“Wanneer ben ik echt vrij om te denken?”, Knack, 12 nov. 2019

Elke week publiceer ik in Knack een tekst in de rubriek ‘de vraag van Tinneke Beeckman’. Ik beantwoord er een moeilijke kwestie.

Eén vraag was – “Wanneer ben ik echt vrij om te denken?

“Vrij denken is moeilijker dan het lijkt. Natuurlijk hoor je om de haverklap over kritische, rebelse, eigenzinnige burgers. Het klinkt goed. Maar vrijdenkers zijn een zeldzame soort. Als je echt vrij wil denken, moet je onderzoeken wat jouw vrijheid in de weg kan staan. Dan bots je op vragen over je levenshouding, de beperkingen van je geest of je relaties tot anderen.

Volgens Immanuel Kant (1724-1804) staan lafheid en luiheid vrijheid en mondigheid in de weg. Het is zoveel makkelijker om denken aan anderen over te laten en gewoon te gehoorzamen! Maar die tijd is voorbij, meent Kant. Hij leefde nog niet in een verlicht tijdperk, maar wel in een tijdperk van de Verlichting. De ambitie om zelf te denken, behoort juist tot de kern van haar project: ‘Verlichting is het uittreden van de mens uit zijn zelf verschuldigde onmondigheid. Onmondigheid is het onvermogen zich van het eigen verstand te bedienen zonder de leiding van een ander verstand te volgen.’ Elke mens beschikt over de rede. Domheid mag geen excuus zijn voor een gebrek aan moed. Sapere aude!, schrijft Kant, ‘durf te denken of te weten’. Hij ontleent de uitspraak aan de Romeinse dichter Horatius: ‘Dimidium facti, qui coepit, habet; sapere aude, incipe.’; wie begonnen is, heeft de helft gedaan. Durf te weten, begin.’ Daarmee geeft Horatius een belangrijke inzicht: je moet beginnen en durven onderweg te zijn; je mag je niet laten ontmoedigen omdat je niet geheel vrij zou zijn.

Filosofen hebben heel wat hindernissen beschreven die inherent zijn aan de menselijke geest. Elke mens heeft vooroordelen en blinde vlekken. Zo kan je doorgaans beter de motieven van anderen inschatten dan dat je je eigen verlangens kent (Spinoza). Je overschat makkelijk de waarde van je eigen kennis (Montaigne). Of je kan je te sterk met je eigen ideeën identificeren; dan vraagt elke aanpassing een hele inspanning. Daarom zijn gesprekken met andersgezinden nodig; als ze slim zijn, zoals Socrates, sturen je ergste denkfouten bij. Stoïcijnen, cynici en sceptici raden aan om tegen jezelf te denken. Zo vermijd je de neiging om de verschillen met anderen nodeloos uit te vergroten, om het beangstigende van de buitenwereld te overschatten of om de wereld op te delen in goede en kwade mensen (waarbij je jezelf natuurlijk als het referentiepunt voor het goede neemt).

Andere obstakels hebben met externe factoren te maken, zoals financiële afhankelijkheid. Je bent overduidelijk niet vrij als je een broodheer moet dienen – vrijdenkers houden zich best ver van partijpolitiek of bedrijven. De baas hoeft zelfs geen expliciete beperkingen op te leggen. Zodra je weet dat je positie afhangt van zijn goedkeuring, dreig je jezelf bij te sturen. Zelfcensuur is zelfs een belangrijke vorm van vrijheidsbeperking. Ze werkt sluipend: als iemand macht over je uitoefent, beïnvloedt dat je oordeel. Je zal sommige vragen of conclusies liever omzeilen. Maar een vrijdenker moet élke vraag, elke conclusie kunnen overwegen, ook de schijnbaar ondenkbare.

Zelfs zonder financiële afhankelijkheid speelt sociale druk een rol. Vrij denken impliceert bovenal de moed om alleen te staan. Dan pas kan je keuzes maken die commentatoren, collega’s, vrienden of buren zouden mishagen. Eigenlijk kan je niemand verwijten conformistisch te zijn, want eenzaamheid is angstaanjagend. Die eenzaamheid werk je als vrij mens onbedoeld in de hand: je confronteert anderen met de grote of kleine compromissen die ze elke dag sluiten. Verwacht geen dankbaarheid.

