe. Ik vroeg me zelf ook af hoe ik bij hem uitkwam. Lelijke manipulatie is de kant van de politiek die ik verafschuw. Macht verwerven houdt mij niet bezig. Ik ben een zelfstandige filosofe. Ik heb geen baas en ik ben baas over niemand. Maar het ontmaskerende van Machiavelli trekt me aan. Zijn antipaternalisme. Zijn aansporing om heel goed te kijken naar degene die voor je opstaat en zegt dat hij het allemaal voor jou doet. “Kijk eens wat voor een leugenaar en bedrieger die paus Alexander VI is.” Machiavelli verkondigt wat niemand anders durft te verkondigen. Dat zet hij zelf bovendien dik in de verf. Voor hij provocerende dingen schrijft, kondigt hij breed en luid aan: ik ga nu iets anders zeggen dan alle anderen. Ik bewonder dat. Je moet altijd kritisch durven te denken. Het is wat Machiavelli gemeen heeft met Spinoza, en met Nietzsche. Wees kritisch over de drijfveren en verlangens van mensen die beweren een soort morele deugdelijkheid te bezitten. Wees dus ook kritisch over je eigen verlangens.’

In de Machiavelli die u leest, zit nauwelijks cynisme.

‘Soms zit er veel woede achter zijn zinnen. Hij voelt een diepe afkeer voor de corrupte macht en het gewelddadige leiderschap van zijn tijd. Er zit een hardheid in. Een meedogenloosheid die niet altijd makkelijk is. Maar ik bespeur in hem toch altijd opnieuw die poging om zich tegen cynisme te verzetten, ja. In zijn brieven, en vooral in dat dikke boek, de Discorsi, ontdekte ik een andere Machiavelli dan die van Il principe, het boekje dat hem die reputatie van politiek-filosofische duivel heeft opgeleverd. Dat is de Machiavelli die, wanneer hij tijdens zijn verbanning naar zijn schrijfkamer gaat, plechtig meldt: “Ik trek mijn vuile gewaden af en ga in gesprek met de ouden”. Met Livius en Tacitus. Die wereld is wel draaglijk. Door de verhalen, de wijsheid, het inzicht. Met de ouden voert hij imaginaire filosofische gesprekken.’

‘Voor mij was Machiavelli een plek waar ik me kon terugtrekken, vooral in tijden van corona. Hij schrijft fantastisch, hij laat van alles gebeuren, actie à volonté, en hij grossiert in geniale observaties en rake gedachten.’

Loont het nog de moeite om Machiavelli te lezen om te leren hoe macht te verwerven? 

‘Hij begrijpt de voorwaarden voor politieke actie, zelfs om goede daden te stellen. Ook Hannah Arendt vond dat verfrissend aan hem. Voor je iets kan doen met de macht, moet je ze eerst verwerven. Daar zijn schimmige daden voor nodig, en je mag je neus daar niet voor ophalen. De politicus die in de spiegel kijkt en terugdenkt aan wat hij gedaan heeft, doet dat onvermijdelijk met een vorm van pijn, afschuw of schaamte. Helemaal zuiver blijven en toch politieke macht verwerven, is een leugen. Ik hou van het idee dat je je het beste kan verweren tegen misbruik van de macht als je er een zo realistische mogelijke kijk op hebt. Door niet mee te stappen in de schone schijn die de macht rond zichzelf ophangt.’

Politiek zoals Machiavelli die ervaart, is niet voor tere zieltjes.

‘Politiek bestaat voor hem uit conflict. Er zijn twee betrokken partijen: het volk en de elite. Het volk verlangt ernaar om vrij te leven, de elite wil het volk overheersen. Het volk is dus meer vrijheidslievend dan de elite. Die wil haar macht behouden of het liefst vergroten. Als ze daarin slaagt, ontstaat misbruik. Daarom is inspraak van het volk nodig. De tirannie is nooit een lang leven beschoren. Als burgers zich vrijuit met politiek kunnen inlaten, leidt dat tot wetten die de vrijheid bevorderen. Vrijheid, daar gaat het voor Machiavelli om, dat is het hoogste goed. De vrije republiek.’

