“Zijn we veranderd door de coronapandemie?” Filosofisch Elftal, Trouw, 23 december 2022

Door Maurice Van Turnhout, verschenen in Trouw op 23 dec. 2022.

“In het Filosofisch elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee filosofen uit een poule van elf. Vandaag: dit weekend vieren we Kerstmis zonder coronalockdown, betekent dat ook een terugkeer naar het Oude Normaal?

“Hoewel ik hoopte dat we er beter van zouden worden, heeft het ons eigenlijk slechter gemaakt”, constateerde James Kennedy in zijn column in deze krant. Hij had het over drie jaar coronapandemie.

In de zomer van 2020 was de angst voor het virus vermengd met hooggespannen verwachtingen. Met Covid-19 zouden er tal van sociaal-maatschappelijke veranderingen mogelijk worden, herinnerde Kennedy zich: de lucht zou schoner worden door minder (vlieg)verkeer; het vertrouwen in de overheid zou toenemen; er zou zelfs een nieuw gevoel van solidariteit worden opgewekt.

Nu vieren we de eerste Kerstmis sinds 2019 zonder beperkende maatregelen. Zijn we veranderd door de pandemie, en zo ja, in welk opzicht?

“Inderdaad zou je tijdens de pandemie een toename van solidariteit hebben verwacht”, zegt Tinneke Beeckman, filosoof en columnist. “Tijdens grote rampen zijn mensen eerder solidair met elkaar, ze hebben dan hun prioriteiten beter op een rijtje en komen makkelijker tot samenwerking. Schrijver Rebecca Solnit concludeerde dat in haar boek A Paradise Built In Hell.”

Vast in hun bubbel

“Maar ze sprak daarin vooral over aardbevingen, branden en orkanen, en zulke rampen verschillen wezenlijk van pandemieën. Tijdens een pandemie wantrouw je de ander, want die kan het virus bij zich dragen. Door de aard van de pandemie raakten mensen vereenzaamd, ze kwamen vast te zitten in hun bubbel, ze brachten meer tijd op sociale media door dan goed voor hen was.”

“De grootste verandering van de coronapandemie is dus dat niet de solidariteit, maar de polarisatie is toegenomen – en dan vooral de polarisatie tussen burgers en overheid. Die polarisatie heeft de overheid ook aan zichzelf te danken. Het taalgebruik van politici jegens vaccinweigeraars was vaak bikkelhard, de Belgische premier De Croo zette die mensen a priori weg als egoïstisch en asociaal.”

“Er werd geen rekening gehouden met de verscheidenheid aan motieven die mensen konden hebben om zich niet te laten vaccineren. Velen ervoeren de coronamaatregelen als onrechtvaardig, en toen ze er ook nog eens van werden beschuldigd dat ze het slecht voorhadden met de samenleving, werd hun verzet tegen de overheid deel van hun identiteit. Mensen die tijdens de pandemie in verzet kwamen tegen de maatregelen wantrouwen nu ook de overheid als het gaat om klimaatwetten of steun aan Oekraïne.”

Filosoof en schrijver Désanne van Brederode denkt dat hiermee iets aan het licht kwam dat al jaren aan de hand was. “Deze mensen voelden zich al niet gehoord door instanties, ze waren al langer apolitiek. Ik wil ze niet allemaal over één kam scheren, maar veel Nederlanders die zichzelf ‘spiritueel’ noemen leidden jarenlang een prima leventje zonder zich met politiek bezig te houden en zonder dat de politiek zich al te veel met hén bemoeide. Die mensen hebben de coronamaatregelen als een enorme inbreuk op hun vrijheden ervaren, ze schrokken zich een hoedje dat hun harmonieuze bubbel werd doorgeprikt en ze ineens op verantwoordelijkheden als burger werden aangesproken.”

Marionetten van een alternatieve macht

“Rattenvangers als Thierry Baudet zagen in die groep een enorm kiezerspotentieel, mensen die je verder kon volstoppen met wantrouwen over klimaat, Oekraïne, de Europese Unie. Deze boze burgers wijzen trots de gevestigde macht af, maar ondertussen zijn ze marionetten geworden van een alternatieve macht die zich warm loopt. Ze zijn ook niet meer terug te halen, vrees ik. Politiek is voor hen intrinsiek het kwaad geworden.”

“Ik wil het leed niet bagatelliseren van bijvoorbeeld kleine ondernemers die tijdens de lockdowns hun bedrijf op de fles zagen gaan, en er zijn absoluut fouten gemaakt door politici bij het implementeren van de coronamaatregelen, maar als mensen die maatregelen vergeleken met een dictatuur of oorlogssituatie dacht ik vaak: stap eens een azc binnen en vraag dáár eens wat mensen hebben meegemaakt.”

Schrijnende toestanden

“Dan begrijp je dat het allemaal reuze meevalt. Ik hoorde van een vriendin uit Iran dat de leiders daar deden alsof er helemaal geen virus bestond, en welke schrijnende toestanden dát opleverde. Bij Syrische vluchtelingen proefde ik vooral dankbaarheid dat het virus in Nederland zo grondig werd aangepakt.”

Beeckman: “De manier waarop politici ervoor kozen om schuld en schaamte op te wekken bij de bevolking was in zekere zin effectief, daardoor lieten veel mensen zich vaccineren. Maar zo’n houding wekt onvermijdelijk ressentiment. Rebecca Solnit signaleerde al dat solidariteit bij rampen afneemt wanneer politieke elites in paniek raken, te paternalistisch optreden en te weinig vertrouwen hebben in de kracht van burgers. Dat wantrouwen wordt dan teruggekaatst naar de overheid.”

