“Hoe links verkiezingen kan winnen”, column DS, 13 juni 2019

“Wie naar de verkiezingsuitslag kijkt, moet besluiten dat linkse partijen een toekomst hebben: partijen die sociale zekerheid, zorg en welzijn voorop plaatsten, wonnen sterk (PVDA en Vlaams Belang). Toch hebben de socialistische partijen in Europa het, door de bank genomen, moeilijk. Hoe komt dat?

In het verleden zijn linkse partijen te veel meegegaan in het individualistische verhaal, terwijl ze de democratie, het soevereine volk, te veel hebben opgegeven. Opkomen voor ieders individuele rechten lijkt een getrouwe interpretatie van de mensenrechten, maar er moet een kanttekening bij. Dit is heel bondig de analyse die Marcel Gauchet ontwikkelt in zijn recent boek over Robespierre. Deze Franse revolutionair redde volgens sommigen de Revolutie na 1789, anderen beschouwen hem als het symbool voor een niemand ontziende Terreur.

Sinds de Franse Revolutie zijn mensenrechten niet meer weg te denken uit het politieke discours. De ‘Déclaration du droit de l’homme et du citoyen’, de ‘Verklaring voor de Rechten van de Mens en de Burger’, zijn het fundament om recht en politieke legitimiteit te begrijpen. De Verklaring onderscheidt de rechten van de mens, en die van de burger. Beide rechten moeten elkaar in evenwicht houden, en dat is een lastige oefening.

Wie alleen de rechten van individuen aanvaardt, ondermijnt de democratische werking; wie alleen de deugden van het burgerschap oplegt, geeft aan niemand individuele vrijheid. Robespierre verdedigde tijdens zijn leven eerst de rechten van het individu; de persvrijheid, de afschaffing van de doodstraf en van de slavernij. Toen streed hij tegen de despotische monarchie. Maar na 1791 verdedigde hij principieel de macht van het volk, de Revolutie, de Staat, tegen de individuele vrijheid. Dit eindigde in de Terreur, en werd zijn ondergang.

In haar terechte afkeer voor totalitarisme, heeft links er dan ook voor gekozen om individuele rechten te verdedigen, eerder dan de idealen van het burgerschap. Op economisch vlak betekende dit de omslag naar een neoliberaal model: individuele initiatieven hebben onbeperkte mogelijkheden in een vrije markt. Maar in zo’n model heerst al snel het recht van de sterkste, en is sociale rechtvaardigheid zoek. In naam van wie of wat kan je tenslotte nog beperkingen opleggen? Om grenzen te stellen heb je een politiek gemeenschapsverhaal nodig. Alleen hebben begrippen als natie, gemeenschap of volk geen politieke betekenis meer. ‘Volk’ slaat hoogstens op wie sociaal wordt benadeeld. En die benadeelden zijn slechts individuen, geen leden van éénzelfde politieke gemeenschap. Individuen willen hun verlangens realiseren, los van een gemeenschap, en eventueel ten koste van die gemeenschap.

Daarom vermeldt de Verklaring ook ‘de rechten van de burger’. Door burgerschap besef je dat je deel uitmaakt van een groep en verkrijg je politieke macht. Wat het politieke zo moeilijk maakt, is dat er altijd een spanning bestaat tussen de individuele rechten en de rol als burger. De politieke gemeenschap geeft democratische rechten, maar kan ook iets eisen: dat je als burger afwijst, wat je als individu verlangt. Dat is wat deugd, ‘vertu civique’, in de klassieke, republikeinse zin wil zeggen. Continue Reading ›

In “De Afspraak” op 27 mei 2019 over de verkiezingen

Op maandag 27 mei, de dag na de verkiezingen, zat ik in de studio van Bart Schols, voor “De Afspraak” op Canvas.

Andere gasten waren Sammy Mahdi (jongerenvoorzitter CD&V), Prof. Hendrik Vuye (Vuye & Wouters), en Johan Vande Lanotte (Minister van Staat, Sp-a).

Thema’s waren het succes van Vlaams Belang, het cordon sanitaire, en de toekomst van het land.

Het werd een pittig debat!

Over de twee democratieën in België sprak ik in een interview voor De Tijd, samen met wijlen Etienne Vermeersch in 2013. Dat de traditionele partijen niet meer overeenkomen met de fundamentele breuklijnen in de samenleving, was het onderwerp van een DS-column in datzelfde jaar.

“De fout van Mitterrand”, column DS, 23 mei 2019

“Volgende zondag zijn er Vlaamse, federale en Europese verkiezingen. Aan debatten en reportages geen gebrek. Maar er staan twee olifanten in het kieshokje; ik vraag me af of de kiezer er nog bij kan. De ene olifant weet dat traditionele partijen kiezers kunnen verliezen, maar toch hun positie kunnen versterken. De andere beseft dat stemmen in België altijd een communautair kantje heeft, of je dat wil of niet.

