‘Vrouwen mogen puinruimen’, DS 16 juli 2016
Deze tekst verscheen in De Standaard op 16 juli 2016.
“HET PATROON ACHTER DE AANSTELLING VAN THERESA MAY
Theresa May heeft in het Verenigd Koninkrijk gelijk de toon gezet: vastberaden, helder en zelfbewust. De mannen druipen met de staart tussen de poten af. Geeft deze ‘erfgenaam van Margaret Thatcher’ het ambt van regeringsleider opnieuw aanzien, vraagt TINNEKE BEECKMAN zich af, of ondervindt dat ambt imagoschade omdat het wordt bekleed door een vrouw?
Theresa May heeft de eed afgelegd als nieuwe eerste minister van het Verenigd Koninkrijk. Ze staat voor een schier onmogelijke taak: Groot-Brittannië succesvol en vlot uit de Europese Unie leiden, zonder dat de Britse Unie uit elkaar valt en zonder dat een economische crisis het land verarmt. Volgens de kleinzoon van Winston Churchill heeft zijn land geen grotere crisis gekend, sinds zijn grootvader in 1940 eerste minister werd.
Nu moet een vrouw het land redden. De mannelijke toppolitici – David Cameron, Boris Johnson en Michael Gove – vonden hun persoonlijke rivaliteit belangrijker dan het algemeen belang. Hun verraderlijke strijd maakte de Britse politiek tot een aflevering van Game of Thrones.
May, daarentegen, is volgens Jenni Russell, columniste van The Times een duty-driven politician en een grown-up: politiek is een ambacht voor verantwoordelijke volwassenen, geen spelletje voor verwende jongetjes. May wordt niet gedreven door ego, ze is realistisch. Ze schittert niet in de media en ze houdt haar privéleven uit de belangstelling. Ze staat bekend als luisterbereid en doortastend. Kortom, ze is van het type old school, saaie, hardwerkende staatsman.
Het lijkt er dus op dat May’s aanstelling het politieke ambt wat in ere zal herstellen.
Nochtans klinkt het vaak dat de status van een beroepsklasse afneemt wanneer meer vrouwen toetreden. Deze ‘Wet van Sullerot’ – naar de Franse sociologe Evelyne Sullerot – impliceert dat zowel vergoeding als status dalen zodra vrouwen deelnemen. Rechter, arts of leraar zouden dan minder aantrekkelijke beroepen zijn, omdat er meer vrouwen tot die groep behoren. Maar de relatie lijkt eerder omgekeerd: pas wanneer de status van een beroep afneemt, kunnen of mogen vrouwen toetreden. De patriarchale autoriteit is dan al grotendeels gesneuveld.
In de politiek lijkt die dynamiek nog veel sterker: pas als de situatie hopeloos is geworden, en de mannelijke kandidaten geen idee hebben hoe ze de situatie nog kunnen redden, krijgen de vrouwen kansen. Continue Reading ›