Interview met ‘Banningvereniging’

Een tijdje geleden interviewde Evelien Polter me, voor de ‘Banningvereniging‘, die activiteiten organiseert op het snijvlak van levensovertuiging, religie en sociaaldemocratie.

Dit is het artikel.

“Op 24 januari jl. organiseerde De Balie in Amsterdam een avond over Ter Braaks essay Het nationaal-socialisme als rancuneleer. Menno ter Braak (1902- 1940) was een van de meest vooraanstaande intellectuelen van zijn tijd. Hij was bestuurslid van de intellectuele groepering die zich, buiten het politieke partijwezen om, rekenschap gaf van en verzet bood aan de extremistische tijdgeest: het zogenoemde Comité van Waakzaamheid van anti-nationaalsocialistische intellectuelen (1936-1939).

In zijn essay ging Ter Braak in op rancune, wrok en de ressentimentsmens die het meerdere bezit van de ander niet kan verdragen. Ter Braak zag rancune ontstaan door het streven naar economische en sociale gelijkheid. Tinneke Beeckman schreef speciaal voor deze avond een nieuw essay. Naar aanleiding van deze avond en het boek Macht en Onmacht hadden we een gesprek met Tinneke Beeckman in haar woonplaats Antwerpen.

We willen graag weten waarom Ter Braak ons nu nog iets te zeggen heeft. Daarom is onze eerste vraag naar het waarom van een essay over dit onderwerp.
Menno ter Braak staat meer in de aandacht sinds de opkomst van Pim Fortuin, Geert Wilders en Donald Trump. Het is de vraag of hun ideeën overeenkomen met het pure ressentiment dat Ter Braak in zijn werk beschrijft. Ik denk dat er boeiende raakvlakken zijn.

In je essay (elders in dit tijdschrift) beschrijf je ressentiment. Ressentiment is een gevoel van onmacht, wrok en rancune. Leidt ressentiment tot rechtspopulisme?
Ressentiment is niet alleen een gevoel. Waar het om gaat is dat het ressentiment waardebepalend is. De haat is primair, dan volgt de verklaring. De mens kan de haat laten prevaleren boven de rest. De haat kan sterker zijn dan liefde, dan naar verlangen naar verbondenheid. Dat is wat Ter Braak beschrijft. Wie ben je? Degene die haat kiest een groep als tegenstander, die haat gaat degene helemaal bepalen. Vanuit het idee van een samenzwering begin je helemaal dat idee op te bouwen.

Ter Braak heeft het over het recht op gelijkheid. Wat is dat recht op gelijkheid?
Met de Franse revolutie ontstaat het gelijkheidsideaal. De gelijkheidsgedachte is nu meer dan vlak voor de Tweede Wereldoorlog toegespitst op de gelijke rechten. Bijvoorbeeld het hoger onderwijs dat niet meer wordt beschouwd als een privilege maar als een recht. Daarbij wordt alles een kwestie van kwantiteit waardoor de kwaliteit verloren gaat.

Het boek ‘Macht en Onmacht’ opent met het gedicht ‘A Street’ van Leonard Cohen.

It’s going to be September now
For many years to come
Every heart adjusting
To that strict September drum

I see the Ghost of Culture
With numbers on his wrist
Salute some new conclusion
Which all of us have missed

So let’s drink to when it’s over
And let’s drink to when we meet
I’ll be standing on this corner
Where there used to be a street

Wat spreekt je aan in het gedicht van Leonard Cohen?
Het gedicht gaat over 11 september en de impact ervan. Het is bijzonder dat Leonard Cohen zich zo politiek uitsprak, terwijl hij dat bijna niet deed. Een kunstenaar zoals Cohen kan op een andere manier dingen raken dan een filosoof en kan soms meer bereiken met taal. Het gedicht refereert aan de aanslagen van 11 september 2001 in de VS Met de aanslag op het Franse weekblad Charlie Hebdo in januari 2015 beleefde Europa haar 11 september.

Het eerste hoofdstuk start met de moord op de redactie van Charlie Hebdo. Dit satirische tijdschrift schopte tegen elk heilig huisje. De boegbeelden van mei ’68 waren er in vertegenwoordigd. Het bejubelde de vrije zoektocht naar geluk tegen elke groepsdruk in.
De zondag na de aanslag gingen 4 miljoen mensen de straat op. Deze eensgezindheid duurde niet lang, schrijf je. In de debatten erna neemt het slachtofferschap een belangrijke plaats in. Is dit na drie jaar nog steeds hetzelfde?