Zou u Machiavelli omschrijven als een democraat?

 Jimmy Kets

‘Hij heeft een sterke democratische inslag. Hij neemt het consequent voor het volk op. Hij vindt het volk verstandiger dan de vorst: het heeft een beter oordeelsvermogen, het is eerlijker in zijn streven. Maar hij is realistisch over macht. De mensen die het meest naar macht verlangen, vanuit eerzucht, hebzucht, geldingsdrang, zijn doorgaans het minst geschikt om ze in handen te krijgen. Tegelijk kan je die passies niet onderdrukken. Je moet integendeel een politiek systeem ontwerpen dat met de passies en ambities werkt, en ze vervolgens ten dienste stellen van de gemeenschap. Je houdt de machtswellust dus in toom door wissels van de macht in te bouwen. Door een volkstribunaat naast een senaat te installeren. De macht van één individu te beperken. En door de burgerlijke deugd te promoten. Aan wie ken je roem toe en wie eer je? Wie belaad je met gloria? Voor wie applaudisseer je? Liefst niet voor de egomaniakale gek, wel voor degene die zich inzet voor de samenleving. In tijden van crisis wordt veel duidelijker wie dat is. De verpleegster en de vuilnisophaler. De mensen die blijven werken moet je eer en prestige geven. Terwijl een narcistische samenleving net het omgekeerde doet en voortdurend mensen beloont die van zichzelf de lof bezingen, alleen aan zichzelf denken, pretenderen kwaliteiten te hebben die ze niet hebben, die geen verantwoordelijkheid nemen voor hun falen maar het succes aan zichzelf toeschrijven. Dat ondergraaft de deugd in een samenleving. In de Discorsi schrijft hij: in vredestijd nemen vooral mensen met privileges de belangrijkste posities in, zij met de juiste afstamming en connecties. Maar in crisistijden vallen de onbekwamen door de mand en zie je wie virtù heeft. Als je dat leest in volle corona-epidemie, blijkt dat unheimlich accuraat.’

Die republikeinse deugden zijn herkenbaar als de antieke deugden. Zijn wij, kapitalistische modernen, die verloren?

‘Ik denk het niet. Veel mensen hebben bijvoorbeeld respect voor leerkrachten. Maar in een maatschappij die alleen beloont wat ze kan meten, levert dat weinig op, omdat wat een goeie leerkracht doet zo moeilijk meetbaar is. Het financiële kan ook niet de enige beloning van deugd zijn. Iemand als minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke is zich daarvan bewust. Als iedereen in je gezondheidszorg, de topdokters op kop, een zo hoog mogelijke financiële beloning nastreeft, kapseist je systeem.’

Het volk houdt de elite bij de les. Is de populistische kiezer dan toch een grotere verdediger van de vrije republiek dan de intellectuele elite die haar deugden altijd offert voor haar privileges? 

‘In de Verenigde Staten bemoeilijkt de gigantische schaal waarop desinformatie woekert via de sociale media de wijsheid van het volk. Desondanks hou ik niet van de liberale arrogantie, van zij die het allemaal zoveel beter weten. Het is gewoon waar dat grote groepen in de maatschappij weinig of geen voordeel plukten van de globalisering. Dat ze in Deurne de effecten van de migratie veel ruwer voelen dan in Brasschaat. Hoe paternalistisch dan om te zeggen dat zij racisten zijn, of dat ze allemaal bang zijn. Gelukkig zijn wij, de niet-angstigen, er om hen te verzekeren dat ze geen angst hoeven te hebben. Alsof de niet-angst de stem van de rede is. Machiavelli vindt dat je politieke conflicten vooral moet analyseren: je moet de noodzaak die anderen voelen, proberen te begrijpen. Vanuit welk verlangen, uit welke urgenties, vanuit welk denkkader kijken andere mensen naar dezelfde werkelijkheid? Die oefening moet je vooral doen bij mensen met wie je het volledig oneens bent. Je zal veel meer van politiek begrijpen dan wanneer je mensen de-legitimeert. Politiek denken is precies niét het de-legitimeren van die andere.’

