Interview over ‘Machiavelli’s Lef’ op Doorbraak, eind december 2020

Tinneke Beeckman: ‘In een corrupte samenleving valt de elite door de mand’

Machiavelli’s lef. Levensfilosofie van de vrije mens is het nieuwe boek van de Vlaamse filosofe Tinneke Beeckman. Daarin interpreteert ze de gedachten van Niccolo Machiavelli (1469-1527), zoals neergepend in diens werken Il Principeen Discorsi. Beeckman wil het vrije debat aanzwengelen vanuit de republikeinse vrijheid, noodzaak, en deugd. ‘Politieke gebeurtenissen zijn niet hetzelfde als wiskunde.’

Sociale media

‘Ik vind, en zal altijd blijven vinden dat het nooit verkeerd is een opvatting te beargumenteren zolang gezags- of geweldsargumenten daarbij terzijde worden gelaten. Als je merkt dat alle mensen, of minstens de meesten, zich over een zaak vergissen, dan moet je die zaak blijven aankaarten. Elk mens denkt anders; je moet dus niet handelen volgens het oordeel van de ander, maar naar dat van jezelf.’

Zo haalt Beeckman enkele gedachten van Machiavelli uit de Discorsi aan in Machiavelli’s lef. Levensfilosofie van de vrije mens. Is dat een gedurfde stelling, in een tijd van sociale media, en vele alternatieve verhalen?
Tinneke Beeckman: ‘Het vraagstuk over complottheorieën sluit meer aan bij mijn vorige boek, Macht en Onmacht. Een verkenning van de aanslag op de Verlichting. Technologische ontwikkelingen beïnvloeden het debat, bijvoorbeeld door algoritmes. Allemaal in functie van een winstmodel dat erop gericht is de aandacht van gebruikers zo lang mogelijk vast te houden.’

‘De boodschappen die circuleren op sociale media, sluiten aan bij een gevoel van onmacht dat velen hebben. Als je kritisch bent voor de ‘mainstream’, ben jij de moedige mens die de macht in vraag stelt. Op een vreemde manier zetten ook complotdenkers zich in voor het algemeen belang, dat ze zien als een verzet tegen de elite. Alleen dienen ze hun eigen doelen niet. Als je de elite van gekke, onjuiste dingen beschuldigt, zoals kinderverkrachtingen enzovoort, gooi je je eigen ruiten in.’

Absolute waarheid

Tezamen met Machiavelli zegt u in uw boek wel dat het politieke debat niet noodzakelijkerwijs over de absolute waarheid moet gaan. Dat is een ander debat, dat weinig met politiek te maken heeft.
‘Politieke gebeurtenissen zijn niet hetzelfde als wiskunde. Dat schrijft Hannah Arendt ook. Over maatschappelijke gebeurtenissen kan je moeilijker zeggen: A is waar, B niet. Als je wilt analyseren waarom een politieke omwenteling plaatsvond, kan je daarover blijven nadenken. Machiavelli benadrukt ook dat mensen andere perspectieven hebben. De zoektocht naar waarheid kan lang duren, en een diepgaande analyse is nodig van waarom iemand iets zegt, en met welk perspectief, en vanuit welk verlangen of welke noodzaak. Het vereist empathie om naar mensen hun politieke visie te luisteren, zeker als je het daar niet mee eens bent.’

Europese Unie

U deelt de interesse in Machiavelli met Luuk van Middelaar, filosoof en voormalig speechschrijver van Herman Van Rompuy. Van van Middelaar is de uitspraak dat in de Europese Unie ‘niet iedereen het einde wil van de natiestaat, en we dus bij een tussenvorm uitkomen’. Dat strookt alleszins niet met de perceptie van kritische burgers over Europa. Wat is er fout met de publieke zaak, de res publica?
‘De Europese Unie is een enorme technocratie. Dat kan ook moeilijk anders, als je de schaal van het project bekijkt. Maar door de grootte en de techniciteit van de Europese politieke ruimte, is de Unie minder alert voor onverwachte gebeurtenissen die kunnen toeslaan.’