Vrij denken lijkt me eerder een moment van genade dan een permanente toestand. Je kan het proberen, af en toe lukt het (even). Buitengewone voorbeelden helpen. Enkele passages uit het werk van Mary Wollstonecraft, George Eliot of George Orwell geven me tonnen energie.”

Uitzonderlijk publiceer ik deze tekst uit de hele Knack-reeks – begin november organiseerde het Geuzenhuis ‘De Nacht van de Vrijdenker‘ in de Vooruit in Gent. Tientallen filosofen, wetenschappers en opiniemakers gaven lezingen, deden mee aan debatten, gesprekken of workshops.

Lezing over Menno Ter Braak, Amsterdam 24 jan. 2018

“Ressentiment als motor van de democratie?”

Op woensdag 24 januari gaf ik een lezing over Menno Ter Braak, ressentiment en het nationaal-socialisme in De Balie, Amsterdam.

Krijn Ter Braak, neef van Menno, gaf ook een korte lezing. En er volgde een debat na mijn lezing, met Chris Rutenfrans (De Volkskrant). Moderator was Ianthe Mosselman.

Sinds de opkomst van politici zoals Pim Fortuyn, Geert Wilders en Donald Trump krijgt Menno Ter Braaks analyse van het ressentiment vernieuwde aandacht. De vraag is of de insteek van de populistische partijen overeenkomsten vertonen met het ‘pure ressentiment’ van het nationaal- socialisme dat Ter Braak in Het nationaal-socialisme als rancuneleer beschreef. En er zijn wel degelijke enkele boeiende raakvlakken. Maar een dieperliggend probleem is interessanter: het ressentiment is volgens Ter Braak juist niet op één politieke ideologie of partij toepasbaar; het maakt deel uit van een bredere culturele stroming, eigen aan de democratie. Meer nog, juist dat democratische gelijkheidsideaal zet aan tot ressentiment, omdat een werkelijke gelijkheid niet kan worden gerealiseerd; mensen zijn nu eenmaal ongelijk in hun talenten en vermogens. De kloof tussen ideaal en realiteit genereert een permanente bron van onmacht en rancune. Hierin heeft het christelijke gelijkheidsideaal een grote rol gespeeld, met de idee dat allen gelijk zijn voor God. Uit deze voorstelling zijn dan de democratische, liberale, christendemocratische en socialistische idealen voortgevloeid.”

De lezing kan je bekijken via ‘De Balie‘, of op vimeo.

Hier is de volledige tekst:

“Menno Ter Braak schreef zijn essay in 1937. Hij viseert Musserts NSB en Duitse nazisme. Toch is zijn essay meer dan een kritiek op deze politieke partijen. Hij zoekt naar een antwoord op een dieperliggende vraag: hoe valt het ressentiment – eigen aan de democratie – te bestrijden? Het is erg verleidelijk ressentiment aan een politieke tegenstander toe te schrijven, of die nu bij het linkse of het rechtse kamp hoort. Maar wie dat doet, geeft zelf blijk van onmacht tegenover de heersende politieke cultuur. En wie de tegenstander als moreel verwerpelijk neerzet, maakt juist geen doordachte politieke analyse. Zoals Frederik Jameson opmerkt, dient het begrip ressentiment dan zelf een politieke functie. Continue Reading ›

“Made in Europe” – debat bij deBuren en op Canvas

unknown-6Op 14 februari ging ik met Bert Bultinck in gesprek over Europa. De aanleiding was de eerste aflevering van ‘Made in Europe‘ met Dimitri Verhulst over ‘Rebellie’. Vlaams-Nederlands Cultuurhuis deBuren organiseert een hele reeks debatten, telkens na een aflevering.

Canvas maakte enkele sfeerbeelden van de avond, en stelde me ook de vraag of ik zelf een rebel denk te zijn.

Alle korte filmpjes met interviews vind je op de site van Canvas. Floris Solleveld gaf een ode aan Socrates,  Dick Pels en Merijn Oudenampsen spraken ook met de moderator Bert Bultinck over Europa . Jean Paul Van Bendegem sloot af.

 

schermafbeelding-2017-02-27-om-15-13-25Over Socrates schreef ik een column in De Standaard: Rebel met rede.

