“Zijn we veranderd door de coronapandemie?” Filosofisch Elftal, Trouw, 23 december 2022

Door Maurice Van Turnhout, verschenen in Trouw op 23 dec. 2022.

“In het Filosofisch elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee filosofen uit een poule van elf. Vandaag: dit weekend vieren we Kerstmis zonder coronalockdown, betekent dat ook een terugkeer naar het Oude Normaal?

“Hoewel ik hoopte dat we er beter van zouden worden, heeft het ons eigenlijk slechter gemaakt”, constateerde James Kennedy in zijn column in deze krant. Hij had het over drie jaar coronapandemie.

In de zomer van 2020 was de angst voor het virus vermengd met hooggespannen verwachtingen. Met Covid-19 zouden er tal van sociaal-maatschappelijke veranderingen mogelijk worden, herinnerde Kennedy zich: de lucht zou schoner worden door minder (vlieg)verkeer; het vertrouwen in de overheid zou toenemen; er zou zelfs een nieuw gevoel van solidariteit worden opgewekt.

Nu vieren we de eerste Kerstmis sinds 2019 zonder beperkende maatregelen. Zijn we veranderd door de pandemie, en zo ja, in welk opzicht?

“Inderdaad zou je tijdens de pandemie een toename van solidariteit hebben verwacht”, zegt Tinneke Beeckman, filosoof en columnist. “Tijdens grote rampen zijn mensen eerder solidair met elkaar, ze hebben dan hun prioriteiten beter op een rijtje en komen makkelijker tot samenwerking. Schrijver Rebecca Solnit concludeerde dat in haar boek A Paradise Built In Hell.”

Vast in hun bubbel

“Maar ze sprak daarin vooral over aardbevingen, branden en orkanen, en zulke rampen verschillen wezenlijk van pandemieën. Tijdens een pandemie wantrouw je de ander, want die kan het virus bij zich dragen. Door de aard van de pandemie raakten mensen vereenzaamd, ze kwamen vast te zitten in hun bubbel, ze brachten meer tijd op sociale media door dan goed voor hen was.”

“De grootste verandering van de coronapandemie is dus dat niet de solidariteit, maar de polarisatie is toegenomen – en dan vooral de polarisatie tussen burgers en overheid. Die polarisatie heeft de overheid ook aan zichzelf te danken. Het taalgebruik van politici jegens vaccinweigeraars was vaak bikkelhard, de Belgische premier De Croo zette die mensen a priori weg als egoïstisch en asociaal.”

“Er werd geen rekening gehouden met de verscheidenheid aan motieven die mensen konden hebben om zich niet te laten vaccineren. Velen ervoeren de coronamaatregelen als onrechtvaardig, en toen ze er ook nog eens van werden beschuldigd dat ze het slecht voorhadden met de samenleving, werd hun verzet tegen de overheid deel van hun identiteit. Mensen die tijdens de pandemie in verzet kwamen tegen de maatregelen wantrouwen nu ook de overheid als het gaat om klimaatwetten of steun aan Oekraïne.”

Filosoof en schrijver Désanne van Brederode denkt dat hiermee iets aan het licht kwam dat al jaren aan de hand was. “Deze mensen voelden zich al niet gehoord door instanties, ze waren al langer apolitiek. Ik wil ze niet allemaal over één kam scheren, maar veel Nederlanders die zichzelf ‘spiritueel’ noemen leidden jarenlang een prima leventje zonder zich met politiek bezig te houden en zonder dat de politiek zich al te veel met hén bemoeide. Die mensen hebben de coronamaatregelen als een enorme inbreuk op hun vrijheden ervaren, ze schrokken zich een hoedje dat hun harmonieuze bubbel werd doorgeprikt en ze ineens op verantwoordelijkheden als burger werden aangesproken.”

