‘Onwetendheid over de Verlichting’, column DS, 2 mei 2016

Unknown 08.33.05‘“Het is maar niets, die Verlichting. Een vaag en gevaarlijk begrip, een retorische kneep van crypto-conservatieven en atheïstische scherpslijpers, van venijnige en tactisch bedreven politici die geloven dat de westerse cultuur superieur is maar dat niet durven zeggen, van Robespierre-achtige, half-stalinistische maakbaarheidsfanatici, die schavotten willen oprichten voor andersdenkenden. Nu nog even verwijzen naar het “magistrale boek” van Edward Saïd over racistisch eurocentrisme, naar de twee zinnen uit Adorno en Horkheimer’s Dialectiek van de Verlichting over het verband tussen de Verlichting en de Tweede Wereldoorlog, en passant mijn neus ophalen voor het werk van Elisabeth Badinter, nog een grappige quote, genre “het doet me aan buizenbelichting denken”, en ik heb mijn fantastische bijdrage aan het debat geleverd. Ik ben een tegendraadse intellectueel, het is nu officieel.”

Ja, zo eenvoudig kan het zijn in Vlaanderen: onwetendheid en vooroordelen troef zodra het over de Verlichting gaat. Nochtans zijn heel wat vanzelfsprekende praktijken, rechten en visies ondenkbaar zonder het constructieve en baanbrekende werk van Verlichtingsfilosofen.

Neem de gevoeligheid voor geweld: de Verlichtingsideeën komen voort uit pogingen om burgeroorlogen, wreedheden, fanatiek geweld en individuele onmacht te beëindigen. Neem de mogelijkheid om van geloof te veranderen, of het geloof te verlaten. Dat lijkt alledaags, maar is het absoluut niet. De kern van de Verlichting bevat dat elke mens zijn rede kan gebruiken om elk idee aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. Geen enkel boek is Heilig. Niet een geloof of de traditie bepalen op voorhand welke ideeën goed of fout zijn. Een burger mag denken wat hij wil, zeggen wat hij denkt en deelnemen aan de politieke besluitvorming. De enige beperking op die vrije meningsuiting betreft de aanzet tot haat en geweld in de publieke ruimte, en laster en eerroof tegenover burgers. Continue Reading ›