“Als vrouwen klauwen”, column DS, 18 maart 2021

“Elke dag hoor je over geweld ­tegen vrouwen: op straat, in ­familiale kring, in het publieke domein. Die aandacht is ­terecht. Vrouwen worden nog vaak ­getroffen door allerlei soorten wan­gedrag. De grote meerderheid van ­(fysieke) gewelddaden plegen mannen. Hoe zwaarder het geweld, hoe vaker de plegers mannen zijn, wijst onderzoek uit. Maar deze drama’s mogen niet verhullen dat ook vrouwen gewelddadig kunnen zijn, en mannen soms moeten incasseren.

Eén op de vijf vrouwen is slachtoffer van partnergeweld en één op de zeven mannen. Dat onthutsende cijfer komt naar voren in de Canvas-docureeks Als je eens wist. Het vooroordeel dat leden van de ene groep, de mannen, per definitie de agressors zijn en de anderen, de vrouwen, altijd alleen de gedupeerden, klopt dus niet. In de eerste aflevering kwam een mannelijk slachtoffer van partnergeweld aan het woord. Jarenlang schaamde hij zich te erg om hulp te zoeken. En hij vreesde dat zijn partner zich als slachtoffer zou opstellen, mocht hij zich fysiek verdedigen.

Zuivere gevallen van slachtoffer versus dader bestaan, maar het gaat om een minderheid. Vaak is de situatie erg complex en zitten mensen in een destructieve dynamiek gevangen. Deze complexiteit gaat verloren omdat mensen duidelijk willen oordelen. Ze zoeken naar een zuiver goede en een zuiver slechte partij. Dat fenomeen valt op bij conflicten tussen bekende figuren, waarbij het publiek fel verdeeld reageert. Het is dus moeilijk om in te zien dat dezelfde persoon op het ene moment slachtoffer kan zijn, maar op een ander moment assertieve of kwetsende daden kan stellen. Het is alsof deze genuanceerde vaststelling ­iemands slachtofferschap zou miskennen, en dat is taboe. Maar het helpt alle betrokkenen verder om het hele verloop te begrijpen.

Vrouwen als slachtoffers neerzetten, betekent dat ze geen agency, geen handelingsruimte zouden hebben. En als vrouwen zich uitsluitend als slachtoffer beschouwen, blijven ze blind voor het kwetsende gedrag dat ze op bepaalde momenten zelf kunnen vertonen. Ze nemen er geen verantwoordelijkheid voor en beseffen niet hoe ze aan een ­negatieve spiraal bijdragen.

Deze nuances hebben niets te maken met victim blaming, de kwalijke om­kering waarbij het slachtoffer als schuldige wordt neergezet. Dat gebeurt bijvoorbeeld als je gaat beweren dat een verkrachte vrouw het onheil over zichzelf zou hebben uitgeroepen omdat ze in het donker alleen naar huis ging. Zo’n omkering is onaanvaardbaar, omdat daders hun verantwoordelijkheid dan op de ander mogen afschuiven en ze hun eigen misdrijven minimaliseren. Dat is onaanvaardbaar. Elke mens, man of vrouw, is volledig verantwoordelijk voor wat hij of zij doet.

De makkelijke tweedeling tussen de goede vrouwen en de slechte mannen helpt niemand om de ingewikkelde realiteit te begrijpen. Het is een illusie te denken dat geweld zou verdwijnen, als alle mannen – per definitie de slechte groep – hun gedrag zouden veranderen. Niet alle mannen zijn daders, en sommige mannen hebben recht op begrip, steun, hulp. Dergelijke, eenvoudige schema’s bevestigen het probleem dat ze willen bestrijden, want ze bevatten nieuwe vormen van uitsluiting en ­geweld.

Vrouwelijke agressiviteit wordt niet alleen privé miskend. Heldere voorbeelden kan je evengoed in politieke ideologieën vinden. Het nazisme gaf vrouwen alleen een plaats aan de haard. Maar de NSDAP had vanaf het begin vurige aanhangsters. Zij waren fanatieke propagandisten van de nazi-ideologie en faciliteerden de oorlogsinspanning. 

Hetzelfde geldt voor de westerse vrouwen die zich bij Islamitische Staat aan­sloten. In de media worden ze weleens als naïeve, willoze volgers neergezet, misleid door mannen. Ongetwijfeld zijn er vrouwen die in de klauwen ­terechtkwamen van een netwerk waaruit ze niet meer konden ontsnappen. Net zo goed zijn sommige IS-vrouwen echte gangsters. Ze hebben zich doel­bewust en vastberaden als strijdster ­opgeworpen. Ze hebben haatpropaganda verspreid, terrorisme gesteund of zelfs fysiek geweld gepleegd tegenover ‘niet-gelovigen’, ze hebben seksslaven vastgehouden en gevangenen gemarteld.

