Interview in Trouw: ‘Hét gevaar van onze tijd? Dat iedereen in zijn eigen waarheid gelooft’, op 30 okt. 2020.

“Politici die onderweg naar de Tweede Kamer door agressieve activisten voor ‘kinderverkrachter’ worden uitgemaakt. Bezorgde burgers die vrezen dat bij corona-vaccinaties een chip wordt ingebracht, waarmee Bill Gates ons overal kan volgen. De NOS die voortaan het logo van hun busjes verwijdert, na aanhoudende bedreigingen. Voor de Vlaamse filosofe Tinneke Beeckman is het een extra gekke gewaarwording om naar nieuws over Nederland in 2020 te kijken. Extra gek, omdat zij vijf jaar geleden precies deze opmars van complotdenken voorspelde. 

Nog voordat termen als nepnieuws en post-truth gemeengoed waren, beargumenteerde Beeckman in haar boek Macht en onmacht dat hét onderliggende probleem van de samenleving is dat we massaal zijn gaan geloven dat ‘iedereen zijn eigen waarheid heeft.’ Ze schreef dat de waarheid in ‘levensgevaar’ verkeert, dat we weg moeten van het vage postmoderne denken waarin alleen maar interpretaties bestaan, en terug naar het Verlichtingsideaal van streven naar gedeelde feiten. Nee, niet iedereen heeft zijn eigen waarheid, dat zou elk gesprek of zoektocht naar common ground onmogelijk maken. Iedereen heeft perspectieven op de waarheid, en hoe meer we die met elkaar delen en in gesprek gaan, hoe beter het maatschappelijke gesprek, bepleitte Beeckman destijds.

Haar boodschap lijkt nu urgenter dan ooit.

Hoe verklaart u de populariteit van complottheorieën tijdens de coronacrisis?

“Ik denk dat mensen bij grote gebeurtenissen op zoek gaan naar grote oorzaken. Dat is altijd al zo geweest. Spinoza beschreef in de zeventiende eeuw al hoe pandemieën een enorm gevoel van angst en onzekerheid teweeg brengen. Zo’n pandemie is eigenlijk te groot om te begrijpen. Dat kan voor ons gevoel eigenlijk niet komen door toeval, of door natuurlijke omstandigheden, zoals het eten van vleermuizen. Er moet haast een soort machinatie achter zitten: een groter plan dat het in werking heeft gezet. In de zeventiende eeuw had je vaak theologische machinaties: het is de straf van God. Dat kan nu niet meer. Dus komt de oorzaak te liggen bij wie macht heeft: de politiek, big business, de farma-industrie of iemand als Bill Gates.”

“Telkens wanneer grote dingen gebeuren, zoals een oorlog of pandemie, zijn mensen bereid te lijden of het moeilijk te hebben. Maar ze willen wel weten waarom. Ze nemen er geen genoegen mee dat het zo doelloos lijkt. Dat het eigenlijk maar toeval en chaos is. Veel complottheorieën geven een structuur in die chaos. Houvast. De duidelijkheid van: eigenlijk is het de overheid of Bill Gates die aan de touwtjes trekt.”

Het is makkelijk om in een eigen bubbel te belanden, met Youtubevideo’s die vooral bevestigen wat kijkers al denken of juist steeds extremere content aanbieden om ze op het platform te houden. Waarom is het volgens u zo gevaarlijk als mensen in ‘hun eigen waarheid’ geloven?

“Omdat het probleem voor elke menselijke geest precies zit in het onderscheiden wat de feiten zijn, en om daarin vooral tegen jezelf te kunnen denken. Dat is echt denken. Niet alleen op zoek gaan naar de bevestiging van je gelijk of wat je emotioneel aanspreekt. Maar willen zien dat je het misschien bij het verkeerde eind hebt. Die algoritmes van bijvoorbeeld Youtube maken dat moeilijk, omdat je informatie voorgeschoteld krijgt die aansluit op de theorieën die je al gelooft. Youtube en Facebook verdienen met wat de meeste ophef maakt, wat zorgt voor een nieuwe kapitalistische ontsporing van alles wat met waarheid en feiten te maken heeft.”

“Mijn tip: probeer niet te denken vanuit angst, want dat is juist waar veel complottheorieën op inspelen. Spinoza waarschuwde al voor charlatans en zwendelaars die misbruik maken van de wanhoop die voortkomt uit leed en tegenslag. Volgens mij lijkt dat mechanisme, die gevoeligheid voor bijgeloof, op hoe mensen nu zo open staan voor complotten. Maar wees kritisch, vooral naar jezelf dus.”

