Kerstessay ‘Tijd voor een kind’ in De Standaard

‘Tijd voor een kind’, dat is het thema van het vijfdelige kerstessay dat ik dit jaar voor De Standaard schreef – in de kranten van vrijdag 24 december tot donderdag 30 december 2021 verscheen telkens een aflevering. Flore Deman maakte de bijpassende illustraties.

“De klimaatverandering zet de relaties tussen de generaties onder druk, schrijft Tinneke Beeckman. Meer dan ooit lijkt het welzijn van kinderen centraal te staan. Tegelijk is hun toekomst onzeker. Dit genereert een crisis van de tijd zelf: het verleden inspireert niet, de toekomst appelleert niet. Alleen het heden telt.”

Deel 1 – De onvoltooide volwassene

Deel 2 – Zonder autoriteit volgt het autoritaire

Deel 3 – Authenticiteit

Deel 4 – Handelen

Deel 5 – Toekomstperspectieven

De vijf delen zijn ook te beluisteren op de podcast.

“Angst voor de toekomst bestrijd je niet met meer individualisme”, DS, 12 sept. 2019

“Uiterst rechtse partijen hebben in Europa en de VS de wind in de zeilen. Wie ze wil bestrijden, kan maar beter niet voor meer individualisme pleiten. Integendeel, de liberale democratie is in crisis omdat het individualisme is doorgeslagen. De liberale democratie rust op twee pijlers: de liberale (individuele rechten, autonomie, private leven) en de democratische (het collectieve, de politieke gemeenschap). Tussen beide is een evenwicht nodig: als het individualisme almachtig wordt, verdwijnt de gemeenschappelijke band. Dan wordt de samenleving een jungle waarin de sterkste wint. Als het collectieve almachtig wordt, verdwijnen de individuele rechten.

Vanaf de jaren 90 is het individualisme sterk opgekomen. Maar nu verlangen mensen naar een duidelijk collectief verhaal. Dat krijgen ze veelal bij uiterst rechtse partijen te horen. Dat is problematisch, omdat het uiterst rechtse verhaal niet spoort met de democratie en de rechtsstaat. Maar dat probleem pareer je niet met meer individualisme.

Liberale ideeën zijn het krachtigst wanneer ze zich tegen sterke staatsmachten of religieuze machten verzetten. Dan drukken ze het onvervreemdbare recht van elke mens op leven, vrijheid en geluk uit. Liberale denkers verdedigden deze ideeën op een heroïsche manier tijdens de Amerikaanse en de Franse revoluties, in het victoriaanse Engeland of tijdens het interbellum, wanneer totalitaire regimes stukken Europa en de rest van de wereld bedreigden of beheersten. Dat gevecht voor het individuele recht tegen onderdrukking blijft indrukwekkend.

Maar individualisme alleen volstaat niet. Individuen zonder enige politieke binding bevinden zich in een natuurtoestand, waar allen tegen allen strijden. Dat is onleefbaar. Zo’n natuurtoestand werd de hypothese van denkers zoals Hobbes, Locke en Rousseau om over verschillende staatsvormen na te denken. Elk individu moet afspraken met anderen maken om zichzelf te beschermen. Natuurlijk zijn er meerdere opties om een staatsmacht te organiseren. Maar niemand kan het zonder stellen. De realiteit illustreert dat: vooral de natiestaat regelt onderwijs, gezondheidszorg, so­ciale zekerheid, veiligheid en justitie. Uiterst rechtse partijen weten dat. Zij koppelen een exclusief nationalistisch verhaal aan hogere pensioenen, beter onderwijs, meer veiligheid. Die retoriek gecombineerd met de afkeer voor politiek gekrakeel en voor het politieke immobilisme kan het succes van uiterst rechts verklaren. Voor een aantal kiezers waren onverdraagzaamheid en racisme ongetwijfeld ook een motief.