Het is paternalistisch om te denken dat vrouwen niet tot gruwelijke daden in staat zijn. En het is ook paternalistisch om hen hiervoor niet even verantwoordelijk te houden als de mannelijke plegers van geweld.”

“Over Justitie, en de verkiezingscampagne”, in De Afspraak op Vrijdag, 10 mei 2019

Op vrijdag 10 mei was ik  te gast in ‘De Afspraak op Vrijdag’ met Ivan De Vadder, op Canvas.

De andere gasten waren Wouter Beke, voorzitter van CD&V en Karel Verhoeven, hoofdredacteur van De Standaard. We spraken over de tragische moord op Julie Van Espen, en de verantwoordelijkheid van justitie en de politiek. En over de campagne – Hilde Crevits is het boegbeeld van CD&V. Klopt de stelling dat de ‘glazen afgrond’ een rol speelt, zoals Bart Sturtewagen suggereerde in zijn artikel ‘Haalt CD&V 2024 nog wel?‘? En wat betekent het politieke midden, wanneer de politieke uitersten goed scoren?

Over de ‘Glazen Afgrond’ schreef ik het artikel ‘Vrouwen mogen puinruimen‘,  toen Theresa May premier van het Verenigd Koninkrijk werd. En over de terechte woede na de moord op Julie Van Espen, schreef ik een column.

 

 

 

 

 

 

‘Het is perfect redelijk om woedend te zijn’, column DS 9 mei 2019

“‘Julie was op de verkeerde plaats op het verkeerde moment.’ Inderdaad, ze was in België in 2019, waar daders van verkrachting en seksueel geweld doorgaans straffeloos weggeraken. De cijfers spreken boekdelen. In slechts 10% van de verkrachtingen doet het slachtoffer aangifte en daarvan leidt slechts 13,5% tot een veroordeling (let wel: dit betekent niet noodzakelijk een verblijf in de gevangenis). Het is perfect redelijk om hierover woedend te zijn. Het is perfect legitiem om dit onaanvaardbaar te vinden. Het is perfect normaal om magistraten hierop aan te spreken en politici hierop af te rekenen. Want zij dragen een zware verantwoordelijkheid. In een rechtstaat heeft de overheid het monopolie op het geweld. Dit is noodzakelijk om het geweld tussen burgers te vermijden en om een veilige samenleving te creëren. Maar dan moeten de overheidsdiensten wel hun werk doen.

Helaas illustreert deze moordzaak hoe zij hun verantwoordelijkheid afschuiven. De minister wijst naar de onafhankelijke rechterlijke macht; de magistraten verwijzen naar de minister en zijn besparingen, waardoor de zaak aansleepte. Als burger zou ik liever hebben dat beide partijen efficiënter handelen voor de slachtoffers, die in 9 op de 10 gevallen vrouwen zijn. De decennialange achteloosheid rond seksueel geweld grenst aan de medeplichtigheid.

De minister heeft niets aan rechters te zeggen, maar hij heeft wel een beleid uit te stippelen. Hij moest besparen, wat blijkbaar een vlotte rechtsgang en een correcte strafuitvoering verhindert. Wat het wetgevend kader betreft, valt minister Geens enigszins te verdedigen. Hij plande een strafrechthervorming waarin de straf voor verkrachting fors werd verzwaard (van max.5 jaar tot max. 10 jaar). Hij schrapte ook de gunstmaatregel, zodat rechters bij bewezen verkrachting voortaan wel degelijk een straf moeten uitspreken. Ja, ongelooflijk maar waar: zelfs bij bewezen verkrachting gingen beschuldigden soms vrijuit. Een radiopresentator in Gent, bijvoorbeeld. Die verklaarde dat hij erg opgewonden was, waardoor hij een vrouw in zijn studio verkrachtte. De rechter had alle begrip, en dacht dat de man zijn lesje wel geleerd had (welk lesje is onduidelijk). Niet dus, de man sloeg nadien opnieuw toe. Goed, dat zou veranderen. Helaas wordt Geens’ strafhervorming niet doorgevoerd, omdat de regering in lopende zaken is.