Maar wanneer Trump de verkiezingsuitslag niet erkent en zijn aanhangers de democratie niet meer respecteren, komt de vrije republiek in gevaar, niet door de elite, maar door het volk.

‘Trump is een symptoom van een veel diepere malaise die al langer aan de gang is. Het begint bijvoorbeeld bij Bill Clinton, die handelsakkoorden sluit, de deuren openzet voor Wall Street en erop rekent dat globalisering iedereen vooruit duwt. Maar hij kijkt niet om naar wie toch verliest. En die blijken met velen te zijn. Zij krijgen te horen dat er geen alternatief is. Wel, als mensen in de hoek geduwd worden, kiezen zij voor een radicaler alternatief. Als de elite erin slaagt om de stem van het volk te negeren, komt een einde aan hun vrije republiek. Een sterke man staat op die beweert te spreken in naam van het volk. De klassieke populist, Boris Johnson of Donald Trump, doet in zijn populair taalgebruik alsof hij het volk vertegenwoordigt terwijl hij zelf tot de elite behoort. Terend op ongenoegen verwerft hij zo veel mogelijk macht. Die bedrieglijke truc is alleen mogelijk in een republiek die al corrupt is. De elite in de VS bestond uit clans en families. Clinton en Bush. Politieke strijd was gewoon een strijd geworden tussen families en hun aanhang. Ik citeer Gore Vidal over het Amerikaanse systeem: “There is one party, the property party, and it has two right wings.” Natuurlijk moet je zo’n autoritaire leider bestrijden met alle middelen die je hebt. Maar hem uitdrijven volstaat niet. De pluraliteit moet terugkeren in het politieke systeem.’

Zelfs als alles peis en vree is, ziet Machiavelli een ander gevaar opdoemen: gemakzucht. Gebrek aan noodzaak. Bewijst de tweede coronagolf dat wij ten prooi gevallen zijn aan die gemakzucht en zelfs bij zware crisis geen noodzaak meer ervaren?

‘Ik vind het te moralistisch om te zeggen dat wij allemaal slappelingen geworden zijn. Maar als maatschappij moet je natuurlijk wel op tijd wakker worden. Geen zelfbeklag. Geen zelfmedelijden. Beseffen dat sommige dingen voorbij zijn. En daar niet over blijven jammeren. Bij klimaat wordt dat nog een veel grotere uitdaging. Spotgoedkope weekendtrips met het vliegtuig? Dat komt nooit meer terug. Dat beseffen, is deugd tonen.’

‘Jongere generaties hebben groot gelijk dat ze zich verzetten. De destructie van de planeet kan zo niet verder, en zij gaan de nadelen ondervinden zonder even grote voordelen te hebben geplukt.’

Toont de jeugd meer deugd?

‘Ze houdt het algemeen belang meer voor ogen. Klimaat wordt cruciaal voor het overleven. Klimaat zal de ongelijkheid ook vergroten. Grote groepen zullen minder middelen hebben om zich aan te passen. Of de acties van de jongeren efficiënt en deugdzaam zijn, vind ik een andere kwestie. Je kan alleen duurzame macht verwerven als je het volk mee hebt. Je moet sowieso je medeburgers overtuigen. Daar moet je je acties, je retoriek, je zoektocht naar bondgenoten, op afstemmen. Zonder die brede schare aan medestanders wordt je politieke strijd erg moeilijk. Het is bij Machiavelli een cruciaal argument tegen samenzweringen. Samenzweerders kunnen de leider vermoorden, maar ze worden makkelijk door hun medeburgers gewantrouwd. Het is moeilijk om efficiënte, duurzame politieke verandering door te voeren.’

De politicus die dat nastreeft, moet zijn idee op het juiste moment pitchen, wanneer de tijd er rijp voor is. Of slaagt een groot politicus erin om de tijd vorm te geven? 