Allerlei redenen kunnen meespelen in de keuze voor uiterst rechtse partijen. Maar een tekort aan zelfbeschikking speelt haast geen rol. Continue Reading ›

“De slavernij van de vrouwen”, DS, 31 jan. 2019

“De Verlichting wordt terecht genoemd als een periode waarin de ongelijkheid van vrouwen wordt aangekaart. De voorbije dagen werd dat verband nog eens benadrukt in het afscheid aan Etienne Vermeersch. Vrouwen hadden in die periode weliswaar weinig rechten, en dat bleef nog lange tijd het geval. Maar het intellectuele verzet is er zeker, bij heel wat filosofen zoals Thomas Paine en Nicolas de Condorcet, en bij schrijfsters als Marie de Gournay, Olympe de Gouges en Mary Wollstonecraft. Ook in literaire werken zijn schitterende voorbeelden te vinden, die tot deze tijd doorwerken.

Zo’n revolutionaire roman is bijvoorbeeld ‘Les Liaisons dangereuses’ (‘Riskante relaties’, in de nieuwste vertaling) van Choderlos de Lacos. Dit boek uit 1782 is veel meer dan een liefdesroman; het schetst de uitwassen van het Ancien Régime, waaraan de Franse Revolutie zeven jaar later een einde maakt. De auteur, Choderlos de Laclos was een belezen aristocraat en militair. Deze bewonderaar van Roussau schreef ook enkele essays over de opvoeding van de vrouw.

Laclos beschrijft in zijn beroemde briefroman een samenleving waarin vrouwen geen degelijke opvoeding krijgen en een leven in onvrijheid leiden. De hele samenleving betaalt daarvoor een prijs: hypocrisie, wreedheid en cynisme komt uiteindelijk niemand ten goede.

In zijn briefroman ontvouwt Laclos drie nefaste keuzes voor aristocratische vrouwen: naïef romantisme, religieus ascetisme of cynisme. De eerste twee opties volgen uit een religieuze opvoeding. Als jonge meisjes worden de personages Cécile de Volanges en Marie de Tourvel naar kloosters gestuurd. Daar leren ze echter niets bruikbaars voor het echte leven. Cécile kan wat op een harp tokkelen, maar ze heeft nooit geleerd om na te denken. Marie de Tourvel is begaafder, maar de streng religieuze regels, die ze heeft aangeleerd, bieden geen innerlijke kracht wanneer ze in een diepe crisis terecht komt.

Volgens Laclos verwart een paternalistische opvoeding onschuld met onwetendheid; vrouwen moeten de morele zuiverheid incarneren en worden daarom dom gehouden. Ze begrijpen niets van de samenleving, en vallen ten prooi aan nihilistische religieuze instellingen, onverschillige echtgenoten of hardvochtige verleiders.

Eén legendarisch personage kan zich hieraan onttrekken: de geraffineerde, berekende en superieur intelligente Madame de Mertueil. Overdag speelt zij de deugdzame markiezin, maar ’s nachts leidt ze een leven met veel seks, bedrog en manipulatie. Ook zij kreeg geen instructieve leerkrachten als kind. Maar ze ging in het geniep de boeken uit haar vaders bibliotheek lezen. Ze koos voor zichzelf de opleiding die voorbehouden was aan mannen. Laclos laat het haar allemaal haarfijn uitleggen in een beroemde brief, die het hart van de roman uitmaakt. Maar voor Laclos helpt haar wetenschappelijke rationaliteit haar slechts gedeeltelijk, omdat ze wil meedraaien in een moreel corrupte wereld. Mertueil gebruikt haar kennis ten kwade. Ze observeert meesterlijk hoe deugdzame vrouwen moeten lijden, maar ze voelt slechts minachting voor hen. Haar cynische wrok is geen feminisme.

‘Riskante relaties’ schetst de ongelijkheid op het vlak van de liefde: mannen doen wat ze willen, ze lopen geen risico. Voor vrouwen dreigt de uitsluiting, wanneer hun overspelige of vrije relaties publiek worden. Veel is toegelaten, zolang het in het verborgene gebeurt. Zo’n hypocriete, dubbele moraal fnuikt elke zoektocht naar ware liefde, leert Laclos. Zelfs de libertijnse geesten gaan aan hun eigen huichelarij ten onder.