Helende retoriek

“Vertrouwen kan je terugwinnen door mensen inspraak te geven in burgerraden, vaak ook op lokaal niveau. Vertrouwen heeft een sterke fysieke dimensie: mensen moeten elkaar kunnen ontmoeten. Tijdens de pandemie kon dat logischerwijs niet, alles was immers op afstand geplaatst. Daarom is het broodnodig dat de overheid haar fouten in die periode toegeeft en tot een helende retoriek komt, waardoor mensen zich weer betrokken voelen bij de samenleving.”

“Ik maak me vooral zorgen om de politiek afwijzende houding bij jongeren. Tijdens de pandemie hadden zij grosso modo meer last van de maatregelen dan van het virus: scholen waren dicht, ze konden niet samenkomen, ze konden niet weg van hun ouders om te wereld te ontdekken, ze konden enkel een schijnleven leiden op sociale media. Klachten over mentale gezondheid zijn toegenomen, de wonden van die periode zijn nog altijd niet geheeld.”

Van Brederode: “Als jonge mensen mentale klachten krijgen van vertraging, dan is dat probleem veroorzaakt door eerdere generaties. Die hebben namelijk een cultuur gecreëerd met allerlei onuitgesproken aannames: een feestje is pas een feestje met meer dan vijftig gasten, vakantie moet per se aan de andere kant van de wereld worden gevierd, alles moet snel en overdadig en spectaculair.”

“Het leven onder de coronamaatregelen was absoluut zwaar en zorgelijk, maar ik mis wél die vertraging. Contacten waren zo gerantsoeneerd dat je bij gesprekken meer de diepte in ging, je had de tijd om ontmoetingen te laten bezinken. En nu kan dat niet meer, omdat het jachtige leven weer is begonnen.”

Verandering, versobering, vertraging

“Denkers als Hartmut Rosa pleiten al jaren voor vertraging: het gaat mis in onze maatschappij als we wél eisen dat mensen bewuste keuzes maken maar ze niet de tijd krijgen die daar voor nodig is. In de zomer van 2020 hing er iets in de lucht van verandering, versobering, gezonde vertraging. Waarom helpen we elkaar niet om die vertraging vast te houden, waarom zien we die verandering niet meer terug in de maatschappij? We hebben het er liever niet meer over, we zijn overgegaan tot de orde van de dag.”

“Succesvolle creatievelingen leren u productief zijn”, interview in DM, 22 januari 2022

Journaliste Tine Peeters interviewde me over inspiratie; wat helpt me om ideeën te vinden? Damon De Backer maakte de foto. Dit stuk verscheen in De Morgen op 22 januari 2022.

Kies voor projecten die gek lijken

“‘What’s your next bad idea?’ Dankzij Leonard Cohen leerde ik dat je jezelf soms die vraag moet durven te stellen. Je mag vooral niet terugdeinzen voor -op het eerste zicht- slechte ideeën.

“Nieuwe projecten of verse ideeën zien er zelden goed uit. Je hoeft dus niet te wachten tot je zeker weet dat iets een geslaagd idee is. En ja, dat kan betekenen dat je ingaat op projecten die heel gek lijken.

Bedank je kind

“Ik ben gelukkiger sinds de geboorte van mijn dochter en kan dus makkelijker schrijven. Zij geeft me zoveel warmte en schoonheid. Ik deel mijn dagen beter in, ik lanterfant minder, waardoor ik gerichter werk. De laatste jaren ben ik creatiever. Ik ben wel moe (lacht luid). Wat misschien hielp: ik was wat ouder toen ik moeder werd. Ik had mijn stem al gevonden, heb het moederschap en het werk nooit als een conflict ervaren.”

Mens, erger je niet

“Toen ik begon met mijn columns, kreeg ik het advies: ‘Schrijf vanuit je verontwaardiging’. Slechte raad, zo bleek al snel, omdat je dan blijft hangen in negativiteit.”

“Negativiteit is een deur die dicht gaat. Bewondering is een wereld die opengaat.”

“Even fout is het om vanuit je ergernis te schrijven. Je mag niet meegaan in je emotie, want die wordt makkelijk egocentrisch. 

Vermijd te veel comfort

“Vermijd onaangename momenten niet. Als je werksituatie te comfortabel wordt, kan je creativiteit krimpen. Net wanneer je klem zit -door een deadline of moeilijke opdracht- maak je een sprong. Net wanneer ik echt niet weet hoe ik een tekst in elkaar kan schuiven, wanneer de paniek me bevangt, verschijnt er een uitweg. Dan kan ik ineens -schijnbaar moeiteloos- oude denkers met nieuwe fenomenen verbinden.

Sluit lawaai buiten

“Maak een onderscheid tussen ‘dringende’ en ‘belangrijke’ zaken. Het kan lijken alsof je al die kleine, dringende zaken absoluut moet doen, maar dat is niet zo. Hoe ouder ik word, hoe beter dit lukt. Leer ook ‘neen’ zeggen tegen wat je afleidt. Wanneer je -bijvoorbeeld- wordt aangevallen op sociale media, kan het heel belangrijk lijken om daarop te reageren. Maar dat is een egokwestie, en dus eigenlijk tijdverlies. Al dat lawaai overstemt wat je kan inspireren.

“Stil zijn betekent dus ook de stem in jezelf doen zwijgen, wanneer die je naar je eigen ego terugdrijft. Of me dat altijd lukt? Neen hoor. Ik zit hier van alles te verkondigen, maar ook ik sta mezelf nog regelmatig in de weg.” (lacht)”

In het artikel komen nog andere stemmen aan het woord: Elodie Ouédraogo, Wim Opbrouck, Sylvie Kreutsch, Jens Mortier, Griet Op De Beeck, Dokkoon Kapueak en Thomas Vanderveken.

“De Vlaming betaalt voor zijn eigen desinformatie”, interview samen met Katleen Gabriëls in De Morgen, 11 juni 2021

Interview door Jorn Lelong, Beeld door Wouter Maeckelberghe, verschenen in De Morgen, op 11 juni 2021.