‘Voor mij vult Machiavelli de leegte in die het huidige politieke denken heeft achtergelaten. Hedendaagse politiek is heel technisch, rationeel en expertgericht geworden. Politiek vandaag, dat is data verzamelen, economische modellen opzetten en juridische modellen uitwerken. Machiavelli leert me echter dat de zaken je ontglippen, juist als je denkt dat je ze helemaal controleert. Eigenlijk is alles mogelijk in de politiek. Kijk naar de brexit. Niemand had verwacht dat dit zou gebeuren. Zo’n omwentelingen worden mogelijk omdat mensen nog altijd een verlangen voelen om deel te zijn van een politieke gemeenschap, en de discussie over waar die gemeenschap begint en ophoudt, willen blijven voeren.’

Pluralisme

Toch bekijkt de politieke elite zo’n keuzes van het volk — de verkiezing van Donald Trump, referenda met een onwelkom resultaat, stemmen voor radicale partijen — eerder tandenknarsend. Ze interpreteren het alsof het volk het niet begrijpt.
‘Er worden inderdaad snel mechanismes in gang gezet om de politieke consensus te beschermen. Eén daarvan is alles wat van de consensus afwijkt als irrationeel te beschouwen, of racistisch en xenofoob.’

‘De verkiezing van iemand als Trump of een referendum over een Unie zijn ook niet de beste manier om onvrede te uiten. De tragedie is dat de consensuspolitiek geen pluraliteit in denken toelaat. Tot de bevolking zoals u zegt radicale keuzes maakt, bijvoorbeeld voor figuren als Donald Trump. Dat lijkt dan de uitweg, terwijl het dat niet is. Consensuspolitiek en dit soort verzet ertegen zijn symptomen van hetzelfde probleem. Mensen staren zich graag blind op Trump, en gaan zo voorbij aan waar het schoentje echt knelt: het gebrek aan inspraak in de lotsbestemming van de politieke gemeenschap.’

‘Maar ik heb geen boek over Machiavelli geschreven om uitspraken te doen over de huidige politiek, en zeker niet over partijpolitiek. Ik hoop dat de inzichten in mijn boek aanzetten tot pluralistische discussie. Ik wil begrippen aanreiken die toelaten om voorbij de waan van de dag naar het politieke te kijken. Iets anders doen zou niet eerlijk zijn ten opzichte van Machiavelli, die in Florence tijdens de Renaissance leefde. Als Machiavelli moest aanhoren wat de dwalingen van Tinneke Beeckman allemaal zijn… (lacht)’

Organisatie van het politieke

Uw boek is natuurlijk wel hedendaags, ook al is het niet hedendaags. Er staan weinig directe verwijzingen in naar de actualiteit, maar u doet er natuurlijk wel uw zeg mee over hoe het politieke georganiseerd zou moeten zijn
‘Ik vind het gewoon heerlijk om in de leer te gaan bij klassieke denkers, eerder dan bij moderne politieke filosofen, omdat de klassieken ook oog hebben voor levenswijsheid. Machiavelli heeft ook Spinoza geïnspireerd. Ze zijn beiden verrijkend omdat hun denken soms botst met onze hedendaagse perceptie van het politieke.’

‘Door Machiavelli te bestuderen krijg je een inkijk in het Romeinse denken over politiek. Ik schrijf ongegeneerd over wat mij het meeste fascineert.’

Stoïcisme

Is Machiavelli een stoïcijn?
‘Wel, dat is het interessante aan hem! ’s Avonds trekt hij zijn vuile kleren uit, zo beschrijft hij, en doet hij een mooi gewaad aan om in gesprek te gaan met de klassieken, zoals Tacitus en Livius, en ook met Romeinse stoïcijnen als Cicero, Marcus Aurelius en Seneca. Machiavelli is een stoïcijn in die zin dat hij thema’s als moed en deugd op de agenda zet. Volgens de stoïcijnen is er een verband tussen deugd en redelijkheid. De “universele wet volgen” en een deugdzaam leven leiden loont altijd, menen de oude stoïcijnen.’