Marionetten van een alternatieve macht

“Rattenvangers als Thierry Baudet zagen in die groep een enorm kiezerspotentieel, mensen die je verder kon volstoppen met wantrouwen over klimaat, Oekraïne, de Europese Unie. Deze boze burgers wijzen trots de gevestigde macht af, maar ondertussen zijn ze marionetten geworden van een alternatieve macht die zich warm loopt. Ze zijn ook niet meer terug te halen, vrees ik. Politiek is voor hen intrinsiek het kwaad geworden.”

“Ik wil het leed niet bagatelliseren van bijvoorbeeld kleine ondernemers die tijdens de lockdowns hun bedrijf op de fles zagen gaan, en er zijn absoluut fouten gemaakt door politici bij het implementeren van de coronamaatregelen, maar als mensen die maatregelen vergeleken met een dictatuur of oorlogssituatie dacht ik vaak: stap eens een azc binnen en vraag dáár eens wat mensen hebben meegemaakt.”

Schrijnende toestanden

“Dan begrijp je dat het allemaal reuze meevalt. Ik hoorde van een vriendin uit Iran dat de leiders daar deden alsof er helemaal geen virus bestond, en welke schrijnende toestanden dát opleverde. Bij Syrische vluchtelingen proefde ik vooral dankbaarheid dat het virus in Nederland zo grondig werd aangepakt.”

Beeckman: “De manier waarop politici ervoor kozen om schuld en schaamte op te wekken bij de bevolking was in zekere zin effectief, daardoor lieten veel mensen zich vaccineren. Maar zo’n houding wekt onvermijdelijk ressentiment. Rebecca Solnit signaleerde al dat solidariteit bij rampen afneemt wanneer politieke elites in paniek raken, te paternalistisch optreden en te weinig vertrouwen hebben in de kracht van burgers. Dat wantrouwen wordt dan teruggekaatst naar de overheid.”

Helende retoriek

“Vertrouwen kan je terugwinnen door mensen inspraak te geven in burgerraden, vaak ook op lokaal niveau. Vertrouwen heeft een sterke fysieke dimensie: mensen moeten elkaar kunnen ontmoeten. Tijdens de pandemie kon dat logischerwijs niet, alles was immers op afstand geplaatst. Daarom is het broodnodig dat de overheid haar fouten in die periode toegeeft en tot een helende retoriek komt, waardoor mensen zich weer betrokken voelen bij de samenleving.”

“Ik maak me vooral zorgen om de politiek afwijzende houding bij jongeren. Tijdens de pandemie hadden zij grosso modo meer last van de maatregelen dan van het virus: scholen waren dicht, ze konden niet samenkomen, ze konden niet weg van hun ouders om te wereld te ontdekken, ze konden enkel een schijnleven leiden op sociale media. Klachten over mentale gezondheid zijn toegenomen, de wonden van die periode zijn nog altijd niet geheeld.”

Van Brederode: “Als jonge mensen mentale klachten krijgen van vertraging, dan is dat probleem veroorzaakt door eerdere generaties. Die hebben namelijk een cultuur gecreëerd met allerlei onuitgesproken aannames: een feestje is pas een feestje met meer dan vijftig gasten, vakantie moet per se aan de andere kant van de wereld worden gevierd, alles moet snel en overdadig en spectaculair.”

“Het leven onder de coronamaatregelen was absoluut zwaar en zorgelijk, maar ik mis wél die vertraging. Contacten waren zo gerantsoeneerd dat je bij gesprekken meer de diepte in ging, je had de tijd om ontmoetingen te laten bezinken. En nu kan dat niet meer, omdat het jachtige leven weer is begonnen.”

Verandering, versobering, vertraging

“Denkers als Hartmut Rosa pleiten al jaren voor vertraging: het gaat mis in onze maatschappij als we wél eisen dat mensen bewuste keuzes maken maar ze niet de tijd krijgen die daar voor nodig is. In de zomer van 2020 hing er iets in de lucht van verandering, versobering, gezonde vertraging. Waarom helpen we elkaar niet om die vertraging vast te houden, waarom zien we die verandering niet meer terug in de maatschappij? We hebben het er liever niet meer over, we zijn overgegaan tot de orde van de dag.”