Er is nu meer kritiek op het slachtofferschap. Mijn boek begint met Charlie Hebdo en hoe erop gereageerd werd, door politici en in de media, met discussie over de vrijheid van meningsuiting en met de grote marsen in de Franse steden. Dit alles riep vragen op. Was de mars daarna een demonstratie van burgerschap, een revival van waarden of was het een ‘spuwen op de godsdienst van zwakkeren’, al jaren door de overheid in de steek gelaten slachtoffers? In de dagen na de aanslagen was er bijvoorbeeld onder jongeren in de banlieues discussie over wie dader en wie slachtoffer is. Slachtofferschap nam een belangrijke plaats in tijdens de publieke debatten. Waren de daders geen slachtoffers van een groter, algemener onrecht? Wie het ergste slachtofferschap kan claimen krijgt het grootste gelijk. Niet wat iemand doet of denkt, maar hoe diep iemand gekwetst is, doet ertoe. Ik vraag me af hoe we dit hedendaagse ressentiment kunnen begrijpen.

Waar kwamen deze twijfels over de mars vandaan?
De zekerheden waar Charlie Hebdo ooit in geloofde zijn mede door de postmoderne denkers vervangen door een algemene vertwijfeling over de waarden en ideeën die de samenleving vorm moeten geven. De postmoderne methode is een analyse op basis van machtsstructuren. Zij verkondigden dat algemene waarden een illusie zijn, een uitdrukking van misplaatst superioriteitsgevoel. Zelfs de wetenschappelijke waarheid is een product van machtsverhoudingen. De dominantie van het postmodernisme als kritische denkstroming loopt ironisch genoeg parallel met de opkomst van economische liberale politiek, die vanaf de jaren ’80 zowel bij linkse als bij rechtse partijen steun vindt. Wie stelt dat waarheid slechts een constructie is, opent de deur voor het neoliberalisme.

Postmoderne denkers als Foucault en Derrida verhinderen emancipatie, het kritisch denken en de onafhankelijkheid van leden uit minderheidsgroepen. Kun je dat verder verklaren?
Wetenschappelijke waarheid, rationalisme, universele idealen zouden het product van machtsverhoudingen zijn. Waarheids- en autoriteitsaanspraak worden hiermee onmogelijk gemaakt, normatieve oordelen afgeschaft. Het is dus de vraag of deze methode helpt om onmacht te doen afnemen en wantoestanden te verbeteren. Het postmodernisme heeft juist gevoelens van onmacht veroorzaakt.

Toneelgroep Amsterdam speelt het stuk The Fountainhead, dat geschreven werd op basis van één van de belangrijkste boeken van de Amerikaanse filosofe Ayn Rand, al vier jaar lang voor uitverkochte zalen. Aanhangers van Forum voor Democratie zeggen te spreken in haar geest. Waarom is zij zo populair?
Rands boodschap past perfect bij de tijdsgeest. Rands onverbloemde heroïsme trekt degenen aan die zich niet herkennen in het pessimistische onmachtige mensbeeld dat de postmoderne filosofie kenmerkt. De held in Rands werk lijkt wel een almachtig mens: rationeel, meester van zijn lot, aan niemand iets verschuldigd, volstrekt autonoom. Ook zonder zelfmedelijden, medelijden of verbittering. Het is de ideale mens voor Rand. Heel wat Europeanen vinden haar romans zeer aantrekkelijk. Terwijl postmoderne denkers als Foucault wantrouwig staan tegenover begrippen als waarheid, rede, identiteit en objectiviteit, voert Rand uitgerekend die begrippen weer in. Ze hangt dus het tegenovergestelde mensbeeld van de postmoderne denkers aan. Tegelijkertijd schetst ze de mens van de toekomst die perfect past bij het economisch liberalisme.

Hoe manifesteert zich dat?
Het neoliberalisme dringt overal in door. Alle ouders willen bijvoorbeeld dat hun zoontje zo goed wordt als voetballer Messi. Dat jongetje moet altijd op het veld staan, hij mag niet worden terecht gewezen, als die vuil speelt mag hij geen kaart krijgen, dat is nu precies het ressentiment waar het over gaat. Er is zo’n gedweep met beroemdheid. De jeugd leeft in een soort spanning, de lol is er op tal van manieren echt wel vanaf. Kinderen staan onder druk om te presteren. Als ouder win je de loterij als jouw kind zo bijzonder kan voetballen, dat komt door de manier waarop geld meespeelt in de sport. Wat heeft dat nog te maken met het plezier van het spel?

De waarden van de sociaaldemocratie waren gelijke verdeling van kennis, macht en inkomen. De sociaaldemocratie lijkt veel mensen niet meer aan te spreken. Hoe kijk je daar tegen aan?
Links heeft geen overtuigend alternatief verhaal voor de vrije markt geboden. Wie wel het verlichtingsverhaal schrijft zoals de redactie van Charlie Hebdo loopt het risico om te worden vermoord. Het doel van dergelijke politieke moorden is om de toekomst van een samenleving te veranderen. Wellicht dat wie ideeën kan verspreiden meer macht heeft dan staatsmannen.”

