“De eigenliefde van helikopterouders”, DS, 14 maart 0219

“Heel wat ouders cirkelen ongezond veel boven hun kinderen. Ze controleren ze, sturen ze voortdurend bij en steken veel tijd in hun prestaties. Dat doen ze veel meer dan vroegere generaties. Ze zijn ‘helikopterouders’ geworden. Dat heeft met economische redenen te maken, aldus macro-econoom Mathias Doepke (DS, 9 maart). Ongetwijfeld speelt het economische – angst voor ongelijkheid – een grote rol. Maar die enorme focus op de eigen kinderen past ook in een andere evolutie: dat burgers niet meer geloven in iets dat hen overstijgt – niet in God, een revolutionair ideaal of de eigen natie. Opoffering voor een collectief ideaal is voor de westerse mens ondenkbaar geworden, terwijl dat voor vorige generaties vanzelfsprekend was.

Toch is er nog iets waar mensen meer dan ooit in geloven, aldus de Franse filosoof Luc Ferry: de liefde, het intieme, de affectieve relaties met familie. Daarom lijken offers voor kinderen gebracht nooit een moeite te veel. Deze liefdescultus noemt Ferry in zijn boek ‘La révolution de l’amour’ het tweede humanisme. Het eerste humanisme, van de Renaissance en de Verlichting, stelde de mens centraal; maar die mens was nog deel van een geschiedenis, van een collectief verhaal. Een geslaagd leven was een leven dat de gemeenschap, de mensheid ten goede kwam. Zo’n transcendent perspectief is verdwenen, en daarmee ook de loyaliteit aan andere groepen of doelen. Het nieuwe humanisme combineert haar liefde met individuele vrijheid. Om zijn kinderen de beste opleiding te geven, bijvoorbeeld, stuurt de progressieve denker hen desnoods naar een selecte elite-school, hoewel dat botst met zijn overtuigingen; de nationalistische politicus, de top-brexiteer, zorgt voor zijn familie door in het buitenland zijn geld te beleggen. Intieme, familiale banden zijn het enige heilige, waarvoor mensen nog hun leven veil hebben. Ferry veroordeelt dit niet. Integendeel, het stemt hem optimistisch. Hij hoopt dat de liefde voor de kinderen ook affectie voor kleinkinderen en nakomelingen wordt en dat die liefde haar weg vindt naar een dieper ecologisch bewustzijn. Zo ontstaat er dan toch een nieuwe transcendentie, een perspectief voorbij het eigen bestaan. Ferry’s hoop resoneert met de scherpe observatie van Greta Thunberg: de jonge klimaatactiviste stelt dat hedendaagse ouders doen alsof ze ontzettend van hun kinderen houden. Ondertussen bekommeren ze zich te weinig om hun toekomst wanneer ze de effecten van klimaatopwerking negeren.

Deze paradox valt te rijmen: de liefde staat wel centraal, maar er is (nog) geen collectief perspectief. Kinderen zijn vandaag de dag al te zeer de graadmeter voor het leven van de ouders. Kinderen worden als fragiele wezens behandeld, die tegen elk onheil moeten worden beschermd. Alsof ouders elke pijn zouden kunnen vermijden. Continue Reading ›

‘De samenleving kan dringend deskundige adviezen gebruiken’, De Morgen, 2 september 2015

Unknown-1“Het geheime leven van 5-jarigen is een apart programma: camera’s volgen tien kleuters gedurende tien dagen in een apart schooltje, onder begeleiding van twee ervaren juffen. Elke emotie, omgang, uitbarsting wordt geregistreerd. Twee vooraanstaande kinderpsychiaters volgen wat gebeurt, geven uitleg of goede raad aan ouders. De uitzending geeft weer hoe ontzettend belangrijk we de ontwikkeling van kinderen vinden. En ook dat human interest met wetenschapper als commentator een nieuwe trend lijkt. Er zijn wel verschillen tussen programma’s die zo’n interventie toelaten. Een spreekwoordelijke antropoloog zou ‘Temptation Island’ niet kunnen redden: het exhibitionisme van de deelnemers maakt elke poging tot wetenschappelijke commentaar tot een farce. De deelnemers maken ook een verschil: Peter Adriaenssen of Rika Ponnet (‘Vind je Lief’ op één) publiceren uitvoerig over hun vakgebied, en hebben duidelijk een meerwaarde te bieden voor het bredere publiek. Maar klopt de formule wel? Of is het opgesmukt entertainment?

Deelname aan zo’n programma stelt wetenschappers voor een dilemma. Indien ze meedoen, brengen ze hun wetenschappelijke ernst in het gedrang. Zeker tegenover hun collega’s hebben media-optreden een effect. Wanneer ze weigeren, blijft hun kennis ontoegankelijk voor het bredere publiek. Televisie is nu eenmaal een belangrijk medium. En entertainment hoort erbij: de echt wetenschappelijke programma’s zijn sinds de kijkcijfers uit de mainstreammedia verdwenen. Continue Reading ›

‘Kinderdromen’ – boek najaar 2014

C_LANN_KINDERDROMEN_MEI14_LRC.pdf Hoe gaan je om met de dromen van kinderen? En wat vertellen die dromen over de samenleving waarin we leven?

In ‘Kinderdromen. Wat kinderen echt willen voor ze 12 zijn‘ trachten Veerle Beel, Peter Adriaenssens, Jan Callebaut en ik die vragen te beantwoorden.

“Ketnet organiseerde de grootste bevraging ooit bij Vlaamse kinderen. Dit boek analyseert de 100.000 antwoorden. Het verrast, ontroert en geeft inzicht.

‘Noem 3 dingen die je nog wil doen vóór je 12 wordt.’ 100.000 kinderen stuurden hierop hun droom naar Ketnet. VRT-onderzoekster
Sarah De Laet ordende alles in coherente rubrieken, van ‘fun’ over ‘zie me graag’ tot ‘ondernemerschap’. Referentiefiguren als Bart Peeters en Frank De Winne geven een doorleefde inleiding bij elk thema.

Veerle Beel bracht kinderpsychiater Peter Adriaenssens, mediaspecialist Jan Callebaut en filosofe Tinneke Beeckman samen voor een diepgaande analyse.”

Het boek verschijnt eind september 2014 bij Lannoo.