‘Machiavelli neemt daar afstand van, en wordt zo een denker van de moderniteit. In Machiavelli’s wereld is er geen sprake meer van een universele orde, eeuwig geldende morele principes waarop de samenleving gefundeerd zou zijn. Je moet dus navigeren in een wereld die wreed en onvoorspelbaar kan zijn. Je moet dus ook afwegen of en hoe je deugden zal toepassen, of niet. Eerlijkheid, vrijgevigheid en barmhartigheid waren voor de Romeinen altijd politieke deugden, maar Machiavelli zet die in een ander perspectief.’

Epicurisme

‘Een ander aspect van Machiavelli, is dat hij erg beïnvloed is door de Epicuristen. Hij heeft De Rerum Natura van Lucretius vertaald. In het epicurisme speelt het clinamen, de toevallige verandering, een grote rol, en wordt de mens als onderdeel van de natuur gezien. Je ziet dat in het gebruik van dierenmetaforen bij Machiavelli.’

‘Eigenlijk is hij zo een beetje provocerend naar de stoïcijnen toe. Cicero zegt bijvoorbeeld dat er een radicaal onderscheid is tussen mens en dier, want mensen zijn moreel en redelijk, en dieren niet. Machiavelli daarentegen meent dat een leider soms een vos (sluw) en soms een leeuw (sterk) moet kunnen zijn. Zijn denkkader is naturalistischer dan dat van de stoïcijnen. Eigenlijk kunnen we zeggen dat Machiavelli de stoïcijnen gebruikt om de originaliteit van zijn eigen denken te benadrukken. Hij gebruikt hen als inspiratiebron, maar ontwikkelt heel eigen ideeën.’

Moreel handelen in de politiek

Machiavelli is een preconstitutionele denker: hij geeft een handleiding voor wanneer de mens buiten de politieke ruimte valt, voor wanneer er geen grondwet of natiestaat is.
‘Machiavelli denkt — hier wel tezamen met de stoïcijnen — dat de wet naleven een deugd is. Wetgevers zijn voor hem erg belangrijk. Maar hij leefde natuurlijk wel voordat de idee van “mensenrechten” vorm kreeg.’

‘Voor Machiavelli leidt het goede nastreven niet noodzakelijk ook tot politieke deugdzaamheid. Je kan een degelijk moreel mens zijn die het goed met de ander voorheeft. Maar dat betekent niet noodzakelijk dat je een goede politiek voert. En als je omringd wordt door psychopaten en autoritaire persoonlijkheden, dan levert je eigen goedheid niets op. Je gaat ten onder. Machiavelli wil de moraal niet afschaffen. Alleen heeft moreel handelen in de politiek een speciale betekenis. De regels van het spel worden niet alleen door jou bepaald; je stapt in een spel waarbinnen anderen ook hun regels opleggen. De christelijke regel “behandel de ander zoals je zelf wil behandeld worden” heet in het politieke spel eerder “doe bij de ander wat je kan verwachten dat hij bij jou doet”.’

‘Tot 1512 kent Florence een vrije republiek. Maar wanneer Soderini, de leider van Florence en Machiavelli’s beschermheer van de macht wordt verdreven, blijft Machiavelli gedesillusioneerd achter. Omdat hij niet meer aan politiek kan doen, begint hij te schrijven. Volgens Hannah Arendt begrijpt Machiavelli perfect de inzet van het politieke: het goede doen in het publieke iets anders is dan het goede doen in het private. Wie denkt dat beide samenvallen, die bereikt niet de politieke doelen die hij vooropstelt.’

Realistische kijk op moraal

‘Dat neemt niet weg dat zijn ideaal een republiek is waarbinnen de burger vrij kan zijn, niemand onder de willekeurige macht van een ander valt, en waar wie de wet naleeft, daar ook voor wordt beloond. Het goede nastreven wordt niet afgeschaft of vervangen door eigenbelang. Machiavelli houdt ons alleen een realistische kijk op moraal voor, hij is evenmin cynisch als utopisch.’

