Column over Catalonië en Spanje, DS 5 okt. 2017

“Volgens de Spaanse koning Felipe en volgens heel wat EU-leiders is de zaak in Catalonië duidelijk: met hun referendum overtreden de Catalanen de Spaanse grondwet en dus treedt de Spaanse regering terecht (hard) op. Ook de Europese Commissie reageert lauw op het politiegeweld, en herhaalt het legalistische standpunt. Wettelijk gezien hebben ze gelijk. Maar politiek gezien slaan ze de bal volledig mis. En de gewelddadige weg van Spaanse premier Rajoy leidt tot een politieke impasse.

Wettelijk gezien klopt het: het referendum was niet conform aan de Spaanse grondwet. Die opmerking gaat voorbij aan het feit dat onafhankelijkheidsverklaringen zelden wettelijk zijn.

Wie de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring in 1776 even vanuit Brits perspectief bekijkt, vindt die onwettelijk. Wat dacht die Thomas Jefferson wel? Er is geen wettelijke bepaling waarop burgers zich kunnen beroepen om hun eigen wetten uit te roepen, gewoon omdat ze dat willen. Jefferson refereert aan een ‘natuurwet’, maar dat is een vaag concept. Hij heeft het over waarheden die ‘vanzelfsprekend’ zijn, en geeft dus toe dat hij ze niet kan bewijzen.

Daarbij zijn de Amerikaanse motieven triviaal. De opstandelingen wilden geen belastingen meer betalen: ‘no taxation without representation’ was hun slogan. Dat klinkt eerder als een eis dan als een funderend principe.

Kortom, wettelijk gezien had Jefferson geen been om op te staan. Maar politiek gezien had hij gelijk: elk politiek systeem vereist voldoende steun van de bevolking. Zodra die wegvalt, vervalt de loyaliteit aan een staat. Elke nieuwe grondwettelijke macht vertrekt vanuit een ‘wij’ die even tevoren nog niet grondwettelijk verankerd was, en die met een heersende orde breekt. Continue Reading ›

‘Niet God, alleen de mens creëert de geldende wet in de samenleving’, Toespraak Kamercommissie

Woensdag 16 maart gaf ik in het Federale Parlement mijn toespraak voor de ‘Commissie de Herziening van de Grondwet en de Hervorming van de Instellingen’. Patrick Dewael (Open VLD) gaf de aanzet voor de commissie – hij wil een debat over de waarden in de Grondwet, na de gebeurtenissen in 2015.

Deze tekst verscheen op de website van Knack, evenals de tekst van Patrick Loobuyck.  Ook Guido Van Heeswijck gaf een lezing, waarvan de strekking in Knack verscheen.

Inzet 

Samen met P. Loobuyck. Foto - T. Leys

Samen met P. Loobuyck. Foto – T. Leys

“De inzet van de discussie is een paradox in de democratische rechtsstaat: de rechtstaat waarborgt rechten en vrijheden, maar die kunnen ook worden aangewend om de liberale democratie te ondermijnen. De vraag is dan op welke manier de garantie van de democratie in de Grondwet duidelijker naar voren kan komen.

Wat is de seculiere staat?

De huidige Grondwet bevat geen expliciete scheiding van kerk en staat. De tekst is een compromis tussen liberalen en katholieken in de negentiende eeuw. Uiteindelijk is een zekere neutraliteit van de overheid afgesproken. Toen waren er – en ook vandaag zijn er – burgers die de scheiding tussen theologie en politiek niet vanzelfsprekend vinden.

Daarom wil ik even aangeven wat een seculiere staat betekent.

De seculiere staat is geen atheïstisch project. Seculier wil zeggen dat je je als burger niet in eerste instantie vanuit een geloof bepaalt. Eerst ben je lid van een gemeenschap, dan pas gelovige, van welk (niet-)geloof ook.

