“Een kwestie van consistentie”, column DS 25 jan. 2018
” Hoe verklaar je dat rechtse politici mediaschandalen makkelijker overleven dan linkse politici, vroeg een journalist me onlangs. Hij verwees naar burgemeester Bart De Wevers positie in Antwerpen, die amper verzwakt lijkt na de Fornuis-saga. Het oppositiekartel ‘Samen’ werd daarentegen wel uit elkaar gepeeld na gelekte informatie over het ontslag van Sp-a-boegbeeld Tom Meeuws als directeur van De Lijn in 2015.
Het antwoord op zo’n vraag hangt deels van eigen vooroordelen af: wie linkse ideeën heeft, meent dat rechtse politici zich wel heel veel kunnen veroorloven. Bij aanhangers van rechtse partijen leeft de omgekeerde idee.
Belangrijker is het inzicht dat er niet één universele morele code is waarmee burgers het gedrag van hun politici beoordelen. Dit is specifiek aan het politieke spel: met de politieke pluraliteit gaat ook een morele pluraliteit gepaard. De vraag is niet hoe eerlijk of genereus een politicus is, dan wel of zijn gedrag rechtlijnig genoeg lijkt voor zijn politieke overtuiging. Kortom, burgers verlangen eerder consistentie dan morele zuiverheid.
Een buitenlands voorbeeld. François Fillon was presidentskandidaat in 2017 voor ‘Les Républicains’. In januari 2017 leek hij de verkiezingen te zullen winnen, eind april sneuvelde hij al in de eerste ronde. Een schandaal deed hem de das om: hij zou zijn vrouw Penelope en kinderen aangeworven hebben als parlementair medewerker, maar die hadden geen klap uitgevoerd. Fillon had dus zijn familiale belangen op het algemeen belang laten primeren. Dat werd gezien als een gebrek aan rechtlijnigheid; Fillon had beweerd minder geldbelust te zijn dan zijn partijgenoot Sarkozy. En hij had zich gepresenteerd als een opvolger van Charles De Gaulle, die een onbetwiste reputatie had. Diens enige maîtresse was – naar eigen zeggen – Frankrijk zelf. Fillon had zich dus als zuivere kandidaat voorgesteld, maar viel in de kuil die hij voor anderen had gegraven.
Marine Le Pen lag ook onder vuur omdat ze fondsen van het Europees Parlement had aangewend voor partijmedewerkers die eigenlijk in Frankrijk werkten. Strikt gezien is dit verboden, en dus berichtten pers en oppositie over een misbruik van middelen. Maar het stoorde haar kiezers geheel niet. Dat Le Pen de Europese Unie geld afhandig had maakt, niet voor persoonlijk gewin, maar voor de partijwerking in Frankrijk strookte perfect met de nationalistische ideologie van haar partij.
In Antwerpen geeft Bart De Wever grif toe dat hij op economisch vlak een liberale koers vaart. Bedrijfsleiders ontmoeten lijkt dan consistent. Ook De Wevers loyaliteit aan de eigen groep wordt als ideologisch rechtlijnig gezien: de N-VA-voorzitter steunt partijgenoten die in opspraak komen, zoals gemeenteraadslid Koen Kennis met zijn talrijke mandaten, of staatssecretaris Theo Francken na het Soedan-incident. Wat de N-VA wel schaadt – want inconsistent – is de aanwezigheid van PS-er Alain Mathot op dezelfde verjaardagsreceptie van projectontwikkelaar. Maar harde bewijzen voor belangenvermenging zijn er niet.
Een links politiek project is gebaseerd op waarden zoals universele gelijkheid en rechtvaardige herverdeling door overheidsinterventies. Politieke rechtlijnigheid krijgt dan een heel andere invulling. Na de negatieve berichtgeving over LandInvest en Eric Van Der Paal, stuurde Sp-a boegbeeld Tom Meeuws vriendschappelijke berichtjes naar een bouwpromotor.