‘Wil je iets politiek bewerkstelligen, dan moet je bereid zijn om jezelf te compromitteren. Herman Van Rompuy vond dat hij zichzelf als politicus altijd in de spiegel heeft kunnen bekijken, en dat hij als politicus altijd het goede heeft gedaan. Dat is een erg vreemde uitspraak als je kijkt naar wat er onder zijn Europese “presidentschap” is gebeurd. Griekenland moest in 2012 zijn trots inslikken en harde maatregelen nemen voor zijn burgers. Er zit geweld in politieke beslissingen. Dan is Machiavelli een realistischer man: hij wist tenminste dat je je slecht zou voelen als je zou terugdenken aan welke beslissingen je had genomen als politicus. In de politiek gaat het om de keuze van het minste kwaad. Probeer je daarentegen morele zuiverheid na te streven, dan roep je onheil over jezelf en anderen af.’

‘Elite panic’

In uw boek maakt u een brugje tussen Machiavelli en de Amerikaanse schrijfster Rebecca Solnit. U doet dat aan de hand van Solnits begrip ‘elite panic’: de elite die bij crises denkt dat het volk in chaos gaat vervallen, en hen dan maar allerlei regels oplegt. Legt u eens uit.

‘Wel, Machiavelli houdt ons voor dat noodzaak het beste in jezelf naar boven kan brengen. Uit noodzaak doe je dingen waartoe je jezelf niet in staat acht. Rebecca Solnit beschrijft in A Paradise Built in Hell. The Extraordinary Communities that Arise in Disaster sociaalpsychologen die tijdens de Koude Oorlog noodplannen moesten opstellen voor nucleaire aanslagen. De Amerikaanse overheid dacht dat het volk bij een aanslag in paniek zou slaan, en zou plunderen. Solnit toont echter aan dat dat niet klopt: wanneer het slecht gaat, dan zetten de meeste mensen zonder morren hun beste beentje voor. Ondanks pijn en angst helpen ze elkaar spontaan’.

‘Volgens die psychologen is het echter de elite die panikeert. Een deel van de mensen die de macht hebben, vertrouwen het volk niet tijdens een crisis, en leggen dan als echte sheriffs allerlei regels op om een wilde natuurtoestand te vermijden. Een natuurtoestand die dus niet voorkomt, en louter in hun wereldbeeld past. Daardoor ondergraven ze de oorspronkelijke welwillende en altruïstische houding van mensen. Dat wordt nog versterkt door sensationele media, die het vertrouwen van de bevolking in zichzelf verder ondergraven’.

Antiautoritair

‘Ook al wordt hij er doorgaans niet mee in verband gebracht, Machiavelli gelooft wel degelijk dat burgers samen dingen kunnen verwezenlijken. Hij trekt dat door tot het bestuur van de republiek, waartoe hij de bevolking in staat acht — wat in de renaissance nog een revolutionaire gedachte is. “Het volk is wijzer en standvastiger dan de vorst”, schrijft Machiavelli. Dat is zijn antiautoritaire kant, die slechts weinigen kennen’.

‘Too big to fail’

Waarom haalt u in uw boek ook Nassim Nicholas Taleb zijn boek Antifragile aan?
‘Noodzaak kan een goede zaak zijn, omdat mensen antifragiel zijn: tegenstand maakt je sterker. Maar dan moet je de negatieve effecten van je fouten ondervinden, zodat je bijstuurt. Als instellingen “too big to fail” zijn, worden ze roekeloos, en dat is slecht. Je moet van je falen kunnen leren. Daarom leef je in gouden tijden, volgens Machiavelli, wanneer je vrijuit alles kan bespreken. Autoritaire machthebbers die hun energie steken in het toedekken van hun fouten, verhinderen dat ze bijleren over hun fouten. Dan word je niet meer beter van je vergissingen, van je worstelingen.

