‘Hoe jezelf te overstijgen’, column DS 9 september 2021

“‘Breek uit jezelf.’ Dat was de boodschap van Kristien Hemmerechts in haar ontwapenende interviews in Knack en De afspraak op Canvas. Sinds enige tijd bezoekt Hemmerechts misvieringen van de kerkgemeenschap Sant’Egidio. Daar voelt ze zich thuis en in ‘Gods handen’, zonder dat ze dat verder wil definiëren. Mensen zoeken vaak tevergeefs het geluk in zichzelf of hun partner. Die ik-gerichtheid maakt on­gelukkig, meent de schrijfster.

Dat begrijp ik: een leven van een egogerichte consument geeft geen duurzame voldoening. En een rituele beleving van transcendentie kan vervullend zijn – daarvoor heb je geen dogma’s of geloof­ nodig.

Ik ben niet katholiek opgevoed, en ik kan (of wil) de persoonlijke weg van Hemmerechts niet beoordelen. Ik heb me nooit tegen de kerk hoeven te verzetten, maar ze trekt me ook niet aan. De vraag blijft of haar negatieve kanten – waaronder machtsmisbruik, een enge kijk op vrouwen en op seksualiteit – acci­denteel zijn, dan wel inherent deel uitmaken van haar ingesteldheid. Misschien­ vertelt Hemmerechts’ relaas minder over de kerk dan over het falen van de seculiere varianten. Socialis­tische en andere niet-confessionele bewe­gingen waren decennialang succes­vol, omdat ze de behoefte aan soli­dariteit, barmhartigheid en gemeenschaps­zin politiek vertaalden.

Hemmerechts vermeldt ook het verlangen om voor zichzelf op te komen, zonder zich op te sluiten in een eigen ‘ik’. In de kerk kan ze dat bredere perspectief ervaren. Er zijn ook alternatieven, die mensen nog altijd blijven ontdekken.

Het klassieke wijsheidsidee – van Plato en Aristoteles tot de stoïcijnen en de epicuristen – draaide om die bredere vraag. Dat idee bevat drie elementen (die op uiteenlopende manieren werden uitgewerkt): er zijn praktijken om voor het ‘zelf’ te zorgen, door die praktijken kun je jezelf overstijgen, en een geslaagd leven organiseer je met anderen.

Je hebt een ‘zelf’. Of beter, je hebt een zelfbewustzijn, je denkt over jezelf als iemand die waarden heeft. En je hebt een innerlijke vrijheid om dat zelf (deels) vorm te geven. Dankzij geestelijke oefeningen kun je die vrijheid be­waren. Je waakt erover dat je niet door dogma’s of dwalingen van anderen in de war raakt. Evenmin word je door je passies of verlangens overheerst. Daartoe zijn er geestelijke oefeningen, zoals Pierre Hadot ze beschrijft. Je richt je aandacht op het hier en nu. Je doet aan gewetensonderzoek, je bereidt je voor op tegenslag en je leert scherp te onderschei­den wat van jezelf afhangt (dan kun je handelen) en wat buiten je macht ligt (dat moet je aanvaarden).

Die oefeningen zijn dus een zorg voor zichzelf, maar ze zijn geen egotrip. In de Brieven aan Lucilius, geeft de stoïcijn­ Seneca deze raad: ‘Concentreer je op het werkelijk goede en zoek je vreugde in wat van jou zelf is. Maar wat betekent “wat van jou zelf is”? Wat jij zelf bent en wat het beste deel van jou is.’ Dat beste deel is het goddelijke, waardoor je deel uitmaakt van de goddelijke rede, van de natuur. De vrije mens slaagt erin zich helemaal aan de kosmos over te geven. Bij die stoïcijnse gedachte hoort een inzet voor de anderen, voor de gemeenschap. Dat komt bij keizer Marcus Aurelius bijvoorbeeld uitvoe­rig aan bod. Kortom, de stoïcijn doet niet aan zelfpromotie: hij wil zichzelf niet in de kijker zetten door zichzelf met anderen te vergelijken of door zijn succesjes te etaleren.