‘De staatsman geeft de tijd vorm. De populaire politicus surft op de tijd. Bij beiden speelt opportunisme. Machiavelli noemt dat “gelegenheid”, occasio. Hij verbeeldt ze, typisch voor de renaissance, als een vrouw. Ze springt van het ene wiel naar het andere, ze holt je voorbij maar draagt haar haar voor haar gezicht, zodat je haar bijna niet kan herkennen. Reageer je niet op het juiste moment, dan kan je haar alleen vol berouw nakijken. Een goeie politicus heeft een geweldig gevoel voor timing. Hij is als een solist in een orkest die weet op welk moment hij moet inspringen en wat hij moet spelen. Het is weinigen gegeven. De politicus moet het elke dag doen met wat zich aanbiedt in de realiteit en daarop inspelen. Hij wordt geleefd door de tijd en door de evenementen.’

En dus kan de politicus alleen succesvol blijven als hij voortdurend blijft bewegen en veranderen?

‘Dat is de moeilijkste opdracht. Je hebt nu eenmaal je temperament. Je valt terug op je eigen ervaringen: wat heeft gewerkt in het verleden? Maar als de situatie totaal verandert, sta je met lege handen. Hoe Hillary Clinton tegen Trump aanbotste, vind ik een frappant voorbeeld. Hillary vertelt ideologisch nog altijd het verhaal van de jaren 90, uit de tijd van Bill Clinton. Ze bouwt voort op haar ervaringen, ze is buitengewoon intelligent, ze werkt keihard, ze kent Washington als haar broekzak, ze heeft de netwerken, de financiële mogelijkheden. Het was ondenkbaar dat ze niet zou winnen. Alleen heb je fortuna. De tijden veranderen. En plots staat daar niet Jeb Bush, maar Donald Trump. Die openlijk racistisch en misogyn is, die het spel totaal anders speelt, voor kiezers die anders reageren omdat zij in een andere wereld leven. Aan al haar ervaring heeft ze niks meer.’

Deze keer kwam fortuna in de gedaante van corona en speelde ze in het nadeel van Trump? 

‘Essentieel voor Machiavelli is dat als je heel veel virtù hebt, je fortuna kan temperen. Als je grondig bent voorbereid op een pandemie, als je je gezondheidszorg hebt verstevigd, je federale rampenplannen op orde hebt, dan kan je zo’n pandemie temperen. Maar heb je geen deugd, dan komt de klap des te harder aan. Je moet succesvol mee blijven veranderen. Dus moet de verandering ingebakken zitten in het politieke systeem. Leiders moeten komen en gaan op basis van hun talenten. Er mag geen elite zijn die de macht ontoegankelijk maakt. Twee of drie decennia met dezelfde clans is nefast. Als Joe Biden nu denkt: Trump is weg, het wordt opnieuw de politiek die ik al veertig jaar beoefen, dan begaat hij een fatale vergissing. Ik had het geruststellender gevonden hadden ze iemand nieuw naar voren geschoven, een jongere kracht, die vanuit de uitdagingen van de tijd opklimt en macht verwerft. Je kan een tachtigjarige moeilijk verwijten dat hij het nieuwe niet begrijpt.’ 

Hoe leest u vanuit dat referentiekader de Belgische politiek? Brengt een regering met groenen en socialisten erbij de correctie die de tijd oplegt?

‘Afwisseling van de macht is gezond. De vrienden en de netwerken krijgen anders te veel impact. Maar een paar andere partijen volstaat niet. Machiavelli noemt zichzelf een geneesheer van de politiek. Als genees­heer moet je een kwaal snel ontdekken, een diagnose stellen en een antwoord bieden. De staat is zoals een lichaam, er mankeert voortdurend iets aan. Hoe sneller je reageert hoe beter. Anders wordt de kwaal erger en brengt ze je in gevaar. Je moet dus altijd sleutelen aan de instellingen van je staat. Alleen zo garandeer je de continuïteit van je vrije republiek. Wat dat betreft scoort België dramatisch. De particratie zit vol mechanismen die erop gericht zijn zo weinig mogelijk te veranderen. Ze leggen de macht bij enkelingen. Als ons parlement moet gelden als volksinspraak, zijn we er heel slecht aan toe. Het is niet alleen onheilspellend dat het zo geëvolueerd is, nog erger is dat echte hervormingen buiten bereik liggen.’