Too big to fail’ is als verantwoording bij de elite alleen maar sterker geworden. Voor het volk — dat niet alleen met de consequenties van het eigen falen, maar ook met de consequenties van het falen van de machthebbers moet omgaan — wordt het na een tijdje moeilijk om de frustratie politiek te vertalen.
‘Een samenleving wordt ongelijker, onrechtvaardiger en minder vrij als het corrigerende mechanisme van verantwoordelijkheid nemen niet meer werkt. Mindere goden mogen dan zelfs geen kleine misstap maken, of betalen er een dubbel zo erge prijs voor. Vele mensen ervaren het inderdaad zo’.

‘Om het nog over Rebecca Solnit te hebben: zij beschrijft meesterlijk hoe in een corrupte samenleving de elite door de mand valt. Een crisis brengt naar boven wat eerder op het achterplan was gebleven. Ook in de Discorsi schrijft Machiavelli: “in goede tijden krijgen bepaalde mensen hoge posities dankzij privileges en netwerken, maar in slechte tijden komt de deugd naar boven en weet je wat je aan mensen hebt, en wiens bijdrage werkelijk telt”.’

Corrigerend systeem

The best lack all conviction, while the worst are full of passionate intensity‘, houdt W.B. Yeats ons voor. Machiavelli heeft het niet zo begrepen op nederigheid. Maar in een door het christendom beïnvloede samenleving is nederigheid net een deugd. Mensen zijn bekwaam om dingen te veranderen, maar ze kijken op tegen de mensen die bekwamer zijn in macht verwerven dan in deugdzaam besturen. Wie het machtsspel beheerst, die is daar vaak van nature goed in, en wie het niet beheerst, die deinst terug. Onderschat Machiavelli de biologisch-psychologische aard van macht niet?

‘Het probleem is dat als je nederig bent, en je staat tegenover mensen die daar misbruik van maken, je helemaal verloren bent. Machiavelli beschrijft hoe Italianen in zijn tijd op hun knieën zitten — letterlijk — omdat ze hopen dat ze in een andere wereld beloond worden voor hun goede gedrag. Juist daarom waren ze onvrij. Dat vond hij afschuwelijk’.

‘Ik vind niet dat Machiavelli een fout maakt in de beoordeling van de menselijke geest. Net als de classici beseft hij dat macht vaak wordt nagestreefd door mensen die net het minste macht zouden moeten bezitten. Net daarom is het van belang om een systeem te hebben dat corrigerend werkt. Bij de Romeinen was dat bijvoorbeeld een sterk wettelijk systeem; het volk heeft inspraak in de benoeming van magistraten en politieke beslissingen, en “consuls” wisselen elkaar snel af.’

Dit interview door Christophe Degreef verscheen op 19 december op de site van Doorbraak.

Interview “De Boekenkast” – Doorbraak

unknownDe site Doorbraak interviewde me onlangs over mijn boekenkast – ze vroegen me welke boeken me erg hebben beïnvloed. Door Sander Carollo.

Doorbraak sprak met filosofe en auteur Tinneke Beeckman over haar favoriete boeken.

‘Freelance filosofe’ Tinneke Beeckman is auteur van Door Spinoza’s lens (2012) en Macht en onmacht (2015), schrijft columns voor De Standaard, geeft lezingen, doceert aan The School of Life en is betrokken bij verschillende projecten.

 

2014-08-29-cm-portret-filosofe-tinneke-beeckman_011Vier jaar geleden werkte ze nog als academica.

Na haar proefschrift over Sigmund Freud aan de Vrije Universiteit Brussel kreeg ze meerdere postdoctorale opdrachten. Maar tijdens haar laatste beurs begon ze zich af te vragen of ze nog in de academische wereld wilde blijven.

Beeckman: ‘Door Spinoza, door te mediteren en me meer te mengen in het publieke debat kreeg ik een andere omgang met filosofie dan hoe ze in de academische wereld het meest gevaloriseerd werd. Ik voelde me daar niet meer thuis.’