De peilingen voorspellen een ‘zwarte zondag’: het Vlaams Belang zou sterk stijgen. De klassieke partijen – Cd&V, Open VLD en Sp-a –, zouden opnieuw terrein verliezen, terwijl vooral de progressieve partij Groen kiezers wint. Toch is er een paradox: deze klassieke partijen kunnen stemmen verliezen, maar toch versterkt naar de onderhandelingen voor coalities gaan. Dat is een perverse dynamiek. Steeds meer ontevreden kiezers vallen buiten het politieke debat, zeker als je de groeiende groep thuisblijvers en blanco stemmers meerekent. Niets aan de hand, lijkt het. Maar het is de vraag of deze dynamiek op langere termijn geen fiasco creëert. Dat is in Frankrijk bijvoorbeeld al gebeurd.

Vanaf de jaren ’80 benut de socialistische president Mitterrand het tactische voordeel dat een sterkere extreem-rechtse partij oplevert. Hij pleit er voor om Jean-Marie Le Pen vaker op de televisie te laten verschijnen, en hij hervormt het kiessysteem. Dan wint het ‘Front National’, zonder dat het echt kan wegen. Le Pen steelt wel wat stemmen van de centrum-rechtse partijen. Dit is dus strategische winst voor links. Maar dan begint het FN aan een gestage opgang. De machtspartijen houden amper rekening met de grieven van dat electoraat, of met de toenemende groep afwezige kiezers. Dat loopt goed, tot het helemaal fout loopt. Na 2012 dringt het besef door dat het FN – later ‘Rassemblement National’ van Marine Le Pen – de grootste partij dreigt te worden. De enige vraag is nog welke andere partij goed kan scoren, want die wint de presidentsverkiezingen.

Sindsdien domineert het Front National het beleid. Wanneer journalisten in 2015 aan de socialistische president Hollande vragen waarom zijn migratiepolitiek zo weinig genereus is, antwoordt hij niet met principes of ideeën. Neen, in het boek ‘Un président ne devrait pas dire ça’, onthult hij zijn bekommernis: de verdenking vermijden dat hij het Front National nog groter wil maken. Het voormalige strategische spel is geen machtsinstrument meer, maar een obstakel geworden. Ondertussen krimpt het politieke midden: in 2017 slorpt Macrons ‘La République en marche’ de andere centrumpartijen op. Mitterrands gok – succesvolle extremen versterken het midden – is op termijn nefast gebleken. Als de peilingen voor zondag uitkomen, dan mag dit een waarschuwing zijn voor de onderhandelaars van maandag.

Een tweede thema is slechts indirect aanwezig in het debat: de bizarre Belgische constructie. Met de veto’s en wederzijdse dreigementen lijkt de federale regering straks niet gedragen te worden door een meerderheid van de Vlaamse volksvertegenwoordigers. Vorige keer had de regering geen meerderheid aan Franstalige kant. Beide zijn wettelijk toegelaten, maar voelen ondemocratisch.

Kunnen Vlamingen deze keer protesteren? Uiteraard wel. Zeker wanneer de staatsstructuur opnieuw op de agenda staat. Continue Reading ›

Bij “De Afspraak” over verkiezingen van 14 oktober 2018

Op maandag 15 oktober zat ik in ‘De Afspraak‘ met Bart Schols op Canvas om over de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 te praten.

Andere gasten waren Jean-Marie De Decker, Mohamed Ridouani en Stijn Meuris.

Thema’s waren de verkiezing van Jean-Marie De Decker tot burgemeester van Middelkerke; en het succes van Mohamed Ridouani (sp-a) in Leuven.

Dan mochten Stijn Meuris en ik fragmenten uit de verkiezingsavond kiezen. Stijn wilde de ‘komische momenten’ met Bart De Wever op de verkiezingsdag, en Forza Ninove. Ik verkoos twee fragmenten met vrouwen: Nahima Lanjri op het podium naast Kris Peeters, en een emotionele Jinnih Beels in het Zuiderpershuis.

Ik geef een analyse van Kris Peeters’ zet. Een eerste keer sprak ik over deze zaak bijna twee jaar geleden, op 18 november 2016. Toen zat ik bij ‘De Afspraak op vrijdag’ met Ivan De Vadder. Die dag kondigde Kris Peeters, federaal minister van economie, aan dat hij naar Antwerpen trok om burgemeester te worden.

“De scheidslijn tussen privé en publiek in de politiek”, DM, kernkabinet, 8 paril 2018

Knack onthulde dat Liesbeth Homans (N-VA) en Tom Meeuws (sp-a) tussen 2013 en 2015 een affaire hadden. Gewoonlijk zijn journalisten nochtans discreet over het privéleven van politici. Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck verdedigt de publicatie: de kiezer moet dit weten om de bitse strijd tussen N-Va en Sp-a in Antwerpen te begrijpen.