En Europa behandelde ik in heel wat columns en teksten de voorbije jaren. De meest recente column is ‘De Loze kreet van het populisme‘. Over Merkel schreef ik ‘De Barmhartige kanselier‘.

“Rebel met Rede”, column DS op 16 feb. 2017

images“Was Socrates een rebel? De Athener (469-399 vC) fungeerde als de rebel bij uitstek in de eerste aflevering van de nieuwe Canvas-reeks ‘Made in Europe’ met Dimitri Verhulst. De reeks is gebaseerd op het schitterende, gelijknamige boek van Pieter Steinz.

De wijsgeer was inderdaad een rebel, wanneer rebel betekent dat je je eigenzinnig gedraagt, en zonder compromissen je eigen weg volgt. Socrates drukte zijn stempel op de filosofie als kritisch denken, als diepgravende eigenzinnigheid, als eindeloze nieuwsgierigheid. Een filosoof legt zich niet neer bij de ‘doxa’, de heersende opinie, en wijkt niet voor kritiek of tegenstand.

unknown-2Maar Socrates is geen echte politieke opstandeling: hij volgt de wetten van het Atheense volk, zelfs al keurt hij die wetten af.

Als persoon is hij een enigma. Hij noteert nooit een woord, maar verschijnt in dialogen van andere auteurs, waarvan Plato de belangrijkste is (naast Xenophon en Aristophanes).

Het orakel van Delphi noemt hem de meest wijze van alle mensen, aangezien hij weet dat hij niets weet. Rond deze onwetendheid bestaat echter de nodige verwarring: dat Socrates een soort relativist zou zijn, een twijfelaar, die meent dat de ander ook gelijk kan hebben. Dat klopt niet. Vanuit een ironische houding doet de filosoof namelijk alsof hij alleen naar anderen wil luisteren. Maar in de dialogen weet hij heel goed waar hij naartoe wil, en gaat hij wel degelijk op zoek naar waarheid.

unknown-1Uiteindelijk wordt hij aangeklaagd voor goddeloosheid en het bederven van de jeugd. De rechtszaak is een schijnproces, opgezet door demagogen, die Socrates als politieke tegenstander willen uitschakelen. Socrates bepleit zijn vrijspraak in de legendarische ‘Apologie’. Tevergeefs. Dan doet de veroordeelde iets opmerkelijks: hij weigert vrijwillig in ballingschap te gaan, en verkiest de gifbeker te drinken. In de cel overlegt hij met zijn rijke vriend Crito, die een vluchtroute plande. Socrates meent echter dat hij geen keuze heeft: het is niet juist om iemand onrechtvaardig te behandelen, zelfs wanneer die persoon jou onrechtvaardig heeft bejegend. Meer nog, tussen burgers en de regering bestaat een soort sociaal contract dat je moet naleven. Vanuit deze loyauteit had Socrates meermaals in de oorlogen tegen Sparta gevochten. Hij had zich onderscheiden door zijn medesoldaten heldhaftig te redden.

Vandaag de dag krijgt rebelsheid heel andere betekenissen. Als verzet tegen het ‘systeem’, eventueel op gewelddadige wijze. Dit is Socrates helemaal vreemd. De zachtere vorm van rebelsheid behelst vaak een soort schijnverzet, omdat verzet een succesvol commercieel product is geworden. Volgens literair criticus Terry Eagleton gaat de rebelse kunstopvatting, die gebaseerd is op speelsheid, ironie, onvatbaarheid en een brutale esthetiek van schok en afschuw, perfect samen met consumentisme. En alles wat de revolte incarneert, wordt in het mondiale kapitalisme opgenomen als nieuwe koopwaar. Neem bijvoorbeeld het witte Guy Fawkes-masker van de groep Anonymous, het internationaal collectief van hackers.

