‘De rol van technologie op politieke polarisering’, column DS, 27 okt. 2022

Deze column verscheen in De Standaard op 27 oktober 2022

“Zaterdag werd Giorgia Meloni de nieuwe premier van Italië. Ze heeft harde standpunten over migratie, gender, identiteit. Er vloeide al veel inkt over de vraag of ze een (post)fasciste is en welke morele houding Meloni’s verkiezing moet oproepen. Opvallend is ook dat ze technologische rationaliteit als een probleem benadert. Een mens is niet herleidbaar tot een nummer, niet inzetbaar voor speculatie van financiële markten, onderstreepte Meloni in een van haar beruchte speeches; elke mens heeft een unieke, heilige waarde. Meloni breidt die analyse – die al bij een christelijk denker als Bernanos terug te vinden is – uit naar de natie: elke natie, de hele Europese samenleving wordt door deze uniformiserende tendens bedreigd.  

Los van haar precieze analyse of haar beleidskeuzes bespreekt Meloni iets wat in veel ideologische profileringen onderbelicht blijft: hoe technologische ontwikkelingen het partijpolitieke landschap doorkruisen. 

Technologie is politiek gezien niet neutraal – ze creëert winnaars en verliezers. Ze structureert productieprocessen en creëert controlemiddelen. Die impact leidt tot meerdere vragen. Op welke manieren werkt technologische evolutie positief of negatief voor burgers? Hoe kunnen politici de negatieve impact van technologie op de samenleving opvangen? En kan dat lukken? Of heeft de huidige crisis in de democratie ook met moderne technologie te maken? Wat als de macht van technologie uiteindelijk buiten de democratische controle valt? 

Die laatste vraag werd na de Eerste wereldoorlog door Ernst Jünger – en later Heidegger – gesteld. Zij keren zich tegen de Duitse Weimar-democratie, onder meer omdat die het probleem van de technologie in een massatijdperk niet zou beheersen. Voor Heidegger kent de moderniteit een berekenende rationaliteit die de oorspronkelijke relatie van de mens tot het zijn verduistert. Heidegger hoopte even dat Hitlers nationaalsocialisme deze evolutie van ‘zijnsvergetelheid’ zou keren. In recent gepubliceerde dagboeken noteerde hij ook antisemitische suggesties over het ‘wereldjodendom’ als een bron van de moderne ontworteling. Al gauw bleek Hilters regime echter de overtreffende vorm van technische rationaliteit en ontmenselijking. Na de oorlog trok Heidegger zich in het Zwarte Woud terug, om de moderniteit en technologie verder te analyseren. 

Conservatieve politici worstelen er ook mee: wat betekent een behoudsgezind beleid in een wereld die door technologische omwentelingen wordt bepaald? De klassieke peilers – familie, geloof, gemeenschap – zijn op talloze manieren door technologische mogelijkheden hertekend. Retorisch profileren conservatieve politici zich graag door ‘woke’ en de ‘fouten van links’ te hekelen. Alsof de huidige samenleving uitsluitend door linkse partijen tot stand zou zijn gekomen. Deze retoriek maskeert de hedendaagse conservatieve machteloosheid. 

Voor linkse partijen lijkt het probleem minder groot. Ze zijn ideologisch progressief, ze geloven doorgaans in wetenschappelijke en technologische maakbaarheid. Veel van de linkse verwezenlijkingen zijn daarmee inherent verbonden. Denk maar aan de uitbreiding van genderrechten, bio-ethische keuzes en sociale ontwikkelingen. Toch kan technologie een nieuwe bron van uitbuiting of vervreemding zijn. De globale winstlogica neemt elke sector over, ongeacht negatieve gevolgen voor werknemers of burgers. Veel jobs zullen door automatisering verdwijnen. Of ze worden door permanente administratieve toetsing en optimaliseringsdrang ondraaglijk. Kortom, links moet een evenwicht vinden tussen een optimistisch gebruik van technologie en een bescherming van de menselijke maat. Op ecologische vlak is er evengoed een spanning. Enerzijds begint exploitatie van de aarde met de moderniteit. Anderzijds leeft de hoop dat beter ontwikkelde technologieën, dus méér moderne rationaliteit, de negatieve effecten van die exploitatie kunnen oplossen.

