‘Hic et Nunc. De oudheid in jouw leven’ – nieuwe website!

De oudheid is nog intens aanwezig in onze tijd. Patrick De Rynck besloot een website op te richten over de levendige, boeiende manier waarop dit het geval is. Patrick Lateur, Aline D’Haese, Jeroen Olyslaegers, Noémie Schellens, Tom Naegels, Leen Huet, Luc Devoldere, Sandra Langereis, David Rijser en vele anderen werken er aan mee. De website bevat heel uiteenlopende teksten: over actuele vragen, maar ook muziek, boeken, reisverhalen, kunst en onderwijs.

En op de site staat ook een oproep: als je een goed fictieboek las waarin de oudheid verweven wordt, kan je zelf een bijdrage leveren.

Ik schreef alvast een artikel over de ‘Filosofie voor het dagelijks leven‘. Filosofen uit de oudheid – van Sokrates, Plato en Aristoteles tot stoïcijnen en epicuristen – dachten niet alleen theoriëen uit, ze hielden er ook een filosofische praxis op na. Of beter, hun ideeën veronderstelden een praktijk, natuurlijk en spontaan. Ook Spinoza bewandelt dat dubbele pad, al lijkt dat niet meteen zo.

Dit artikel sluit aan bij mijn laatste column in De Standaard: ‘hoe jezelf te overstijgen’. De tekst is een reactie op Kristien Hemmerechts’ terugkeer naar de katholieke riten, om een consumerend individualisme te overstijgen. Uit jezelf bereken is ook door klassieke filosofie mogelijk, betoog ik.

Artikel in nieuw boek “Beroemde feministes”, over Olympe de Gouges

Zopas verscheen het boek “Beroemde Feministes. De Strijd voor vrouwenrechten” (red. D. Verhofstadt, Houtekiet). Daarin heb ik een hoofdstuk over de Franse revolutionaire Olympe de Gouges.

Hier is alvast de aanvang van mijn artikel:

” “De Verlichting is een zaak van blanke (of witte!) mannen.” Enkele decennia geleden zou deze gedachte terecht als absurd zijn afgedaan. Maar in het huidige intellectuele klimaat circuleert dit idee alsof ze een reële kritiek op de Verlichting bevat. Jammer genoeg berust zo’n uitspraak zowel op een pijnlijke vorm van onwetendheid als op een nefaste methodologische vergissing: er zijn steeds vrouwen geweest die de Verlichtingsideeën vurig hebben verdedigd. Daarbij kan de waarde van een idee niet worden herleid tot wie ze heeft bedacht. Of een idee juist, rechtvaardig of zinvol is, hangt niet af van de geest die ze ontwikkelde. Twee plus twee is tenslotte niet gelijk aan vijf, wie de berekening ook maakt. Op dezelfde manier verdienen politieke ideeën een inhoudelijke bespreking. Juist dat heeft het wetenschappelijke streven uit de Verlichting bijgedragen: dat meningen redelijk, feitelijk worden beoordeeld.

Helaas is deze kritiek op de Verlichting ook niet onschuldig. Ze heeft verstrekkende gevolgen voor vrouwenrechten. Ze suggereert namelijk dat we die Verlichting – met haar radicale religiekritiek en wetenschappelijke aspiraties – liefst opzij schuiven. Meer nog, emancipatie voor kwetsbare groepen vraagt juist dat de westerse moderniteit best onderuit wordt gehaald.

De Franse schrijfster en feministe Olympe de Gouges (1748-1793) is de geschikte figuur om deze dwalingen te ontkrachten. Als tijdgenote van de 18de eeuwse Verlichting, heeft ze de enorme emancipatorische kracht van het Verlichtingsdenken meteen begrepen. Ze verdedigt expliciet en zonder reserve dat vrouwen van nature gelijk zijn aan mannen, dat ze dezelfde rechten hebben op vrijheid en kansen, en dat filosofische stromingen van haar tijd juist deze vooruitgang mogelijk maken. Maar haar strijd gaat breder; ze klaagt even goed de onrechtvaardige behandeling van slaven, kinderen en armen aan. Daarbij is De Gouges allesbehalve blind voor de problemen van haar tijd: het volstaat niet om nieuwe ideeën over rechten en vrijheden te verkondigen. Ze moeten ook een politieke realiteit worden. Daarom moeten ideeën ook in de harten en geesten van burgers leven. Deze ontwikkelingen nemen echter enorm vele tijd in beslag. Zoveel tijd dat De Gouges zelf de echte lotsverbetering van onmondige medeburgers niet meemaakt. Ze beseft dan ook dat dit het drama van haar tijd is: aan revolutionaire ideeën geen gebrek. Maar zelfs na de Franse Revolutie blijven vrouwen onmondig, onvrij en zo goed als rechteloos.

Dat is uitgerekend haar aanklacht tegen haar tijdgenoten en waarvoor ze haar leven op het spel zet: dat de revolutionairen de radicale ideeën die ze lanceerden niet echt durven doordenken en doorzetten. (…)”

De andere bijdragen gaan over Artemisia Gentileschi (Leen Huet), Marie de Gournay (Ann Meskens), Mary Astell (Alicja Gescinska), Mary Wollstonecraft (Ann Brusseel), Harriet Taylor Mill (Wendy De Poorter), Emmeline Pankhurst (Claire Tillekaerts), Virginia Woolf (Magda Michielsens), Marie Popelin (Sara De Mulder), Simone de Beauvoir (Tine Maenhout), Lucienne Herman-Michielsens (Annemie Neyts), Mehrangiz Marouchehrian (Darya Safai), Paula Marckx (Elisabeth Matthys) en Ayaan Hirsi Ali (Assita Kanko)…

Het boek ligt nu in de boekhandel!

Over de Verlichting en vrouwenrechten circuleert heel wat onwetendheid. Ik schreef er deze column voor De Standaard over, met een analyse van Laclos’ ‘Riskante Relaties’ (Les Liaisons dangereuses).

En over de ‘witte wereld’ ging ik in discussie met Olivia Rutazibwa voor Nachtwacht.

Sfeerbeelden van de boekenbeurs…

Op 3 november, in gesprek met Guillaume Van der Stighelen en Pat Donnez…

14925472_10154658690739643_3923638515885134595_n

 

En ’s avonds in gesprek met Bea Cantillon, Erik Schokkaert, Johan Albrecht, Dirk Barrez en Dirk Geldof:

img_0378

 

En op vrijdag signeren op de stand van Polis, samen met Alexander Roose, Leen Huet en Frank Keizer…

foto: Leen Huet

foto: Leen Huet