De Morgen-journalist Maarten Rabaey interviewde me voor de reeks ‘het Kernkabinet‘ over deze kwestie. Mijn stelling is duidelijk: de scheidslijn tussen privé en publiek in de politiek is van levensbelang. Het is ontzettend belangrijk dat de media zich niet toespitsen op het intieme leven van politici in de berichtgeving. De Antwerpse zaak is hierop geen uitzondering.

Deden media er goed of slecht aan om de vroegere privérelatie tussen de Antwerpse politici Tom Meeuws (SP.A) en Liesbeth Homans (N-VA) te duiden?

Beeckman: “Ik denk dat het niet verstandig is om het privéleven van politici bij het politieke debat te betrekken, omdat je dan sneller verglijdt naar een opvatting van politiek die nefast is voor de democratie. Heel snel krijg je dan een selectie van politici op basis van foute criteria. Dat zie je al in het buitenland, waar dit al veel meer gebeurt. Er ontstaat dan verwarring tussen de private en politieke sfeer, of het ene wordt zelfs door het andere vervangen. Politici worden dan afgerekend op hun intieme leven, of omdat je ze sympathiek of antipathiek vindt. In de filosofie is dat een heel oud debat: moet je als politiek persoon privé en publiek dezelfde kwaliteiten én deugden hebben? Velen vinden van niet. Denk aan zachtheid. Dat kan in je privéleven een enorme deugd zijn maar in je politieke leven nefast. Wijlen Frans president François Mitterrand noemde ooit ‘onverschilligheid’ het belangrijkste attribuut in de politiek maar in een privérelatie is deze houding dan weer onaangenaam. Het is een vergissing dat het private en politieke individu dezelfde moeten zijn.”

Een privétwist wordt voor media toch relevant wanneer blijkt dat de rationele invalshoeken van ons politieke debat door emotie uit het priveleven worden gestuurd?

“Dat is natuurlijk onvermijdelijk het geval. De onderlinge privérelaties tussen politici – of ze elkaar sympathiek vinden of niet – spelen een enorme rol. Kijk maar naar wijlen Duits bondskanselier Helmut Kohl en Mitterrand. Ze konden het als mensen uitstekend met elkaar vinden, en dat versnelde de Duitse eenmaking. Recent boterde het dan weer totaal niet tussen bondskanselier Angela Merkel en de Franse ex-president François Hollande, met verlammende gevolgen voor de EU. Helaas kunnen weinig politici zich boven de private relaties stellen. Een historisch voorbeeld van een VS-president die dat wel kon was Abraham Lincoln. Hij kon zich boven de slechte persoonlijke relatie stellen die hij met sommige van zijn ministers had. Het contrast met Trump kon niet groter zijn.

“Overigens geldt hetzelfde toch ook voor de journalistiek? Sommige journalisten kunnen gedreven worden door persoonlijke, of zelfs irrationele, drijfveren. Dat hoeft toch niet te betekenen dat je de kwaliteit van hun werk daarop moet afwegen? Ook politici zijn niet altijd rationeel maar toch vind ik het geen voldoende reden om de persoonlijke sfeer bloot te leggen.”

Ook niet als dat essentieel is om de Antwerpse kiesstrijd te begrijpen?

“Er zijn voldoende andere motieven om de bitsheid achter de burgemeesterstrijd in Antwerpen te verklaren. Zo is het door de evolutie van onze staatshervorming en de Brusselse politieke schandalen voor Vlaamse politici niet meer interessant om zich in de hoofdstad te profileren. Daarom wordt ook de federale strijd op het scherpst van de snee gevoerd in Antwerpen, waar de voorzitter van de grootste partij (Bart De Wever, N-VA) burgemeester is. Het gaat er niet alleen bits aan toe tussen N-VA en SP.A, maar ook tussen CD&V en N-VA sinds Kris Peeters de Antwerpse politiek instapte. Liesbeth Homans is daartegenover in Antwerpen politiek niet relevant genoeg om haar liefdesleven erbij te betrekken.”

Hadden Homans en Meeuws zelf niet sneller ‘Et alors?’ moeten zeggen, zoals ook Mitterrand het nieuws over zijn buitenechtelijke dochter meteen afblokte?

“Behalve het feit dat hij ook journalisten liet schaduwen om zeker te zijn dat ze er niet over zijn dochter zouden publiceren, had dit nieuws voor de pers geen relevantie mogen hebben. Zijn dochter had niets te maken met zijn presidentiële kwaliteiten. Trouwens, later kwam ook aan het licht dat zijn vrouw een minnaar had die bij hen inwoonde, haar persoonlijke trainer. Je kan intieme relaties dus nooit juist inschatten, want je weet nooit voldoende om iemand echt te begrijpen. Gelukkig maar hoeven we ook niet te oordelen.” Continue Reading ›

“Een kwestie van consistentie”, column DS 25 jan. 2018

” Hoe verklaar je dat rechtse politici mediaschandalen makkelijker overleven dan linkse politici, vroeg een journalist me onlangs. Hij verwees naar burgemeester Bart De Wevers positie in Antwerpen, die amper verzwakt lijkt na de Fornuis-saga. Het oppositiekartel ‘Samen’ werd daarentegen wel uit elkaar gepeeld na gelekte informatie over het ontslag van Sp-a-boegbeeld Tom Meeuws als directeur van De Lijn in 2015.

