“België, het belovende land”, DS, column 27 feb. 2020

“De federale regeringsvorming zit muurvast. Ondertussen lijken verkiezingen over de toekomst van het land vroeg of laat onafwendbaar. Alleen vragen verkiezingen inhoudelijke debatten en keuzes.

De N-VA lijkt federaal helemaal ‘out’. CD&V en Open VLD moeten dus een bocht maken naar de Vivaldi-coalitie (paars-groen plus CD&V), een regering met Vlaamse minderheid. De linkse grondtoon van die coalitie impliceert dat beide partijen hun eigen sociaal-economische visies grotendeels mogen opbergen. Dus profileren Open VLD en CD&V zich op ethische dossiers: euthanasie en abortus. Alleen staan ze wat die onderwerpen betreft diametraal tegenover elkaar. Dat wordt lastig.

Nieuwe verkiezingen dan maar? Ook lastig, zeker als de volgende verkiezingen zoals de vorige verlopen: zonder diepgravend debat, met magere programma’s en politici die de dag nadien vooral aan het eigenbelang denken. België is helaas al lang eerder een particratie dan een democratie. Partijen functioneren als bedrijven: ze willen vooral hun marktaandeel vergroten. Daarom hanteren de voorzitters veelal een campagneretoriek. Ze hebben sterke communicatiediensten uitgebouwd en invloedrijke studiediensten afgebouwd (of nooit opgericht). En waar bedrijven hun producten niet mogen aanprijzen door de concurrent openlijk de grond in te boren, mag dat in de politiek wel. Op zich maakt dat natuurlijk deel uit van het politieke debat, maar als de communicatie vrijwel uitsluitend op profilering is gericht, wordt de toon makkelijk negatief en inhoudsloos. Steeds meer burgers haken af. Desondanks verandert er niets, en dat belooft weinig goeds voor de toekomst.

Frisse of kritische ideeën komen ook amper van het parlement, dat grondwettelijk nochtans veel macht heeft. ­Leden kunnen wetsvoorstellen indienen en ze kunnen de regering controleren. Maar in België verhindert de particratie dat het parlement zijn macht ten volle gebruikt. Partijvoorzitters en enkele bestuurders zetten de lijnen uit, de rest volgt. Parlementsleden zijn partijsoldaten, schrijven Hendrik Vuye en Veerle Wouters in hun boek Schone schijn. Het duo wijst erop dat de Tweede Kamer in Nederland bijvoorbeeld wel een rol speelt tijdens de regeringsonderhandelingen, die transparanter verlopen. In België begint meteen na de verkiezingsdag de volgende campagne, met politici die af en toe voor de camera’s verschijnen, terwijl niemand anders informatie krijgt. Zelfs regeerakkoorden worden zonder grondige inzage goedgekeurd.

Daarbij speelt nog een factor: de federale structuur beloont politici die zich roekeloos gedragen. Ze schept een moral hazard. Dit is eigenlijk een economische term: hij betekent dat je meer risico durft te nemen omdat je de negatieve gevolgen van dat risico naar anderen kan doorschuiven. Dat fenomeen zien we voortdurend in België tussen de regio’s, omdat er geen unitaire partijen zijn. Vlaamse en Franstalige partijen bestaan naast elkaar, en politici kunnen alleen in één bepaalde regio worden verkozen (behalve in Brussel). Partijen maken dus gewaagde beloftes aan hun kiezers, terwijl ze hen tegelijk kunnen vrijwaren voor de nadelen van die keuzes. Die spelen ze door aan de burgers van de andere regio. Zo kunnen politici ook de volledige verantwoordelijkheid voor hun keuzes ontlopen, terwijl ze hun positie wel kunnen versterken. Maar op termijn ondervinden burgers wel degelijk de nadelen: politici worden niet genoeg aangespoord om een verantwoord beleid te voeren.

Daarom is een verregaande federalisering nodig. De Nederlandse intendant Ed Nijpels heeft gelijk (DS 24 februari): je krijgt Vlamingen en Walen niet meer dichter bij elkaar. Hervorm het land, zodat het functioneert zonder dat zo’n eensgezindheid nodig is. Neem beslissingen op het echelon dat er verantwoordelijkheid voor opneemt. Zo verhoog je de betrokkenheid. Dan worden politici niet meer beloond voor onhaalbare of onbetaalbare voorstellen.

Vroeg of laat komen er verkiezingen die over de toekomst van het land gaan. Maar die verkiezingen moeten wel inhoudelijk zijn, zodat burgers duidelijke en goed geïnformeerde keuzes kunnen maken. Zoals Luc Huyse terecht opmerkt: een Brexitscenario, waarbij burgers zonder kennis en inzicht beslissingen maken waarvan ze pas later de gevolgen ontdekken, is onwenselijk
(DS 11 februari)”

Deze column verscheen in De Standaard op 27 februari 2020.

‘Schuld en boete’ in Amsterdam

Een hele maand over ‘schuld en boete’… Vorig weekend was het ‘Filosofienacht in Amsterdam‘, in de prachtige Beurs van Berlage. Sprekers waren onder meer Michael Sandel – ongelooflijk hoe die man een discussie op gang brengt in een bomvolle zaal, en toch zijn filosofisch punt kan maken. Hans Achterhuis, Joris Luyendijk, Tomas Sedlacek en vele anderen waren er ook.

Ik deed mee aan een gesprek over de bonuscultuur, samen met Kilian Wawoe en René ten Bos. Kilian werkte jarenlang bij de ABN-Amro, schreef een doctoraat over de bonuscultuur en verliet de financiële wereld. René ten Bos doceert over management. Continue Reading ›

Consequent conservatief?

Column De Standaard, 11 februari 2013

imagesWelke Europese ‘rechtse’ partij kan vandaag nog beweren consequent tradities en leven in gemeenschap te steunen? Geen enkele. Intussen beheerst de economische agenda steeds meer het politieke. Die evolutie staat haaks op het ‘klassieke’ conservatieve denken. Maar er is meer. Precies die greep van de economie op het politieke hebben conservatieve partijen sinds de jaren ’80 mee mogelijk gemaakt: Margaret Thatcher in Groot-Brittannië en Ronald Reagan in de Verenigde Staten. Huidige ‘conservatieven’ als David Cameron zetten die koers verder. Conservatieve politici hoeven dus niet te klagen over de teloorgang van gemeenschap en traditie: hun eigen politieke hervormers hebben die evolutie in de hand gewerkt. En wie consequent conservatief is, kan niet anders dan kritische vragen hebben bij het huidige economische bestel. Continue Reading ›

Geen toekomst links, geen toekomst rechts

De impasse van Europa is – helaas – een thema dat nog vaak zal terugkeren.

Evenmin linkse als rechts partijen hebben een overtuigend programma voor de toekomst.

Op 5 december 2011 stelde Di Rupo zijn kabinet voor. België moest besparen en dringend ‘hervormen’. Ondertussen sleept de crisis in de eurozone aan. Ook daar is weinig beterschap in zicht.

Is er reden om hoopvol te zijn over de toekomstvisie van deze regering? Helaas niet. Continue Reading ›