Epicuristen geloven dan weer niet in een transcendentie naar het goddelijke. Maar ze halen hun bevrijdende ervaring wel uit iets dat buiten het ‘zelf’ ligt: een soort genade over de schoonheid van de wereld. Voor Lucretius kun je elke­ dag opnieuw naar de wereld kijken met de nieuwsgierige bewondering van iemand die haar voor de eerste keer ziet, én met de intense waardering van iemand die haar voor de laatste keer bekijkt. Ook zijn filosofische praktijk veronderstelt leven met anderen. Epicurus heeft geprobeerd gemeenschappen op te richten, waarvan leden door vriendschapsbanden met elkaar verbonden zijn. De antieke filosoof schaaft dus aan zichzelf, hij polijst zijn leven door zich inzetten in en voor de ‘polis’, in de gemeenschap, gesterkt door de wetenschap dat hij deel uitmaakt van een heel universum.”

Deze column verscheen in De Standaard, op 9 september 2021.

“Wat zijn de motieven achter groepsdruk?” column DS 4 okt. 2018

Patrick Loobuyck legt de liberale principes mooi uit: sociale druk mag iemands deelname aan een toneelstuk niet verhinderen (DS, 3/10). Maar liberale principes schieten te kort om het fenomeen dat hij aanklaagt – groepsdruk – te doorgronden. Een voorbeeld dat hij geeft is dat Fatima Ezzarhouni afhaakt: zij wil niet meer participeren aan het theaterstuk ‘Lams Gods’ van Milo Rau. De redenen voor haar beslissing blijven echter onduidelijk, en haar situatie is complex. Los van haar geval, gebeurt het wel dat vrouwelijke performers tijdens of na een artistieke performance onder druk worden gezet. Zo moest de Marokkaanse actrice Loubna Abidar in 2015 Marokko ontvluchten nadat ze in ‘Much Loved’ een prostituee speelde. Nu wil Abidar in Frankrijk taboes over seksualiteit doorbreken. Ze botst op heel wat weerstand.

Iemand geen rol op de scène gunnen, gaat niet alleen over een beperking van iemands rechten. De vraag blijft: wat zijn de motieven van de groep die druk uitoefent? Hier speelt hoe mensen met hun eigen lichamelijkheid kunnen omgaan. Wat als al het lichamelijke slechts zondig is? Wat als sensualiteit vooral gecontroleerd moet worden, ook door iemands verschijning te controleren? Wat als vrouwelijkheid alleen verlokking betekent? Dan is deelnemen aan kunst met haar soms letterlijke naaktheid en kwetsbaarheid, verboden.

Wie contacten heeft in het onderwijs, weet dat de kunstzinnige activiteiten van sommige kinderen al heel vroeg in het gedrang komen. Er zijn allochtone ouders – neen, niet allemaal, maar het gebeurt – die kinderen wel mee laten oefenen voor het schoolse toneelstukje, maar op de dag van de opvoering hun kinderen thuishouden en zelf niet opdagen. Zo missen die kinderen het plezier om op te treden; ze missen een gedeelde ervaring met andere kinderen en een stimulerende artistieke prestatie. Dit alles heeft effecten op latere keuzes. Hoeveel mensen met een carrière op de televisie of in het theater, stonden juist op school voor het eerst op scène? Hetzelfde geldt voor andere kunstzinnige activiteiten: dansen, zingen, tekenen, schilderen. Oog voor schoonheid, die niet tot geile prikkels of provocaties kan worden herleid, ontwikkelt men dankzij een opvoeding.

Lichamelijke activiteiten omvatten ook sport. Niet toevallig duiken hier mogelijk conflicten met allochtone ouders op: jongens en meisjes die niet samen mogen sporten; meisjes die niet mee mogen zwemmen. De ouders zelf wijzen op de vrijheid van godsdienst in de multiculturele samenleving: zij mogen beslissen in naam van hun geloof. Dat kan best, maar hun keuzes hebben gevolgen voor de toekomstkansen van hun kinderen. Opvoeding en initiatie in de kunsten beïnvloeden of volwassenen aan cultuur deelnemen, alsook of ze aanvaarden dat anderen dat doen.