Al die ellende noemt Laclos in een essay de ‘slavernij van de vrouwen’. En die valt niet gewoon met betere scholing voor vrouwen op te lossen. De samenleving moest grondig worden hervormd.

Je hoeft dus geen expliciete formuleringen over vrouwenrechten te zoeken, om uit de Verlichtingsperiode meesterlijke aanklachten tegen de benadeling van vrouwen te vinden. Deze buitengewone roman is niet zomaar een goed geschreven, polyfoon verhaal over de libertijnse zeden van het Ancien Régime. Het is een aanklacht tegen een maatschappij die vrouwen dom houdt en verdrukt.”

Deze column verscheen in De Standaard op 31 januari 2019. En het is een reactie op de ettelijke stukken die anti-Verlichting zijn, maar zonder degelijke referentie naar teksten.

“Kijk in je eigen ziel, niet in die van een ander”, DS 20 juni 2016

Unknown 08.33.05“Op het bericht dat Omar Mateen een bloedbad aanrichtte in een homobar in Orlando, volgden twee soorten commentaar. Volgens de ene interpretatie is de dader IS-aanhanger, en houdt zijn daad verband met de islam. De andere strekking minimaliseert het geloof: Mateen was een gek, verward over seksualiteit, die al te snel aan wapens kwam.

Maar beide insteken – fanatiek geloof en worstelingen met eigen demonen – staan niet haaks op elkaar. Zelfs al is de schutter een zelf-hatende homo zonder contact met IS, dan nog blijft de vraag welke houvast iemands geloof of overtuiging biedt om seksuele verlangens te beleven. Zelfs dan blijft het Verlichtingskader relevant: de filosofen die religie kritisch analyseerden en fundamentele mensenrechten voorstonden, reflecteerden tegelijkertijd over hun persoonlijke ervaringen, verlangens en motieven.

C. Banti - G. Galilei voor de Inquisitie

C. Banti – G. Galilei voor de Inquisitie

De Verlichting legt de basis voor universele mensenrechten en gelijkwaardigheid. Ze introduceert een nieuwe opvatting over godsdienst en politiek: niet meer de onveranderlijke, door God geopenbaarde orde is de basis van het recht, maar de aanname dat alle mensen ongeacht hun geloof gelijkwaardig zijn. Vanaf de zeventiende eeuw brengen wetenschappelijke ontwikkelingen de religieuze zekerheden aan het wankelen. En de studie van het heelal – de kijk op de relatie tussen God, de mens, de natuurwetten – spoort met de zoektocht naar het innerlijke van de mens. Die twee aspecten – de blik naar buiten én naar binnen – vormen één geheel. Denkers willen namelijk begrijpen hoe het komt dat mensen zich verbeelden dat ze het centrum van de schepping uitmaken. Welke andere dwalingen maakt de geest nog? Hoever gaat de neiging tot zelfbedrog? Welke innerlijke motieven bepalen het menselijk gedrag?

koen de sutter dadanero montaigneNog voor de Verlichting, keek Montaigne kritisch naar zichzelf. In zijn Essays stelt hij dat de mens een ‘verbazend ijdel, complex en veranderlijk wezen’ is. Hij wilde weten wie zijn ‘ik’ was, dat schommelde tussen melancholie en creativiteit. Het ‘zelf’ blijkt een vreemd continent, met moerassen en hellegaten. In de achttiende eeuw maakte Jean-Jacques Rousseau van eerlijkheid en waarachtigheid het hoofdthema in zijn ‘Bekentenissen’. In dit autobiografisch werk biecht hij onverschrokken zijn minder fraaie karaktertrekken op. Die drang naar zelfkennis en waarachtigheid versterkt de afkeer voor huichelarij. De vraag naar wie ‘ik’ ben, vergroot dus de behoefte om mezelf nooit iets voor te liegen. Genadeloos in de eigen ziel kijken is sindsdien een rijk literair thema.