Wordt een clash tussen die elite en het volk onvermijdelijk? 

‘Dat weet ik niet, ik ben een filosoof, geen profeet.’

Maar de wind richting Vlaams Belang is wel sterk. 

‘En die partij heeft wel iemand van de jongere generatie aan de macht gelaten. Zij beseften dat ze, om te overleven, moesten veranderen met hun tijd. Fortuna is ook een geweldige waarschuwing tegen zelfgenoegzaamheid. Vlaanderen is toch wat zelfgenoegzaam. We gaan ervan uit dat welvaart nu eenmaal bij onze regio behoort. Maar de Brexit zal een zware impact hebben, die boven op de pandemie komt, en de klimaatverandering, waardoor er geen enkele garantie is. Maar er leeft te weinig een gevoel van urgentie. Als je staatsstructuren vastgeroest zijn, is het erg lastig om op noodzaak in te spelen. Veel energie gaat verloren aan interne partijpolitieke strijd of aan een perceptiestrijd tussen partijen.’

Op welke manier test de pandemie onze democratie? 

‘We moeten ons idee van vrijheid herijken. Wij leven naar een negatieve liberale vrijheid. Niets mag ons hinderen. Ik heb toch het recht om mezelf te ontplooien? Te feesten? Op reis te gaan? Wie heeft de autoriteit om mij dat te verbieden? Het zalige aan Machiavelli is dat hij helemaal niet denkt vanuit dat “recht hebben op”. Alleen de realiteit telt. Ze daagt je uit. De noodzaak die ze ontketent, brengt hopelijk het beste in jou naar boven. Je kan je tegenslag omarmen. Als je niet vindt dat je recht op iets hebt, is je verlies ook veel kleiner. Zijn tijden waren zo bar. Hij is vals beschuldigd van samenzwering in 1512. Plotseling was hij zijn baan kwijt. Zijn republiek was ten onder gegaan. Hij was in de gevangenis gegooid. Gefolterd. Dan haast toevallig vrijgekomen, door een collectieve amnestie. Verbannen. Zonder enige mogelijkheid van verweer of hoger beroep. Maar hij koesterde het gevoel dat hij nog leeft, brieven kan schrijven, zich kan terugtrekken op het landgoed van zijn vader. Dan zie je wat veerkracht betekent. Dan valt wat wij nu meemaken relatief gezien wel mee. Dankzij de opvangsystemen van onze democratie.’

Dan klinkt Machiavelli naar onze hedendaagse oren toch gelaten en pessimistisch? 

‘Je moet doen wat je kan doen, en de rest moet je los­laten. Het gaat erom dat je een evenwicht zoekt tussen de technocratische overmoed en gelatenheid. De illusie dat je alles controleert. Alsof je ook je eigen verlangens helemaal onder controle hebt, je eigen verbeelding. Alsof je niet altijd gedeeltelijk aan jezelf ontsnapt. Je bent niet helemaal rationeel. Het andere uiterste is het determinisme. Het systeem is zo sterk dat je er niets tegen kan inbrengen. Machiavelli’s concept van fortuna ligt daar precies tussenin. Je hebt een vrije wil, maar er zullen altijd dingen zijn die je niet naar je hand kan zetten. Dat mag je niet ontgoochelen. Integendeel, je moet altijd lef tonen. Je moet proberen te volharden in wat je kan, beseffende dat het misschien niet helemaal goedkomt. Hij predikt een realisme zonder wanhoop. Het is wat ons de komende jaren goed van pas kan komen.’

“Fortuna is niet de vijand”, column DS, 7 mei 2020

“In een openhartig interview vraagt de Amerikaanse psychotherapeut Gary Greenberg zich af hoe hij deze pandemie aan zijn patiënten kan uitleggen (DS weekblad, 2 mei). Hij heeft hen altijd verteld dat ze zichzelf beter niet als slachtoffers van duistere krachten zien, die het op hen persoonlijk gemunt hebben. Die gedachte is belangrijk, om met moeilijkheden om te gaan. Maar dit virus lijkt wel zo’n persoonlijke kracht te zijn, meent hij. Wat nu?