Dat ze een moedige beslissing genomen, hoort Beeckman geregeld. Zelf vond ze dat werken als zelfstandige het meest redelijke was wat ze kon doen gezien haar opleiding en temperament. ‘Nu ben ik veel productiever en creatiever dan ooit. Het blijft natuurlijk risicovol en je moet je hoofd erbij houden.’ Gelukkig helpen de filosofen die ze bestudeert haar zelf ook. ‘Als je hen ernstig neemt, zijn ze echt wel een steun.’

N-VA-kamerfractieleider Peter De Roover, een van de eersten in deze reeks, haalde in zijn interview overigens Beeckmans boek Door Spinoza’s lens aan omdat zij zich dissident durft op te stellen. Een mooi compliment, vindt Beeckman. ‘Spinoza was ook een dissident. Ik denk dat je van niemand beter kan leren wat het betekent om een buitenstaander te zijn. In zijn geval was het vanuit een fundamentele welwillendheid en een liefde voor vrijheid.’

unknownOm Spinoza makkelijker te verwerken en om er een boek over te schrijven, was Chemins dans l’Ethique van Paolo Cristofolini heel inspirerend voor haar. ‘Het is een boekje met vijf wegen om door Spinoza’s Ethica te wandelen. Als je dit leest, ga je de omwentelingen in zijn denken begrijpen. Als eerste handleiding voor Spinoza is dit veruit het beste dat ik ken. Elke zin opent zoveel deuren.’

Als filosofe leest ze veelal functioneel, beaamt ze. ‘De romans die ik voor dit interview heb uitgekozen las ik louter uit plezier. Dat lukt me nu niet meer. Alles wat ik tegenwoordig lees – Liefde van Karl Ove Knausgård, A Man in Full van Tom Wolfe, The Song of Achilles van Madeline Miller … het zijn fantastische romans – lees ik met de insteek van wat ik er als filosofe mee kan doen. Ik kan ontspannen lezen, maar er is altijd een soort ongeduld om aan de slag te gaan: wat zegt dit werk over de mens vandaag? In dat opzicht is het leesplezier er toch wat af. Eigenlijk ben ik altijd een beetje aan het werken. Zelfs als ik naar Veep kijk, gewoon een komische serie om me te ontspannen, denk ik na of ik daaruit iets kan gebruiken. Vergelijk het met een kat die slaapt maar nog een oogje openhoudt.’

De gekozen boeken die ze zal bespreken zijn enkele romans, sommigen met een filosofische insteek en ongeveer evenveel werken van filosofische auteurs zoals Nietzsche, Machiavelli en Freud; denkers in wie ze zich jarenlang verdiept heeft.

Iemand, niemand en honderdduizend van Luigi Pirandello

1001004010930278‘Het boek gaat over een man, Vitangelo, die een opmerking krijgt van zijn vrouw over zijn neus. Plots beseft hij dat het beeld dat zijn vrouw over hem heeft niet overeenstemt met zijn zelfbeeld. Pirandello schrijft enorm grappig en ritmisch. Bovendien sleept hij je helemaal mee in een verhaal waarvan je denkt dat banaal is. Maar die kleine opmerking van zijn vrouw is niet alleen het begin van een zoektocht, zelfs zijn hele wereld stort ineen. De breuk tussen het beeld van wie je bent – als dat eigenlijk al bestaat –hoe de ander je ziet en hoe je zelf dan nog verandert door omstandigheden denkt hij consequent door. Hij wordt bijna gek, maar uiteindelijk omarmt hij die onaangepastheid.’

‘Sein und Zeit van Martin Heidegger is in 1927 gepubliceerd, een jaar na de uitgave van Iemand, niemand en honderdduizend. Heideggers werk speelt ook met die vervreemding, met zoeken naar authenticiteit, met de moeilijke opdracht om je bestaan, ‘Dasein’, in te vullen, terwijl wie je bent niet op voorhand is bepaald. Maar dat is moeilijk, en dan wordt het verleidelijk op te gaan in das Mann, de menigte rondom je; je begint je dan te comformeren aan de opinies van mensen rondom je, je bekommert je vooral over de blik van de ander. Beide boeken zijn typisch voor de verwarring in de jaren twintig. Bovenal vind ik Iemand, niemand en honderdduizend een fantastisch boek. Ik kan het iedereen aanbevelen. Pirandello is overigens een opmerkelijke figuur. Hij heeft ook kortverhalen die heel humoristisch en tragisch tegelijk zijn.’