Tegenwoordig wordt je pas als kritisch denker gezien als je een argwanend denker bent, signaleerde u eerder. Wat is precies het verschil tussen die twee?

“Argwaan is niet voldoende voor kritisch zijn. Argwanende denkers gaan ervan uit dat 9/11 een inside job was. Ik vind ook niet dat we politici op hun blauwe ogen moeten vertrouwen. Ik zeg ook: denk voor jezelf, geloof nooit zomaar autoriteits- of gezagsargumenten. Maar als je argwanend bent, twijfel je vanaf het begin aan de goede trouw van de ander. Dat is het fundamentele verschil. Ik zou zeggen: wees kritisch op politici – presenteren ze de juiste feiten? laten ze zich niet in de luren leggen door lobbygroepen? – maar gebruik daarvoor de methodologie van de feiten. Vertrek niet vanuit het idee dat iedereen in de Tweede Kamer fundamenteel ter kwade trouw is.”

Veel complotdenkers vinden elkaar in hun wantrouwen naar de overheid, bedrijven, wetenschappelijke instituten en de media. Is dat wantrouwen dan onterecht?

“Soms zit er kritiek in verscholen die wel degelijk hout snijdt. Neem bijvoorbeeld Bill Gates. Ik ben dankbaar dat hij zijn fortuin wil aanwenden om de productie van een vaccin te faciliteren en het goedkoop te houden. Maar eigenlijk is het niet normaal dat dit van de goodwill van één superrijke of een paar superrijken afhangt, terwijl ze voor hun keuzes geen politieke verantwoordelijkheid hoeven af te leggen. Het lijkt me ongezond dat we in een economisch model zitten waarin een paar economische winnaars cruciale politieke beslissingen nemen. Bill Gates kan het goede willen, maar andere miljardairs doen dat misschien niet. ”

“In die zin is het begrijpelijk dat Gates een doelwit van complotdenken is, dat hij iedereen met chips zou willen vaccineren. Voor de groep die het gevoel heeft dat zij niets te zeggen hebben, ligt de fantasie van de almachtig elite voor de hand, die ook ten kwade alles kan bepalen. De onmacht die complotdenkers voelen sluit aan bij een reëel probleem. Alleen is het complot daarop geen antwoord.”

U zegt: het is van cruciaal belang om met z’n allen een gedeelde waarheid te erkennen. Waarom eigenlijk?

“Neem bijvoorbeeld klimaatopwarming. Je moet erkennen dat het er is, dat het feitelijk aantoonbaar is, en dan nog kan je verschillen over wat je moet doen. Hoe je de economie organiseert, het vervoer, levensstijl, voeding. Je kan hierover van mening verschillen. Maar als je zegt: klimaatverandering is een hoax, dan heb je een probleem. Want dan kan je niet eens meer debatteren over welke middelen je moet gebruiken om het probleem op te lossen. Hetzelfde geldt voor de pandemie. Je kan compleet verschillen van opvatting over welke maatregelen er genomen moeten worden, en zelfs óf er maatregelen genomen moeten worden. Maar ontkennen dat de pandemie er is, en al je energie steken in gekke theorieën over een onderdrukkende elite, is contraproductief.”

Tien procent van Nederland gelooft dat er rond corona vieze spelletjes gespeeld worden. Dat zijn niet allemaal harde complotdenkers. Hebben de ‘alternatieve feiten’ en een steevast liegende Trump ons in de war gebracht, of is dit het gevolg van een veel langer proces? 

“Ik denk dat het een langer proces is. Er wás al een grote voedingsbodem, met het postmoderne idee dat wat in een samenleving geldt als waar, slechts de interpretaties zijn die een machtsstrijd overleefd hebben. Dat idee is aan het eind van de vorige eeuw door volgers van Foucault dominant geworden. Als waarheid het gevolg is van macht, dan is er ook altijd een onderdrukt idee dat niet aan bod komt. Die evengoed een soort waarheid heeft, maar waarvan de aanhangers niet de middelen hebben om het als waar te doen gelden. Precies dit hebben complotdenkers overgenomen. Ze geloven in een elite die de macht heeft om alles te manipuleren, en die het volk kan bedriegen en verraden.”

“Wat het ingewikkeld maakt, is dat de verdrongen stem, de stem die niet aan bod mag komen, volgens deze redenering niet alleen de ware stem is, maar ook de moreel superieure stem. Dat gevoel zie je bijvoorbeeld ook bij rapper en complotdenker Lange Frans. Hij spreekt op zijn Youtubekanaal [inmiddels door Youtube verwijderd, red.] vanuit een underdogpositie. Juist dat hij niet serieus wordt genomen door journalisten en academici, is precies de aantrekkingskracht voor zijn volgers.”