Greenbergs interpretatie van deze crisis is begrijpelijk, maar zijn conclusie is fout, denk ik. Want dit coronavirus viseert niemand in het bijzonder. Greenberg zou Machiavelli aan zijn patiënten moeten voorleggen. De beeldspraak van de Florentijnse filosoof is verhelderend: voor wispelturige, onvoorspelbare spelingen van het lot verwijst hij naar Fortuna, de Romeinse Godin. Ze is een blinde kracht, die geluk of ongeluk kan brengen.

Dit betekent niet dat je eigen gedrag geen rol speelt. Integendeel, want de fortuin bepaalt deels wat je overkomt, maar je hebt zelf een belangrijke rol te spelen. Hoe gepaster je op wisselende tijden reageert, hoe minder greep de fortuin op je heeft. Machiavelli vergelijkt haar met een onstuimige rivier, die als hij woest wordt vlaktes onder water zet, bomen ontwortelt en huizen vernielt, overal grond met zich meesleurt om die elders weer achter te laten: iedereen slaat op de vlucht, iedereen moet buigen voor zijn geweld en weerstand is onmogelijk. Maar in rustigere tijden kunnen mensen maatregelen nemen, door bijvoorbeeld dijken te bouwen. Een mens beheerst niet alles, maar een vooruitziend en wijs mens kan wel heel wat doen. Nooit op je lauweren rusten is Machiavelli’s eerste aanbeveling.

Als je Fortuna altijd aan je zijde wil hebben, moet je mee veranderen met de tijd. Dat is ontzettend moeilijk. Het is menselijk dat je vanuit gewoontes en je eigen karakter naar de wereld kijkt. Als je het goed hebt, wil je gewoon hetzelfde doen, alles behouden zoals het is. Maar hoe sneller je inziet dat tijden omslaan, dat je je constant moet aanpassen, hoe makkelijker je het voor jezelf maakt.

Daarbij komt dat tegenspoed je zelfvertrouwen ondermijnt, terwijl voorspoed je overmoed stimuleert. In beide gevallen schat je de werking van de eigen krachten en die van het lot verkeerd in. Als het slecht gaat, vertrouw je te weinig op je eigen mogelijkheden; alles is je te veel, te zwaar. En bij langdurige vrede en welvaart, denk je dat je een vanzelfsprekend recht op geluk hebt. Juist dan slaat Fortuna toe, waarschuwt Machiavelli.

Loop dus niet met je hoofd in de wolken als het goed gaat, en zit niet te diep in de put als het slecht gaat, adviseert Machiavelli in de ‘Discorsi’. ‘Opgeven mag men nooit: want de fortuin bewandelt kromme, onbekende paden, en waar die heen leiden weet men niet; en daarom dient men altijd te blijven hopen en de moed nooit op te geven, hoe hoog de nood ook is.’ Continue Reading ›

Interview “De Boekenkast” – Doorbraak

unknownDe site Doorbraak interviewde me onlangs over mijn boekenkast – ze vroegen me welke boeken me erg hebben beïnvloed. Door Sander Carollo.

Doorbraak sprak met filosofe en auteur Tinneke Beeckman over haar favoriete boeken.

‘Freelance filosofe’ Tinneke Beeckman is auteur van Door Spinoza’s lens (2012) en Macht en onmacht (2015), schrijft columns voor De Standaard, geeft lezingen, doceert aan The School of Life en is betrokken bij verschillende projecten.

 

2014-08-29-cm-portret-filosofe-tinneke-beeckman_011Vier jaar geleden werkte ze nog als academica.

Na haar proefschrift over Sigmund Freud aan de Vrije Universiteit Brussel kreeg ze meerdere postdoctorale opdrachten. Maar tijdens haar laatste beurs begon ze zich af te vragen of ze nog in de academische wereld wilde blijven.