‘Is het onderscheid tussen links en rechts gedateerd?’, interview over Franse verkiezingen voor Trouw, 14 april 2022

Dit interview verscheen in Trouw, op 14 april 2022, door Maurice van Turnhout.

In het Filosofisch Elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee filosofen uit een poule van elf. Vandaag: past de politieke strijd tussen Macron en Le Pen nog in de traditionele tegenstelling tussen links en rechts?

De links-rechts-tegenstelling is in Frankrijk niet langer leidend,’ zo luidde een analyse van de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen maandagochtend in deze krant. De sociaal-liberale president Emmanuel Macron en zijn nationalistische uitdager Marine Le Pen kwamen als winnaars uit de bus. Allebei beweren ze van zichzelf dat ze de links-rechts-tegenstelling overstijgen: ni droit, ni gauche.

Analyses over het verdwijnen van de links-rechts-tegenstelling waren de afgelopen decennia ook na Nederlandse verkiezingsuitslagen niet van de lucht. Is die tegenstelling voltooid verleden tijd in de Europese politiek?

Oorspronkelijk stamt het onderscheid tussen ‘links’ en ‘rechts’ uit het Franse parlement, waar in de tijd van de Franse Revolutie de conservatieve monarchisten rechts van de voorzitter zaten en de progressieve republikeinen links.

“Tijdens de Dreyfusaffaire, rond 1900, verscherpte die links-rechts-tegenstelling zich,” zegt Tinneke Beeckman, filosoof en columnist. “De Joodse luitenant Alfred Dreyfus werd ten onrechte beschuldigd van landverraad. Na zijn veroordeling schreef Émile Zola zijn beroemde krantenartikel met de titel J’Accuse. Hij koos daarin de positie van de republikeinen uit de Franse Revolutie: alle burgers hebben gelijke rechten, dus elke burger heeft het recht om na een valse beschuldiging de staat aan te klagen. Tegelijkertijd kaartte Zola de uitbuiting van arbeiders door het kapitalisme aan.”

Zo vielen bij Zola het linkse politieke verhaal over gelijke rechten en het linkse economische verhaal over anti-kapitalisme samen, zegt Beeckman. “Tegenover Zola stonden de rechtse reactionaire krachten, die nostalgisch waren naar de dagen van het ancien régime, toen politieke macht nog was gebaseerd op privileges, tradities en religie. Tijdens de laatste verkiezingsronde werd het links van Zola vertegenwoordigd door de socialist Jean-Luc Mélenchon, terwijl kandidaat Éric Zemmour zich opstelde als rechts-reactionair.”

Uiteindelijk zijn het niet Mélenchon en Zemmour die in de tweede ronde van de verkiezingen op 24 april de degens kruisen, maar Macron en Le Pen. “Zij combineren allebei linkse en rechtse posities,” vervolgt Beeckman. “Dat kan tot verwarring leiden. Le Pen probeert de arbeidersklasse economisch aan te spreken, de traditionele achterban van links.”

Frank Ankersmit, emeritus-hoogleraar intellectuele geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, vult aan: “Traditioneel-links is in Frankrijk gedecimeerd, vandaar dat er in die hoek voor Le Pen een wereld te winnen valt. Ze profiteert ervan dat Macron niet bepaald overkomt als iemand die pal staat voor de ‘verworpenen der aarde’, zoals het heette in het oude strijdlied van de linkse arbeidersbeweging. Macron wordt gezien als de president van de rijken, niet geheel ten onrechte.”

Beeckman: “Le Pens achterban zit grotendeels op het platteland, waar mensen vaak sociaal conservatief zijn maar economisch gezien voorstander van overheidsingrijpen. Macron biedt precies het tegenovergestelde. Op sociaal vlak is hij links, denk aan bijvoorbeeld homorechten en het recht op abortus, maar hij voerde de afgelopen vijf jaar ook een liberaal economisch beleid met nadruk op individualisme en promotie van het bedrijfsleven. Macron vertegenwoordigt het midden, het is moeilijk te zeggen waar hij nu precies voor staat. De tegenstelling tussen hem en Le Pen draait niet zozeer om links tegen rechts, meer om de vraag: ben je voor of tegen globalisering? Le Pen stelt zich op als nationalistisch, sterk tegen de Europese Unie. Haar kiezers voelen zich door een internationaal georiënteerde politicus als Macron in de steek gelaten, ze hebben het gevoel dat ze hun identiteit verliezen in een geglobaliseerde wereld.”