Rousseau’s tijdgenoot Diderot beschreef in ‘Le Neveu de Rameau’ een protagonist voor wie het ‘zelf’ een constructie lijkt. In de maatschappij speelt elk individu soms een rol – daar gaat altijd enige hypocrisie mee gepaard – maar een mens neemt het personage dat hij speelt best niet al te ernstig. Wie een beetje eerlijk is met zichzelf, geeft toe dat hij lijdt aan de kwalijke eigenschappen die hij anderen toedicht. Zo vermijdt de wijze mens een absolute opdeling tussen goed en kwaad. Uiteindelijk werkt dit inzicht bevrijdend.

Woody Allen in 'Annie Hall'.

Woody Allen in ‘Annie Hall’.

Wie de blik dus naar binnen richt, claimt geen absolute, morele zuiverheid van anderen. Meer nog, zo’n zuiverheid eisen klinkt bijna verdacht. Al te streng moraliseren past niet meer bij een modern mensbeeld.

In de psychiatrie introduceerde Freud een nieuwe visie op seksualiteit, agressie en projectie. Hij zag zijn project als een aanvulling op de Verlichting. Hij wilde metafysica, als reflectie over het bovennatuurlijke, vervangen door metapsychologie, door de analyse van de geest. Woody Allen vat dit filosofische opzet in één grap: ‘I cheated on my metaphysics exam – I looked into the soul of the boy sitting next to me’. Continue Reading ›

Lezing ‘Macht en onmacht’, Genk op 20 maart 2015

DSC_1329

foto: Emilio Stefani

Donderdagavond sprak ik voor een bomvol ‘Huis van de Mens’ in Genk over ‘Macht en Onmacht’, voor een gezellige avond met muziek, hapjes, en wat filosofie.

De organisatoren hadden me gevraagd of ik vanuit twee specifieke columns een verhaal kon brengen over politiek vandaag. De ene column ging over “De zaak DSK – aanzet tot corruptie“, de andere over ‘Radicale jongeren en seks, de Syriëstrijders’.

De vraag is welke politieke omslag we de laatste jaren beleven. Ik denk dat Europa wel degelijk een nieuw tijdperk binnengetreden is. Hoe sterk het seksschandaal rond DSK ook verschilt van de vele ‘Syriëstrijders’, de aanslag op Charlie Hebdo, en het laatste boek van Houellebecq: er zit wel degelijk een lijn tussen de gebeurtenissen. Die lijn is dat de republikeinse moraal  is ontspoord, dat mei ’68 enorm ingrijpend was, maar ook dat er twee totaal tegengestelde houdingen zijn tegenover de seksuele vrijheid: voor een bepaalde groep is die onbeperkt (voor DSK, voor wie aanwezig is bij debatten in de media, en anderen). Voor een andere groep moet die periode van (seksuele) vrijheid eindelijk eens gedaan zijn: een nieuw conservatisme verschijnt.

DSK lijkt een uitzonderlijk geval, maar zijn lotgevallen maken veel duidelijk over politiek in Frankrijk. Tot mei 2011 was hij de gedoodverfde presidentskandidaat voor de PS. De Fransen waren Nicolas Sarkozy zo beu, dat zijn tegenstander veel kans had om te winnen. Dat zou in mei 2012 dan François Hollande worden.

De ‘libertijnse’ levensstijl van DSK was in Parijse kringen al jaren bekend. En zelfs dat zijn gedrag ernstige problemen stelde voor vrouwelijke medewerkers – DSK viel vrouwen compulsief lastig – was geen geheim voor politici en journalisten. Dat bleek trouwens na zijn arrestatie in New York, in mei 2011 op verdenking van de verkrachting van een kamermeid. Zonder de arrestatie in New York was DSK nu president van Frankrijk.

Maar in februari 2015 verscheen DSK nog een (laatste?) maal in alle media, met een schandaal rond seksfeestjes met prostituees. Waarschijnlijk wordt hij vrijgesproken in die zaak van ‘proxénitisme’: aanzetten tot prostitutie.

Wat me opviel, was de blindheid voor de neiging tot corruptie die uit de zaak spreekt: DSK betaalde niet voor de prostituees, maar anderen deden dat wel. En zij hoopten op compensaties zodra DSK president zou worden. Dan zou DSK middelen die tot de republiek behoren inruilen voor privé doeleinden – dit is de definitie van corruptie. Maar die kwestie werd in de debatten niet besproken… Dat is opmerkelijk.

