“Hebben we de morele plicht om de Europese Unie te redden, zoals de Duitse filosoof Jürgen Habermas meent? Habermas, die voor een federaal Europa pleit, schreef een vlammende tekst waarin hij Merkel verantwoordelijk houdt voor de crisis. Maar zelfs al zeggen we volmondig ‘ja’ op de redding, dan is de vraag of we deze Unie wel kunnen redden.
‘A house divided against itself cannot stand’, merkte Lincoln op vlak voor de Amerikaanse burgeroorlog uitbrak. Nicholas Kaldor herhaalde die zin in een tekst uit 1971, waarin de Hongaarse econoom (Cambridge) uitlegde dat een Europese monetaire unie zonder politieke unie geen kans op slagen heeft.
Die kans op een democratische Unie is verkeken. Eurocommissaris Jean-Claude Juncker wil de huidige crisis aanpakken door nog meer soevereiniteit van staten naar Europa over te dragen. Dan hebben nationaal verkozen politici steeds minder te zeggen. Om dat voorstel te beoordelen, volstaat het om naar Junckers eigen woorden luisteren. Hij gaf namelijk al eens grif toe dat de Europese bevolking daar geen enkel belang bij heeft, toen hij over het Verdrag van Lissabon in 2007 tegen Gordon Brown zei: ‘Natuurlijk zal er overdracht zijn van soevereiniteit. Maar zou ik slim zijn om de aandacht van de bevolking hierop te vestigen?’ Dat werpt een ander licht op de huidige crisis: in naam van een muntunie, maakt een groepje niet-verkozen technocraten steeds meer de dienst uit. Niet alleen Griekenland, maar de hele eurozone draagt daar de gevolgen van.
Griekse schuld
Op het eerste gezicht spelen de Grieken de rol van de slechterik. Jarenlang heeft het land te veel geld uitgegeven, zijn boekhoudingen vervalst en de corruptie in eigen land niet aangepakt. Dus moet Europa nu straffen. Als je mensen niet verantwoordelijk stelt voor hun keuzes, zeggen strenge beoordelaars van de Griekse politiek, dan creëer je een moral hazard: dan beloon je wie vals speelt, en straf je de deugdzame, harde werkers. Dat klinkt aanvaardbaar. Juristen vinden dat een straf proportioneel moet zijn en relevant. Maar levert bestraffing ook iets op? Daar stelt zich al een probleem: economen wijzen erop dat de strenge besparingen niemand vooruithelpen: de Grieken niet en hun schuldeisers evenmin.
Maar los daarvan: zouden we die redenering niet moeten toepassen op al wie fouten heeft gemaakt? Anders gaan onbekwamen vrijuit, terwijl de integere mensen boeten. Is er dan geen moral hazard bij iemand als Juncker, die de eurogroep leidde in 2005? Bij die Europese instellingen die faalden in hun controle op Griekenland? Tenslotte wisten Europese politici al jaren dat Griekenland een niet te dempen put maakte. Maar blijkbaar hebben eurocraten zoals Juncker een vrijgeleide – niemand wijst op de fouten die zij maakten in de constructie van de eurozone. Juncker stelt zelfs met een uitgestreken gezicht voor om nog meer macht toe te kennen aan allerlei Europese raden en commissies.
Ondertussen bloedt de Griekse bevolking, zonder vooruitzicht op beterschap. Ook dat zou een waarschuwing moeten zijn voor de andere Europese landen: op veel redelijkheid of mededogen van schuldeisers hoeven ze niet te rekenen, en de toekomst is onvoorspelbaar.
Zelfs wie Europa wil redden, kan alleen vaststellen dat het Europese project totaal is ontspoord. De crisis drijft de Unie uit elkaar. En dat was niet de bedoeling: Mitterrand en Kohl wilden Europese landen dichter bij elkaar brengen, maar ze hadden niet de politieke macht om een federaal Europa te maken. Dus brachten ze Europese landen monetair samen. Ze rekenden erop dat een crisis hun opvolgers zou aanzetten om nauwer samen te werken. Nu vergroot elke crisis de breuklijnen tussen de Europese landen, ook de migratiecrisis, het buitenlands beleid of het sociaal beleid. De Griekse crisis is, kortom, slechts een symptoom van een veel dieper probleem.”