‘Volgens de nieuwe documentaire Future Shockedhebben nogal wat mensen in deze overgevoelige woke-tijden moeite met de snelle maatschappelijke veranderingen. Moraalfilosofen Tinneke Beeckman en Katleen Gabriels verschaffen inzicht. ‘Van het ene spectaculaire schandaal naar het andere hobbelen, werkt niet.’

Zijn leven lang had regisseur Johan Van Schaeren kampvuur geassocieerd met vrijheid, natuur, rust, gezelligheid en sfeer. Tot op een zomeravond een vriend hem erover aansprak: “Je weet dat zoiets toch echt niet meer kan?” We weten allemaal waarom: het fijnstof dat erbij vrijkomt, beschadigt de planeet. Toch voelde Van Schaeren een diepe weerstand. Het leidde tot een maandenlange zoektocht naar maatschappelijke verandering en de ongemakkelijkheid die ermee gepaard gaat.

De documentaire Future Shocked, het resultaat van die zoektocht, laat zien hoe die snelle maatschappelijke verandering ons vandaag van hetze naar hetze drijft. Het hoofddoekendebat dat terug van weggeweest is, de verhitte discussie over rechts-extremisme en de Voorpost-veroordeling: de afgelopen weken leken haast een uitgekiende marketingcampagne voor de film, die morgen uitkomt. Een gedroomde speeltuin ook voor moraalfilosofen Tinneke Beeckman en Katleen Gabriels, twee van de zes experts die de kijker door de documentaire loodsen.

Toont de veroordeling van enkele Voorpost-leden dat de vrijheid van meningsuiting in ons land in gevaar komt?

Tinneke Beeckman: “Je kunt voor meningen vervolgd worden als die kwaadwillig, doelbewust racistisch of xenofoob zijn. Dat is hier niet het geval, voor zover ik kan zien. Maar ik denk daarnaast dat de juridisering van dat soort maatschappelijke conflicten grote beperkingen heeft.”

Katleen Gabriels: “Door zo’n uiting te juridiseren, ga je het debat uit de weg. Je kijkt dan niet meer naar wat iemand daarmee precies wil zeggen, en eigenlijk raakt het thema daardoor alleen maar meer gepolariseerd. Tegelijk denk ik dat een meer fundamenteel debat over wat we bedoelen met vrijheid van meningsuiting niet slecht zou zijn. Die vrijheid werd in het leven geroepen om burgers te beschermen tegen de staat. Maar vandaag wordt er te pas en te onpas mee geschermd. Vrijheid van meningsuiting is geen exacte wetenschap, daar zijn altijd al grenzen aan gesteld.”

Moeten we het voorstel om haatspraak te verbieden zien als een stuiptrekking om het politieke klimaat dat giftig geworden is te herstellen en minderheden te beschermen?

Beeckman: “Er moeten regels zijn om minderheden te beschermen, maar het is iets anders als je de vrijheid van meningsuiting gaat beperken. Mensen veranderen daardoor ook niet van gedacht. Zoals Katleen aanhaalt, is die wet er net om contestatie van de macht mogelijk te maken. Veel sociale en politieke bewegingen in onze geschiedenis konden zich ontwikkelen net omdat er zo’n vrijheid was. Dat uitgerekend de liberalen aan die vrijheid willen morrelen, is pijnlijk.”

We zijn in het algemeen gevoeliger geworden voor het kwetsen van anderen. In de documentaire zegt u dat dat bij jongeren nog sterker speelt. Waarom?

Beeckman: “Vandaag wordt er veel verwacht van het ‘zelf’: jij bent verantwoordelijk voor je eigen lot en positie. Kleding bijvoorbeeld is voor jongeren een manier om zich te uiten. De waarden van de kledingmerken die ze dragen moeten overeenstemmen met hun eigen waarden. En daarin willen jongeren niet belemmerd worden. Door die nadruk op expressie zijn ze gevoelig voor het discours rond kwetsen en beledigen.

“Dat hangt deels samen met het fenomeen van ‘helikopterouders’. Mensen hebben minder kinderen dan vroeger en alle aandacht gaat naar de ontwikkeling van dat kind. Het kind moet zijn ‘zelf’ helemaal kunnen ontplooien. Veel jongeren leiden zo een leven waarin hun ouders bij alles inspringen en alle obstakels proberen weg te nemen.”

Gabriels: “Ik merk het ook aan de universiteit. Als we opendeurdagen hebben, komen ouders zelfs mee de hoorcolleges volgen. Ik kan me moeilijk voorstellen dat mijn ouders dat gedaan zouden hebben. (lacht) Je kunt kanttekeningen maken bij dat intensieve ouderschap: studies uit de Verenigde Staten tonen aan dat kinderen die zo opgevoed werden, aan de universiteit minder zelfstandig denken omdat ze niet geleerd hebben om zonder hun ouders te kunnen.”

Beeckman: “Daardoor krijg je mensen die een fragieler zelfbeeld hebben en zich bewuster zijn van andermans kwetsbaarheid. Als vrijheid zelfexpressie is, moet de buitenwereld die fragiele oefening aanvaarden en ondersteunen, vinden deze jongeren. Je kunt hen dat niet verwijten. Het zijn omstandigheden die zij niet gecreëerd hebben.”

Wanneer wordt die gevoeligheid overgevoeligheid?

