Ik gaf een korte lezing bij de boekvoorstelling ‘Pioniers in de Praktische Filosofie’ van Veerle Pasmans, op 22 februari 2014.
Ik hield de lezing in het mooie huis van ‘Het zoekend Hert‘ te Antwerpen, na een uiteenzetting van Erno Eskens (directeur ISVW) en van ‘pionier’ Ida Jongsma (Hotel de Filosoof, Amsterdam).
“Een jaar geleden contacteerde Veerle Pasmans me met de vraag om een interview voor een boek over praktische filosofie, in Vlaanderen en Nederland. Ze stelde vragen die me aanspoorden tot een zelfreflectie. Wat betekent filosofie voor mij? Hoe zie ik mijn parcours?
De weg naar de vrijheid
Jarenlang was ik academica. Zoals ik in het interview met Veerle zeg, was dat geen bewuste keuze – ik wist niet wat studeren, dus koos ik moraalwetenschappen. Dan was ik een goede studente, kreeg ik van de decaan een brief dat ik zou kunnen beurzen aanvragen, als ik dezelfde resultaten bleef behalen. Daar had ik nog nooit aan gedacht. Maar toen ik afgestudeerd was, stelde ik een project op voor het FWO (Fonds voor wetenschappelijk onderzoek), kreeg een ‘aspirantenbeurs’ en doctoreerde. Nadien kreeg ik nog enkele postdoctorale beurzen. Dat eindigde in 2012, toen mijn laatste beurs afliep.

Aan de Atlantische Oceaan
Toen kwam het moment om even na te denken over wat ik echt wilde doen. Zolang je in de academische wereld bent, gedraagt je omgeving zich alsof het academische zelf het doel van het bestaan is. Nadenken buiten de academie, kan dat wel? Maar ik vroeg me af of ik die baan wel zo nodig wilde. Nadien heb ik niet meer gesolliciteerd voor een academische job – ik wilde even van de vrijheid genieten. Even geen ‘school’ meer – ik voelde me bevrijd.
Bevrijd, maar niet van de filosofie zelf, integendeel. Continue Reading ›