Hiermee raakt dit thema aan de diversiteit. Diversiteit wil zeggen dat burgers uiteenlopende etnische achtergronden, religieuze opvattingen en seksuele voorkeuren hebben. Idealiter zijn ze in al hun verschillen even goed aanwezig in de politiek, op school, in de bedrijfswereld, en in de kunsten. Deze diversiteit op alle domeinen is een belangrijk politiek streefdoel. Dan blijken heel wat domeinen ‘te blank’ te zijn.

Bijvoorbeeld de kunsten: men probeert een idee te krijgen van de reële diversiteit op en voor het podium. In de zaal en op de planken zijn er veel te veel blanken. Volgens de liberale logica wijst dit op racisme en discriminatie: als individuen ergens niet geraken, worden ze verhinderd. Alle obstakels moeten dus verdwijnen: gelijke kansen betekent dat iedereen zijn recht op een oorspronkelijke vrijheid herwint. Die gedachte klinkt heel fair. Ongetwijfeld spelen racisme en discriminatie wel degelijk een rol, en dat moet worden aangepakt. Alleen is die verklaring ontoereikend: ook hoe mensen met lichamelijkheid en sensualiteit omgaan, moet deel uitmaken van het debat over vrijheid en diversiteit.

Kortom, als je alleen vanuit de liberale logica denkt, dan mis je een belangrijke factor: de bredere cultuur en het geheel van overtuigingen die mensen kunnen motiveren om de rechten van anderen al dan niet te erkennen.”

Deze column verscheen in De Standaard op 4 oktober 2018.

“Naastenliefde is nog geen zelfverloochening”, column DS, 19 okt. 2017

Deze column verscheen in De Standaard, op 19 oktober 2017.

“Bijna 70% van de Belgen meent dat ‘religie meer kwaad doet dan goed’. Een opmerkelijke vaststelling, waarvoor Mieke Van Hecke in ‘De Afspraak’ (op Canvas) deze verklaring gaf: religie wordt te neerbuigend behandeld, en te fel uit de publieke ruimte geweerd. Mensen durven hun christelijke inspiratie niet meer openlijk te vermelden, zelfs wanneer ze zich voor anderen inzetten. Zo verdwijnt de positieve rol van religie op de achtergrond.

Enkele vanzelfsprekende oorzaken voor de negatieve associatie met religie werden helaas niet geopperd: het schrijnend gebrek aan leiderschap na schandalen binnen de katholieke kerk; de vraag of christelijke waarden in crisistijd wel politiek inspirerend zijn, en het verband tussen islam en geweld in tijden van terreur.

De pedofilieschandalen toonden hoe kerkelijke leiders herhaaldelijk hun verantwoordelijkheid ontliepen en verzuimden de meest kwetsbaren te beschermen. Nochtans is die zorg juist de kern van de christelijke boodschap. Daarbij beroept de kerkelijke leer zich op een hiërarchische superioriteit: de gelovige moet de hogere instanties die de christelijke boodschap uitdragen, vertrouwen. Dat lukt alleen wanneer die leiders het goede voorbeeld geven. Helaas ontbrak het leiders als Johannes Paulus II en Benedictus XVI aan daadkracht: ze lieten daders jarenlang ongemoeid. De Belgische hoge clerus reageerde niet veel alerter. Voor buitenstaanders is dat verbijsterend: het is legitiem om voor mildheid te pleiten, en te willen verhinderen dat beschuldigden gelyncht worden, maar waar bleven het medeleven en de erkenning voor het levenslange, verwoestende leed van slachtoffers? Waarin bestaat de positieve kracht van religie, wanneer ze nalaat om zwakkeren te verdedigen?

Een andere vraag betreft de positieve impact van enkele christelijke waarden zelf: nederigheid, barmhartigheid, naastenliefde. Niemand ontkent dat deze waarden kwaliteiten kunnen zijn. Maar de vraag is op welke manier ze politiek kunnen worden ingezet. Politiek is een buitengewoon complex spel van beleidsopties met vaak onbedoelde en onvoorspelbare gevolgen. Hoe zet je een coherente christelijke visie om in een politieke praktijk? Recent presenteerde Paus Franciscus een plan rond vluchtelingen en migratie. Hij meent dat de persoonlijke veiligheid en de waardigheid van migranten voorrang moeten krijgen op de nationale veiligheid. Het onderscheid tussen vluchtelingen en migranten moet verdwijnen. En wie wil migreren, verdient vanuit het land van herkomst reeds ondersteuning. De paus pleit dus voor een opengrenzenbeleid, waarbij de integratie van migranten van ondergeschikt belang is. Zijn voorgangers zagen het net zo: migratie is een voorbode van de goddelijke stad zonder grenzen, aldus Benedictus XVI, en migratie maakt deel uit van het goddelijke verlossingsplan, aldus Johannes Paulus II.

