“Kroniek van een aangekondigde tweestrijd”, DS, 24 april 2017

“Macron versus Le Pen, het rondt een evolutie af die zich vijftien jaar geleden heeft ingezet, die van een groeiende kloof tussen burger en traditionele politiek.
De twee traditionele partijen van de vijfde republiek – de socialisten en de republikeinen – zijn dus afwezig in de tweede ronde. Toch staan, met Emmanuel Macron en Marine Le Pen, over twee weken twee ideologieën lijnrecht tegenover elkaar: economisch liberalisme tegenover economisch protectionisme, multiculturalisme tegenover nationalisme, globalisering tegenover soevereinisme, Frankrijk binnen of buiten de Europese Unie.
Frankrijk lijkt dus hopeloos verdeeld, maar om deze uitslag te begrijpen, is een korte terugblik nodig. De eerste barsten werden vijftien jaar geleden al zichtbaar. In april 2002 verscheen, tegen alle peilingen in, op TF1 de foto van Jean-Marie Le Pen naast die van Jacques Chirac tijdens het journaal van acht uur. Beklijvend televisiemoment. Lionel Jospin, de socialistische kandidaat en voormalig eerste minister onder Chirac, viel net uit de boot. De Fransen hadden de keuze tussen rechts en rechtser. Jospin hield de eer aan zichzelf: hij voelde zich verantwoordelijk voor de nederlaag van zijn partij, voor de doorbraak van het Front National. Twee weken later werd Chirac met ruime meerderheid verkozen. De orde leek hersteld, de republiek was gered.
Wie nu terugkijkt op die gebeurtenissen ziet dat Chiracs klinkende zege een pyrrusoverwinning was. In 2005 kwam er nieuwe opschudding: een meerderheid van de Fransen stemde tegen de Europese grondwet. De belangrijkste politici, de media, allen waren ze voorstanders geweest. Geen enkele traditionele politicus nam die afwijzing van de Europese Unie ernstig. Het ‘neen’ werd weggezet als een proteststem, als het resultaat van gebrekkige kennis, als een afwijzing van Chiracs beleid. Bij de volgende verkiezingen, in 2007 versloeg Sarkozy Ségolène Royal. Hoewel Sarkozy jarenlang minister van Chirac was geweest, boetseerde hij het imago van de baanbrekende buitenstaander, de tegenpool van Chirac. Sarkozy zwoer dure eden over grote, noodzakelijke hervormingen. Maar er gebeurde niet veel. In 2012 waren de Fransen ook Sarkozy hartgrondig beu, en verkozen ze François Hollande. Toen al leek de afkeer een sterkere motivatie voor kiezers dan een positieve voorkeur. Hollande won door Sarkozy neer te zetten als het schoothondje van de Duitse bondskanselier Merkel en het financieel kapitalisme. Hollande beloofde dat hij een vuist zou maken tegen de Duitse besparingspolitiek die de Europese Commissie oplegde na de crisis in 2008. Het Duitse beleid werd de Europese norm. Continue Reading ›

“De barmhartige kanselier” Column DS, 16 jan. 2016

Unknown 08.33.05“De Duitse Bondskanselier Angela Merkel ontving een eredoctoraat van de Ugent en de Kuleuven. Ze werd geloofd om haar moedige politieke parcours en haar optreden tijdens de vluchtelingencrisis. Tijdens de plechtigheid hield ze geen opzwepend morele, maar een behoorlijk realistische speech. Maar eigenlijk ligt dit realisme meer in de lijn van haar politiek dan vaak wordt gedacht.

neroenseneca

Seneca en Nero

Een hele filosofische traditie boog zich al over politieke deugden. De stoïcijn Seneca noemt in zijn brief aan Keizer Nero, ‘De Clementia’, goede trouw (fides), generositeit en barmhartigheid als belangrijkste politieke deugden. In zijn ‘opvoeding van een christenvorst’ bouwt de humanist Erasmus, even door Merkel vernoemd, hierop verder. Hij meent wel dat ‘Christus het absolute model is van alle deugd en wijsheid’. Tegelijkertijd moet de vorst zich bekommeren om het algemeen belang.

In dezelfde periode schrijft Machiavelli dat hij met deze klassieke traditie breekt. Zijn naam roept cynisch machtsmisbruik op, alsof hij rechtvaardigt dat het doel de middelen heiligt. Maar ik lees Machiavelli als een realist, als iemand die in Il Principe onthult hoe weinig heilzaam de klassieke deugdzaamheid is voor de politiek, en hoe belangrijk het is om valse retoriek over deugden te doorprikken.

il-principe-7Voor de realist levert de christelijke deugdzaamheid een onhoudbaar spagaat op: ofwel wenst de vorst met zijn christelijke geweten in het reine te zijn, maar dan verzaakt hij aan noodzakelijke beslissingen die tot zijn opdracht behoren. Ofwel is de vorst bereid om zich aan de omstandigheden aan te passen, maar dan moet hij deugdzaamheid anders invullen. Want ‘sommige dingen die de schijn hebben van het goede, worden fataal als ze worden toegepast; en andere die de schijn hebben van het kwade, zorgen bij toepassing voor veiligheid en voorspoed.’ Alleen de leider zonder ‘virtu’, als deugdzaamheid en daadkracht, kan niet bijsturen, en kan goed en kwaad niet volgens de situatie afwegen. Deze ideeën maken van Machiavelli geen cynicus. Elke vorst, schrijft hij, moet proberen bekend te staan als barmhartig, niet als wreed. Barmhartigheid nastreven is deugdzaam. Alleen waarschuwt hij dat zwakte of laksheid achter schijnbare barmhartigheid kunnen schuilgaan. Dit zijn schadelijke kwaliteiten. De Romeinse leider Scipio kon alleen voor barmhartig doorgaan, omdat zijn verdedigers hem die reputatie hadden bezorgd. In werkelijkheid was hij zwak en al te meegaand. Volgens Machiavelli wegen retorische truukjes enorm in de politiek. Voorbij die retoriek, betekent echte barmhartigheid dat beslissingen niet tot chaos leiden.
Moralisten menen dat Machiavelli’s visie op het behoud van de staatsmacht een foute graadmeter is voor het politieke beleid. Toch is dit idee over staatsbehoud een criterium dat hedendaagse politici hanteren: ze vinden het belangrijk dat democratisch verkozen politici (en geen antiliberale politici) de macht behouden. En ze vinden dat de Europese Unie zelf moet blijven bestaan, en niet uit elkaar mag vallen. Die bekommernissen kwamen ook in Merkels betoog terug.

Zelfs haar geïmproviseerde uitspraak ‘Wir schaffen das’ klonk als antwoord op een onverwachte noodsituatie. Continue Reading ›