 

Bij Trio op Klara… zaterdag 4 maart 2017

unknown-1Vandaag was ik te gast bij Trio, het radioprogramma met Werner Trio op Klara, samen met Dirk Holemans.

We spraken over onzekere tijden, over onmacht en onvrijheid, en over de Verlichting. En over de postmoderne tijden, waarin post-truth, emoties en radicale veranderingen een enorme rol spelen.

De podcast valt te herbeluisteren.

 

‘Filosofie met Klassen’ – nieuwe ‘les’ over macht en onmacht

Zoals vorig jaar, geef ik dit jaar opnieuw ‘Filosofie met Klassen’, in samenwerking met Het Zoekend Hert. Geïnteresseerde leraren kunnen Het Zoekend Hert contacteren, en er met hun leerlingen op bezoek gaan. Ze krijgen een rondleiding in het cultuurhuis. En ik geef dan een lezing, en ga in gesprek met de leerlingen.

Dit is het thema: “ZIJN WE ECHT TOT MACHTELOOSHEID GEDOEMD?

“Dr. Tinneke Beeckman werkt aan een boek over macht en onmacht, over filosofie, politiek en economie. Ze bespreekt daarin hoe moderne techniek niet alleen mogelijkheden creëert, maar ook onze vrijheden bedreigt. In deze lezing behandelt ze één thema: welke gevaren moderne schendingen van privacy inhouden. Onthullingen over internet maken het schrikbeeld van 1984, het beroemde boek van George Orwell, reëler. Samen met de leerlingen zoekt de filosofe uit welke ideeën ons weerbaarder en krachtiger kunnen maken. ‘Want we lijken tot machteloosheid gedoemd, maar we kunnen toch onderzoeken hoe we greep krijgen op onze omstandigheden’. Ze leest fragmenten uit het boek van Orwell die eigentijdse vragen oproepen: waarom zijn privacy en intimiteit belangrijk? Hoe beïnvloedt een gebrek aan privacy het streven naar waarachtigheid? Welk belang hebben  geschiedenis, identiteit en herinnering in een democratische samenleving? Deze thema’s uit 1984 worden geïllustreerd door voorbeelden en toepassingen voor vandaag.”

Ook Patrick Loobuyck kan je vragen om een ‘klas’ te geven, over de seculiere samenleving: ‘Mag ik mijn levensbeschouwing belijden zoals ik wil?’

En Dimitri Goossens spreekt over de dood: ‘De verlamming van Medusa, tot heden toe’.

contactpersoon : Eddy Strauven,  hetzoekendhert@gmail.com.

FilosofiemetKlassenoktober2014 kopie

 

 

‘Macht en Onmacht’ – nieuw boek… (verschijnt in 2015)

Beeckman_3 kopie Vakantie! En wat ga ik deze zomer  doen? Schrijven…  Aan een nieuw boek, ‘Macht en Onmacht. Een filosofische zoektocht‘.

“Onmacht regeert onze wereld. In de politiek is het onduidelijk wie de touwtjes in handen heeft. Op economisch vlak vrezen we crisissen zonder einde. Moderne techniek creëert niet alleen mogelijkheden, maar kan ook de vrijheden van burgers bedreigen. Onthullingen over schendingen van privacy brengen het schrikbeeld van Orwells 1984 in herinnering. We lijken tot machteloosheid gedoemd, maar door goed na te denken kunnen we toch greep krijgen op de omstandigheden. Biedt de filosofische kritiek een alternatief?

In ‘Macht en onmacht’ ontleedt Tinneke Beeckman welke ideeën ons gevoel van machteloosheid hebben versterkt. Ze zoekt ook uit welke ideeën ons weerbaarder en krachtiger kunnen maken. Behalve techniek en postmodernisme komen politieke thema’s, zoals mensenrechten aan bod. In haar zoektocht voorbij de onmacht ontmoet Beeckman onder meer Friedrich Nietzsche, Martin Heidegger, George Orwell, Jean-Paul Sartre, Claude Lefort, Luc Ferry en Susan Neiman.”

 

Europa via Griekenland naar de afgrond?

Onrust

Hoe meer je verneemt over Europa, hoe meer reden je hebt tot ongerustheid. Europese landen zakken steeds dieper weg in een recessie. De strenge besparingsmaatregelen van Merkozy verergeren de toestand. Het is onmogelijk – aldus economen als Stiglitz, Krugman – dat de zulke besparingen effectief tot de schuldaflossing van een land leidt. Integendeel, zo’n land moet steeds meer besparen, dan terug lenen, vervolgens meer besparen… tot failliet dreigt. Ik ben geen econome. Als filosofe interesseer ik me meer voor de politieke zijde van het verhaal. Stilaan hebben politici macht overgedragen aan het Europese niveau, bijvoorbeeld wat hun begroting betreft. Europese burgers, in noord en zuid, hebben steeds minder te zeggen over hun toekomst. Wat te doen? Continue Reading ›