Maar de Europese bevolking wil geen open grenzen. Volgens onderzoek (Chatham House) meent 55% van de ondervraagden uit tien Europese landen zelfs dat ‘elke verdere migratie uit moslimlanden moet stoppen’. Je kan natuurlijk aanvoeren dat die weigeraars geen christen zijn, of onvolmaakte christenen. Dat neemt niet weg dat die mensen de christelijke deugden niet als de fundering of toetssteen van hun politieke keuzes zien. Zeker niet wanneer het christelijke gebod aan het absolute grenst, zonder aandacht voor het effect ervan. Wat theologisch klopt, kan politiek onhaalbaar zijn. Moet je een naastenliefde belijden die grenst aan de zelfverloochening? Impliceren waarden het lijdzaam ondergaan van geopolitieke dynamieken? Continue Reading ›

“Diversiteit mag geen ideologie zijn”, column DS, 29 juni 2017

“Diversiteit is vandaag een feit geworden. In een diverse en rechtvaardige samenleving kunnen heel verschillende mensen harmonieus samenleven. Maar diversiteit kan ook een ideologie worden. Ze wordt dan bejubeld omdat ze per definitie positief zou zijn. Jammer genoeg kan diversiteit als ideologie polarisering juist in de hand werken. Elk voordeel heeft zijn nadeel, zei een beroemde filosoof. Twee recente voorbeelden illustreren zijn gelijk: het opiniestuk ‘Bonje in Berkeley, maar het is niet de schuld van Trump’ (DS 24 juni) en het debat over Erdogans plan om de evolutietheorie in het onderwijs af te schaffen (DS 23 juni) .

Vooreerst is er feitelijke demografische diversiteit: de samenleving bestaat uit verschillende burgers qua etnische achtergrond, religieuze beleving, seksuele voorkeuren, leeftijd, geslacht en scholingsgraad. Idealiter wordt die demografische diversiteit weerspiegeld op de werkvloer, in scholen, in het politieke of openbare leven. Het is rechtvaardig om die diversiteit te verdedigen, en jammer genoeg loopt het daar soms mis.

Maar dan is er een ideologische oproep tot diversiteit, en die leidt tot een onoverbrugbare wij-zijtegenstelling. In zijn opiniebijdrage over conflicten tussen studenten aan Berkeley vermeldt Jeroen Dewulf ‘de eis voor respect op de eigen visie en het beleven van de eigen identiteit die zo extreem wordt geformuleerd dat al het andere als belemmerend en beledigend wordt ervaren’. Studenten gaan met elkaar op de vuist, omdat ze elkaars controversiële sprekers niet verdragen. Eerder waren er al conflicten rond ‘safe spaces ‘op campussen. Studenten van minderheidsgroepen eisten vanuit hun specifieke etnische, seksuele of religieuze identiteit het recht om veilige plekken te hebben, waar ze zich niet aan de meerderheid hoefden aan te passen. Dit gaat dus niet over diversiteit binnen een inclusieve samenleving of gemeenschap, maar over groepen die radicaal tegenover elkaar staan.