“In de jaren ’90 gold een geloof in de vooruitgang van de liberale democratie. Maar na 9/11 en na de economische crisis van 2008 kantelde dat. Het optimisme is weg. Mensen hebben minder vertrouwen in elkaar, de overheid en media. Dan is het aantrekkelijk je te identificeren met zo’n underdog die opstaat tegen het systeem. Volgens mij is het herstellen van dat vertrouwen het allerbelangrijkste dat we kunnen doen tegen complotdenken. Hoe precies weet ik als filosoof niet, maar daar ligt wel de kern van het probleem.”

In het item van Arjen Lubach over de ‘fabeltjesfuik’ van Youtube, het algoritme waardoor complotdenkers in een spiegelpaleis van hun eigen ideeën belanden, zegt iemand: ‘Ik geloof niet in feiten.’ Gaat dat een stap verder dan ‘iedereen heeft zijn eigen waarheid?

“Ik denk dat het nóg meer laat zien dat sociale media, filterbubbels en Youtube-algoritmes kunnen leiden tot een vervreemding van de werkelijkheid. Je kan elke video aanklikken, lijkt het idee, en zelf bepalen in welke realiteit je wilt leven. Terwijl er wel degelijkheid een gedeelde werkelijkheid bestaat: ga bijvoorbeeld maar eens kijken in een ziekenhuisafdeling die vol ligt met coronapatiënten. Misschien zou het helpen om ‘activisten’ die de wet overtreden met het bedreigen of belagen van politici, zoals in dat Lubach-item te zien was, op de een of andere manier weer meer bij de werkelijkheid betrekken. Om ze uit hun bubbel te halen, en eens verplicht in die ziekenhuizen langs te laten gaan.”

Het is niet bewezen dat er meer complotdenkers zijn dan bijvoorbeeld honderd jaar geleden. Is het niet een fenomeen van alle tijden dat simpelweg bij de maatschappij hoort?

“Ja. Maar wat onze tijd echt anders maakt, is de tegenwoordig geaccepteerde gedachte: ik heb mijn eigen waarheid. Daar zit ook een soort narcistische component in, waar ik me zorgen over maak. Het narcisme zit erin dat je niet vatbaar bent voor de realiteit buiten jou, en alleen nog maar wil erkennen wat jou goed uitkomt. Je ziet het ook met Trump en zijn leugens: mensen worden beloond voor de mate waarin ze een succesvol, glorieus beeld van zichzelf kunnen opleggen, ondanks wat ze in realiteit presteren. Dat is ook het gevolg van het loslaten dat er zoiets bestaat als ‘de waarheid’ waar we allemaal over kunnen praten of aan kunnen bijdragen. Mensen nemen zichzelf als belangrijkste criterium voor waarheid. Terwijl die algoritmes van bijvoorbeeld Youtube er dus voor zorgen dat kijkers juist zien wat ze al geloven.”

Heeft u tips voor lezers die in gesprek willen gaan met complotdenkende naasten?

“Wees empathisch. Probeer dieper te graven naar welke motieven erachter zitten. In de VS sprak een sociologe Trumpaanhangers door de het hele land vanuit de vraag: wat motiveert u? Ze schreef er een mooi boek over, Strangers in their Own Land, waarin je als lezer een nieuw begrip krijgt voor het gevoel dat bij veel erg conservatieve Amerikanen leeft, het gevoel van de American Dream die niet is waargemaakt. Dat gevoel bestaat niet alleen in de VS. Dus probeer te luisteren naar wat er achter het verlangen naar complotdenken zit.”

U schreef eerder een boek over uw held Spinoza. Wat zou zijn tip zijn voor Nederland anno 2020?

“Ik denk ook om niet alleen rationalistisch naar de inhoud van ideeën van anderen te kijken, maar op zoek te gaan naar de motieven, gevoelens en passies die erachter liggen. Veel complotdenkers zijn eigenlijk zeer betrokken burgers: ze steken enorm veel energie in wat in hun ogen het goede is voor de maatschappij. Probeer mét die passies te werken, zou Spinoza denk ik zeggen, en niet tegen die passies.”

Dit interview door Maarten Van Gestel verscheen in Trouw, op 30 oktober 2020.