Ankersmit: “Dat verlies van identiteit heeft alles te maken met hoe linkse partijen vanaf eind vorige eeuw met migratie zijn omgaan. Links zag immigranten als verworpenen der aarde, maar had te weinig oog voor haar traditionele electoraat. Het arbeidersproletariaat zag immigranten als concurrenten en trok vervolgens de identitaire kaart, in Nederland bijvoorbeeld door op de partij van Pim Fortuyn te stemmen. Links heeft zichzelf in de voet geschoten door die oude achterban te negeren, ook in Frankrijk.”

Beeckman: “Er wordt nu gevreesd dat kiezers van de socialist Mélenchon in de tweede ronde van de verkiezingen over zullen lopen naar Le Pen. Net als in de jaren dertig van de vorige eeuw is er op de flanken van zowel links als rechts een afkeer van de geglobaliseerde, liberaal-kapitalistische elite. In de dertiger jaren deed Erich Fromm sociologisch onderzoek naar kiezers uit de arbeidersklasse. Fromm bestudeerde in wat voor huizen ze woonden, hoe ze zich kleedden en gedroegen. En wat bleek? Mensen die sterk op elkaar leken qua waarden en levensstijl werden soms door extreem-links aangesproken en soms door extreem-rechts, afhankelijk van hoe het politieke verhaal aan ze verteld werd.”

Ankersmit: “Ja, die extremen raken elkaar meer dan je op inhoudelijke gronden zou verwachten. Tegenwoordig lijken kiezers narrig te zijn geworden, ze willen zich afzetten tegen wat middenpartijen als redelijk en fatsoenlijk beschouwen. Het maakt ze niet uit of die radicale reactie van links of van rechts komt. Ook in de Verenigde Staten zie je die verontrustende tendens. Robert Putnam schreef twintig jaar geleden het boek Bowling Alone, over de versplintering van de Amerikaanse sociale orde. Door sterk toegenomen individualisering kregen kiezers het idee dat ze nergens meer toe behoren en dat er niemand meer voor hen opkomt. Dan is het wachten op een sterke man als Donald Trump, die aan zulke gevoelens appelleert.”

Beeckman: “In mijn thuisland België maken de communisten nu een comeback, soms peilen ze al op 10 procent. Volgens mij bewijst het dat mensen hongerig zijn naar meer ideologische aanscherping. Ze willen zich graag identificeren met een bepaalde groep, en daar is ook helemaal niets mis mee. Met een middenpositie misken je dat er een ideologische tegenstelling tussen links en rechts bestaat, schreef de Belgische filosoof Chantal Mouffe. Een centrumpolitiek als die van Macron doet het volk op de langere termijn meer kwaad dan goed. Je probeert extremen te vermijden, maar daarmee komen die extremen juist aan de flanken op.”

Ankersmit: “Daar ben ik het volmondig mee eens. Als we in Nederland ons honderdvijftig jaar oude stelsel van partijpolitiek willen behouden is het absoluut noodzakelijk om weer scherper te profileren op links en rechts. Wie weet nog waar het CDA voor staat, of de VVD? Zonder politiek ideaal heeft een partij geen bestaansrecht. De Tweede Kamer is een toneelspel, waar politici als acteurs de rol van hun achterban vertolken. En dan moet je ook vanuit de engelenbak kunnen zien of de spelers van links of van rechts opkomen.”

In het Filosofisch Elftal legt Trouw een actuele vraag voor aan twee filosofen uit een poule van elf. Lees hier eerdere afleveringen terug.