Zelfs de gedachte aan verzet verkoopt uitstekend: rebelsheid is al jaren een van de beste marketingtrucs. Topsporters en rappers zwemmen schijnbaar tegen de stroom in, terwijl ze eigenlijk het uithangbord van multinationals zijn geworden. Continue Reading ›

“Made in Europe – Rebellie: Socrates” op 14 feb. 2017

unknown-5Volgende dinsdag heb ik met Bert Bultinck een socratisch gesprek over Europa. Dit is het hele programma:

“Made in Europe | Rebellie: 
Socratische avond over Europa
DI 14.02.17,  deBuren, Leopoldstraat 6, 1000 Brussel.
18:00 > 19:00 Vertoning aflevering ´Rebellie´ van de reeks Made in Europe
19:30 > 21:00 Socratische avond over Europa
unknown-6De eerste uitzending van de televisiereeks Made in Europe, op 12.02.2017 op VPRO en Canvas, staat in het teken van ‘rebellie‘. Eén van de Europese iconen die daarin aan bod komen is Socrates, en hij vormt meteen het vertrekpunt van deze avond bij deBuren.
We nodigden twee Vlaamse en Nederlandse sprekers uit die zich actief mengen in het publieke debat over Europa en die daarbij niet aarzelen tegen de stroom in te zwemmen.

Elke gast wordt in een klein half uur socratisch bevraagd door Bert Bultinck (hoofdredacteur Knack) en krijgt telkens dezelfde prangende vraag voorgelegd: hoe komt het dat de Europeaan Europa de rug toekeert?
De ‘rebellen’ van dienst zijn uit Vlaanderen Tinneke Beeckman en uit Nederland Merijn Oudenampsen en Dick Pels. Continue Reading ›

“Converseren kun je leren”, in De Morgen over mijn ‘klas’ in ‘The School of Life’, Antwerpen – 27 okt 2014

UnknownConverseren kun je leren

“Op de schoolbanken van The School of Life: “How to have better conversations” leert waarom converseren een belangrijke kunst is om te beheersen

“Ik hou van tooggezwets, maar ben eigenlijk op zoek naar meer diepgang in mijn gesprekken.”

Voor zulke kwesties kun je vanaf nu terecht op The School of Life in Antwerpen. De les “How to have better conversations” brengt ons de kunst van een gesprek voeren bij. En avontuurlijke openingszinnen.

door Jana Antonissen

Wie The School of Life betreedt in het Antwerpse Munthof, merkt al snel dat dit geen gewone school is: nergens lessenaars, groene krijtborden, en – godzijdank- geen schril rinkelende schoolbel te bekennen. Wel aanwezig: een hippe koffiebar en een filosofisch verantwoorde souvenirshop die de gewichtigheid van zo’n School van het Leven relativeren. “De naam School of Life moet je met een knipoog nemen. Die lichte ironie stemt je milder. Wij reiken geen diploma’s uit, maar iedereen is welkom. Je hoeft niet hoogopgeleid te zijn om over zaken als werk, liefde en familie mee te kunnen praten”, legt Yvonne Cox, oprichtster van de Belgische tak van School of Life, uit.

images

Alain De Botton

In 2008 werd de eerste School of Life opgericht in Londen door onder anderen schrijver en filosoof Alain De Botton. Het idee was simpel en sloeg in als een bom: lessen en workshops over vragen waarmee iedereen in zijn dagelijkse leven af en toe worstelt. De lessen hebben bedrieglijk simpele namen als “How to relate to your family”, “How to be alone” of “How to stay calm”. Vanaf deze week kan je die lessen ook in Antwerpen volgen; de opzet is hetzelfde, de invulling wat meer op Vlaamse leest geschoeid.

Aangezien alles tegenwoordig communicatie heet te zijn en ondergetekende betaald wordt om gesprekken te voeren, is de keuze voor de les “How to have better conversations” snel gemaakt. We zijn met negen in ons bescheiden klasje; voornamelijk early adopters die al van de School of Life in Londen en Alain De Botton gehoord hadden en nieuwsgierig zijn naar het beruchte concept van praktische levensfilosofie. De beroepen en bezigheden van de deelnemers variëren van studenten filosofie en filologie tot een bedrijfsleider, havenarbeider, schooldirectrice, IT’er en grafisch ontwerper. Continue Reading ›

Meningen, maken ze ongelukkig?

“Getuigt het niet van wijsheid om lak te hebben aan wat anderen denken?”, vroeg een Nederlandse journaliste me onlangs. Een mijmering voor een opinierubriek, dacht ik. Tenslotte gaan we er van uit dat de meningen van anderen erg belangrijk zijn. Hoe ga je om met de soms overvloedige uitwisseling ervan? Is een zekere afstand niet een voorwaarde voor geluk? Continue Reading ›