Het antwoord op zo’n vraag hangt deels van eigen vooroordelen af: wie linkse ideeën heeft, meent dat rechtse politici zich wel heel veel kunnen veroorloven. Bij aanhangers van rechtse partijen leeft de omgekeerde idee.

Belangrijker is het inzicht dat er niet één universele morele code is waarmee burgers het gedrag van hun politici beoordelen. Dit is specifiek aan het politieke spel: met de politieke pluraliteit gaat ook een morele pluraliteit gepaard. De vraag is niet hoe eerlijk of genereus een politicus is, dan wel of zijn gedrag rechtlijnig genoeg lijkt voor zijn politieke overtuiging. Kortom, burgers verlangen eerder consistentie dan morele zuiverheid.

Een buitenlands voorbeeld. François Fillon was presidentskandidaat in 2017 voor ‘Les Républicains’. In januari 2017 leek hij de verkiezingen te zullen winnen, eind april sneuvelde hij al in de eerste ronde. Een schandaal deed hem de das om: hij zou zijn vrouw Penelope en kinderen aangeworven hebben als parlementair medewerker, maar die hadden geen klap uitgevoerd. Fillon had dus zijn familiale belangen op het algemeen belang laten primeren. Dat werd gezien als een gebrek aan rechtlijnigheid; Fillon had beweerd minder geldbelust te zijn dan zijn partijgenoot Sarkozy. En hij had zich gepresenteerd als een opvolger van Charles De Gaulle, die een onbetwiste reputatie had. Diens enige maîtresse was – naar eigen zeggen – Frankrijk zelf. Fillon had zich dus als zuivere kandidaat voorgesteld, maar viel in de kuil die hij voor anderen had gegraven.

Marine Le Pen lag ook onder vuur omdat ze fondsen van het Europees Parlement had aangewend voor partijmedewerkers die eigenlijk in Frankrijk werkten. Strikt gezien is dit verboden, en dus berichtten pers en oppositie over een misbruik van middelen. Maar het stoorde haar kiezers geheel niet. Dat Le Pen de Europese Unie geld afhandig had maakt, niet voor persoonlijk gewin, maar voor de partijwerking in Frankrijk strookte perfect met de nationalistische ideologie van haar partij.

In Antwerpen geeft Bart De Wever grif toe dat hij op economisch vlak een liberale koers vaart. Bedrijfsleiders ontmoeten lijkt dan consistent. Ook De Wevers loyaliteit aan de eigen groep wordt als ideologisch rechtlijnig gezien: de N-VA-voorzitter steunt partijgenoten die in opspraak komen, zoals gemeenteraadslid Koen Kennis met zijn talrijke mandaten, of staatssecretaris Theo Francken na het Soedan-incident. Wat de N-VA wel schaadt – want inconsistent – is de aanwezigheid van PS-er Alain Mathot op dezelfde verjaardagsreceptie van projectontwikkelaar. Maar harde bewijzen voor belangenvermenging zijn er niet.

Een links politiek project is gebaseerd op waarden zoals universele gelijkheid en rechtvaardige herverdeling door overheidsinterventies. Politieke rechtlijnigheid krijgt dan een heel andere invulling. Na de negatieve berichtgeving over LandInvest en Eric Van Der Paal, stuurde Sp-a boegbeeld Tom Meeuws vriendschappelijke berichtjes naar een bouwpromotor.

Continue Reading ›

“De PS staat niet op imploderen”, DS 15 juni 2017

“Het schandaal rond samusocial leidt tot een gerechtelijk onderzoek. De zaak toont jarenlang machtsmisbruik, fraude en hypocrisie. Breder nog verschijnen politieke structuren die geen licht verdragen met politici die geen tegenstand dulden. Het kantoor van advocaat Marc Uyttendaele, echtgenoot van Laurette Onkelinx, heeft alles uit de kast gehaald om politici en nieuwsgierige RTBF-journalisten (cf. La Libre, 9/06) te hinderen in hun onderzoek. Uiteindelijk moest burgemeester Mayeur vertrekken, niet zonder eerst bloemetjes te hebben ontvangen. Helaas begrijpt hij nog steeds niet dat giften voor daklozen niet als zitpenning voor fictieve vergaderingen mogen worden uitbetaald. Integendeel, hij lijkt verklapper Pascal Smet de schuld te geven. Het enige offer in deze zaak werd dan ook door de Vlaamse socialisten gebracht. Zij verliezen hun schepen Ans Persoons, en verdwijnen uit de regering van Brussel-Stad.

