“Fair-Play”, column DS 16 juni 2014
“Je kan er niet omheen. In alle kranten, op alle media: het is wereldbeker voetbal. Nu ja, voetbal is meer dan een sport. Voor de Franse filosoof Albert Camus bood voetbal zelfs morele lessen bij uitstek: ‘ce que je sais de la morale, c’est au football que je le dois’. Voetbal is vreugde delen en fouten vergeven. Offensief spelen, eerlijk strijden voor een doelpunt. Een strikt gecodificeerd duel, dat het geweld tussen beide partijen beperkt. Camus, van bescheiden komaf, hield van voetbal
omdat het een populaire sport was: tijdverdrijf van buurtjongens op een plein. Gratis, genereus en sociaal. Maar voetbal is ondertussen een miljarden business geworden, het tegendeel van haar oorspronkelijke sportieve principes. In Brazilië worden nutteloze stadia gebouwd die miljarden kosten, terwijl de arme bevolking crepeert. Het alcoholverbod in stadia, bedoeld om geweld in te perken, sneuvelt op bevel van de FIFA-sponsors. Valt er nog veel te vieren?
Voetbal heeft natuurlijk altijd politieke belangen gediend. Mussolini begreep al de kracht van voetbal om het fascisme te verspreiden. Maar net zo goed vond Antonio Gramsci de fair play in voetbal belangrijk: spelers verschillen door hun kunnen, niet door hun carrière of afkomst. Vandaag speelt een andere ideologie, volgens de Franse filosoof Jean-Claude Michéa, in zijn laatste boek ‘Le plus beau but est une passe’. Voetbal is nu een instrument van ‘soft power’, een zachte manier om kapitalisme te propageren, door in de verbeelding consumentisme aan te wakkeren: sportmannen zijn de nieuwe helden in een helden-loos tijdperk. Hun levensstijl is het nieuwe ideaal, hun steile opgang de illusie dat armen makkelijk rijk kunnen worden. Continue Reading ›