Gabriels: “De context is belangrijk. Je kunt niet de hele woke-beweging op één hoop gooien. Wat betreft het zwartepietendebat, dat in Nederland erg leeft, vind ik bijvoorbeeld dat je een roetpiet prima aan kinderen kunt uitleggen en dat het sinterklaasfeest daarmee dus helemaal niet verdwijnt. Ik zie er ook de gevoeligheid van in als zwarte kinderen bijvoorbeeld voor zwarte piet worden uitgemaakt. Het woordje ‘freshman’ (algemene aanduiding voor eerstejaars, ook als ze vrouw zijn, JL) zal bijvoorbeeld ook verdwijnen. Dat is nu eenmaal een gedateerde term en er kwamen aan de universiteit van Maastricht opmerkingen over, zonder dat dat echt met activisme gepaard ging.”

Beeckman: “Vaak is er, zoals bij ‘freshman’, al een natuurlijke taalevolutie. Dan is het niet nodig om telkens te steigeren. Ik denk zelfs dat activisme de natuurlijke gang van zaken soms hindert, omdat het polariseert. Als mijn driejarige dochter bijvoorbeeld naar sprookjes als Sneeuwwitje kijkt, heb ik zelf bedenkingen bij het verhaal van een passief meisje dat tot leven wordt gekust door een prins. Dus grijp ik graag naar andere vertellingen, fabels of nieuwe verhalen, die rijk en fantasievol zijn. Als Sneeuwwitje op een natuurlijke manier op de achtergrond verdwijnt, is dat niet het einde van de westerse samenleving.”

Vormt woke-activisme een bedreiging van de vrijheid van meningsuiting?

Gabriels: “De slinger slaat inderdaad soms door nu. Zo is in de context van QAnon (beweging van extreemrechtse complottheoretici, JL) ineens de Facebookpagina van de satirische site De Raaskalderij offline gehaald door één foto van de Ku Klux Klan. Daar zie je de macht van big tech, die met een druk op de knop zomaar iets offline kan halen. Of neem die aflevering van Fawlty Towers die verwijderd werd vanwege raciale stereotiepen, terwijl die net dingen aan de kaak stelt. Dat is het gevaar, dat je dingen gaat verwijderen alsof ze nooit gebeurd zijn.”

Is de stem van woke-activisten niet nodig om het algemene bewustzijn over bijvoorbeeld gender vooruit te stuwen?

Gabriels: “Het gaat ook om de manier waarop. Het probleem is dat het woke-idee een soort morele zuiverheid van mensen verwacht die gewoon niet des mensen is. Iedereen maakt nu eenmaal fouten. Ik kan me ook voorstellen dat veel mensen zich verliezen in het hele genderdebat. Voor veel mensen blijft het moeilijk om zich iets voor te stellen bij bigender, trigender of genderfluïde, dat verander je niet in één nacht. Kijk hoe J.K. Rowling is aangepakt voor een tweet die we tot een aantal jaren geleden misschien heel normaal hadden gevonden. Ik herinner me dat er sterk gemikt werd op haar statuut als witte, rijke vrouw, waardoor het meer een machtskwestie werd.”

In welke mate dragen sociale media bij tot die polarisatie?

Beeckman: “Die hebben zeker veel veranderd. Het verdienmodel van al die platformen bestaat erin de aandacht van de gebruiker vast te houden. Dat lukt bij emotionele boodschappen. Het is dus gewoon kapitalisme: die platformen hebben er baat bij om verontwaardiging en tegenstellingen te versterken. Elke zachte, redelijke impuls wordt uitgeschakeld. Het zou bijna een mirakel zijn als mensen dan uiteindelijk niet fel tegenover elkaar zouden staan.”

Gabriels: “Hoe die platformen zijn opgebouwd, bepaalt hoe mensen zich gedragen. Je ziet nu wel dat er meer en meer spijtoptanten opduiken, zoals Chris Wetherell. Hij is de IT’er die de retweetknop op Twitter bedacht en heeft daar nu grote spijt van. Die retweetknop was bedoeld om de stem van minderheden te versterken, maar bleek al snel net zo goed te leiden tot heksenjachten en polarisering. ‘Het is alsof je een vierjarige een geladen geweer geeft’, zei hij daarover.”

Worden sociale media de jongste tijd niet te vaak als boosdoener weggezet? Heel wat bewegingen, zoals MeToo, waren er zonder sociale media niet gekomen.

Beeckman: “Zeker, ze kunnen goed en slecht gebruikt worden. Negatief vind ik ook dat schandalen de persoonlijke verantwoordelijkheid verbergen. Neem de verontwaardiging over het verkrachte meisje dat zelfmoord pleegde: meteen volgden haat en doodsbedreigingen naar de daders toe. Maar als je van specialisten hoort hoeveel duizenden jongeren in groepen zitten waar beelden van misbruikte meisjes gedeeld worden en privé-informatie rondgaat om hen te intimideren, besef je dat heel veel mensen met die praktijken in contact komen. Ze steken de kop in het zand of doen eraan mee. Tot er een schandaal ontstaat en iedereen voluit tekeer kan gaan op sociale media. Meningen verkondigen en integer moreel handelen zijn twee verschillende dingen.

“Het is ook niet voldoende dat er schandalen uitbreken, zoals bij MeToo. Er moeten institutionele veranderingen op volgen. Anders hobbel je van het ene spectaculaire schandaal naar het andere. En dus: als sociale media helpen politici die de rechtsstaat ondergraven verkiezingen te winnen, is er een ernstig probleem. Want dan volgt die institutionele verandering niet.”

Gabriels: “In de literatuur wordt dat een ‘algocratie’ genoemd. Iedereen ziet 2016 op dat vlak als een kanteljaar, maar ook studies die van daarvoor dateren tonen bijvoorbeeld al aan dat mensen vaker stemmen voor kandidaten die bovenaan in de zoekresultaten prijken. Hetzelfde zie je met Google Shopping: mensen kopen wat goed verkoopt. Ze denken steevast dat ze een autonome, goed geïnformeerde keuze maken, maar in feite worden we dus erg beïnvloed door wat bovenaan verschijnt.