Dat brengt me bij de houding van rechters. Magistraten beroepen zich graag op hun onafhankelijkheid, en reageren als door een wesp gestoken wanneer ze kritiek krijgen. Elke burger moet aanvaarden wat magistraten beslissen, klinkt het. Anders komt de rechtstaat in gevaar. Werkelijk? Rechters moeten inderdaad onafhankelijk en onpartijdig zijn. Onafhankelijk wil zeggen dat de rechter zonder politieke of andere druk een oordeel velt. Hij moet vrij van inmenging kunnen beslissen, en mag bijvoorbeeld door niemand geïntimideerd worden. Onpartijdig wil zeggen dat hij geen enkele juridische of andere band mag hebben met de betrokkenen van een rechtszaak. Beide principes zijn inderdaad cruciaal voor een rechtstaat. Maar een onafhankelijke magistratuur betekent helemaal niet dat burgers geen vragen of zelfs eisen mogen stellen aan hun rechters. Vrouwen mogen best eisen dat magistraten beseffen hoe zwaar de gevolgen van zo’n seksuele misdrijven zijn. Lees maar eens wat zo’n aanranding met iemand doet. Op de websites van vrouwenorganisaties, zoals de Vrouwenraad, staan heel wat pakkende verhalen. Rechters moeten de opvolging van zo’n zaken dus ernstig nemen. Verder mogen burgers verwachten dat hun magistraten regelmatig bijkomende opleidingen volgen, bijvoorbeeld om daderprofielen beter in te schatten. Dat is geen inmenging in hun onafhankelijkheid, maar professionalisering.

Met justitie vallen geen verkiezingen te winnen, zeggen commentatoren gewoonlijk. Vandaar dat het departement zo stiefmoederlijk wordt behandeld. Op de koop toe staan slachtoffers vaak alleen en lijden ze in stilte, verpletterd door pijn, verdriet en schaamte. Geen materiaal voor een wervend politiek verhaal, lijkt het. Het wordt hoog tijd dat dit verandert. Dat alle kiezers zich solidair verklaren met de slachtoffers en hun families. Dat ze de hervorming van justitie als thema op tafel houden. Want niemand, geen vrouw, kind of man mag het slachtoffer zijn van iemands brutaliteit.”

Deze column verscheen op donderdag 9 mei 2019 in De Standaard. 

“Paus Franciscus, seksueel misbruik en de kerk”, Kernkabinet De Morgen 1 sept. 2018

“Als de kerk zo voortdoet, is ze binnen tien jaar veel invloed kwijt.”

De reeks ‘Het Kernkabinet‘ van De Morgen is opnieuw begonnen. Journalist Maarten Rabaey interviewde me over Paus Franciscus, en de aanhoudende schandalen van kindermisbruik in de kerk.

“Met alweer nieuwe onthullingen over seksueel misbruik davert de Kerk op haar grondvesten, maar kan ze ook omvallen? Ja, zegt filofose Tinneke Beeckman, maar of ze snel zal buigen? “Zelfs de mensen die verandering willen, worden gecorrumpeerd.” En de paus? Die wast zijn handen in onschuld.

De misbruikschandalen lijken de Kerk in de grootste crisis te storten sinds de Reformatie, de kerkhervorming in de 16de eeuw.

Tinneke Beeckman: “Dat denk ik ook. Nu ik een boek schrijf over Machiavelli (1469-1527), lees ik over de schandalen van de Kerk destijds, die aanleiding gaven tot de Reformatie. Enkele pausen maakten het toen ook enorm bont. Paus Julius II zat zelf met het zwaard in het zadel oorlog te voeren in Italië; paus Alexander VI had talrijke bastaardkinderen en spendeerde fortuinen. Deze pausen besteedden veel aan kunst, dus was de staatskas leeg. De bevolking zag hoe de boodschap van Christus niet centraal stond. En dat is nu met de misbruikschandalen ook zo.”

Kan de Kerk, zoals toen, als instelling opnieuw uit elkaar vallen?

“Dat kan. In haar geweldige boek ‘The March of Folly’, over de teloorgang van machtsbolwerken, noemt de Amerikaanse historica Barbara Tuchman drie factoren die maken dat wanbeleid echt fataal kan worden voor politieke of religieuze leiders. De eerste is de systematische veronachtzaming van gevoelens onder de bevolking, de tweede is de voortdurende focus op het eigenbelang in plaats van het algemene belang en de derde is de illusie bij machthebbers dat hun macht onschendbaar, onveranderlijk is. Continue Reading ›

“Als de buil barst”, column DS 16 nov. 2016

“Het debat over grensoverschrijdend gedrag kwam na de zaak Weinstein uit Amerika overgewaaid. Het is heel goed dat het thema ook in België op tafel ligt. Maar het moet grondiger worden besproken, los van enkele bekende mediafiguren. En laten we vooral niet de Amerikaanse toer zelf opgaan.