Argwaan is geen kritisch denken, column DS, 29 okt. 2020

“Rond de covid-epidemie circuleert heel wat informatie op sociale media. Niet alle informatie is even betrouwbaar. In het tv-programma Zondag met Lubach nam de Nederlandse komiek Arjen ­Lubach de malafide platformen, de ­desinformatie van ‘de online fabeltjesfabriek’ in de maling: honderdduizenden gebruikers surfen van het ene naar het ­andere filmpje waarin influencers beweren dat de corona-epidemie nepnieuws is, dat vaccins straks een chip bevatten waarmee de overheid burgers controleert, of dat ‘de elite’ satanische, pedofiele netwerken onderhoudt. Ook Vlaamse influencers delen gretig deze verhalen.

Lubach probeerde het succes van ­deze verhalen te achterhalen. Mensen houden van sensatie. En sociale platformen willen zo lang mogelijk de aandacht van kijkers capteren om advertentiegeld te verdienen. Ze hanteren ­algoritmes die de verspreiding van spectaculaire, extremere verhalen bevorderen. Gebruikers denken intussen dat ze neutrale, belangeloze informatie lezen, maar dat klopt niet. Ze zitten opgesloten in een verdienmodel dat geen rekening houdt met waarheid of feiten. Lubachs uitleg klopt, maar er is een breder, langer proces dat het negeren van feiten in de hand heeft gewerkt.

Eén voedingsbodem is de idee dat ­elke interpretatie van kennis – en dus elke aanspraak op waarheid – slechts een gevolg is van een machtsstrijd, ­zoals een aantal postmoderne denkers meende (en vooral hun minder getalenteerde volgelingen al te eenvoudig toepassen). Dit thema kaartte ik vijf jaar geleden aan in mijn boek Macht en onmacht. Als je waarheid opvat als een kwestie van machtsverhoudingen, heb je weinig oog voor de criteria van kritisch onderzoek op zich – de methoden, bronnen en de werkwijze om waar van vals te onderscheiden.

Denken in termen van macht creëert morele verschillen: als de algemeen erkende waarheid slechts voortvloeit uit een machtsstrijd, dan bestaan er verzwegen, onuitgesproken, ‘echt ware’ ideeën die nergens aan bod komen. De ‘onderdrukte waarheid’ wordt de waarheid van de onderdrukten. Deze ongelijkheid valt alleen te corrigeren door de bestaande machtsrelaties te contesteren. Complotdenkers hebben deze manke logica overgenomen: ze geloven dat een elite het onderdrukte, genegeerde volk manipuleert. Ze gaan eraan voorbij dat elk waarachtig onderzoek – wie het ook bedenkt – aan bepaalde criteria moet voldoen.

Deze visie op waarheid en macht gaat gepaard met een moreel superioriteitsgevoel: de complotdenker beschouwt zichzelf als de moedige, strijdende mens die zich tegen ‘de elite’ ­verzet. Hij probeert tenminste ‘echt’ kritisch te denken, terwijl de andere mensen ofwel goedgelovige dwazen zijn, ofwel deel uitmaken van het complot.

Nu is het belangrijk om overheid en media kritisch te benaderen. Alleen verwarren complotdenkers argwaan met kritisch denken – precies omdat ze geen criteria voor waarachtigheid hanteren. Argwaan betekent dat je vermoedt dat anderen te kwader trouw handelen. Bij kritisch denken kun je vaststellen dat anderen zich vergissen, dat hun insteek beperkingen heeft, of dat ze een andere visie verdedigen dan de jouwe. Maar je vertrekt niet van het vermoeden dat ­anderen de samenleving intentioneel schade willen berokkenen.

Samenzweringstheorieën floreren in tijden van onvoorspelbare veranderingen. Elke complotdenker veronderstelt dat grote gebeurtenissen grote oorzaken moeten hebben; dat een diepe ­crisis wel het gevolg moet zijn van ­iemands intentie, van iemands uitgevoerde plan. Want toeval en chaos zouden zulke omwentelingen nooit kunnen verklaren. Heel wat mensen weigeren te aanvaarden dat lijden en ellende doelloos en onopzettelijk voorkomen. Maar het stormt mondiaal zonder dat één partij of één groep mensen aan het roer staat. Globalisering, kapitalisme en technologische ontwikkelingen brengen een dynamiek op gang die geen enkele deelnemer helemaal overziet. Dat is een beangstigende gedachte waar mensen mee moeten leren leven.

De laatste jaren komt bij al die factoren nog de grootschalige fabricatie van leugens bij, bijvoorbeeld vanuit QAnon, een extreemrechtse complottheorie die bepaalde politici, onder wie Joe Biden, van pedofilie beschuldigt. Niemand weet precies wie hier achter zit. Maar volgens deze theorie zouden de aanhangers van Trump door de deep state ­(geheime machtsorganisaties) geviseerd worden. Hier worden mensen die zich onmachtig en benadeeld voelen, gemanipuleerd om politieke machts­relaties te beïnvloeden.