“De politiek gaat daar trouwens gretig in mee. Kijk hoe politieke partijen gefinancierd zijn en hoeveel geld naar campagnes op sociale media gaat. Er zijn heel wat campagnes geweest, bijvoorbeeld rond het Marrakech-pact, die gewoon niet klopten. In feite betaalt de Vlaming dan voor zijn eigen desinformatie.”

Waar vinden we antwoorden voor die problematiek? Kan de filosofie ons helpen?

Beeckman: “Je vindt altijd antwoorden in de filosofie! (lacht) Ik put vaak uit wijsheid van het verleden. Van auteurs die schreven in tijden van conflicten, religieuze vervolgingen of hopeloze rampen, dat is nog wat anders dan dat wij meemaken. Daaruit leer je dat omgaan met snelle veranderingen nu eenmaal deel uitmaakt van het leven, zoals nog maar eens gebleken is met de pandemie. Maar ik zie ook een deel van de antwoorden in technologie. De werking van online trollen moet worden aangepakt en de platformen moeten worden aangesproken op hun verdienmodel. Anders wordt verbetering heel moeilijk.”

Gabriels: “In de filosofie vind je rust en diepgang, ook om standpunten te lezen waar je het misschien niet mee eens bent. Alles wat je mist op sociale media. Wellicht zie je net door ons chaotisch klimaat vandaag een revival van bijvoorbeeld de stoïcijnen. Zij kunnen ons iets zeggen over hoe je moet omgaan met emoties, dat je geen tijd moet verspillen aan dingen waar je geen vat op hebt. Ik heb recent veel vrienden aan de stoïcijnen gekregen.” (lacht).

“In crisistijd ligt ontsporing van de macht op de loer”, interview voor Brainwash – Human, 8 april 2021

Kimberly Van den Hengel interviewde me over mijn boek, Machiavelli’s Lef, en de relevantie ervan vandaag. Dit interview verscheen op de website van Brainwash-Human.

De journaliste vroeg me ook welk boek we vandaag moeten lezen, en ik gaf ‘Het rechtvaardigheidsgevoel’ van Jonathan Haidt op, en ik leg uit waarom. Van dat boek valt ook een exemplaar te winnen (zie beneden).

“We bevinden ons in een wereld in crisis, te midden van overheden die hun macht op uitzonderlijke wijze uitbreiden. Dan is het van belang om te weten hoe macht werkt en hoe haar te begrenzen. We spreken filosoof Tinneke Beeckman over macht en tegenmacht, vrijheid en burgerlijke ongehoorzaamheid, en verdeeldheid in de samenleving.

We bevinden ons inmiddels al meer dan een jaar in een wereldwijde crisis. En de uitvoerende macht wordt sterk uitgebreid, volgens filosoof Tinneke Beeckman. Maar met weinig controle door het parlement. “Dat is in Nederland het geval, en in België en andere landen ook,” zegt Beeckman. “Ten tijde van een crisis wordt het bijna als deloyaal gezien om beslissingen ter discussie te stellen.

“Je zag dat goed na 9/11, waarbij de noodtoestand leidde tot beperking van burgerlijke vrijheden en meer controle van de overheid op het leven van burgers. Als je daar een vraag over stelt, ben jij geen patriot. Dat hoor je vandaag ook. Bij iedere kritische vraag wordt gezegd dat die de gezondheid en de samenleving ondermijnt.

“Het delicate is dat het inderdaad zo is dat mensen in tijden van nood moeten samenwerken. Maar politici mogen daar geen misbruik van maken. Je moet altijd alert en kritisch genoeg blijven op de ontsporing van de macht, zonder dat je daarmee de burgerzin aantast.”

Waarin schuilt precies het gevaar van de macht?

“Het is gevaarlijk als elites lang aan de macht blijven. Elites zijn mensen die de macht hebben om hun eigen positie te blijven versterken: mensen die financieel veel slagkracht hebben, die militaire of juridische macht hebben, en alle traditionele instellingen. Als zij ongecontesteerd hun ding kunnen doen, sluipen er vormen van corruptie en wanbeleid in. Dat is eigen aan de menselijke natuur. Daarom is tegenmacht belangrijk. Die moet je voldoende ruimte geven om de corrigerende werking door te voeren.”

U schreef het boek Machiavelli’s lef, waarin u de Italiaanse denker Machiavelli omschrijft als ‘denker bij uitstek in crisis’. Wat ziet u als u door zijn lens naar deze crisis kijkt?

“Toen ik jong was in de jaren negentig, was het idee dat de liberale democratie de wereld zou veroveren en dat democratische waarden zich vanzelfsprekend zouden kunnen verspreiden. Als je alle voorwaarden voor welvaart en vrede installeert, zal daar als vanzelf het goede uit voortkomen. Maar na die periode volgden twee decennia waarin zich crises voordeden die we nooit hadden voorspeld.

De enorme bankencrisis, de vluchtelingencrisis en de eurocrisis lijken haaks te staan op het idee dat er een rustige continuïteit in de geschiedenis is. Machiavelli leefde zelf in een tijd van crisis in de Renaissance, met enorm wisselende en onvoorspelbare evenementen. Zijn les is dat fortuna, het lot, de wereld regeert, en dat die wereld dus verandert. De wet van de politiek is verandering, veel meer dan wij beseffen. Dat betekent dat niets verworven is. Onze vrijheid en welvaart zijn niet vanzelfsprekend.

Machiavelli spreekt ook over noodzaak, wat volgens hem het beste in de mens naar boven brengt. Noodzaak is dat je gedwongen wordt om te handelen, dat je niet de vrijheid van veel opties hebt, noch de tijd om daar rustig over na te denken. Nee, je moét iets doen. Machiavelli zegt: noodzaak is eigenlijk een gelegenheid. Om wetten die je wilde veranderen te hervormen, instellingen opnieuw te ontdekken, en alle problemen die zijn ontstaan door het verloop van de tijd te corrigeren. De coronacrisis biedt daar mogelijkheid toe.”