Pride and Prejudice van Jane Austen

pandp_trident_internation2001w1‘Dit is een van mijn lievelingsboeken, ik herlees het regelmatig. Het heeft het plot van een romantische komedie. Filmregisseur Nora Ephron (van onder meer de romantische komedie When Harry Met Sally, S.C.) verwijst in haar films impliciet naar dit boek. Het speelt zich af in het begin van de negentiende eeuw.

De hoofdfiguur Elizabeth Bennet is een heel complex personage die een man moet zoeken, zoals dat hoorde in die tijd. IJdelheid en vooroordelen belemmeren dan de liefde. Mr. Darcy, de man met wie ze uiteindelijk wel trouwt – spoiler alert – is van rijke afkomst. Hij geeft een beledigende opmerking over Elizabeth die ze toevallig hoort, en dus benadert ze hem vanuit haar gekrenkte trots, en met de nodige vooroordelen. Hij zit dan weer gevangen in de eisen van zijn sociaal hogere groep, en zijn afkeer voor haar familie. Zo vormen er zich allerlei obstakels in de weg naar de liefde. IJdelheid en het overbruggen van klasse en karakter spelen dus een grote rol. Het zijn de klassieke ingrediënten van de romantische komedies. Jane Austen heeft ook de toon gezet om de liefde vanuit vrouwelijk standpunt te bespreken. Haar geweldige dialogen draaien niet alleen om wat mensen willen zeggen, maar om wat ze voor elkaar willen verbergen, terwijl de lezer de betekenis wel begrijpt. Austen doet dat heel subtiel. Ze geeft lezers de mogelijkheid om de verhoudingen te doorgronden, beter dan de personages dat zelf kunnen.’ Continue Reading ›

Recensie ‘Macht en Onmacht’ door Jean-Pierre Rondas – Aflevering 3

UnknownDeze recensie verscheen op Doorbraak in drie afleveringen.

“Rondas leest het nieuwe boek Tinneke Beeckman over postmodernisme.

Het Pontius-Pilatische postmodernisme
Tinneke Beeckman heeft een kritiek van het postmodernisme geschreven, en het was lang geleden dat iets dergelijks het licht had gezien. Ze werd daartoe aangespoord door de recente gebeurtenissen van eind 2014 en begin 2015, met de islamistische aanslagen op Charlie Hebdo, de grote Je suis Charlie-betogingen, en vooral door de pas d’amalgame-reacties van postmodernisten als Emmanuel Todd op de deelnemers aan deze betogingen.

De eerder theoretische bezwaren die de socioloog-filosoof Jürgen Habermas vanaf 1980 had geformuleerd tegen de vrijblijvende spielereien van het postmodernisme van een Lyotard, een Derrida of een Rorty werden plots opnieuw pregnant van ernst en hoogdringendheid – maar dan in de nieuwe, hedendaagse context waarin het postmodernisme de tijdgeest is gaan bepalen. Beeckmans boek is een rationalistische daad van verzet tegen ‘de hedendaagse aanslag op de Verlichting’, zoals ze het zelf stelt. Dit was ook Habermas’ grootste bezwaar tegen Michel Foucault (aan wie Beeckman nogal wat aandacht besteedt).

Continue Reading ›

Recensie ‘Macht en Onmacht’ door Jean-Pierre Rondas – Aflevering 2

UnknownDeze recensie verscheen op Doorbraak in drie afleveringen.

“Rondas leest het nieuwe boek Tinneke Beeckman over postmodernisme.

Aflevering 2: Principes van het postmodernisme
Geen ik, geen zelf, geen ziel.
Geen geest, geen wil, geen zin.
Geen verhaal, geen doel, geen betekenis.
Geen subject, geen persoon, geen identiteit.
Geen taal, geen volk, geen land, geen gemeenschap.
Geen man, geen vrouw. Geen vader, geen moeder. Geen kind. Continue Reading ›

Recensie ‘Macht en Onmacht’ door Jean-Pierre Rondas – Aflevering 1

UnknownDeze recensie verscheen op Doorbraak in drie afleveringen.