Die polarisering is niet de schuld van Donald Trump en zijn opruiende taal. Deze kwalijke evolutie hebben progressieven ­helemaal aan zichzelf te danken. Vlak na Trumps verkiezing schreef de liberale filosoof Mark Lilla: ‘De fixatie op diversiteit in onze scholen en in de pers heeft een generatie van liberalen en progressieven geproduceerd die narcistisch onwetend zijn over de toestanden buiten hun zelfbepaalde groepen, en onverschillig voor de nood om Amerikanen te bereiken in alle groepen.’ De radicale beleving van diverse identiteiten bevestigt groepen in hun morele superioriteit en verhindert dat ze zich solidair voelen met wie niet tot hun groep behoort.
Langzaamaan knaagt dit fenomeen ook aan het vrije onderzoek: wetenschappelijke debatten dreigen aan het diversiteitsideaal te worden opgeofferd. Tot een veilige plek aan de universiteit behoort het recht op veilige boeken, cursussen en gesprekken. Er ontstaat een recht op gefilterde en selectieve ideeën, die niemand tegen de borst stuiten. Het is een alarmerende ontwikkeling aan instellingen, waar de scherpste geesten elkaar zouden moeten versterken.

Diversiteit als ideologie is dus nefast voor het vrije denken. Neem nu het debat rond Erdogans plan om de evolutietheorie uit de lessen van het middelbare onderwijs te schrappen. Ook bij Vlamingen van diverse roots vindt die maatregel heel wat bijval, schreef Fouad Gandoul in De Morgen . Wie de evolutietheorie aanvaardt, wordt terechtgewezen omdat hij de basisbeginselen van de islam zou verloochenen.

Charles Darwins publicaties ontlokten ook in zijn tijd stormen van protest. Maar ondertussen mag het duidelijk zijn – over alle politieke of religieuze verschillen heen – dat de wetenschappelijkheid van een theorie niet afhangt van de vraag of ze overeenstemt met iemands geloof of identiteit.

Nog een andere kwestie wordt het, wanneer diversiteit wordt ingeroepen om zo’n verzet te rechtvaardigen. De logica lijkt erg op die van studenten die ‘safe spaces’ eisen: een meerderheidsdiscours verdedigt de evolutietheorie, maar minderheden hebben hun rechten. Lang leve de diversiteit, waar ieder zijn waarheid of wetenschappelijkheid mag kiezen, afhankelijk van waar ieder zich comfortabel bij voelt.

In de Verenigde Staten bestaat er evengoed fel protest tegen de evolutietheorie in het onderwijs. Die tegenkanting komt uit dezelfde hoek: die van reactionaire religieuze bewegingen, die het liefst de moderniteit, met haar ideeën van zelfbeschikking en kritisch denken, zouden afschaffen. Die opvatting heeft dus duidelijk niets met de rechtvaardige strijd voor diversiteit en tegen achterstelling te maken.”

Deze column verscheen in De Standaard op donderdag 29 juni 2017.

‘Na een mijnramp’, column De Standaard, 19 mei 2014

Unknown 08.33.05“Volgende zondag gaan we stemmen. Wie niet meteen gemotiveerd is, kan er even in de krant de berichten over Turkije op naslaan. Dan wordt meteen duidelijk hoe belangrijk verkiezingen zijn. Onlangs heeft Erdogan, de leider van de conservatieve regeringspartij AKP, overtuigend de nationale verkiezingen gewonnen. Ondanks de berichten van corruptie, ondanks massale straatprotesten in Istanbul, ondanks de antidemocratische beperkingen van de vrije meningsuiting. En dankzij steun van conservatieve kiezers. Maar door een onverwachte omstandigheid betreurt een deel van die kiezers hun stem nu al, en dat vlak na de verkiezingen: bij een mijnramp in de industriestad Soma sterven Unknownminstens driehonderd werkers door de slechte arbeidsomstandigheden. De lokale bevolking verdenkt de regering ervan met de bedrijfsleiders samen te spannen om de waarheid over de ramp verborgen te houden (DS, 18/05). ‘Ongevallen gebeuren nu eenmaal’, suste Erdogan. En dus moet niemand de echte verantwoordelijken zoeken. ‘Voor wat hoort wat’, want nu blijkt hoe de mijnbedrijven de lokale arbeiders onder druk hebben gezet om voor de AKP te stemmen. Zulke toestanden hebben we in de negentiende en begin twintigste eeuw ook gekend: stemadvies van de gevestigde orde.

Niets nieuws onder de zon. Monarchen en alleenheersers, religieuze leiders en kapitaalkrachtige elites hebben zich eeuwenlang verzet tegen volksinspraak. Continue Reading ›