Wie denkt dat de PS op imploderen staat, neemt zijn wensen voor werkelijkheid. Deze afwikkeling bevat een waarschuwing: wie het aandurft om niet mee te draaien in dit circus, staat buiten voor hij beseft. Open Vld heeft de boodschap goed begrepen. Ondanks de verontwaardigde oproepen tot verandering, blijft het politiek spel bij het oude, zeker met PS-burgemeester Close.

Wie verder kijkt, ziet dat deze zaak niet alleen de werking van de macht in Brussel, maar bij uitbreiding in België illustreert. De verontwaardiging van enkele Vlamingen maakt weinig uit, zolang andere Vlamingen nog willen meewerken. De staatstructuur zelf werkt immobilisme in de hand.

In Brussel boksen de Vlamingen politiek ver boven hun gewicht: ze krijgen meer vertegenwoordigers, en meer politieke postjes dan ze door rechtstreekse vertegenwoordiging zouden verdienen. Tegelijkertijd zitten ze in de klem: ze zijn afhankelijk van wat anderen hen gunnen. In de praktijk, faciliteren ze vaak het beleid van de Franstaligen. Zelfs al graaien ze niet zelf (nemen we even aan), dan nog maken ze het wanbeleid en het gebrek aan transparantie mogelijk. Jarenlang horen we de suggesties van Vlaamse politici om Brussel te hervormen: om de luchtkwaliteit te verbeteren, de verkeersknopen te ontwarren, de armoede te bestrijden, de negentien gemeenten en de zes politiezones te vereenvoudigen. Maar er gebeurt bitter weinig: er zijn te veel politieke niveaus, te veel postjes, te veel mensen die afhankelijk zijn van de politiek om hun inkomen te verzekeren. De bijdrage van Vlamingen is soms letterlijk financieel: wanneer een Brusselse gemeente een Vlaamse schepen opneemt, krijgt die gemeente extra subsidie, dankzij het ‘Lambermont’-geld. Brusselse politici ervaren dan ook geen financiële druk om te reorganiseren, want zeker sinds de zesde staatshervorming ontvangen de Brusselse overheden per inwoner meer dan overheden van de andere gewesten. Continue Reading ›

Interview in Bruzz ‘Vrouwen zijn niet verantwoordelijk voor wat mannen denken’, 12 sept. 2016

unknown

Interview voor Bruzz, door Danny Vileyn en Bettina Hubo. 

“Het probleem met de boerka is dat het kledingstuk de dresscode is van een theocratie en niet van een democratie. Dat zegt politiek filosofe Tinneke Beeckman. Ze vindt dat we slordig zijn omgesprongen met de idealen van verlichting en democratie. Een gesprek over democratie, gelijkheid en godsdienstvrijheid.
Tinneke Beeckman (40) is een vurige verdedigster van de menselijke vrijheid en van het autonome individu dat een levensproject uittekent zonder dwang van godsdienst en traditie. Migratie, globalisering en de alomtegenwoordige sociale media hebben ons wereldbeeld door elkaar geschud. En vooral: met de komst van moslims is godsdienst weer prominent aanwezig.

Volgens Thomas Jefferson is democratie een politiek systeem ‘voor het volk, door het volk en van het volk’. Akkoord?
Tinneke Beeckman: Voor veel burgers is de liberale democratie waarin we leven gemeengoed geworden. Mensen denken er nog zelden bewust over na, en dat is spijtig. De legitimiteit van de macht is in een liberale democratie verbonden met wat het volk wil en welk levensproject ieder mens heeft. Wij aanvaarden niet meer dat een heerser een andere autoriteit dan het volk, God bijvoorbeeld, inroept om zijn politieke macht op te baseren. Maar dat betekent allerminst dat het principe van de volkssoevereiniteit voor eeuwig verworven is.
In een democratie is civic virtue, burgerdeugd, belangrijk. Dat vraagt een zekere inspanning van elk mens. Individuele mensen moeten hun taak als burger willen opnemen. Dat betekent dat ze een visie hebben op wat goed is voor het algemeen belang en verbondenheid voelen met andere burgers om dat politieke project waar te maken.

 

copyright foto - Bart Dewalee

copyright foto – Bart Dewalee

In Brussel, onder meer in Molenbeek, leeft een groep kansarme jongeren die gevoelig is voor radicalisering. Waar zijn wij tekortgeschoten? Worden de idealen van de verlichting te weinig gepromoot of is de oorzaak toch sociaal-economisch?
Beeckman: De overheid probeert wel om hun sociaal-economische situatie te verbeteren. De Molenbekenaars die betrokken waren bij de aanslagen in Parijs bijvoorbeeld hadden een sociale woning en ze kregen ondersteuning vanuit de samenleving.
Ik denk dat het al misloopt bij de vraag ‘wat doen wij fout?’. Als je zegt dat wij fout zijn, dan neem je die jongeren niet ernstig als mens. Zij kunnen nochtans net zo goed als wij hun lot in eigen handen nemen.

