“Het belang van een erecode”, column DS, 21 september 2015

Unknown 08.33.05“Terecht tilt de Iraans-Belgische Darya Safai zwaar aan de foto die de Egyptische Anderlechtspeler Mahmoud ‘Trezeguet’ Hassan postte, waarop de vrouwelijke fans in de tribune werden gewist. Volgens Safai gaat deze kwestie niet alleen over sport: ze illustreert hoe vrouwen in landen als Iran geen deel mogen hebben aan de samenleving.

Vrij voorspelbaar kreeg Safai tegenwind: de kritiek op Hassan zou alleen bedoeld zijn ‘om alle moslims mee aan te vallen’. Een mooie omkering: terwijl de vrouwen worden gewist, zijn moslims de eigenlijke slachtoffers. Zo’n reactie is erger dan onzinnig, ze is een deel van het probleem. Wie er zich alleen om bekommert dat moslims geen kritiek mogen krijgen, bewijst dat hij van gelijkheid en burgerrechten niets heeft begrepen.

Want juist nu de samenleving door migratie sterk verandert, wordt deze vraag dringender: hoe brengen we morele verandering teweeg?

Kwame Appiah

Kwame Appiah

We moeten gelijke rechten en andere basisprincipes van de democratie benadrukken, zeker.

Maar volgens de Brits-Ghanese filosoof Kwame Appiah kunnen we ook het begrip ‘eer’ inzetten. Dat lijkt nogal contra-intuïtief: liggen erecodes niet aan de basis van veel onrecht? In  ‘The Honor Code, How  Moral Revolutions Happen’ legt Appiah briljant en meeslepend uit hoe radicale veranderingen in de negentiende eeuw – het duel afschaffen, slavernij opheffen, vrouwenvoeten niet meer inbinden in China – pas dankzij een andere ere­code tot stand kwamen. Morele argumenten op basis van rationaliteit volstaan namelijk niet om sociale verandering te brengen: het is de erecode – een complex geheel van regels over respect en zelfrespect, over achting en erkenning – die moet veranderen.

Zolang slaven hebben een moreel discussiepunt bleef, was de afschaffing ervan een zaak van een handvol idealisten. Pas toen de praktijk als beschamend werd beschouwd, veranderde er echt iets: wie slaven hield, werd op een bepaald ogenblik in ogen van zichzelf en van anderen oneervol.
Appiah vertelt ook het hedendaagse verhaal van Mukhtaran Bibi, een Pakistaanse dorpelinge. Die vrouw werd door de dorpsraad veroordeeld tot een groepsverkrachting, uit wraak voor een misdaad die haar broer had begaan. Na die verschrikkelijke ‘straf’ zwichtte Mukhtaran niet onder de druk om uit schaamte over haar lot te verzwijgen. Ze klaagde haar aanvallers aan bij de politie. Uiteindelijk werd haar zaak door befaamde vrouwenrechten-advocaten behandeld. Zo kreeg haar verhaal internationale aandacht. Appiah vermeldt hoe toenmalig president Pervez Musharraf de vrouw verweet dat ze Pakistan een slechte naam had bezorgd. Alsof wie onrecht aankaart, zelf het probleem is. Volgens Appiah is Mukhtaran echter a ‘model of honor’: dankzij haar inzet, ook voor andere vrouwen, wordt de machistische cultuur weggezet als een benepen uiting van dubbele moraal, waarbij de zogezegde hoeders van de openbare orde schaamteloze machtsmisbruikers zonder eergevoel blijken te zijn. Continue Reading ›

“Politiek als rancuneleer”, column DS, 19 jan. 2015

Unknown 08.33.05 “Wat zijn de oorzaken van de terreur? De Westerse politiek, of het islamfundamentalisme? Beiden spelen een rol. En beiden zijn deel van een breder imperialisme. Het is dus niet “of het Westerse imperialisme of het islamitische”, maar “en…en”. We moeten beide afwijzen.

Chomsky over hypocriete Westen

Meteen na de aanslagen op Charlie Hebdo hekelde Noam Chomsky de Westerse hypocrisie. Het Westen presenteert zich als het kamp van de rechtvaardigen, en van de verdedigers van de vrijheid. De aanslag in Parijs treft het ‘vrije’ westen dan in haar hart: terreur wil de pers monddood maken. Veel te eenzijdig, volgens Chomsky: al te vaak ondermijnt het vrije Westen de persvrijheid in andere landen. En het aarzelt daarbij niet om oorlogsmisdaden te plegen door burgerdoelwitten aan te vallen. Helaas is de Westerse pers daarover heel wat minder verontwaardigd dan over een aanval op eigen rangen. Zo reageerde bijna niemand toen Amerikaanse militairen in 2004 het hospitaal van Fallujah in Irak bezetten, om een einde te maken aan de rapportering van Iraakse burgerslachtoffers… Tja, dat was niet echt een democratische zet.

Unknown-2Het Westen, herhaalt de radicale, linkse Chomsky, voert zelf een imperialistische, onrechtvaardige buitenlandse politiek. In naam van de democratie vielen al duizenden burgerslachtoffers in Irak, Afghanistan en Libië. De lokale bevolking wordt daarbij nauwelijks gehoord. Ze is gewoon een schakel in een geopolitiek plan. De Westerse regeringen bedekken met de mantel der hypocrisie de ondemocratische politiek van ‘bevriende’ regimes in Saoedi-Arabië en Qatar.

Imperialisme in Arabische Wereld

Deze kritiek is terecht. Maar maakt dit de moslimwereld tot slachtoffer van het Westen? Ligt de almacht volstrekt bij de ene groep, en de onmacht volstrekt bij de andere, zoals Chomsky suggereert? Helemaal niet. De Arabische wereld voert op haar manier evengoed een imperialistische politiek: politici worden benaderd, voetbalploegen overgenomen, moskeeën gesubsidieerd. Bij elke publicatie declameren regeringen van Marokko tot Pakistan wat toegelaten is, of niet. Via schotelantennes en internet verspreiden ze hun visie, maar ook haatspeeches en complottheorieën. Continue Reading ›