Voor liberale kiezers, tenslotte, is technologie een ambivalent verhaal geworden. Ideologisch passen optimisme en maakbaarheid perfect bij het liberale denken. Liberalen verwijzen graag naar de lange lijst met wetenschappelijke verbeteringen. En ze benadrukken de autonomie – vanaf de 17e eeuw richten liberale denkers hun pijlen op machtige instellingen zoals de staat of de kerk die de vrijheid van het individu beperken. Maar vandaag de dag komt die individuele vrijheid op nieuwe manieren in het gedrang. Er is de machtsconcentratie van big-tech bedrijven, bijvoorbeeld. En wat met een overheid die meer dan ooit middelen heeft om burgers te controleren? Liberale politici verliezen hun geloofwaardigheid als ze vrijheid, vooruitgang en technologie in één zin vermelden, zonder de schaduwzijde te bespreken. Liberalen kunnen natuurlijke maatregelen uitvaardigen; ze kunnen camera’s plaatsen in stadscentra, data over burgers verzamelen, en zo meer. Maar dan moeten ze privacy kunnen beschermen, een scherp omlijnd schadeprincipe volgen en aangeven hoe burgers zich tegen intrusieve maatregelen kunnen verweren. Anders past hun filosofische vrijheidsretoriek niet bij dit tijdperk. Deze opsomming is geen pleidooi tegen technologie. Het is wel een pleidooi om de impact van technologie op het politieke leven als een reëel thema te erkennen. Want geen enkel antwoord formuleren – of de vraag niet eens stellen – stuurt bezorgde burgers naar politieke extremen, naar anti-wetenschappelijke of anti-technologische visies.”

Nieuws vanuit Liberales…

Twee korte nieuwtjes:

unknownI. De Liberalesprijs

Het boek Onlife. Hoe de digitale wereld je leven bepaalt van Katleen Gabriëls werd verkozen tot Liberales Boek 2016. Uitreiking op donderdag 26 januari 2017, Liberaal Archief om 20.00 uur, Kramersplein 23 te Gent.

Shortlist bestond uit ‘Vrijheid voor gevorderden’ van Paul Teule; ‘De weg naar radicale verzoening’ van Montasser AlDe’emeh; ‘Samen-leven’ van Bart Somers en ‘Samen door één deur’ van Guillaume Van der Stighelen.

II. Boekvoorstelling ‘Vrijheid Voorop’

15542212_1396958157004468_4692991939419752579_nPatrick Stouthuysen stelde op 20 december in het Liberaal Archief te Gent zijn nieuwe boek voor: Vrijheid Voorop. Een kennismaking met het liberalisme.

Voor de gelegenheid gaf ik een korte inleiding op het boek. Dit is mijn toespraak:

“Professor Patrick Stouthuysen ken ik als ex-collega aan de VUB, en het doet me veel plezier om hier zijn boek in te leiden. Het is maar een boekje, zei hij me enkele maanden geleden. Maar ik vind een heus boek. En iedereen die over een vrije samenleving wil nadenken – liberaal of niet – kan het best lezen.

Het werk verschijnt naar aanleiding van de stichtingsverjaardag van de liberale partij, op 14 juni 1846, 170 jaar geleden. Het bestaat uit drie delen: de liberale beginselen, de geschiedenis van de Belgische Liberale Partij en nieuwe uitdagingen voor het liberale denken.

Eerste deel – liberale beginselen

c0jclk1xgairgne-jpg-smallStouthuysen gebruikt Wittgensteins idee van de familieverwantschap om het begrip liberalisme te duiden. Benjamin Constant gebruikte als eerste de term, en doelde op zoveel mogelijk vrijheid voor de burger, met beperkingen van de overheid.

Met de Verlichting deelt het liberalisme enkele strijdpunten en eisen: zoveel mogelijk vrijheid voor individuen als belangrijkste waarde. Dat is geen sociologisch vertrekpunt, maar een moreel; natuurlijk zijn mensen deel van een samenleving, maar uiteindelijk mag het individu beslissen.

Waarop is die vrijheid gebaseerd? Continue Reading ›

“De andere kant van de technologie-medaille”, Column DS, 16 maart 2015

Unknown 08.33.05“Technologie kan de privacy aantasten, daar waarschuwen diverse media voor. Zo krijgen bedrijven dankzij een programma als mHealth op de smartphone binnenkort gedetailleerde gegevens over de gezondheidstoestand van de gebruiker. Federaal minister van Volksgezondheid Maggie De Block voorspelt dat die mobiele gezondheidstechnologie zal exploderen. Voorstanders leggen uit dat die technologie routineonderzoeken overbodig zal maken en de kosten van de vergrijzing reduceren. Tegenstanders wijzen op de privacy: het recht om anderen te weren uit je persoonlijke sfeer, om te bepalen wie informatie over jou krijgt, om te leven zonder bespied te worden. Dan rijst bij die technologie een probleem, waarbij de politieke wereld hopeloos achterloopt.

Technologie creëert een nog veel ernstiger probleem: ze vergroot de kloof tussen de technisch geschoolden en de anderen. Wie kan programmeren, nieuwe apps kan bedenken of toegang heeft tot die informatie, krijgt straks een vrijwel onoverbrugbare voorsprong ten opzichte van de computer-analfabeten.

images-1Eigenlijk wordt deze kwestie al aangekondigd in de schitterende film The imitation game, over computerpionier Alan Turing (gespeeld door Benedict Cumberbatch). De film illustreert twee fundamentele kenmerken van technologie: de menselijke geest moet het uiteindelijk afleggen tegen de machine, en technologie kan ten goede of ten kwade worden gebruikt. Technologie is gewoon een middel en haar gunstige effect hangt af van wie het in handen heeft. Continue Reading ›