Hoe komt het dan dat die jongeren niet gecharmeerd raken door de verlichtingsidealen?
Beeckman: De vraag die we ons moeten durven stellen is of iemand die jongeren de idealen van verlichting en democratie ooit heeft uitgelegd. Wij zijn zelf trouwens heel slordig omgegaan met de idealen van de verlichting.
In de jaren negentig, na de val van de Muur, heerste de idee: de liberale democratie blijft altijd bestaan, als een soort basso continuo. Maar die baseline is helemaal niet vanzelfsprekend. Dat is wat we vandaag ervaren.

Je zou kunnen opperen dat vrouwen die een boerka dragen zich buiten de maatschappij plaatsen. Dat zij niet langer van de voordelen van diezelfde maatschappij moeten kunnen genieten.
Beeckman: De liberale democratie vertrekt vanuit het autonome individu dat vrijheden krijgt. Het moet ook zijn eigen voorkeuren kunnen beleven. Dat impliceert de vrijheid van vereniging en vergadering, de vrijheid van meningsuiting en ook de vrijheid van godsdienst.
De boerka is de uitdrukking van een logica die haaks staat op de liberale democratie. De boerka behoort tot een logica waarin niet het autonome individu centraal staat, maar waarin de morele code gedeclameerd wordt door een god, Allah. Een theocratie dus waarin het liberale individu geen rechten heeft.

Zijn we in een democratie dan niet vrij om voor de onvrijheid te kiezen?
Beeckman: Theoretisch zijn we vrij om voor de onvrijheid te kiezen. Maar in een democratie is die keuze wel problematisch. De code waar die boerka voor staat, miskent niet alleen de vrijheid maar ook de gelijkheid tussen man en vrouw.
Zoals ik al zei, is burgerdeugd belangrijk. De democratie leeft van debat. Je geeft je mening, je neemt deel aan het publieke leven. Als de vrije ontmoeting tussen burgers in de publieke ruimte beperkt wordt door gezichtsbedekking, dan is dat een probleem.
Sommige vrouwen mogen niet deelnemen aan het publieke leven. Ze mogen de straat niet op. Ze hebben buiten hun beperkte kring van de familie en een paar vriendinnen geen enkel contact. Dat staat haaks op de verlichtingsideeën en de idee van de democratie.

Misschien kan de vrouw in boerka die geen werkloosheidsuitkering meer krijgt, dan wel terecht bij een islamitisch liefdadigheidsfonds.
Beeckman: We moeten ons goed bewust zijn van het verschil tussen sociale zekerheid en liefdadigheid. Sociale zekerheid is te verkiezen omdat ze structureel de positie van de zwakkeren verbetert.
Het hele systeem van herverdeling veronderstelt een minimale seculiere staat. Dat wil zeggen: je betaalt belastingen en de staat herverdeelt ongeacht je geloof. In landen waar heel weinig sociale zekerheid is, bestaat vaak wel liefdadigheid. Je zag dat onder George Bush in de Verenigde Staten. Hij heeft allerlei programma’s doorgevoerd die de sociale zekerheid beperken maar de liefdadigheid op basis van geloof versterken met belastingvoordelen voor kerken. Je hebt dan wel een solidariteit, maar een heel voorwaardelijke: als je ook evangelisch bent, naar de kerk komt en bijdraagt voor die kerk, dan is er de mogelijkheid dat als je ziek wordt, er voor je gezorgd wordt.

Hoeveel cohesie moet er in een superdiverse samenleving zijn om de boel leefbaar te houden?
Beeckman: Er moet een gedeelde overtuiging zijn dat de democratie het beste systeem is om zoveel mogelijk vrijheid én gelijkheid te garanderen. Wat niet betekent dat alle burgers over elk thema hetzelfde moeten denken. Ze mogen het oneens zijn maar wel binnen een democratisch kader.

Sommige Turken en Belgen van Turkse origine genieten hier, net zoals wij, van de Westerse vrijheden, maar steunen ondertussen het beleid van Recep Erdogan in Turkije.
Beeckman: Er is een loyauteit ten aanzien van Turkije omdat Erdogan een nationalistische politiek voorstaat. Die is nationalistischer dan eender welke nationalistische partij in Europa. Volgens de Britse historicus Tony Judt heeft de Europese identiteit te maken met een kritische blik op het eigen verleden.
Het heeft lang geduurd voor West-Europa komaf heeft gemaakt met het oorlogsverleden en de Jodenvervolging. Eerst was het allemaal alleen de schuld van de Duitsers. Maar de Duitsers hadden de holocaust nooit op zo’n schaal kunnen organiseren als er niet nog mensen uit andere landen aan hadden meegewerkt. Elk verhaal van een bezetting is ook een beetje het verhaal van een collaboratie. Het heeft lang geduurd voor dat pijnlijke historische beeld werd bijgesteld.
In Turkije gebeurt zo’n bijstelling nooit. Er is niet alleen geen enkel monument voor de herdenking van de Armeense genocide, er is tout court een ontkenning. Als een journalist schrijft dat er een Armeense genocide heeft plaatsgevonden, riskeert hij een gevangenisstraf.

