“Ballroomdansen op een vulkaan” DS, 27 april 2017

“Bijna iedereen reageert enthousiast op Macrons overwinning bij de eerste ronde. Begrijpelijk en terecht, wanneer de tegenkandidaat Marine Le Pen van het Front National heet. Haar overwinning zou haar land en de Europese Unie in een chaos storten. Maar een presidentschap van Macron redt de Franse republiek of Europa niet noodzakelijk op langere termijn. De onvrede over Europa is reëel. Welk plan heeft Macron om hieraan tegemoet te komen? Niemand weet het.

Aan de linkerzijde was de econoom Thomas Piketty dan ook genadeloos scherp voor Macrons campagne. Piketty suggereert dat Macron vaagweg wat linkse en rechtse ideeën lanceert en diepgang ontbeert. Piketty steunde de PS-kandidaat Benoît Hamon, en ontwikkelde een positieve transformatie van het Europese project, in zijn “Pour un traité de démocratisation de l’Europe”. Piketty wil de unie democratischer en socialer maken. Hij wil ook de oneerlijke fiscale concurrentie tussen landen wegwerken. Vooral multinationals profiteren van die concurrentie om amper belastingen te betalen. Met een meer democratische politieke besluitvorming, wil Piketty ook het machtsoverwicht van Duitsland doorbreken, en de opgelegde besparingspolitiek beëindigen.

Piketty verwijt Macron dan dat hij een status-quo verdedigt tegenover de Europese autoriteiten. Als minister voerde Macron het begrotingspact van 2012 trouw uit, zonder enige aarzeling.

Het Europese probleem sleept al minstens twintig jaar aan. Vlak voor zijn dood in 1995 voorspelde François Mitterrand aan de journalist Benamou dat hij de laatste grote president van de Vijfde Republiek zou zijn. De Europese Unie en globalisering hadden het politieke spel gewijzigd; na hem zouden financiers en boekhouders de dienst uitmaken.

Ondertussen heeft Frankrijk niet alleen veel soevereiniteit aan Europa afgestaan. De laatste jaren wordt ook duidelijk dat Frankrijk de economische en politieke machtsstrijd met Duitsland aan het verliezen is. Dat heeft het Franse ressentiment tegen Europa behoorlijk aangewakkerd. Aanvankelijk hielden Duitsland en Frankrijk elkaar in balans, en dat bracht rust en vrede. Maar sinds de val van de Berlijnse muur, en de Duitse hereniging helt de machtsbalans in het voordeel van Duitsland. Mitterrand en Kohl wilden de Europese band versterken door een monetaire Unie. Maar ze hadden niet de macht om een echt federaal Europa op te richten. Ze hoopten dan maar dat elke crisis de Europese leiders dichter bij elkaar zouden brengen. Het draaide helemaal anders uit: de crisis die volgde uit die gebrekkige monetaire constructie, verdeelt Europa steeds meer.

Deze kwestie moet worden opgelost. Wat kunnen we dan verwachten van Macron, die zich wel presenteert als de frisse, positieve, anti-systeem kandidaat?

Qua stijl valt hij best te vergelijken met Barack Obama in 2008: jong, enthousiast, charismatisch. Intellectueel, belezen en retorisch sterk. Meer een vertegenwoordiger van zijn eigen merknaam dan van een partij – in 2008 Obama moest eerst de gedoodverfde kandidaat van de partij, Hillary Clinton, verslaan. Beiden zijn verrassend succesvol in tijden die snakken naar verandering. Dit kan echte juist een probleem worden: Obama incarneerde verandering, maar voerde nooit radicale hervormingen door. Zijn ‘yes, we can’ bleek een holle slogan; de financiële belangen van Wall Street, de politieke lobbygroepen in Washington, de oorlogen in het buitenland – veel bleef bij het oude. In 2008 versloeg Obama de republikeinse tegenkandidaat McCain en zijn gekke vice-presidentskandidaat Palin. Iedereen reageerde opgelucht. De republikeinse partij lag daarna op apegapen. Maar uiteindelijk volgde op Obama’s makke beleid de verkiezing van Trump.

Vandaag de dag is het verlangen naar verandering in Frankrijk even dringend als het verlangen naar ‘change’ in de VS.

Wie denkt dat Marine Le Pen – op langere termijn – de ergst denkbare rechtse kandidaat is, neemt zijn hoop misschien voor werkelijkheid. Wie had tenslotte een ‘bully’ als Trump voor mogelijk gehouden? Een politicus die verkozen wordt met de belofte van verandering, maar slechts een stijlbreuk invoert, zou wel eens op een vulkaan kunnen staan dansen.”

Deze column verscheen in De Standaard op donderdag 27 april 2017.

 

 

“Kroniek van een aangekondigde tweestrijd”, DS, 24 april 2017

“Macron versus Le Pen, het rondt een evolutie af die zich vijftien jaar geleden heeft ingezet, die van een groeiende kloof tussen burger en traditionele politiek.
De twee traditionele partijen van de vijfde republiek – de socialisten en de republikeinen – zijn dus afwezig in de tweede ronde. Toch staan, met Emmanuel Macron en Marine Le Pen, over twee weken twee ideologieën lijnrecht tegenover elkaar: economisch liberalisme tegenover economisch protectionisme, multiculturalisme tegenover nationalisme, globalisering tegenover soevereinisme, Frankrijk binnen of buiten de Europese Unie.
Frankrijk lijkt dus hopeloos verdeeld, maar om deze uitslag te begrijpen, is een korte terugblik nodig. De eerste barsten werden vijftien jaar geleden al zichtbaar. In april 2002 verscheen, tegen alle peilingen in, op TF1 de foto van Jean-Marie Le Pen naast die van Jacques Chirac tijdens het journaal van acht uur. Beklijvend televisiemoment. Lionel Jospin, de socialistische kandidaat en voormalig eerste minister onder Chirac, viel net uit de boot. De Fransen hadden de keuze tussen rechts en rechtser. Jospin hield de eer aan zichzelf: hij voelde zich verantwoordelijk voor de nederlaag van zijn partij, voor de doorbraak van het Front National. Twee weken later werd Chirac met ruime meerderheid verkozen. De orde leek hersteld, de republiek was gered.
Wie nu terugkijkt op die gebeurtenissen ziet dat Chiracs klinkende zege een pyrrusoverwinning was. In 2005 kwam er nieuwe opschudding: een meerderheid van de Fransen stemde tegen de Europese grondwet. De belangrijkste politici, de media, allen waren ze voorstanders geweest. Geen enkele traditionele politicus nam die afwijzing van de Europese Unie ernstig. Het ‘neen’ werd weggezet als een proteststem, als het resultaat van gebrekkige kennis, als een afwijzing van Chiracs beleid. Bij de volgende verkiezingen, in 2007 versloeg Sarkozy Ségolène Royal. Hoewel Sarkozy jarenlang minister van Chirac was geweest, boetseerde hij het imago van de baanbrekende buitenstaander, de tegenpool van Chirac. Sarkozy zwoer dure eden over grote, noodzakelijke hervormingen. Maar er gebeurde niet veel. In 2012 waren de Fransen ook Sarkozy hartgrondig beu, en verkozen ze François Hollande. Toen al leek de afkeer een sterkere motivatie voor kiezers dan een positieve voorkeur. Hollande won door Sarkozy neer te zetten als het schoothondje van de Duitse bondskanselier Merkel en het financieel kapitalisme. Hollande beloofde dat hij een vuist zou maken tegen de Duitse besparingspolitiek die de Europese Commissie oplegde na de crisis in 2008. Het Duitse beleid werd de Europese norm. Continue Reading ›