Kan het argument van noodzaak ook misbruikt worden om belangen door te drukken?

“De noodzaak is een gelegenheid om te handelen, maar ook een retorisch politiek argument. Machiavelli analyseert dat, en dat komt hem vaak op het verwijt van machtshonger en manipulatie te staan. Maar in feite laat hij zien hoe macht werkt.

De manier waarop politici noodzaak inroepen kan soms terecht zijn, want je moet iets doen in tijden van crisis. Het probleem is dat politici geneigd zijn om de pluraliteit van de beschikbare opties te negeren, en één beslissing op te leggen. Ze roepen een uitzonderingstoestand uit, waarbij ze doen alsof hun optie de enig mogelijke optie is. Er wordt gedaan alsof er maar één weg voorwaarts is. Dat klopt nooit helemaal, en dat moeten burgers beseffen.”

Zijn de maatregelen bedoeld om ons te beschermen of ook om politici voor kritiek te behoeden?

“De maatregelen zijn bedoeld om burgers en de gezondheidszorg te beschermen. Dat beleid wordt gesteund door doktoren en virologen, dus het is niet zo dat de macht deze situatie volledig manipuleert. Maar je moet wel waakzaam zijn bij de maatregelen, en je afvragen wat de intentie is, en of de verleiding er niet insluipt om er ook andere problemen waar de macht zich voor gesteld ziet mee op te lossen.

In Vlaanderen zei een burgemeester dat de avondklok handig was, omdat we dan ’s avonds geen last meer hebben van criminaliteit en hangjongeren. Dat is duidelijk een ontsporing. Je moet goed nagaan of de middelen doeltreffend zijn, en of ze niet een excuus zijn om onder het mom van de gezondheid een ander probleem aan te pakken.”

Treedt de macht in Nederland buiten de perken?

“Wat opvalt is wat er nu gebeurt met een demissionair premier en een team van verkenners. Daar wordt gesproken over Pieter Omtzigt, die de uitvoerende macht sterk gecontesteerd heeft, zoals bij de toeslagenaffaire. Hij is alert op wanneer mensen die macht hebben blind worden voor de negatieve effecten van macht. Dat is precies wat je nodig hebt: dat iemand de macht erop wijst waar hij moet bijsturen om te voorkomen dat het misgaat.

Volgens Machiavelli hebben machthebbers de neiging hun positie te bestendigen en beperkingen te negeren. En er is altijd het gevaar van slapende corruptie, wat heel klein kan beginnen. Hier en daar handel je niet helemaal correct, of sta je toe dat er vriendendiensten zijn. Dat lijkt niet schadelijk, maar Machiavelli is heel duidelijk: vanaf het begin dat iemand de wet overtreedt en er mogelijk misbruik van personen of vertrouwen plaatsvindt, moet je meteen optreden. Dat mag je niet laten woekeren, want dat kan snel ontsporen.

Dan krijg je een verval van de zeden, waarbij iedereen zegt: ‘Het doet er toch niet zoveel toe of ik mijn belastingformulier volledig correct invul, of ik een beetje publieke middelen gebruik − iedereen doet het.’ Als je eenmaal in die mentaliteit terechtkomt, is dat is heel moeilijk recht te trekken. Dus je moet heel kort op de bal spelen, bij alles wat misloopt.

Mij lijkt Omtzigt iemand die dat doet. Wat zien we? De uitvoerende macht, en degene die dat ambiëren voor de volgende regering, proberen dat zoveel mogelijk uit te schakelen. Dan is het belangrijk dat er voldoende krachten zijn die zich daartegen verzetten, zowel in de Tweede Kamer en in de media, als burgers die daartegen protesteren. Dat het niet toegelaten is om te manipuleren, iemand uit te schakelen en daarover te liegen. Dat is gevaarlijk.”

“Dit is volgens mij een belangrijk moment: de vraag of je iemand erop aanspreekt dat hij staat te liegen, met het excuus dat hij het zich niet herinnert. Dat is een klassieke verdediging, maar daarna moet je ook de volgende vraag stellen: als je werkelijk zo’n slecht geheugen hebt, ben je dan wel geschikt voor de post van minister-president?

Als mensen te lang aan de macht zijn – en dat is eigen aan de macht – nemen slechte gewoontes zoals nonchalance en verleiding voor corruptie toe. Daarom is het ongezond als mensen te lang aan de macht zijn. Machtswissels zijn noodzakelijk om mensen met andere inzichten, talenten en ervaringen aan bod te laten.”

Een steeds luider klinkend verwijt aan het adres van de macht, is dat de vrijheid van burgers te sterk wordt ingeperkt. Is dat terecht?

“Enerzijds heb je als burger ook een plicht ten aanzien van de samenleving, dat is Machiavelli’s republikeinse idee. Het gaat niet alleen om het individu dat zich alles mag permitteren wat het wil, en dat de staat geen autoriteit zou hebben om daar paal en perk aan te stellen als het nodig is. Soms kan het kan zijn dat een samenleving als gemeenschap dingen aan jou als individu vraagt waar je geen zin in hebt. Ik heb als individu zin om naar het café te gaan, maar als burger kan ik dat niet maken, omdat ik in een pandemie een gevaar kan vormen voor andere burgers.

Voor Machiavelli is het geen beperking van je vrijheid als je voor je medeburgers of gemeenschap iets moet doen. Dat is eigen aan de republikeinse vrijheid, die sterk verschilt van de individualistische vrijheid. Ik denk dat we in deze zeer individualistische tijd niet helemaal de juiste houding hebben om zoiets als een pandemie door te maken.