Beeckman: ‘Door Spinoza, door te mediteren en me meer te mengen in het publieke debat kreeg ik een andere omgang met filosofie dan hoe ze in de academische wereld het meest gevaloriseerd werd. Ik voelde me daar niet meer thuis.’

Dat ze een moedige beslissing genomen, hoort Beeckman geregeld. Zelf vond ze dat werken als zelfstandige het meest redelijke was wat ze kon doen gezien haar opleiding en temperament. ‘Nu ben ik veel productiever en creatiever dan ooit. Het blijft natuurlijk risicovol en je moet je hoofd erbij houden.’ Gelukkig helpen de filosofen die ze bestudeert haar zelf ook. ‘Als je hen ernstig neemt, zijn ze echt wel een steun.’

N-VA-kamerfractieleider Peter De Roover, een van de eersten in deze reeks, haalde in zijn interview overigens Beeckmans boek Door Spinoza’s lens aan omdat zij zich dissident durft op te stellen. Een mooi compliment, vindt Beeckman. ‘Spinoza was ook een dissident. Ik denk dat je van niemand beter kan leren wat het betekent om een buitenstaander te zijn. In zijn geval was het vanuit een fundamentele welwillendheid en een liefde voor vrijheid.’

unknownOm Spinoza makkelijker te verwerken en om er een boek over te schrijven, was Chemins dans l’Ethique van Paolo Cristofolini heel inspirerend voor haar. ‘Het is een boekje met vijf wegen om door Spinoza’s Ethica te wandelen. Als je dit leest, ga je de omwentelingen in zijn denken begrijpen. Als eerste handleiding voor Spinoza is dit veruit het beste dat ik ken. Elke zin opent zoveel deuren.’

Als filosofe leest ze veelal functioneel, beaamt ze. ‘De romans die ik voor dit interview heb uitgekozen las ik louter uit plezier. Dat lukt me nu niet meer. Alles wat ik tegenwoordig lees – Liefde van Karl Ove Knausgård, A Man in Full van Tom Wolfe, The Song of Achilles van Madeline Miller … het zijn fantastische romans – lees ik met de insteek van wat ik er als filosofe mee kan doen. Ik kan ontspannen lezen, maar er is altijd een soort ongeduld om aan de slag te gaan: wat zegt dit werk over de mens vandaag? In dat opzicht is het leesplezier er toch wat af. Eigenlijk ben ik altijd een beetje aan het werken. Zelfs als ik naar Veep kijk, gewoon een komische serie om me te ontspannen, denk ik na of ik daaruit iets kan gebruiken. Vergelijk het met een kat die slaapt maar nog een oogje openhoudt.’

De gekozen boeken die ze zal bespreken zijn enkele romans, sommigen met een filosofische insteek en ongeveer evenveel werken van filosofische auteurs zoals Nietzsche, Machiavelli en Freud; denkers in wie ze zich jarenlang verdiept heeft.

Iemand, niemand en honderdduizend van Luigi Pirandello

1001004010930278‘Het boek gaat over een man, Vitangelo, die een opmerking krijgt van zijn vrouw over zijn neus. Plots beseft hij dat het beeld dat zijn vrouw over hem heeft niet overeenstemt met zijn zelfbeeld. Pirandello schrijft enorm grappig en ritmisch. Bovendien sleept hij je helemaal mee in een verhaal waarvan je denkt dat banaal is. Maar die kleine opmerking van zijn vrouw is niet alleen het begin van een zoektocht, zelfs zijn hele wereld stort ineen. De breuk tussen het beeld van wie je bent – als dat eigenlijk al bestaat –hoe de ander je ziet en hoe je zelf dan nog verandert door omstandigheden denkt hij consequent door. Hij wordt bijna gek, maar uiteindelijk omarmt hij die onaangepastheid.’