In de VS wordt ‘trial by media’ nog op een genadelozere manier gevoerd; mensen worden vernietigend neergehaald na beschuldigingen door een (sociale) media die zich rechters wanen. Dat de openbare opinie een haast-rechtbank wordt, houdt echter wel verband met een falend juridisch systeem: jarenlang hadden slachtoffers geen gepaste procedures om misbruik aan te klagen, zoals meldpunten, bemiddelingstrajecten of eventueel rechtszaken. Daders konden in het verleden te lang hun gang gaan, zeker als ze over veel geld beschikten. In de zaak Weinstein onthulde ‘The New Yorker’ hoe de man zich dankzij een gewiekst netwerk van detectives en advocaten juridische straffeloosheid kocht. Anders had hij zijn wangedrag – vermoedelijk tot verkrachting toe – nooit zo lang kunnen verbergen. In België gaat het er minder doortrapt aan toe, maar toch spelen geld en macht een grote rol in het jarenlange stilzwijgen. Door deze straffeloosheid vallen er meer slachtoffers, worden daders roekelozer, klinkt het verhaal spectaculairder. Tot de buil barst.

Daarnaast leidt de focus op specifieke daders de aandacht af van wat echt nodig is: een open, eerlijk en soms kwetsbaar gesprek over seksueel gedrag en over wat het betekent om man of vrouw te zijn. Wat zijn de kenmerken van een relatie? Hoe verlopen machtsdynamieken? Wat betekenen vrijheid en respect? Elementaire vragen, die alleen zonder puriteinse hypocrisie kunnen worden benaderd.

Rondlopen als man betekent hopelijk iets anders dan een vrijgeleide krijgen om geilheid op anderen te botvieren. Liefst betekent het ook een beetje stijlvol kunnen omgaan met afwijzingen. Vooral voor mannen en vrouwen in een machtspositie is zo’n houding belangrijk. De harde, gemene opmerkingen over de vrouwelijke slachtoffers bewijzen dan weer dat er vaak wat schort aan het vrouwbeeld, zowel bij een aantal mannen als vrouwen. Blijkbaar zijn empathie en respect niet vanzelfsprekend. Die ‘victim-blaming’ onthult eerder een ongemakkelijke houding tegenover seksualiteit dan een groot rechtvaardigheidsgevoel. Aantrekkelijke vrouwen vallen nog te makkelijk wantrouwen en minachting te beurt, waardoor ze de schuld krijgen van een conflict, al zijn zij het slachtoffer.

Ten slotte kan een andere praktijk die in Amerika opgang maakt, best niet worden ingevoerd: het subjectieve slachtofferschap als maatstaf voor grensoverschrijdend gedrag. Dan beledig je zodra iemand zich beledigd voelt, of kwets je zodra iemand zich gekwetst voelt. Deze criteria openen de deur voor andere vormen van machtsmisbruik. In ‘The Nix’ voert Nathan Hill de luie studente Laura Potsdam op. Ze vreest dat haar professor literatuur te streng is, en ze vindt zijn lessen over Shakespeare te saai om ze te studeren. Ze begint tegen de decaan te klagen dat de professor ‘geen veilige omgeving’ creëert, en dat ze zich niet helemaal lekker voelt bij hem. Volledig subjectief en zelfs verzonnen, maar haar strategie volstaat om de docent in de problemen te brengen. De scènes in het boek zijn hilarisch, maar de realiteit is minder fraai.

Het subjectieve referentiepunt is een glijdende schaal, die ieders vrijheid en veiligheid bedreigt. Een variant hierop is het zogezegd beledigende karakter van de vrije meningsuiting. Voor je het weet, kan je ideeën niet meer openlijk bespreken, omdat je anders vernedert, provoceert, discrimineert. In de Verenigde Staten slagen goed georganiseerde studenten er in om elke – in hun ogen – ongewenste uitspraak tot een probleem voor anderen te maken, omdat ze zich beroepen op dat subjectieve veiligheidsgevoel (en zogenaamde safe-spaces eisen). Continue Reading ›

Te gast bij ‘De Afspraak op Vrijdag’, 10 nov. 2017


Vrijdag 10 november was ik te gast bij ‘De Afspraak op Vrijdag’ met Ivan De Vadder. 

De andere gasten waren Bart De Wever (N-VA) en Bert Bultinck (hoofdredacteur Knack). Op de site van de VRT is de uitzending te herbekijken tot 10 december.

De thema’s waren Bart De Pauw en de VRT, de Paradise Papers en de Catalaanse kwestie.

Er is een podcast van de uitzending te beluisteren: https://soundcloud.com/deafspraakopvrijdag/vrijdag-10-november-bart-de-wever-bert-bultinck-en-tinneke-beeckman