Vrijheid betekent voor ons: ik heb als individu bepaalde verlangens, en zolang ik daar niemand mee schaad, moet ik kunnen doen wat ik wil. Niemand mag mij in de weg staan. Bedrijven zien dat ook zo. Individuele rechten zijn inderdaad belangrijk en hebben de levens van velen geëmancipeerd. Alleen moet je in een crisis, als er noodzaak is, wel van perspectief kunnen veranderen. Niet elke maatregel is dan een ongeoorloofde aantasting van je individuele rechten.”

Kijktip Het Filosofisch Kwintet: VrijheidOp straat en in de politiek wordt het begrip vrijheid te pas en te onpas gebruikt. Maar wat is vrijheid precies? Hoe is het begrip in de loop der jaren veranderd, en kunnen we eigenlijk wel met vrijheid omgaan?

Ontbreekt het bij het inperken van vrijheden aan democratische besluitvorming?

“Het uitroepen van de noodtoestand beperkt het normale functioneren van een democratie. In België zie je de uitwassen daarvan op dit moment meer dan in Nederland: er is na een jaar nog altijd geen pandemiewet. Dus de regering houdt de uitzonderingstoestand vast van een acute crisis, al een heel jaar lang. Ministers voeren besluiten uit als de avondklok en negeren het parlement totaal. Dat is onaanvaardbaar. Daar heb je geen directe controle meer van de gekozenen van het volk op wat er met de macht gebeurt.

Dit schept gevaarlijk precedent. Dat is wat dictators als Pinochet en Erdogan voortdurend doen. Zij roepen een noodtoestand uit en zeggen dat hun beleid noodzakelijk is voor de veiligheid en stabiliteit, of dat het om chaos te verhinderen niet meer is toegestaan om je te verenigen op straat. Dat komt ze goed uit; dan hebben ze ook geen last meer van betogingen tegen hun macht.

Dus het is heel belangrijk dat zelfs in een periode van crisis de instellingen nog kunnen functioneren. In België kan ik met zekerheid zeggen dat dit niet meer het geval is, en dat vind ik een zeer verontrustende ontwikkeling. En als politici daarop worden aangesproken, dan zeggen zij: ‘Ga eens praten over basisrechten of vrijheid met iemand die in het ziekenhuis ligt.’ Dat is populistisch, want daar gaat het niet om.”

Zijn beperkende maatregelen nog terug te draaien als ze er eenmaal zijn?

“Er zijn geen draaiboeken voor. Dat die er niet waren toen het in maart 2020 begon, dat is nog tot daaraantoe, maar we zijn inmiddels een jaar verder. Je ziet dat politici geen langetermijnvisie hebben, maar van week tot week kijken, zonder dat ze zich bewust lijken hoe dat politieke principes aantast. Dat is een lastig probleem. Want je weet nooit wie er in de toekomst verkozen zal worden, en wat diegene met de uitbreiding van de macht zal doen.”

Maakt dat burgerlijke ongehoorzaamheid nodig?

“Burgers zouden veel directer hun eigen politici kunnen aanspreken om hen te motiveren toch iets te doen. Door de pandemie mag je niet samenkomen in sociale groepen. Maar voor politieke actie is het juist belangrijk dat je met medeburgers praat en overlegt. Vandaar dat elke totalitaire macht als eerste burgers isoleert. Als je daarin slaagt, is het organiseren van verzet heel moeilijk.

Natuurlijk hangen de beperkingen om zich te verenigen nu samen met de pandemie: de overheid hanteert geen bewuste strategie. Ik denk dat we de politieke gevolgen en de reactie van mensen zullen merken als de pandemie voorbij is. Nu zit iedereen thuis, je mag niet veel contact hebben. Ik hou mijn hart vast, ik denk dat veel burgers het zat zijn, en een afkeer van de politiek hebben gekregen.”

Burgers keren zich omtrent de coronamaatregelen niet alleen tegen de overheid, maar komen ook tegenover elkaar te staan. Hoe moeten we omgaan met conflict met mensen waar we het niet mee eens zijn?

“Politiek bestaat niet zonder conflict. Mensen zullen altijd verschillende visies op de samenleving hebben. Het conflict tussen volk en elite waar Machiavelli het over heeft, is tussen de mensen die de middelen hebben om hun macht te bestendigen, en degene die dat niet hebben. De elite zorgt voor stabiliteit in het land: dat zijn de rechts-conservatieve krachten in het land. En het volk contesteert dat. Je hebt beide nodig, en instellingen moeten aan beide een plaats geven.

Het is belangrijk dat je een vorm van tegenspraak aanvaart. Maar vandaag zien we contestatie in de vorm van samenzweringen en complottheorieën, en die zijn ondermijnend voor het politieke conflict. Als je andere verlangens en een andere visie op bijvoorbeeld vrijheid of herverdeling hebt, kan je nog steeds onderdeel zijn van dezelfde samenleving. Maar het complot vertrekt vanuit een fundamenteel wantrouwen.

Het probleem lijkt dan niet meer dat de elite haar rol speelt, maar dat zij eropuit is om de rest te ondermijnen door geheime en illegale praktijken zoals geweld en kinderverkrachtingen. Dat zijn van de pot gerukte theorieën, maar die zijn helaas verder verspreid dan je zou denken. Dat heeft ook te maken met het probleem van de technologie om de massa te bespelen. Op het internet krijgen mensen binnen een paar clicks beelden en verhalen voorgeschoteld die de mythe van zo’n saboterende houding kracht bijzetten. Manipulatieve, volksopruiende ideeën leiden volgens Machiavelli tot een slecht conflict, waardoor het geweld en de spanningen in de samenleving alleen maar toenemen.”

Welk boek zouden we in deze tijd moeten lezen volgens u?