Wat valt eraan te doen? De verdienmodellen van sociale media die de fabeltjesproductie stimuleren, moeten op de schop. Verder is het bijzonder moeilijk om complotdenkers te corrigeren, omdat hun denkwijze immuun is voor kritiek: dat academici, politici of journalisten hun complottheorie ofwel negeren ofwel weerleggen, bevestigt voor hen de waarheid ervan. Complotdenkers belerend toespreken, helpt dus niet. Vooral omdat heel wat onder hen zich al miskend voelen. Vanuit hun ­eigen onvermogen projecteren ze een almacht op de ander. Als je hen wil overtuigen, moet je rekening houden met hun verlangens en bezorgdheden. En met hun drang om erkend te worden als valabele, kritische burgers. Met wat geluk zit daar enig potentieel.”

Deze column verscheen in De Standaard op 29 oktober 2020.

“Trumps kiezers hebben altijd gelijk”, column DS, 30 jan. 2017

Unknown 08.33.05“In tijden van ‘post-truth’, postfeitelijkheid of postwaarheid is het moeilijk om leugens van realiteit te onderscheiden. Zo kan je geen democratisch debat meer voeren. Het thema kwam al diepgravend aan bod bij Karel Verhoeven (29/12) en Luuk Van Middelaar (03/01). Eén aspect bleef onderbelicht: hoe de postfeitelijkheid de politieke tegenstellingen vooral tot morele verschillen lijkt te maken. Dat morele gehalte van politieke stellingen maakt mensen doof voor de argumenten van de tegenstander. Het resultaat is dat elke mens in zijn eigen ‘goede’ bubbel leeft, met moreel rechtvaardige medestanders, terwijl andersdenkenden moreel foute wezens zijn, die geen enkele politieke inspraak verdienen. De politieke kloof is onoverbrugbaar, omdat hij moreel wordt beleefd.

image005In mijn boek ‘Macht en Onmacht. Een verkenning van de aanslag op de Verlichting’ beschrijf ik hoe de postmoderne filosofie hiertoe behoorlijk heeft bijgedragen. Na de dood van God, sneuvelde de Waarheid, alsook de waarachtigheid en het kritisch zelfinzicht. Alleen interpretaties bleven over.

In ‘Nietzsche, Freud, Marx’ lanceert Michel Foucault een nieuwe interpretatiemethode, met twee pijlers. Interpretaties zijn oneindig, want er is geen oorspronkelijke betekenis. En de vraag naar de correcte interpretatie is eigenlijk een vraag naar de dominante interpretatie. Neem het Griekse woord ‘agathos’, ‘goed’, schrijft Foucault, in navolging van Nietzsche: ‘Goed’ heeft geen oorspronkelijke of ultieme betekenis, maar verkrijgt een betekenis, door wie op een gegeven moment de macht in handen heeft. Deze Nietzscheaanse methode leidt tot fascinerende oefeningen.

unknownMaar bij Foucault krijgt ze een specifieke politieke wending: want ‘er ligt altijd een groot weefsel van gewelddadige interpretaties aan de basis van alles wat spreekt’. Niet zozeer wat gezegd wordt, maar wie spreekt wordt belangrijk. Dit verandert de visie op kritisch denken: idealiter opent de filosofische kritiek de mogelijkheid voor de onderdrukte, verzwegen stem om zijn interpretaties te doen gelden. Dan wordt de politieke vraag een morele keuze. Aan wie geeft men bij voorkeur het woord: aan de onderdrukker, of aan de onderdrukte?

Het boek ‘Orientalisme’ van Edward Saïd illustreert deze denkwijze. Volgens Saïd is de westerse blik op andere culturen bepaald door ‘oriëntalisme’: elk westers ‘discours’ over de ander, miskent die andere want de westerse visie wordt bepaald door koloniale machtsrelaties. Continue Reading ›

Spinoza – ‘overvloed’ tegenover ‘tekort’

We willen meer dan we kunnen krijgen. Meer nog, dit tekort drijft ons voort. Dat is althans de visie van Thomas Hobbes (1588-1679), en van tal van moderne denkers. Spinoza denkt er anders over.

het_rijk_van_de_schaarsteMaar ‘schaarste‘ is volgens Hobbes de natuurlijke toestand van de mens. Hans Achterhuis schreef er het boek ‘Het Rijk van de schaarste’ over:  hoe schaarste een kernprobleem wordt voor denkers in de moderniteit.

Winst, wedijver, rechtvaardigheid en verdeling van rijkdom draaien rond dit begrip. Continue Reading ›