Deze ochtend was ik te gast in het radioprogramma ‘De Bende van Annemie’
, bij Annemie Peeters over ‘wat betekent schaamte? Zijn er nog taboes?’.
De aanleiding was de discussie tussen Ann de Craemer en Heleen De Bruyne over de vraag ‘mogen er nog taboes zijn over seksualiteit?’
Ik schets even de discussie: Heleen De Bruyne had tijdens het programma Van Gils & Gasten over de menstruatiecup gesproken (een alternatief voor de tampon of het maandverband). En ze wilde menstruatie meer bespreekbaar maken. Daarop reageerde Ann De Craemer scherp in haar column: ze pleit voor het behoud van schaamte en gêne, en voor taboe’s, in het stuk ‘Mogen er nog taboe’s zijn, ja?’. Waarop Heleen De Bruyne en Anaïs van Ertvelde De Craemer van antwoord dienden in het stuk met de veelzeggende titel ‘neen, wij worden niet nat van het doorbreken van zoveel mogelijk taboes’.
Los van de radio-uitzending, waarin Donald Trump, Amy Schumer, Proust en andere thema’s aan bod kwamen, geef ik hier even enkele filosofische ideeën.
Wat is schaamte? Kunnen we zonder schaamte leven?
Zelfs al leef je in een ‘vrije’ cultuur, schaamte lijkt me een onvermijdelijk gevoel. Zolang je een idee hebt van wie je wil zijn, voor jezelf én in de blik van anderen, ben je vatbaar voor schaamte. Je kan jezelf zien – en willen dat anderen je zien – als een mild en vriendelijk persoon. Dan kan je je schamen voor je harde woorden tegen een vriend tijdens een ruzie. Op dat moment, besef je dat je niet samenvalt met wie je wil zijn. Schaamte is een gebrek aan eigenliefde, zegt de Franse filosoof René Descartes. Over schaamte heb je geen controle – het gaat gepaard met een fysieke reactie, zoals blozen, schuifelen, hakkelen, naar de grond kijken. Je beslist niet over je schaamte, je kan ze alleen vaststellen.
Schaamte versus schuld
Je kan je schamen voor iets waar je geen schuld aan hebt. Slachtoffers van een misdaad voelen zich soms beschaamd. Pubers voelen schaamte over hun ouders. Schaamte stelt dan een grens: hoewel ze voordien erg innig aan hun ouders waren gehecht, werpt de schaamte een barrière op. Zo willen pubers hun eigenheid en onafhankelijkheid bevestigen. Schaamte is een diep-menselijk gevoel dat precies grenzen aangeeft. In elke cultuur heeft elke mens bepaalde gevoeligheden waarover hij zich kan schamen, al kunnen die erg verschillen. In de Oudheid waren atleten naakt, wat nu ondenkbaar is. Maar Grieken voelen dan wel schaamte over lafheid in de strijd, aangezien ‘eer’ een belangrijk begrip was. Die onvermijdelijkheid van de schaamte, neemt niet weg dat schaamte een onaangenaam, droevig gevoel is, een gevoel dat je eigenwaarde vermindert. Vandaar dat heel wat filosofen negatief over de schaamte hebben geschreven. Friedrich Nietzsche stelt het bondig in enkele aforismen:
‘Wie noem je kwaad?’. ‘De persoon die voortdurend een gevoel van schaamte wil opdringen’.
‘Wie beschouw je als het meest menselijk?’ ‘Wie anderen een gevoel van schaamte wil besparen.’
‘Wat is het teken van verworven vrijheid’? ‘Geen schaamte meer voelen over zichzelf.’
Schaamte en schroom
Hiermee wordt een belangrijk onderscheid duidelijk: tussen schroom en schaamte. ‘Schroom’ is een woord dat ik miste in de bovenstaande discussie. Schroom is een vorm van terughoudendheid, een bewuste beslissing om iets niet ten berde te brengen, of te doen. Door schroom anticipeer je op mogelijke schaamtegevoelens, bij jezelf of bij anderen. Die schroom lijkt me een mooie overweging. Schroom laat je toe om je aan te passen aan de context: bij de ene vriend ben je openhartig, bij je collega’s kaart je zakelijke thema’s aan. Schroom getuigt dus van een verfijnd oordeelsvermogen. Natuurlijk kan je je vergissen, en werkt het open gesprek bevrijdend. In die zin, moet je af en toe risico’s durven nemen.
Het thema van de seksualiteit en het taboe kwam in de uitzending uitgebreider aan bod, dus – wie wil – kan dat opnieuw beluisteren.