“In deze tijd moeten we ons bewust blijven van de pluraliteit van idealen: dat de politieke voorkeuren van mensen voortkomen uit hun verschillende morele intuïties. De Amerikaanse sociaal psycholoog Jonathan Haidt laat dat zien in zijn boek Het Rechtvaardigheidsgevoel: waarom wij niet allemaal hetzelfde denken over Politiek en Moraal. Het is belangrijk dat je ondanks verschillen, de legitimiteit van een ander blijft erkennen.”

Welk inzicht heeft het u gebracht?

Het Rechtvaardigheidsgevoel van Jonathan Haidt – volgens Beeckman een boek dat we nu wel kunnen gebruiken. 

“Het helpt je begrijpen waarom mensen overtuigd zijn van hun eigen gelijk. Haidt waarschuwt voor het overmoraliseren van je eigen standpunt, waarbij je anderen makkelijk als hypocriet beschouwt, gewoon omdat je hun waardenkader niet begrijpt. ‘Zij doen alsof ze voor veiligheid zijn, maar eigenlijk willen ze iets anders.’ Hij zegt dat je moet begrijpen waar pluralisme vandaan komt, oftewel: waarom mensen verschillend over politiek denken.

Als je progressief bent, ben je vatbaar voor waarden als zorg, zoals de bescherming van slachtoffers van onderdrukking, en rechtvaardigheid, dat is gelijkheid en herverdeling. Als je conservatief bent, geef je voorkeur aan andere morele waarden. Dan vind je zorg ook belangrijk, maar dan in de zin van bescherming van slachtoffers tegen misdadigers, in plaats van tegen onderdrukking. Dat zie je bij alle rechtse partijen. Rechtvaardigheid betekent dan proportionaliteit: verdeling naar beloning voor hard werken, en pech voor wie zijn kansen niet grijpt.

Rechtse mensen zijn vatbaar voor politieke boodschappen die te maken hebben met het leger, de vlag en autoriteit. En voor alles wat te maken heeft met hiërarchie, familie en heiligheid, zoals de wetten van God. Als iemand die aanvalt, wordt dat ervaren als een grove morele inbreuk. Je hoeft het daar niet mee eens te zijn, maar je moet niet zeggen dat mensen die waarde hechten aan de vlag automatisch xenofoob zijn. Dan geef je geen legitimiteit meer aan mensen met andere morele idealen.

Je kan beter meer empathie en begrip opbrengen om elkaars standpunten in het publieke debat te erkennen. Dan kan je elkaars argumenten nog altijd politiek bestrijden. Je kan zeggen dat er niet meer geld naar het leger moet, maar dat we dat beter kunnen besteden aan de zorg of het onderwijs. Daar kan je je nog altijd voor inzetten, maar zonder de ander te negeren in de eigen morele overtuiging.”

Als onze morele intuïties zo’n grote rol spelen, zijn we dan wel te overtuigen met argumenten?

“Nee, zegt Haidt, en dat vindt Machiavelli ook. Het gaat over verlangens; mensen hebben tegenstrijdige ‘umori’, stemmingen. Je politieke beelden en idealen voed je vanuit de verlangens en de umori, waarvan je dan nadien wel een rationele uitleg geeft. Maar mensen zijn passioneel over de politiek. Natuurlijk kan het wel zijn, dat mensen zich anders voordoen, en liegen en bedriegen.

Dat moet je blijven aankaarten met feitelijkheid en waarachtigheid. Het is ook niet zo dat je nooit iemand kan overtuigen, maar niet zo makkelijk vanuit je eigen logica. Je kan ook proberen vanuit empathie met de idealen van de ander inconsistenties aan te tonen. Bijvoorbeeld door te laten zien dat een nationalistische politicus het land helemaal niet vooruithelpt. Op die manier kan je argumenten geven waar anderen wel vatbaar voor zijn.”

Win een exemplaar van Het Rechtvaardigheidsgevoel

Onder vrienden van HUMAN verloten we vijf exemplaren van Het Rechtvaardigheidsgevoel van Jonathan Haidt. Check de winactie hier. Reageer vóór 6 mei 2021 om kans te maken.

Interview voor boeklancering – Machiavelli’s Lef

Op vrijdag 13 november werd mijn nieuwe boek ‘Machiavelli’s Lef‘ officieel voorgesteld, met een interview door Marnix Verplancke: Waarom schreef ik het boek? Waarom is het denken van Machiavelli nog altijd relevant? Wat is de kern van zijn denken? De opname van het gefilmde interview is hier beschikbaar.

Het interview werd afgenomen in het Filosofiehuis ‘Het Zoekend Hert‘ (met Eddy Strauven), en opgenomen door Stonewood Filmhouse (Met Katja Stonewood en Bert Lezy).

Het boek is beschikbaar in de (onafhankelijke) boekhandel en via de website van Uitgeverij Boom.

https://vimeo.com/478484005

Gesprek voor ‘Nagedacht’ met Joël De Ceulaer en Willem Lemmens, voor ‘De Warande’

Op maandag 30 november namen Joël De Ceulaer, prof Willem Lemmens (UA) en ikzelf deel aan ‘Nagedacht. Filosofen over het Nieuws’ in cultuurhuis De Warande, in Turnhout. Gastheer Jos Geysels verzorgde de inleiding.

In deze reeks praten telkens twee filosofen met de moderator over het nieuws. Andere deelnemers zijn onder meer Sigrid Sterckx en Jean Paul Van Bendegem, Alicja Gescinska en Stefan Rummens.

Deze editie was online, omdat de covid-19 maatregelen fysieke bijeenkomsten onmogelijk maken. Het weerhield Willem, Joël en mezelf er niet van honderduit te praten over de actualiteit; over het coronabeleid en de regering, de politiek in Amerika, Maradona en migratie.

De video van het volledige gesprek valt hier te bekijken.