“Rondas leest het nieuwe boek Tinneke Beeckman over postmodernisme.

Aflevering 1: Vragen van lezende burgers
Tinneke Beeckman, een Vlaams filosofe bekend van haar studies over Spinoza, schreef een boek over het postmodernisme. Dat is vandaag de dag de wereldwijd heersende ideologie die volgens de auteur verantwoordelijk is voor veel wat in de Westerse wereld en dus ook in Vlaanderen verkeerd loopt. En toch is het woord ‘postmodernisme’ niet op de kaft en niet op de titelbladzijde te bespeuren. Continue Reading ›

Interview – “Twee generaties Ongebonden Best”

2013 db 12

“Nelly Maes werd geboren in de tweede wereldoorlog, Tinneke Beeckman zag het levenslicht meer dan drie decennia later. Ze zouden nog net moeder en dochter kunnen zijn. Nelly koos voor een parlementaire loopbaan, Tinneke mengt zich actief in het debat als auteur en columniste. Ze doen beiden op een andere manier aan politiek maar hun pad kruiste in de Gravensteengroep.

De pas verschenen biografie van Nelly Maes ligt tussen beiden in op de tafel waar Doorbraak hen samenbracht voor een gesprek. Tinneke Beeckmans exemplaar van ‘Ongebonden Best’ is na intensieve lezing ruim van persoonlijke aantekeningen voorzien. Wat trof Tinneke in de biografie van Nelly?

Tinneke Beeckman (TB): Mij viel vooral dat sociale engagement op, van jonge leeftijd af al. Veel jongeren vandaag zijn een stuk individualistischer. En hoe moeilijk Nelly het als vrouw vaak had. Ze kon als getrouwde vrouw in die tijd slechts bijlid kon worden van een politieke partij, bijvoorbeeld. Bijna onvoorstelbaar.

Nelly Maes (NM): En tot dan had nooit iemand er tegen geprotesteerd dat vrouwen per definitie als bijlid werden beschouwd. De Volksunie was dan ook een erg patriarchale partij, zeker in die beginjaren. Continue Reading ›

Afscheid van Wilfried Martens, maar zonder nostalgie – Column DS

“Bij het plechtige afscheid van een overledene hoort een mooie grafrede. Maar het overlijden van Wilfried Martens is ook het symbolische einde van een tijdperk. En daar hoort vooral opluchting bij.

Wilfried Martens heeft talloze verdiensten: hij leefde voor de politiek met een bijna grenzeloze toewijding. Afkomstig uit een eenvoudig gezin, werd hij op eigen verdienste premier van dit land. En na zijn lange politieke carrière hield hij de lucratieve bedrijfswereld op afstand. In tegenstelling tot andere oud-politici gebruikte hij zijn positie als verkozene door het volk niet om in ijltempo meer geld te verdienen dan dat gewone volk ooit bij elkaar zou krijgen. Dat strekt hem tot eer.

Toch is nostalgie naar Martens’ periode overbodig: de jaren ’80 waren politiek zeer instabiele jaren. De ene regering na de andere viel, maar telkens bleef Martens’ CVP de onvermijdelijke coalitiepartner. Verzuiling, alleen in het Italiaanse vertaalbaar (als  lottizzazione), maakte elk aspect van de burgerlijke samenleving voorwerp van partijpolitieke verdeelsleutels. De Belgische situatie leek een beetje op de Italiaanse, waarin christendemocraat Andreotti , bijgenaamd ‘Il Divo’ de hoofdrol speelde. In België was de Franstalige socialist Guy Spitaels op dat moment ‘Dieu’. Het was een tijd van corruptieschandalen, grijze partijfinanciering en problemen bij Justitie (De Bende van Nijvel, de politieoorlog). Continue Reading ›