Of een politicus corrupt kan zijn of niet, hangt niet alleen van de morele kwaliteiten van dat ene individu af. Ook de zin voor het algemeen belang bij de bevolking is doorslaggevend voor de politieke cultuur. En op dit vlak lijkt Frankrijk een moeilijke periode door te maken.

Tegelijkertijd maakt het land een andere omwenteling mee: de ophef rond Houellebecqs boek ‘Soumission’ stelt de relatie tot de islam op scherp. Vlak na de publicatie was er de aanslag op de redactie van ‘Charlie Hebdo’. Houellebecq stond op de cover van dat nummer. Iconen van mei ’68, zoals  Wolinski, Cabu en Bernard Maris kwamen om het leven. Niet alleen de vrijheid van meningsuiting, ook de vrije beleving van seksualiteit werd aangevallen.

Terwijl machtige mensen vrij hun levensstijl kiezen, zoals DSK, groeit er een ressentiment tegen die vrijheid bij anderen die zich buiten de republiek plaatsen en op een fundamentalistische manier hun geloof beleven.

In mijn lezing besprak ik de noodzaak van een republikeinse moraal, met referenties aan Jean-Jacques Rousseau en Machiavelli. En ik hernam de aantrekkingskracht van de islam volgens Houllebecq in zijn nieuwe roman: de islam beantwoordt aan een gemis in de mate dat de republikeinse moraal dood is.

Na afloop was er veel discussie, heel wat boeiende suggesties en ideeën.

“Nacht van de Filosofie”, in Amsterdam, vrijdag 17 april 2015

De ‘Nacht van de Filosofie‘ in Amsterdam wordt gehouden op vrijdagavond 17 april 2015 in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam, Piet Heinkade 179.

Het thema is ongelijkheid, en er zijn zeer uiteenlopende sprekers, zoals Hans Achterhuis, Daan Roovers, Rutger Bregman, Marli Huijer (zopas ‘Denker des Vaderlands’ geworden, na René Gude en Hans Achterhuis), Simone Van Saarloos en vele anderen.

Het hele programma is binnenkort beschikbaar.

Ik zal er een korte lezing geven over Olympe de Gouges (1748-1793), een Franse revolutionaire schrijfster en activiste.

En ik interview die avond de Amerikaanse filosofe Susan Neiman over ‘The civic challenge of idealism‘. Zij won in 2014 de Internationale Spinozalensprijs, schreef essays over de hedendaagse cultuur, geïnspireerd door Kant, Rousseau ea.

Meer info volgt later…

Rousseau, ‘De Wandelende Paradox’ – debat in Antwerpen

UnknownEigenlijk verscheen het boek al vorig jaar. Maar het werd vorige donderdag voorgesteld in Antwerpen: Rousseau, de Wandelende Paradox (Paul De Hert, red./Pelckmans 2013). En, lezer, laat u niet afschrikken door de nogal bizarre cover – het is een zeer degelijk boek.

Ik modereerde het debat over de filosoof met drie heren:

Paul De Hert sprak vooral de politieke Rousseau, en de inspirerende kracht van zijn werk. Hij verwees ook naar een artikel van Quentin Skinner, die het verband legde tussen Rousseau en de privacy-vragen sinds Snowdens revelaties. Het artikel van Paul De Hert in de bundel beantwoordt enkele fundamentele vragen over Rousseau’s vrijheidsidee: welke bescherming heeft de burger nog in een politieke theorie die een ‘dwang tot vrijheid’ kent?

Paul Pelckmans interesseert zich vooral voor Rousseau’s autobiografische werken. Zijn artikel belicht de ‘Confessions’. Die zijn niet gewoon een ‘Mémoires’, maar een biecht: Rousseau geeft zichzelf de absolutie… Dat is nog maar het begin van Pelckmans’ artikel, dat overtuigend toont hoe gewaagd, controversieel en modern Rousseau’s werk is. Een aanrader.    Continue Reading ›

Over vrijheid en liefde – Assita Kanko in Antwerpen

Vandaag sprak Assita Kanko (MR-raadslid te Elsene, Kernlid Liberales) aan de Universiteit Antwerpen. Op het scherm achter haar verscheen het beeld van een huilend meisje, dat zich wanhopig vastklampt aan haar moeder (zie foto links).