‘Sein und Zeit van Martin Heidegger is in 1927 gepubliceerd, een jaar na de uitgave van Iemand, niemand en honderdduizend. Heideggers werk speelt ook met die vervreemding, met zoeken naar authenticiteit, met de moeilijke opdracht om je bestaan, ‘Dasein’, in te vullen, terwijl wie je bent niet op voorhand is bepaald. Maar dat is moeilijk, en dan wordt het verleidelijk op te gaan in das Mann, de menigte rondom je; je begint je dan te comformeren aan de opinies van mensen rondom je, je bekommert je vooral over de blik van de ander. Beide boeken zijn typisch voor de verwarring in de jaren twintig. Bovenal vind ik Iemand, niemand en honderdduizend een fantastisch boek. Ik kan het iedereen aanbevelen. Pirandello is overigens een opmerkelijke figuur. Hij heeft ook kortverhalen die heel humoristisch en tragisch tegelijk zijn.’

Pride and Prejudice van Jane Austen

pandp_trident_internation2001w1‘Dit is een van mijn lievelingsboeken, ik herlees het regelmatig. Het heeft het plot van een romantische komedie. Filmregisseur Nora Ephron (van onder meer de romantische komedie When Harry Met Sally, S.C.) verwijst in haar films impliciet naar dit boek. Het speelt zich af in het begin van de negentiende eeuw.

De hoofdfiguur Elizabeth Bennet is een heel complex personage die een man moet zoeken, zoals dat hoorde in die tijd. IJdelheid en vooroordelen belemmeren dan de liefde. Mr. Darcy, de man met wie ze uiteindelijk wel trouwt – spoiler alert – is van rijke afkomst. Hij geeft een beledigende opmerking over Elizabeth die ze toevallig hoort, en dus benadert ze hem vanuit haar gekrenkte trots, en met de nodige vooroordelen. Hij zit dan weer gevangen in de eisen van zijn sociaal hogere groep, en zijn afkeer voor haar familie. Zo vormen er zich allerlei obstakels in de weg naar de liefde. IJdelheid en het overbruggen van klasse en karakter spelen dus een grote rol. Het zijn de klassieke ingrediënten van de romantische komedies. Jane Austen heeft ook de toon gezet om de liefde vanuit vrouwelijk standpunt te bespreken. Haar geweldige dialogen draaien niet alleen om wat mensen willen zeggen, maar om wat ze voor elkaar willen verbergen, terwijl de lezer de betekenis wel begrijpt. Austen doet dat heel subtiel. Ze geeft lezers de mogelijkheid om de verhoudingen te doorgronden, beter dan de personages dat zelf kunnen.’ Continue Reading ›

Samen grondig Machiavelli lezen – in juni 2016 te Antwerpen

UnknownFilosofiehuis ‘Het zoekend hert‘ organiseert ‘Meesterklassen‘ – voor een groep van 12 geïnteresseerden.

Samen met een specialisten lezen ze het werk van een belangrijk denker heel grondig. Ik begeleid een groep om samen het werk van Machiavelli (1569-1527) te lezen, in het bijzonder de ‘Discorsi. Gedachten voor Staat en Politiek‘.

In dat werk gaat Machiavelli op zoek naar de essentie van de politiek. hij combineert zijn eigen ervaringen las reizende diplomaat in Firenze rond  1500 met een scherpzinnige lectuur van klassieke teksten – Livius, Tacitus, Cicero, Polybius en vele anderen.  De Discorsi is een buitengewoon werk waarin Machiavelli zijn talent voor politieke analyses toont.

Basis CMYKDeze ‘Meesterklassen’ gaan door tijdens de eerste drie zaterdagen van juni. Telkens lezen we enkele fragmenten, en bespreken we de politieke relevantie van Machiavelli’s werk.

Praktisch: op 4, 11 en 18 juni 2016, telkens van 14.00 tot 17.00 uur.

De deelnemer krijgt een exemplaar van de nieuwe uitgave van de Discorsi.

Geïnteresseerden kunnen een mail sturen naar hetzoekendhert@gmail.com . Aangezien het aantal inschrijvingen beperkt is, is een korte motivatie nodig.

Locatie: Koninklijke Laan 43, 2600 Berchem.

Deelnameprijs, inclusief een exemplaar van het boek: 98 €.

Voor meer informatie: Het Zoekend Hert