De seculiere staat is een normatief project. De scheiding tussen theologie en politiek is een reactie op religieuze diversiteit. In zijn ‘Theologisch-Politiek Traktaat’ stelt Spinoza vast dat de burgers uiteenlopende interpretaties van het ware geloof en de Heilige Schrift geven. Hoe meer diversiteit er in een samenleving is, hoe meer neutraliteit nodig is. Neutraliteit – hoe je die ook invult – is geen luxe, geen dogma of geen sectair atheïstisch programma. Aangezien er geen eensgezindheid is over het ‘ware geloof’ (en er ook heel wat ongelovigen zijn), is de seculiere staat een structuur die het meest het vrije geloof bevordert.

Eeuwenlange godsdienstconflicten hebben geleerd dat wie zijn religieuze identiteit voorop plaatst, en tot inzet maakt van de politieke strijd, in conflict komt met anderen. Je kan wel een politiek project aanhangen vanuit je geloof. Dat is geen enkel probleem. Je kan streven naar solidariteit, bijvoorbeeld, op basis van de christelijke boodschap van naastenliefde. Maar voor een politiek project, richt je de solidariteit niet alleen op andere christenen (katholieken, protestanten of wie dan ook). Je bent solidair met je medemens als burger, niet alleen met geloofsgenoten. Vandaar dat ons sociaal systeem, om maar iets te noemen, niet berust op vrijwillige schenkingen aan wie je uitkiest. Je betaalt belastingen aan een neutrale overheid, die neutraal herverdeelt, dwz dat elke burger voordelen geniet onafhankelijk van zijn of haar geloof. Een seculiere staat veronderstelt dus niet dat mensen niet geloven. Ze mogen geloven wat ze willen.

Godsdienst is niet geheel uit het politieke leven verdwenen. Maar politici geven een seculiere argumentatie voor hun visie. Het politieke heeft dus een eigen taal, een eigen code, waardoor eensgezindheid over een geloof niet noodzakelijk is om het beleid te bepalen. In die zin wordt de pluraliteit algemeen aanvaard, zelfs door wie het liberale individualisme niet als een persoonlijke levensbeschouwing verkiest.

Burgerschap en ‘positieve vrijheid

Een seculiere staat kan op vele manieren worden georganiseerd. België is een welvaartstaat: de overheid biedt de middelen voor burgers om zich te ontplooien. Ik denk dat deze vorm van positieve vrijheid een neutraal burgerschap vraagt. Dit wil bijvoorbeeld zeggen dat ambtenaren aan een loket of leraren in scholen levensbeschouwelijk neutraal moeten zijn in hun verschijning. Ik verwijs hier naar het onderscheid tussen positieve vrijheid en negatieve vrijheid in ‘Two concepts of Liberty’ van Isaiah Berlin.

Continue Reading ›

Interview in Humo, samen met M. Boudry, 8 dec. 2015

imagesDit interview verscheen in Humo, op 8 december 2015.

“Het leven zoals het is na 13/11.

Hectoliters drukinkt zijn gevloeid sinds de aanslagen in Parijs, oeverloos gepraat en geanalyseer in de ether geslingerd. Krap één maand na de feiten zetten twee filosofen voor Humo een stapje achteruit om een breder perspectief te bieden: Maarten Boudry en Tinneke Beeckman belichten de grote maatschappelijke implicaties van 13/11. Het helikopterperspectief, James!  door Tom Pardoen / Foto’s Jelle Vermeersch

 

1503115Tinneke Beeckman publiceerde dit najaar het kraakheldere ‘Macht en onmacht’, waarin ze de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo kadert als een aanslag op het verlichtingsdenken. Maarten Boudry kwam tegelijkertijd op de proppen met ‘Illusies voor gevorderden’, over de continue spanning tussen waarheid en waanwereld, en doet geregeld van zich spreken met doorwrochte bijdragen over radicalisme en de islam. Ik ontmoet deze doordenkers in de Gentse boekhandel Limerick, waar we omsingeld zijn door de collectie schrijfmachines van W.F. Hermans. ‘Kunnen we helpen door minder breedsprakerig te zijn?’ vraagt Boudry vriendelijk.

Tijd voor de eerste vraag.

HUMO Leven we na 13/11 in een andere wereld?

Continue Reading ›