Assita was zo’n meisje,  geboren in Burkina Faso. Ze herkent zich in het wenende, radeloze gezichtje: toen ze vijf was, werd ook zij besneden. Toen sneden ze niet alleen in haar lichaam, maar in haar leven. De fysieke pijn gaat voorbij, zegt Assita ingetogen tegen een bijna volle zaal, maar het emotionele trauma blijft.

IMG_7629

foto: Guy Kleinblatt

Ze wist niet hoe zich tot die verwonding te verhouden, tot ze besloot om er op een andere manier mee om te gaan. Maar het is niet makkelijk om opnieuw te vertrouwen – haar moeder en familie had hiermee ingestemd – om zich te verzoenen, om zich volwaardig te voelen.

De besnijdenis maakte een einde aan haar zorgeloze kindertijd. Plots zag ze de onverschilligheid tegenover het leed van jonge meisjes. Sommige meisjes werden besneden vlakbij een markt. Niemand schoot hen te hulp, hoe hard ze ook gilden. Het veranderde Assita’s houding voorgoed. Want telkens iemand lijdt, lijden de anderen ook: alle mensen zijn als mens met elkaar verbonden, legt Assita uit. Continue Reading ›

Spinoza op ‘Zomerschool over Verlichting’ – KULeuven

Tijdens de eerste week van de tweede zittijd organiseert de KULeuven haar ‘Zomerschool‘. Dit jaar is het thema ‘de Verlichting en haar critici’.

Ik geef een college over Spinoza, radicale denker  op maandag 18 augustus, van 15.00 tot 18.00 uur.

 

“De vroegmoderne filosoof Spinoza (1632-1677) leefde ten tijde van de Nederlandse Republiek. Omwille van zijn radicale denkbeelden wordt hij vaak als een voorloper van de achttiende eeuwse Verlichting gezien.  De filosoof werd verbannen uit de Joodse gemeenschap van Amsterdam omwille van zijn kritische ideeën en leefde sober en teruggetrokken als lenzenslijper. Beïnvloed door Descartes’ wetenschappelijke methode stelde hij de heersende denkbeelden over mens, maatschappij en religie in vraag. Zijn naturalistische visie op God, de wereld en de mens vormde de basis voor zijn Ethica, waarin leven onder heerschappij van de rede leidt tot vrijheid en geluk. Spinoza was bovendien ook een pleitbezorger van de democratie: zijn Theologisch-Politiek Traktaat is een harde kritiek op religieus fanatisme en pleidooi voor vrijheid van denken. We lezen enkele tekstfragmenten uit de Ethica.”

De andere colleges worden verzorgd door Bart Raymaekers over Kants ‘Was ist Aufklärung’, Rudolf Bernet over Husserl, Stéphane Symons over De Frankfurters, Bart Engelen over autonomie en rationaliteit, Stefan Rummens over Habermas, Andreas De Block over evolutionisme,  Antoon Vandevelde met een afsluitende reflectie over Rousseau.

Plaats: Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, Kardinaal Mercierplaan 2, Leuven.

Spinoza – ‘overvloed’ tegenover ‘tekort’

We willen meer dan we kunnen krijgen. Meer nog, dit tekort drijft ons voort. Dat is althans de visie van Thomas Hobbes (1588-1679), en van tal van moderne denkers. Spinoza denkt er anders over.

het_rijk_van_de_schaarsteMaar ‘schaarste‘ is volgens Hobbes de natuurlijke toestand van de mens. Hans Achterhuis schreef er het boek ‘Het Rijk van de schaarste’ over:  hoe schaarste een kernprobleem wordt voor denkers in de moderniteit.

Winst, wedijver, rechtvaardigheid en verdeling van rijkdom draaien rond dit begrip. Continue Reading ›