De SP.A heeft onlangs een Belg van Turkse origine uit de partij gezet omdat hij iets te hard supportert voor Erdogan. En ook van een aantal PS’ers wordt gezegd dat ze dicht bij Erdogan aanleunen.
Beeckman: Als linkse politici hier zijn beleid steunen, maken ze een enorme spagaat. Ik denk dat er weinig zo haaks staat op links-progressieve ideeën als de religieus-fundamentalistische, imperialistische aspiraties van Erdogan. Ik vergelijk zijn recente beleid met dat van Lodewijk XIV, die eind zeventiende eeuw het edict van Nantes opblies. Daardoor hadden de protestanten geen rechten meer en waren ze verplicht zich te conformeren aan het katholicisme. Het gevolg was een enorme braindrain.
Wat Erdogan doet, is een beetje hetzelfde. Hij maakt de intellectuele elite van zijn land het leven onmogelijk. Dat wordt voor Turkije een enorme intellectuele verarming. Zelfs al ben je voor een sterke leider, zelfs al voel je je Turks nationalist, dan nog moet je inzien hoe nefast en onmenselijk deze heksenjacht op denkbeeldige tegenstanders is.

In Brussel en in Vlaanderen stond het onverdoofd slachten de jongste tijd weer op de politieke agenda. Valt dat onder godsdienstvrijheid, of heeft het parlement het laatste woord?
Beeckman: Godsdienstvrijheid impliceert niet dat je mag zeggen: het fundament van de wet is voor mij het woord van God. Je hebt je in de samenleving te houden aan de heersende wetten. Als een meerderheid van de bevolking zegt dat godsdienstige redenen om onverdoofd te slachten of dierenleed te berokkenen onaanvaardbaar zijn – zoals in Denemarken gebeurd is – dan moet iedereen die wetten naleven.
Natuurlijk schiet ook het Westen tekort. Aan vele vormen van dierenleed wordt amper iets gedaan. Ik denk aan massaproductie, het snel vetmesten van kippen of varkens.

Moet de godsdienstvrijheid wel in de grondwet staan? Volstaat de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging niet om godsdienstvrijheid te garanderen?
Beeckman: Ik denk dat dat een interessante suggestie is. Het zou in elk geval heel veel problemen oplossen omdat je het principe dan ook niet meer kan inroepen.

U bedoelt dat de godsdienstvrijheid dan niet meer kan ingeroepen worden om bijvoorbeeld het dragen van een boerkini, hét onderwerp van deze zomer, te verdedigen.
Beeckman: Voor het recht op een boerkini wordt geen godsdienstvrijheid ingeroepen maar wel een liberaal principe om nota bene een antiliberale code ingang te doen vinden. Als de boerkini ons voorhoudt dat de vrouw alleen eervol is als ze zich bedekt, dan zijn alle vrouwen die zich niet bedekken oneervol. En dan zit je als samenleving met een probleem.
Dan zijn er onvermijdelijk plekken waar vrouwen onder druk worden gezet of uitgescholden omdat ze niet zedig zijn. Die vrouwen hebben recht op bescherming. Vrijheid betekent ook dat je vrij bent van het oordeel van een ander. Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen opvattingen maar ik ben als vrouw niet verantwoordelijk voor wat in het hoofd van mannen omgaat. Als die een probleem hebben, moeten ze dat zelf oplossen.

In Brussel, net als in sommige andere steden, houden militairen tegenwoordig de wacht. Zullen we zo de strijd tegen de IS-ideologie winnen?
Beeckman: Dat is een moeilijke kwestie. De staat moet natuurlijk wel de veiligheid garanderen, maar de inzet van geweld door de staat moet ook beperkt zijn. De militarisering van de politie vind ik problematisch. Je ziet dat in Amerika waar een enorm militair apparaat is en waar de politie steeds zwaardere militaire wapens krijgt. Je ziet hoeveel onschuldige burgers daar worden neergeschoten. Ik denk niet dat we zo de strijd tegen IS en hun ideologie kunnen winnen. Ik denk dat je om die strijd te winnen met positieve, wervende verhalen moet komen om jongeren die dreigen te radicaliseren voor ons samenlevingsmodel en de democratie te winnen.”

Dit interview maakt deel uit van een reeks waarin Thomas Decreus en Helder De Schutter ook geïnterviewd werden.

‘Vrouwen mogen puinruimen’, DS 16 juli 2016

Unknown 08.33.05Deze tekst verscheen in De Standaard op 16 juli 2016.

“HET PATROON ACHTER DE AANSTELLING VAN THERESA MAY

Theresa May heeft in het Verenigd Koninkrijk gelijk de toon gezet: vastberaden, helder en zelfbewust. De mannen druipen met de staart tussen de poten af. Geeft deze ‘erfgenaam van Margaret Thatcher’ het ambt van regeringsleider opnieuw aanzien, vraagt TINNEKE BEECKMAN zich af, of ondervindt dat ambt imagoschade omdat het wordt bekleed door een vrouw?

 

Theresa May heeft de eed afgelegd als nieuwe eerste minister van het Verenigd Koninkrijk. Ze staat voor een schier onmogelijke taak: Groot-Brittannië succesvol en vlot uit de Europese Unie leiden, zonder dat de Britse Unie uit elkaar valt en zonder dat een economische crisis het land verarmt. Volgens de kleinzoon van Winston Churchill heeft zijn land geen grotere crisis gekend, sinds zijn grootvader in 1940 eerste minister werd.
Nu moet een vrouw het land redden. De mannelijke toppolitici – David Cameron, Boris Johnson en Michael Gove – vonden hun persoonlijke rivaliteit belangrijker dan het algemeen belang. Hun verraderlijke strijd maakte de Britse politiek tot een aflevering van Game of Thrones.

May, daarentegen, is volgens Jenni Russell, columniste van The Times een duty-driven politician en een grown-up: politiek is een ambacht voor verantwoordelijke volwassenen, geen spelletje voor verwende jongetjes. May wordt niet gedreven door ego, ze is realistisch. Ze schittert niet in de media en ze houdt haar privéleven uit de belangstelling. Ze staat bekend als luisterbereid en doortastend. Kortom, ze is van het type old school, saaie, hardwerkende staatsman.
Het lijkt er dus op dat May’s aanstelling het politieke ambt wat in ere zal herstellen.

Nochtans klinkt het vaak dat de status van een beroepsklasse afneemt wanneer meer vrouwen toetreden. Deze ‘Wet van Sullerot’ – naar de Franse sociologe Evelyne Sullerot – impliceert dat zowel vergoeding als status dalen zodra vrouwen deelnemen. Rechter, arts of leraar zouden dan minder aantrekkelijke beroepen zijn, omdat er meer vrouwen tot die groep behoren. Maar de relatie lijkt eerder omgekeerd: pas wanneer de status van een beroep afneemt, kunnen of mogen vrouwen toetreden. De patriarchale autoriteit is dan al grotendeels gesneuveld.

In de politiek lijkt die dynamiek nog veel sterker: pas als de situatie hopeloos is geworden, en de mannelijke kandidaten geen idee hebben hoe ze de situatie nog kunnen redden, krijgen de vrouwen kansen. Continue Reading ›

‘Hedendaags lompenproletariaat’, Column DS, 8 febr 2016

Unknown“Sinds hij het plan-Samsom verdedigde, ligt John Crombez onder vuur. Maar hij heeft alvast op één punt gelijk: Europese politici hebben nieuwe denkpistes nodig bij de vluchtelingencrisis. Helaas werd zijn visie herleid tot een intern SP-a probleem, een communicatiefout en een morele dwaling. Nochtans probeert Crombez moedig te zoeken naar een oplossing voor het vluchtelingenprobleem, waarop politici geen greep lijken te hebben.

Crombez werd afgebrand en terechtgewezen. Het mag best. Maar interessanter zijn journalisten die, in navolging van George Orwell, de realiteit beschrijven zonder ze te beoordelen.

imagesZo publiceerde de jonge journalist Ben Judah recent het boek ‘This is London. Life and Death in the World City’. Zonder nostalgie naar het oude Londen, beschrijft Judah het onherkenbare nieuwe London, met een overwegend niet-blanke bevolking. Hij luistert naar de meest uiteenlopende mensen: Egyptische rijken, Roma-zigeuners, Roemeense hoertjes, Poolse metsers, Afrikaanse vrouwen die voor het ochtendgloren kantoren poetsen. Zijn boek schetst een onthutsend beeld. De kloof tussen rijk en arm is schokkend, en loopt dwars doorheen de migrantengemeenschappen. Een moedeloze Nigeriaanse politieagent klaagt over de teloorgang van de stad, over de gangsterbendes, het geweld, de angst in sommige wijken. Dakloze Roma-zigeuners vrezen de koude en het politiegeweld. Judah spreekt ook met enkele van de honderdduizenden illegalen, die als slaven moeten werken om hun schulden aan mensenhandelaars af te betalen. Het zijn hartverscheurende passages, zeker voor wie bedenkt dat aan de overkant van het kanaal duizenden kampbewoners hun leven riskeren om in dat Engeland te wonen. Mensensmokkelaars schotelen hen een paradijselijk droombeeld voor: een rijkeluisleventje, met vrije, gewillige vrouwen en gratis voorzieningen. In werkelijkheid zitten ze in de val.

Linkse critici kunnen bij Marx lezen wat er hier gaande is: het lompenproletariaat bepaalt het leven van heel wat mensen, die geen deel uitmaken van een politieke strijd. Dat betekent dat het project voor een solidaire, faire samenleving ver weg is. Continue Reading ›